van doel naar middel - Index of - Het Financieele Dagblad
van doel naar middel - Index of - Het Financieele Dagblad
van doel naar middel - Index of - Het Financieele Dagblad
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INTERVIEW<br />
SEPT 2009<br />
22<br />
pen die langs elkaar leven. Maar is het<br />
hopeloos? Integendeel – als we onze<br />
naïviteit over de islam maar kunnen<br />
afschudden en leren <strong>van</strong> gemaakte<br />
fouten.<br />
Hij spreekt tegelijk hartstochtelijk<br />
en weloverwogen, in een adembenemend<br />
tempo, als<strong>of</strong> hij bang is dat<br />
de tijd tekortschiet om zijn visie en<br />
eruditie te etaleren.<br />
In 1990 kwam u voor het eerst <strong>naar</strong><br />
Nederland. U omschreef dat ooit als een<br />
‘verademing’. Waarom?<br />
‘Ik vond Nederland fantastisch. De<br />
vroege jaren negentig zie ik echt als<br />
gouden jaren. Er heerste een enorm<br />
gevoel <strong>van</strong> vrijheid en tolerantie – om<br />
maar meteen de grote woorden te gebruiken.’<br />
Was dat wel tolerantie? Was het niet<br />
gewoon onverschilligheid?<br />
‘Zo heb ik het niet ervaren. In Marokko<br />
heerst een enorme sociale controle.<br />
Iedereen weet alles <strong>van</strong> je en geeft het<br />
door, je wordt constant aangesproken<br />
CV FOUAD LAROUI<br />
1960 Geboren in Oujda,<br />
Marokko<br />
1976-79 Studie wis- en<br />
natuurkunde in Parijs<br />
1979-85 Studie bouwtechniek<br />
in Casablanca,<br />
Marokko<br />
1985-90 Ingenieur in Marokko<br />
1990 Onderzoeker econometrie<br />
aan de<br />
Universiteit <strong>van</strong><br />
Amsterdam<br />
1994 Cum laude gepromoveerd<br />
in Engeland<br />
1997 Prix Albert Camus<br />
voor debuutroman<br />
Les dents du<br />
topographe (1996)<br />
1998 Prix Méditerranée<br />
voor tweede roman<br />
De quel amour blessé<br />
2002 E. Du Perron-prijs<br />
voor het hele oeuvre<br />
2006 Docent Franse<br />
Taal- en Cultuur<br />
en Arabische Cultuur<br />
aan de Universiteit<br />
<strong>van</strong> Amsterdam<br />
op wat je doet. Er bestaat geen private<br />
sfeer. In Nederland was dat heel anders.<br />
De gewetensvrijheid die werd<br />
toegestaan in Nederland wordt in veel<br />
Arabische, islamitische landen gezien<br />
als gevaarlijk. Je moet je constant verantwoorden.<br />
De eerste tijd dat ik hier<br />
woonde had ik altijd mijn paspoort op<br />
zak, voor als mij gevraagd zou worden<br />
om me te legitimeren. Totdat een collega<br />
op de universiteit vertelde dat dat<br />
echt niet nodig was.’<br />
Maar u had al in Parijs gewoond, studeerde<br />
daar af aan de prestigieuze École<br />
des Mines. Daar was het toch niet anders?<br />
‘Toch wel. In Parijs voelde ik wel degelijk<br />
de blik <strong>van</strong> de ander. Wat mij<br />
stak in Frankrijk was dat ik altijd werd<br />
gezien als een buitenlander, terwijl ik<br />
au fond geen buitenlander was, in die<br />
zin: ik begreep de codes heel goed, en<br />
zonder arrogant te doen kende ik de<br />
geschiedenis, de literatuur en de taal<br />
nog beter dan menig geboren Fransman.<br />
En toch zou ik altijd buitenlander<br />
blijven. Daarom bleef ik een<br />
dubbel gevoel houden. Aan de ene<br />
kant bevond ik mij in het centrum<br />
<strong>van</strong> de intellectuele elite, daar waar<br />
Sartre en Simone de Beauvoir zich<br />
ophielden. Daartegenover stond het<br />
zeurende gevoel dat ik nooit voor vol<br />
zou worden aangezien.’<br />
Wat gaf u dat gevoel?<br />
‘Dat kan ik alleen met een voorbeeld<br />
duidelijk maken. Ik liep eens over de<br />
Boulevard St Germain en werd gepasseerd<br />
door een mondain, goedgekleed<br />
paartje. De vrouw keek <strong>naar</strong> mij en<br />
zei tegen haar partner, duidelijk hoorbaar<br />
voor mij: “Die Noord-Afrikaan<br />
lijkt zo op een Fransman, je kunt<br />
bijna het verschil niet zien.” Sartre<br />
beschreef hetzelfde fenomeen in zijn<br />
boek Réflexions sur la question juive. Hij<br />
vertelt de anekdote <strong>van</strong> een jongen<br />
met een prachtige Franse achternaam,<br />
die in toorn ontsteekt als blijkt dat<br />
een Joodse student betere cijfers heeft<br />
voor een examen Franse literatuur.<br />
Hij sputtert woedend iets <strong>van</strong> “Hoe<br />
zou iemand met de achternaam Levy<br />
in hemelsnaam meer begrijpen <strong>van</strong><br />
Racine dan ik?” Met dat essentialisme<br />
– je kunt alleen echt Frans zijn en de<br />
cultuur doorgronden als je een eeu-<br />
wenoude Franse naam draagt – kreeg<br />
ik constant te maken.’<br />
Was dat zo anders in Nederland in<br />
1990?<br />
‘Hier was ik ook buitenlander, maar<br />
zonder een bijbetekenis. Helaas is dat<br />
snel veranderd. Toen ik na drie jaar in<br />
Engeland weer terugkwam, in 1995,<br />
bestond die buitenlander hier niet<br />
meer.’<br />
Wat merkte u dan?<br />
‘Een verharding <strong>van</strong> de taal. Dat was<br />
voor mij het eerste signaal dat de<br />
samenleving aan het kantelen was.<br />
Toen ik hier voor het eerst kwam,<br />
werd het woord Marokkaan niet gebruikt<br />
– zelfs niet in De Telegraaf.<br />
Bij berichtgeving over criminaliteit<br />
werden verdachten altijd aangeduid<br />
met alleen hun initialen. Maar nu<br />
werd in alle kranten ook de voornaam<br />
vermeld, om aan te duiden uit welk<br />
deel <strong>van</strong> de bevolking iemand kwam.<br />
Bovendien begon toen de opkomst<br />
<strong>van</strong> Pim Fortuyn. Ik kende hem al<br />
voordat hij bekend werd, want hij<br />
schreef een column in een universiteitsblad.<br />
Ik vond hem een <strong>naar</strong><br />
persoon, buitenissig. Eigenlijk had ik<br />
medelijden met hem; ik beschouwde<br />
hem als mislukte pr<strong>of</strong>essor met nogal<br />
zonderlinge ideeën. Dat heb ik heel<br />
slecht ingeschat – toen ik terugkwam<br />
in Nederland was hij min <strong>of</strong> meer op<br />
weg om premier te worden.’<br />
Wat betekende dat voor u persoonlijk?<br />
‘Ik werd steeds minder aangesproken<br />
als individu, en steeds vaker als<br />
vertegenwoordiger <strong>van</strong> een groep. En<br />
die groep moest ik te pas en te onpas<br />
rechtvaardigen <strong>of</strong> verdedigen. “Wat<br />
denkt u als Marokkaan?” En na 9/11<br />
natuurlijk: “Wat denkt u als moslim?”<br />
Toen ik in Deventer een lezing gaf<br />
over een <strong>van</strong> mijn romans, vroeg iemand<br />
uit de zaal wat voor oplossing ik<br />
had voor de Marokkaanse probleemjongeren<br />
in Amsterdam.’<br />
<strong>Het</strong> was dus niet meer mogelijk om gewoon<br />
een buitenlander te zijn?<br />
‘Nee. En dan ontstaat er een heel gevaarlijk<br />
verschijnsel. Dat is een ander<br />
aspect <strong>van</strong> het essentialisme. Als je<br />
maar lang genoeg tegen iemand blijft<br />
zeggen: “Je bent een moslim, je bent