Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
37<br />
albumbled<br />
anneke reitsma<br />
Onlangs publiceer<strong>de</strong> Ger Groot in NRC Han<strong>de</strong>lsblad een<br />
paginagroot artikel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kop ‘Verlos ons van <strong>de</strong> hoge’. 1<br />
Willem Jan Otten (*1951) lijkt zich van <strong>de</strong>ze atheïstische oproep<br />
weinig aan te trekken. Hij noemt zijn laatste dichtbun<strong>de</strong>l - even<br />
speels als diepzinnig - Op <strong>de</strong> hoge, welke duikplankgedachte ook<br />
typografisch heel fraai op het voorplat is vormgegeven. Eer<strong>de</strong>r al<br />
had Otten, in Het won<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> losse olifanten (1999), een<br />
poging on<strong>de</strong>rnomen om ‘<strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verachters<br />
van <strong>de</strong> christelijke religie’ tot inkeer te brengen, maar dat is -<br />
langs <strong>de</strong> weg van argumentatie - natuurlijk onbegonnen werk.<br />
Dat kan beter via <strong>de</strong> poëzie, die bij uitstek <strong>de</strong> talige kunstvorm<br />
van het beeld is.<br />
Geloven, zo heeft Otten ervaren toen hij zich tot het<br />
katholicisme bekeer<strong>de</strong>, is vooral een kwestie van dúrven duiken,<br />
al is het - op het concrete niveau - natuurlijk wel prettig om<br />
daarbij over <strong>de</strong> nodige ‘stuurmanskunst’ te beschikken. Maar<br />
Otten zou geen dichter zijn, als dit concrete niveau voor hem geen<br />
springplank zou vormen naar het domein van <strong>de</strong> verbeelding.<br />
Daarom is bovenstaand gedicht zo riskant, omdat Otten hier <strong>de</strong><br />
omgekeer<strong>de</strong> route volgt. Via <strong>de</strong> titel immers - Et incarnatus<br />
wor<strong>de</strong>n wij onmid<strong>de</strong>llijk geconfronteerd met een van <strong>de</strong> centrale<br />
dogma’s uit het christendom: <strong>de</strong> menswording van Christus. Maar<br />
<strong>de</strong>ze aan het Johannesevangelie ontleen<strong>de</strong> formulering zet ons<br />
tegelijk ook (en die gelijktijdigheid is kenmerkend voor Otten) op<br />
een poëticaal spoor: ‘Het Woord is vlees gewor<strong>de</strong>n’. Zo vormen<br />
poëzie en religie het vertrekpunt van dit gedicht.<br />
Aanvankelijk kunnen we nog <strong>de</strong>nken dat hier een ‘normaal’<br />
stervensproces beschreven wordt. Ie<strong>de</strong>r die dit in nabijheid<br />
ervaren heeft, zal zich immers herkennen in <strong>de</strong> regels ‘Er was geen<br />
tijd, welnee, want buiten ons benul / verstreek niets niemandal en<br />
niets verdween’. Do<strong>de</strong>n blijven bij ons, of ze dat nu willen of niet.<br />
Maar met betrekking tot Christus gaat Otten nog een stapje<br />
ver<strong>de</strong>r: ‘dat jij stierf, dat kon alleen in poëzie.’ Eenvoudiger heb ik<br />
nog nooit geformuleerd gezien dat <strong>de</strong> bijbel poëzie is en Christus<br />
blijvend on<strong>de</strong>r ons. 2<br />
Dat is dan ook <strong>de</strong> hoge ambitie van Willem Jan Otten:<br />
religieuze poëzie te schrijven die recht doet aan het<br />
<strong>de</strong> <strong>Moanne</strong> numer 7 septimber 2003<br />
Op <strong>de</strong> duikplank met Willem Jan Otten<br />
et incarnatus<br />
Er was geen tijd, welnee, want buiten ons benul<br />
verstreek niets niemandal en niets verdween<br />
of loste op, waar wij niet waren sowieso,<br />
en dat jij stierf, dat kon alleen in poëzie,<br />
alleen omdat jij las, mijn lezer zieleoog,<br />
omdat jij <strong>de</strong>ze regels binnen wil<strong>de</strong> tre<strong>de</strong>n<br />
stond jij in <strong>de</strong> tijd, zoals <strong>de</strong> Stille Zuidzee<br />
in <strong>de</strong> tel kan staan waarin een sterveling<br />
<strong>de</strong> Stille Zuidzee droomt, en daar stierf jij dus in,<br />
precies als wij, jij stierf <strong>de</strong> dood van weten<br />
wie je bent als je verstreken bent, jij,<br />
sterver voor mijn angst voor eeuwig wit altijd.<br />
Willem Jan Otten, Op <strong>de</strong> hoge (2003)<br />
geloofsmysterie én aan <strong>de</strong> magie van het woord. 3 Dat kan hij niet<br />
helemaal op eigen kracht. Misschien zelfs wel helemaal niet. Daar<br />
heeft hij ‘[zijn] lezer zieleoog’ voor nodig. Deze meest intieme<br />
Lezer heeft op Golgotha misschien wel even van ‘<strong>de</strong> Stille<br />
Zuidzee’ gedroomd, bij wijze van mentale pijnstiller. Maar hij is<br />
het lij<strong>de</strong>n niet ontvlucht; hij durf<strong>de</strong> te duiken en maakte daarmee<br />
- voor eeuwig wit altijd - een eind aan <strong>de</strong> grootste angst van <strong>de</strong><br />
schrijver: het lege vel papier, <strong>de</strong> gestorven verbeelding.<br />
De volgen<strong>de</strong> regels zullen, als ik mij niet vergis, klassiek<br />
wor<strong>de</strong>n, zoals sommige verzen van Hooft en Von<strong>de</strong>l dat nog zijn,<br />
of van Nijhoff en Gerhardt: ‘jij stierf <strong>de</strong> dood van weten // als je<br />
verstreken bent’. Om kippenvel van te krijgen!<br />
aantekeningen<br />
1. In NRC Han<strong>de</strong>lsblad van 20 juni 2003. De on<strong>de</strong>rtitel - ‘Het intolerante<br />
gelijk van seculier Ne<strong>de</strong>rland’ - geeft overigens goed aan dat dit niet <strong>de</strong><br />
mening is van Ger Groot, maar eer<strong>de</strong>r die van fervente atheïsten als Rudy<br />
Kousbroek.<br />
2. De lezer moet mij <strong>de</strong>ze zweem van een foutieve samentrekking vergeven.<br />
3. Voor een uitvoerige verantwoording van Otten’s schrijversambities verwijs<br />
ik naar het fascineren<strong>de</strong> Zomerdagboek. De bedoeling van verbeelding, dat<br />
vrijwel gelijktijdig met Op <strong>de</strong> hoge verscheen (bij - respectievelijk - <strong>de</strong><br />
Prom en Van Oorschot, bei<strong>de</strong>n te Amsterdam).<br />
Trotwaer