Voedingsadvies bij HFE-hemochromatose - Wageningen UR
Voedingsadvies bij HFE-hemochromatose - Wageningen UR
Voedingsadvies bij HFE-hemochromatose - Wageningen UR
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Voedingsadvies</strong> <strong>bij</strong> <strong>HFE</strong>-<strong>hemochromatose</strong><br />
van de heem-bevattende componenten hemoglobine* en myoglobine de enige heem-ijzer bron [14].) Andere<br />
ijzer-rijke bronnen zijn brood, groenten, appelstroop, noten en peulvruchten [15]. Deze plantaardige producten<br />
leveren niet-heem-ijzer. Ondanks dat het heem-ijzer voor slechts een 5-15% [14] <strong>bij</strong>draagt aan de totale inname<br />
van ijzer van een vleeseter, kan het door de hoge biobeschikbaarheid* tussen de 40% [13] en 65% [4] <strong>bij</strong>dragen<br />
aan de totale hoeveelheid ijzer die wordt opgenomen. De biobeschikbaarheid* van ijzer in een typisch westerse<br />
vlees-bevattende of vegetarische voeding ligt al met al rond de 15% en 10% respectievelijk [13].<br />
IJzer wordt ook toegevoegd aan voedingsmiddelen. Dit is niet onlogisch gezien het gegeven dat ijzergebrek op<br />
wereldschaal het meest gemeenschappelijke voedingsgerelateerde gezondheidsprobleem is in de wereld [4].<br />
Het ijzer wordt in verschillende vormen toegevoegd aan voedingsmiddelen. In <strong>bij</strong>lage V geeft hierover meer<br />
informatie.<br />
1.1.4 Verdeling over het lichaam<br />
Het ijzer verspreidt zich na opname over het lichaam. De normale hoeveelheid ijzer die zich in het lichaam van<br />
een volwassen man bevindt is 35 tot 45 mg per kilogram lichaamsgewicht [16]. Daarvan is het grootste deel<br />
(circa 60% [3], waar ongeveer 20% van de opgenomen ijzer deel vanuit maakt [17]) gebonden aan<br />
hemoglobine* in de rode bloedcellen [16]. Een rest is ingebouwd in spieren, is onderdeel van weefsel-<br />
enzymen*, is gebonden aan plasma-transferrine* [16] en is opgeslagen als ferritine* of hemosiderine* in<br />
voornamelijk de lever [3].<br />
1.1.5 Laboratoriumbepalingen<br />
Voor het opsporen van een ijzergebrek of -overschot, kunnen meerdere bepalingen worden gedaan.<br />
De meest bruikbare laboratoriummeting die voor de ijzerstatus gebruikt wordt is serum 1 -ferritine*. Ferritine* is<br />
een eiwit* met een holte, waarin veel Fe 3+ deeltjes kunnen worden opgeslagen [18]. Als er meer ijzer is, wordt<br />
meer ferritine* aangemaakt [19]. De hoeveelheid ferritine* in het bloed fluctueert over de dag en meerdere<br />
opeenvolgende dagen – evenals de hoeveelheid ijzer in het bloed [19] – en wordt sterk beïnvloed door veel<br />
ziekten [3] [19] [20]. Het is daarom geen heel betrouwbare maat voor de ijzerstatus [3] [20], al geeft de<br />
bloedconcentratie <strong>bij</strong> een gezond persoon een goed beeld van de ijzervoorraad [21] en wordt deze als zodanig<br />
in de praktijk gebruikt. (Bij gezonde personen correspondeert 1 µg ferritine* in het serum met een voorraad van<br />
7.5 mg ijzer [22].)<br />
Transferrine* is een eiwit* in het bloed dat het ijzer in een opgeloste toestand houdt. Zodoende zorgt het dat<br />
het ijzer beschikbaar is voor iedere lichaamscel. Tegelijkertijd wordt – doordat het ijzer gebonden is –<br />
voorkomen dat het schade aanricht [5]. Het transferrine* bestaat uit twee helften. Beide delen kunnen één<br />
deeltje Fe 3+ binden [5] [19]. De mate van binding is onder meer afhankelijk van de zuurgraad [18] [19]. Het<br />
transferrine* wordt als ‘verzadigd’ beschouwd als twee moleculen ijzer aan het transferrine* gebonden zijn.<br />
1 Een deel van het bloed.<br />
<strong>Wageningen</strong> <strong>UR</strong>, Wetenschapswinkel -4- Bijlagen <strong>bij</strong> rapport 279