29.08.2013 Views

Het vergeten tijdspad

Het vergeten tijdspad

Het vergeten tijdspad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

En dan tovert een commerciële, mee-infiltrerende niet benoemd/beëdigde persoon<br />

meteen een schijndilemma uit de verkoperhoed; die het als denkfout binnen de<br />

rechtshandhaving verder ‘goed’ doet.<br />

De onwettig opererende commerciële opsporingsinfiltrant L. Twilt, doet namelijk per<br />

brief van 6 mei 1998 een: “onderzoeksvoorstel Sweeney” (Sic!).<br />

Hij speelt maar meteen op de man; dat is dan maar vast duidelijk en het verkoopt goed.<br />

Dat bevalt ook de RC, mr. D.H ter Beek, die hem prompt daarop contracteert op:<br />

“<strong>Het</strong> doel van het onderzoek is om na te gaan of het aangetroffen brandbeeld past binnen<br />

een tweetal scenario’s, te weten:<br />

1. roken in bed door het slachtoffer;<br />

2. brandstichting met een brandversnellend middel.<br />

<strong>Het</strong> zal een reconstructie op ware schaal worden; de slaapkamer zal worden nagebouwd.<br />

Aandacht wordt besteed aan de (plaatsen van) luchttoevoer. Tijdens de nagebootste<br />

branden zullen temperaturen en warmtestraling worden gemeten en vergeleken bij de in<br />

Steensel aangetroffen brand indicatoren. Ook zal een tijdslijn van de brand worden<br />

gereconstrueerd in verband met de sabotagemelding van de alarmsensor.”<br />

Commercieel opsporingsinfiltrant Twilt belast Reijman meteen met het oordeel over de<br />

schuld of onschuld van Sweeney en zit daarmee al stoelen hoger dan het Hof (of de HR).<br />

Eigenrichting en leugendetector in één hand. Wel zo makkelijk zonder (mensen)rechten.<br />

Voor dat gemak beperkt hij de mogelijkheden van de oorzaak maar meteen tot twee; zo<br />

ontstaat het schijndilemma als kardinale denkfout en blunder in de rechtshandhaving.<br />

Een vergelijking met de ‘brandindicatoren’ (alarmsensor) te Steensel, en voor een<br />

toegezegde tijdslijn, in verband met ‘ijking’ van de nabootsingen, heeft nooit<br />

plaatsgevonden. De commerciële onwettige infiltrant en zijn ingekochte ‘deskundige’<br />

waren dan brandtechnisch als gepretendeerde deskundigen acuut door de mand<br />

gevallen. <strong>Het</strong> OM betaalt en controleert en heeft aan zoiets materieel ontlastend, en<br />

proceseconomisch efficiënt, als een confrontatie van gefantaseerde condities met een<br />

empirische verankerde beschrijving van de werkelijke gebeurtenissen, geen behoefte.<br />

Evenmin daarop het Hof; die toch de vraag, ook daar juist over (2c.), onderschreef.<br />

<strong>Het</strong> begin van een direct al vruchtbare samenwerking in onwettige opsporing;<br />

de goedbetaalde vruchten van de vergiftigde boom, zeg maar.<br />

<strong>Het</strong> Hof noemt zoiets dan later onbegrijpelijk: ‘grondig en degelijk uitgevoerd onderzoek’.<br />

Een ‘instant’ veroordeling, noodzakelijk en logisch dwingend verbonden met de<br />

karaktermoord op de verdachte als leugenaar, dat alles gegarandeerd ‘succesvol’<br />

aangeleverd krijgen op kosten van het OM, is voor de rechterlijke macht wel uiterst<br />

comfortabel. Al verzaakt men daarmee wel de monopolistisch en onafhankelijk uit te<br />

voeren onderzoeks- en oordeelstaak en schendt (grond)wetten en (mensen)rechten.<br />

Conclusie 7<br />

<strong>Het</strong> rechterlijk schuldoordeel werd geheel uitbesteed aan TNO, naast het inzetten van de<br />

commercieel uitgevente impliciete ‘leugendetector’ daarbinnen.<br />

Materieel was er in het geheel geen bewijs voor brandstichting noch voor een afwezig alibi<br />

van verdachte. Alles hing af van het inkopen van te fabriceren bewijs en het opzettelijk<br />

nalaten van toetsing op de empirische feiten daaraan vooraf te Steensel vastgesteld.<br />

Daarin wordt, ongevraagd door het Hof (in eerdere samenstelling) direct de vraag naar de<br />

oorzaak van de brand als misdrijf, commercieel wetschendend op eigenrichting ter hand<br />

genomen.<br />

De opsporing met betrekking tot het gehele gekwalificeerde misdrijf werd particulier in<br />

opdracht en betaling door het OM uitbesteed in de zaak Sweeney; ofschoon de Grondwet<br />

en de Wet Sv en het EVRM dat verbiedt.<br />

BW 3; 14,15 ontzegt Reijman (TNO) elke ‘civiele’ bevoegdheid die in strijd is met het<br />

publiekrecht. Voor het Hof, die om deze wet- en (mensen)rechtenschendende trucs van het<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!