29.08.2013 Views

Het vergeten tijdspad

Het vergeten tijdspad

Het vergeten tijdspad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voor elke branddeskundige is straling als warmteoverdracht middel kwantitatief de<br />

grootste factor bij dergelijke branden; dat ‘mag’ dus zo niet zijn in werkelijkheid van de<br />

medische branddeskundige. Merkwaardig.<br />

Wel ‘moet’ de plaats van het oplopen van de verwonding nu dan toch in de slaapkamer<br />

zijn geweest en (gelet op de vindplaats van het slachtoffer?) blijft de vraag naar waarom<br />

zo laat werd gereageerd op de ernstige pijn prikkels onbeantwoord; schrijft hij.<br />

De ernst van pijnprikkels is juist afhankelijk van het bewustzijnsniveau!<br />

<strong>Het</strong> tijdstip waar vanaf dit een ‘te late’ reactie moet hebben opgeleverd en op/vanaf welke<br />

plaats, is evenmin vastgesteld. Daaraan was geen behoefte kennelijk.<br />

Die vraag ontstond door helderziende ingevingen bij de deskundigen en het Hof; en is<br />

daarmee niet empirisch wetenschappelijk te beantwoorden; wel kritiekloos juridisch.<br />

Van Hertum wijst eerst een bekende warmteoverdracht door straling, die symmetrische<br />

tweedegraadsverbrandingen eenvoudig verklaart, ongemotiveerd (krampachtig) en<br />

ondeskundig af, om dan te zeggen dat dan de verwondingen moeten zijn opgelopen bij het<br />

niet “open”vuur van het bed en het slachtoffer reageerde daarop ‘te laat’; vindt hij.<br />

Eerst dan is inderdaad de vraag door hem niet te beantwoorden waarom zij zo ‘laat’<br />

naar de garderobekamer is gegaan waar zij toch al om 02:30 uur was, 8 minuten vooraf<br />

aan het ‘sabotage’alarm (max.150º C aan het plafond) en daar gedurende 20 minuten<br />

lang tikgeluiden voortbracht. Hij bouwt zijn eigen schijnprobleem eerst op!<br />

Van Hertum c.s. raakten verward door evident kennistekort over<br />

waardeoverdrachtmechanismen bij brand, binnen krampachtige gehandhaafde<br />

onduidelijke plaatsbepalingen met een obscuur gelaten <strong>tijdspad</strong>; daarmee ook het Hof.<br />

Als Suzanne Davies direct aan (open) vuur (vlampluimen, gloeiend textiel of kunststof)<br />

was blootgesteld dan had zij locaal derde- of vierdegraad verbandingen moeten tonen;<br />

tenminste binnen de objectieve ervaringsliteratuur.<br />

Daar zij die niet heeft, zoals bij lijkschouwing is vastgesteld, niet eens<br />

haarverschroeiing, is zij ook niet per se ‘laat’ van ‘vuur’ uit de slaapkamer gevlucht.<br />

Waar haalt men ’laat’ dan toch in hemelsnaam vandaan? Hoe/waarmee rekent men?<br />

En waarom mocht het langzaam verlaagde zuurstofaanbod, met het hoge<br />

alcoholpromillage en de later vastgestelde ‘rookgasvergiftiging’, dan rechtstreeks geen<br />

antwoord zijn voor verminderd bewustzijn?<br />

“Daar komt nog bij, zo stelt het hof vast,dat alle deskundigen het er over eens zijn dat het<br />

onbegrijpelijk is, gelet op de pijnprikkels die door de opgelopen zware brandwonden<br />

moeten zijn veroorzaakt, dat het slachtoffer Davies niet, gelijk in dit scenario in de rede<br />

zou hebben gelegen, eerder heeft getracht aan de brand die ontkomen.<br />

Nu geen andere oorzaak voor dit gedrag van het slachtoffer na het ontstaan van de brand<br />

aannemelijk is geworden, acht het hof het zeer waarschijnlijk dat er bij het slachtoffer, ten<br />

tijde van het ontstaan van de brand, sprake is geweest van een toestand van<br />

bewusteloosheid, in elk geval een sterk verlaagd bewustzijn.<br />

Niets wijst erop dat het slachtoffer zichzelf in die toestand heeft gebracht; het aangetroffen<br />

bloedalcohol promillage duidt op recreatief gebruik en sporen van ander bewustzijn<br />

beïnvloedende middelen zijn niet aangetroffen.”<br />

<strong>Het</strong> onvermijdelijke (langzaam ontstane) zuurstoftekort, de alcohol, de schrik, gevolgd<br />

door de rookgasvergiftiging, gaven toch een zeer duidelijke en een empirisch<br />

betrouwbaar vastgestelde, en daarmee ‘aannemelijk geworden andere oorzaak’ voor<br />

de ‘gestoorde’ bewustzijnstoestand van het slachtoffer?<br />

Waarom is dat dan niet aannemelijk genoeg voor het Hof?<br />

Welke bewijsbare ‘andere oorzaak’, zonder dat daar enig bewijs voor is gevonden, rond of<br />

in het slachtoffer of bij de verdachte, ‘zag’ het Hof dan wel? Of hoeft dat juridisch niet?<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!