Bruggen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Bruggen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Bruggen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
32<br />
A F B E E L D I N G 4 . 1 2<br />
K E L D E R V A N D E 1 S T E V A N<br />
B R I E N E N O O R D B R U G ( 1 9 6 4 )<br />
H O O FD S T U K 4 P E R IO D E 1 9 5 0 -1 9 7 0<br />
AD C: DE AANDRIJFCONSTRUCTIE<br />
De grote beweegbare bruggen van 1940 en later hadden een elektromechanische<br />
aandrijving. Voor de snelheidsregeling werd gebruik gemaakt van<br />
elektrische weerstanden, waarmee de snelheid stapsgewijs werd geregeld.<br />
Dit was noodzakelijk om nabij de opleggingen de brugsnelheid te beperken<br />
en op deze wijze te <strong>voor</strong>komen dat de brug met een harde klap zou sluiten.<br />
Bij basculebruggen en ophaalbruggen werden in plaats van deze elektrische<br />
weerstanden, mechanische regelmechanismen ontwikkeld.<br />
Een aantal van deze mechanische regelmechanismen is specifiek <strong>voor</strong><br />
basculebruggen ontwikkeld:<br />
• Panamawiel (toegepast door Rijkswaterstaat, Gemeente Rotterdam en<br />
Amsterdam)<br />
• Kruk-sleufconstructie (toegepast bij enkele Provinciale bruggen)<br />
• Slakkenhuis (een Rotterdamse vinding), toegepast bij o.a. de Oostbrug, de<br />
Achterhavenbrug en de Hartelbrug<br />
• Schelp (een vinding van Rijkswaterstaat), toegepast bij de eerste basculebrug<br />
van de Van Brienenoordbrug (afbeelding 4.12), Numansdorp en<br />
Papen-drecht)<br />
Te zien is dat de tandradbaan, waarmee <strong>het</strong> val geopend en gesloten word,<br />
een diepe kelder noodzakelijk maakt. Boven aan de foto is nog de schelpconstructie<br />
te zien waarmee de brugsnelheid nabij de opleggingen wordt<br />
gereduceerd.<br />
De hierboven besproken regelmechanismen zijn <strong>voor</strong> de passant niet<br />
zichtbaar, aangezien ze in de machinekelder zijn geïnstalleerd.<br />
Bij ophaalbruggen is <strong>voor</strong> een aantal bewegingswerken wel iets<br />
van deze regeling te zien, zoals bij een rechte of kromme heugel<br />
en bij een kruk-drijfstangmechanisme.<br />
Bij een rechte heugel wordt de sluitsnelheid nabij de opleggingen<br />
vertraagd door met behulp van elektrische weerstanden <strong>het</strong><br />
toerental van de elektromotor te verminderen (afbeelding 4.13).<br />
Met behulp van een kromme heugel kan de sluitsnelheid van<br />
<strong>het</strong> val worden vertraagd zonder dat <strong>het</strong> nodig is <strong>het</strong> toerental<br />
van de elektromotor te verminderen (afbeelding 4.14).<br />
Door de toepassing van de hydraulische aandrijving werd een<br />
verbeterde snelheidsregeling mogelijk. Bovendien was dit type<br />
aandrijving geschikt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitoefenen van grote krachten,<br />
terwijl tevens minder inbouwruimte nodig was dan bij een<br />
mechanische aandrijving. In 1963 paste de gemeente Rotterdam <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
eerst een hydraulische aandrijving toe bij een draaibrug. Directie <strong>Bruggen</strong><br />
paste in 1967 een hydraulische aandrijving toe <strong>voor</strong> een niet gebalanceerde<br />
brug: de klapbrug over de Voornse sluis.<br />
A F B E E L D I N G 4 . 1 3<br />
E E N R E C H T E H E U G E L