Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
19<br />
<strong>de</strong>stijds kocht bij De Slegte, heb ik een voor een nageplozen.<br />
Maar telkens weer stuitte ik op diezelf<strong>de</strong> foto, die <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong><br />
jongeling laat zien vanuit het meest voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong><br />
gezichtspunt: met langgerekte benen. Totdat ik bij toeval,<br />
graaiend in een bak met twee<strong>de</strong>hands pockets, mijn oog liet<br />
vallen op <strong>de</strong> cover van een even beroemd als vergeten boekje uit<br />
het begin van <strong>de</strong> jaren zestig: Eerlijk voor God van John A.T.<br />
Robinson. Een theologische verhan<strong>de</strong>ling die ik nooit had<br />
gelezen, maar <strong>de</strong>stijds wel rondzwierf in mijn ou<strong>de</strong>rlijk huis.<br />
Bingo, dacht ik, dit is hem dan, the boy who saw it all.<br />
Het is geen won<strong>de</strong>r dat dit boekje antiquarisch nog volop<br />
verkrijgbaar is. Na het verschijnen van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse editie in<br />
<strong>de</strong>cember 1963 was Eerlijk voor God vier maan<strong>de</strong>n lang <strong>de</strong> meest<br />
verkochte pocket. Na <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> druk in augustus 1964 waren er al<br />
85.000 exemplaren over <strong>de</strong> toonbank gegaan. In die dagen van<br />
hooggespannen oecumenische verwachtingen werd Honest to God<br />
zelfs een wereldwij<strong>de</strong> bestseller, die tot felle <strong>de</strong>batten zou lei<strong>de</strong>n,<br />
niet alleen on<strong>de</strong>r katholieken en protestanten, maar zelfs on<strong>de</strong>r<br />
buitenkerkelijken. Een Anglicaanse bisschop had <strong>de</strong>ze tekst in een<br />
paar maan<strong>de</strong>n tijd geschreven, tij<strong>de</strong>ns een ziekteverlof in het<br />
najaar van 1962. Zijn zinnen hebben vaart, <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering is<br />
trefzeker. Robinson spreekt over <strong>de</strong> mythologische ballast van <strong>de</strong><br />
bijbel, waaron<strong>de</strong>r het christendom na tweeduizend jaar bedolven<br />
is geraakt. Maar in plaats van alle ongerijmdhe<strong>de</strong>n die daar uit<br />
voortvloeien, krampachtig te ver<strong>de</strong>digen, gaat hij zich zelf vragen<br />
stellen, <strong>de</strong> een nog radicaler dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.<br />
Stel dat <strong>de</strong> atheïsten gelijk hebben, dat <strong>de</strong> God van het<br />
christendom een illusie is, een projectie van een kin<strong>de</strong>rlijk<br />
va<strong>de</strong>rbeeld. Stel dat alles wat vandaag voor religie doorgaat niet<br />
meer is dan <strong>de</strong> neurotische ziekte die Freud zo treffend<br />
beschreven heeft. Dat die zoon van God, die als mens acteer<strong>de</strong>, in<br />
feite een draak van een toneelstuk opvoer<strong>de</strong>. Die absur<strong>de</strong> losprijs<br />
alleen al die aan <strong>de</strong> duivel moest wor<strong>de</strong>n betaald om <strong>de</strong> mensheid<br />
van <strong>de</strong> erfzon<strong>de</strong> te verlossen. Stel dat alles fictie is, een sprookje,<br />
een mythe, wat moeten we dan?<br />
Wat Robinson voor ogen heeft is <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> zaak, het<br />
kind dat met het badwater dreigt te verdwijnen. Hij verwerpt niet<br />
alleen het dualisme van het traditionele christendom met zijn<br />
aardse stervelingen en bovennatuurlijk hemelgewelf, maar ook het<br />
eenzijdige wereldbeeld van <strong>de</strong> wetenschap, waarin het mogelijk<br />
bestaan van een God geëlimineerd wordt als een onnodige<br />
werkhypothese. Wat nodig is, zo stelt hij keer op keer, is een<br />
copernicaanse revolutie van het mid<strong>de</strong>leeuwse godsbeeld. God is<br />
niet <strong>de</strong> hoogst zijn<strong>de</strong>, <strong>de</strong> oorzaak van alles, zelfs van zichzelf. Zo’n<br />
<strong>de</strong> <strong>Moanne</strong> numer 7 septimber 2003<br />
hemelse Big Brother zou net zo goed <strong>de</strong> duivel zelf kunnen zijn.<br />
Dat alziend oog bestaat niet. Een God ‘is’ ook niet. We moeten<br />
juist loskomen van <strong>de</strong> gedachte dat God iets met het woord ‘zijn’<br />
van doen kan hebben. Zo gaat hij op zoek naar een nieuw soort<br />
transcen<strong>de</strong>ntie, niet buiten of boven, maar mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> wereld.<br />
De gewone dingen van het leven wil hij bevrij<strong>de</strong>n van hun<br />
loodzware last van verwijzingen naar het hogere. Hij spreekt over<br />
De vreem<strong>de</strong>ling van Camus, over <strong>de</strong> te<strong>de</strong>re onverschilligheid van<br />
<strong>de</strong> wereld. Er schemert iets door in <strong>de</strong>ze tekst wat lang verzwegen<br />
lijkt. De onmacht en zwakheid van een an<strong>de</strong>r soort God, wiens<br />
enige doel <strong>de</strong> doelloosheid is.<br />
Zien is immers niet waarnemen of registreren. Zien is intuïtief kénnen.<br />
Deze moedige gedachten hebben menigeen <strong>de</strong>stijds van een<br />
loodzwaar godsbeeld bevrijd. Ze leken zelfs een oplossing te<br />
bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> theodicee, het eeuwenou<strong>de</strong> probleem van <strong>de</strong><br />
rechtvaardiging van God met het oog op het kwaad in <strong>de</strong> wereld.<br />
Door een ruïne neer te halen wil<strong>de</strong> Robinson een fundament voor<br />
<strong>de</strong> toekomst behou<strong>de</strong>n. Of die poging ook is geslaagd, valt<br />
achteraf te betwijfelen. Het christendom werd een wereldbeeld.<br />
Het verloor zijn ongenaakbare kern. Wat hier in beweging kwam,<br />
is een proces dat al in het begin van <strong>de</strong> vorige eeuw in werking<br />
trad, maar pas in <strong>de</strong> jaren zestig in een eenparige versnelling zou<br />
raken. Imagine there is no heaven, and no religion too, zong John<br />
Lennon tien jaar later. Het is <strong>de</strong> rollen<strong>de</strong> steen van <strong>de</strong><br />
ontmythologisering, een steen die van <strong>de</strong> berg af rolt in een baan<br />
die onomstotelijk vast lijkt te liggen. Het betoog van Robinson<br />
was ook niet nieuw. Het leun<strong>de</strong> zwaar op gedachten van<br />
Bultmann, Tillich en vooral Bonhoeffer. Het zou ook niet <strong>de</strong><br />
laatste zijn in zijn soort. Nadien zou nog een reeks van<br />
verhan<strong>de</strong>lingen volgen over een theologie na <strong>de</strong> dood van God,<br />
het ein<strong>de</strong> van het conventionele christendom en het alom<br />
betwijfeld christelijk geloof. Het proces van <strong>de</strong><br />
Stel dat alles fictie is, een sprookje, een mythe, wat moeten we dan?<br />
ontmythologisering duurt voort tot op <strong>de</strong> dag van vandaag. Maar<br />
<strong>de</strong> steen is inmid<strong>de</strong>ls aardig tot stilstand gekomen. Niemand die<br />
het nog waagt om dit rotsblok weer naar boven te rollen. Alle<br />
mythes lijken immers uit <strong>de</strong> wereld verdwenen, zelfs <strong>de</strong> mythe<br />
van Sisyphus, om over die van een golfbal maar te zwijgen. Een<br />
beschaving die zijn go<strong>de</strong>n ziet sterven, krijgt zicht op het eind van<br />
zijn levenscyclus. En toch, <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong> en god<strong>de</strong>loze wereld roept<br />
soms, al is het maar even, het beeld weer op van een eerste begin.<br />
Het beeld van een zitten<strong>de</strong> jongeling, omziend in verbijstering.