Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Erfgoededucatie - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
E R F<br />
G O E D<br />
E D U C A T I E<br />
E E N B E L E I D S H A N D R E I K I N G
ERFGOEDEDUCATIE EEN BELEIDSHANDREIKING<br />
Een uitgave <strong>van</strong> Stichting Erfgoed Actueel, de <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> en het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen<br />
(OPEN).<br />
De beleidshandreiking <strong>Erfgoededucatie</strong> kwam mede tot stand met steun <strong>van</strong> het Cultuurfonds Bank <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> en<br />
het ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschap<br />
VOORWOORD<br />
Erfgoed is een zo <strong>van</strong>zelfsprekend element in onze leefomgeving, dat we er vaak niet meer bij<br />
stilstaan dat het ons iets te vertellen heeft. Erfgoed is niet alleen een tastbare afdruk <strong>van</strong> onze<br />
cultuurhistorie, maar heeft als gedeeld verleden ook gevoelswaarde en een zeker samenbindend<br />
vermogen.<br />
Niet voor niets begint deze uitgave met de vaststelling: ‘Elke gemeente heeft erfgoed’. Het <strong>van</strong>zelfsprekende,<br />
de ons omringende wereld uitlichten en toelichten, is een belangrijk uitgangspunt<br />
in deze beleidshandreiking <strong>Erfgoededucatie</strong>.<br />
Deze handreiking zal verduidelijken wat ‘erfgoededucatie’ inhoudt en wat je er als gemeente zoal<br />
mee kunt. Bij het begrip ‘educatie’ wordt vaak meteen aan het onderwijs gedacht. Er is in deze<br />
handreiking dan ook ruime aandacht voor mogelijkheden die scholen hebben om het ons omringende<br />
erfgoed te gebruiken voor inspirerende cultuureducatie en als activerend hulpmiddel in<br />
gewone schoolvakken. Ook de gemeente heeft hierin een belangrijke, stimulerende rol.<br />
Maar… er is meer. Onderwijs is een onderdeel <strong>van</strong> een doorlopend proces om (meer) mensen<br />
bij cultuur te betrekken. <strong>Erfgoededucatie</strong> heeft daarom ook een duidelijke functie om een breed<br />
publiek <strong>van</strong> alle leeftijden ‘buitenschools’ kennis te laten maken met de vele facetten <strong>van</strong> erfgoed.<br />
Deze handreiking is ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij het vormgeven <strong>van</strong> een<br />
lokaal aanbod <strong>van</strong> erfgoededucatie. Waar niet alleen het onderwijs mee aan de slag kan, maar dat<br />
ook een eyeopener is voor beleidsmakers op terreinen als welzijn, economie, toerisme en ruimtelijke<br />
ontwikkeling.<br />
Naast een schets <strong>van</strong> de praktijk, geïllustreerd door aansprekende voorbeelden uit gemeenten die<br />
er al volop werk <strong>van</strong> maken, biedt de uitgave een stappenplan voor het ontwikkelen <strong>van</strong> lokaal<br />
erfgoededucatiebeleid.<br />
De voorliggende publicatie is, kortom, een ‘pluktuin’ waaruit u zonder al teveel inspanning de<br />
ingrediënten oogst voor het realiseren <strong>van</strong> een doordacht gemeentelijk beleid op het gebied <strong>van</strong><br />
erfgoededucatie. Van harte aanbevolen!<br />
Richard Hermans,<br />
directeur Stichting Erfgoed Actueel<br />
‘OPEN’<br />
Overleg<br />
Provinciale<br />
Erfgoedinstellingen<br />
Nederland
INLEIDING<br />
Elke gemeente heeft erfgoed. In de gebouwde omgeving maken monumenten en ruimtelijke<br />
patronen het verleden zichtbaar. Objecten in musea tonen een staalkaart <strong>van</strong> menselijke kunst en<br />
cultuur. Archieven vormen het geheugen <strong>van</strong> een plaats en de bodem draagt allerlei sporen <strong>van</strong><br />
menselijke activiteit. Elke plaats heeft orale tradities en gebruiken die <strong>van</strong> generatie op generatie<br />
worden doorgegeven. Nieuwe inwoners uit alle windstreken brengen hun eigen erfgoed in.<br />
In het behoud en beheer <strong>van</strong> erfgoed – dat wat we de moeite waard vinden om te bewaren en<br />
door te geven – neemt de gemeente een belangrijke plaats in. Bemoeienis met erfgoededucatie<br />
is er veel minder, maar daar begint verandering in te komen. Steeds meer gemeenten zien in dat<br />
erfgoededucatie het lokaal aanwezige erfgoed letterlijk toegankelijk kan maken voor inwoners<br />
<strong>van</strong> alle leeftijden en uit alle lagen <strong>van</strong> de bevolking. Dit strookt met het door Rijk, provincies en<br />
gemeenten gedragen beleid dat meer mensen moeten ‘meedoen’ aan kunst en cultuur. De basis<br />
daarvoor wordt gelegd door cultuureducatie in het onderwijs. Leren met en door erfgoed blijkt<br />
bovendien een goed hulpmiddel in het gewone onderwijsprogramma. Maar ook buitenschools<br />
moeten kinderen, jongeren en volwassenen de kans krijgen kunst en erfgoed te leren ontdekken<br />
en waarderen.<br />
Daarnaast groeit het inzicht dat erfgoed als tastbaar verleden kan bijdragen aan het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> historisch besef, begrip <strong>van</strong> waarden en tradities en waardering voor de eigen leefomgeving.<br />
In die zin kan erfgoededucatie een – zij het bescheiden – bijdrage leveren aan meer algemene<br />
maatschappelijke doelstellingen als sociale binding en burgers betrekken bij de ruimtelijke ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> hun woonplaats.<br />
Met een heldere, aantrekkelijke presentatie <strong>van</strong> erfgoed voor toeristen en recreanten kan erfgoededucatie<br />
ook in de economische dynamiek <strong>van</strong> een gemeente een rol spelen.<br />
Kortom: erfgoededucatie raakt aan tal <strong>van</strong> gemeentelijke beleidsterreinen.<br />
De grootste uitdaging voor gemeenten is lokaal en vaak ook regionaal de krachten te bundelen,<br />
zodat de gezamenlijke inspanning <strong>van</strong>uit het erfgoedveld en andere betrokken sectoren een<br />
duidelijke meerwaarde krijgt voor het onderwijs, de eigen inwoners en bezoekers <strong>van</strong> buiten.<br />
De beleidshandreiking <strong>Erfgoededucatie</strong> ondersteunt gemeenten daarbij, als hulpmiddel voor<br />
het ontwikkelen <strong>van</strong> een samenhangend, gemeentelijk erfgoededucatiebeleid. Dat begint met<br />
het formuleren <strong>van</strong> een eigen visie op erfgoededucatie en loopt via een doordachte analyse <strong>van</strong><br />
vraag en erfgoedaanbod naar het optimaal inzetten en evalueren <strong>van</strong> beleidsinstrumenten. Dit in<br />
samenwerking met het lokale erfgoedveld en ondersteunende instellingen zoals erfgoedhuizen,<br />
met oog voor zowel landelijk beleid als ontwikkelingen in de regio.<br />
Erfgoed vertelt het verhaal <strong>van</strong> een gemeente. Met deze handreiking kunnen lokale overheden<br />
dat verhaal een plaats geven in de beleidspraktijk <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag en morgen.<br />
De beleidshandreiking <strong>Erfgoededucatie</strong> is een initiatief <strong>van</strong> Stichting Erfgoed Actueel, de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> en het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN). De<br />
uitgave kwam mede tot stand met steun <strong>van</strong> het Cultuurfonds Bank <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> en het<br />
ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
LEESWIJZER<br />
De beleidshandreiking <strong>Erfgoededucatie</strong> biedt bestuurders en beleidsmedewerkers <strong>van</strong> gemeenten<br />
inzicht in het belang <strong>van</strong> erfgoededucatie op lokaal niveau, met speciale aandacht voor de rol<br />
<strong>van</strong> de gemeente daarin. Behalve een handzaam naslagwerk om in te bladeren, is deze uitgave<br />
vooral een praktische handleiding voor het ontwikkelen <strong>van</strong> een zelfstandig, samenhangend<br />
gemeentelijk beleid voor erfgoededucatie.<br />
De handreiking behandelt erfgoededucatie in al haar facetten, voortdurend toegespitst op de<br />
gemeentelijke praktijk. Wat is erfgoed eigenlijk [hoofdstuk 1] en wat verstaan we precies onder<br />
erfgoededucatie? [hoofdstuk 2]. Hoe raakt erfgoededucatie aan beleidsterreinen als cultuur, onderwijs,<br />
welzijn, economie en ruimtelijke ontwikkeling? Kortom, welk belang heeft een gemeente<br />
bij erfgoededucatiebeleid? [hoofdstuk 3] Zijn er actuele ontwikkelingen waar beleidsmakers zich<br />
rekenschap <strong>van</strong> moeten geven? [hoofdstuk 4] Wat kan een gemeente doen om erfgoededucatie<br />
in het onderwijs te stimuleren [hoofdstuk 5] en wat zijn de mogelijkheden buitenschools en voor<br />
een breed publiek <strong>van</strong> eigen inwoners en bezoekers? [hoofdstuk 6]<br />
Naast tal <strong>van</strong> kleinere praktijkillustraties is in deze handreiking een aantal voorbeelden opgenomen<br />
<strong>van</strong> erfgoededucatie die ook andere gemeenten kunnen inspireren. Het gaat zowel om praktijkvoorbeelden<br />
<strong>van</strong> erfgoededucatie in het primair en voortgezet onderwijs [5.] als om situaties<br />
waarbij erfgoededucatie is ingezet voor jongerenactiviteiten buitenschools, als hulpmiddel <strong>van</strong><br />
integratie, voor het versterken <strong>van</strong> het toeristisch product en als element in ruimtelijke ontwikkeling.<br />
[6.]<br />
In het laatste hoofdstuk [7.] krijgt de theorie <strong>van</strong> de erfgoededucatie een praktische uitwerking. In<br />
dit praktijkdeel <strong>van</strong> de handreiking komen alle stappen aan de orde die een gemeente doorloopt<br />
bij het vormgeven <strong>van</strong> een eigen erfgoededucatiebeleid. Per onderwerp wordt terugverwezen<br />
naar de toelichting in de voorafgaande hoofdstukken.<br />
Hoe ontwikkel je een visie? Wie zijn mijn potentiële samenwerkingspartners? Waaraan moet ik<br />
denken bij het in kaart brengen <strong>van</strong> de lokale situatie en hoe kom je tot concrete doelstellingen?<br />
Welke beleidsinstrumenten kun je inzetten en hoe evalueer je resultaat?<br />
In dit hoofdstuk zijn ook voorbeelden opgenomen <strong>van</strong> actueel erfgoededucatiebeleid in een<br />
kleine, middelgrote en grotere gemeente.<br />
‘<strong>Erfgoededucatie</strong>beleid in tien stappen’ biedt een samenvatting <strong>van</strong> het praktijkdeel <strong>van</strong> de handreiking.<br />
[bijlage 1] De overige bijlagen bevatten informatie over ondersteunende organisaties<br />
voor (erfgoed)educatie, waaronder de provinciale erfgoedinstellingen verenigd in OPEN [bijlage<br />
2] over fondsen voor cultuur(educatie) [bijlage 3] en tot slot een overzicht <strong>van</strong> handige websites<br />
[bijlage 4]. De voor deze handreiking geraadpleegde literatuur vindt u in bijlage 5.<br />
Verwijzingen in de tekst naar een ander hoofdstuk/paragraaf zijn aangegeven als [1.1].<br />
Het teken ∆ maakt u attent op een praktijkvoorbeeld over een bepaald onderwerp.
BEGRIPPENKADER<br />
1 Wijn, C. (2003) Gemeentelijk cultuurbe-<br />
leid – een handleiding<br />
Cultuur staat in de meest ruime betekenis <strong>van</strong> het woord voor alles wat door menselijk handelen<br />
is gemaakt. Een andere omschrijving is: de leefstijl <strong>van</strong> een samenleving. Deze leefstijl - de vorm,<br />
inhoud en geestelijke gerichtheid <strong>van</strong> menselijk handelen - is niet eenduidig maar veeleer een<br />
dynamisch samenspel <strong>van</strong> subculturen.<br />
Wanneer in beleidstermen over cultuur gesproken wordt, wordt hieronder doorgaans verstaan:<br />
de podiumkunsten (muziek, theater en dans), de beeldende kunsten, de audiovisuele media, de<br />
bibliotheken, het cultureel erfgoed, de amateurkunst en kunst- en cultuureducatie. 1 Ook vormgeving<br />
en bouwkunst kunnen hiertoe worden gerekend.<br />
Cultureel erfgoed omvat overblijfselen uit het verleden die een samenleving belangrijk vindt<br />
om te bewaren en te beschermen. Daartoe rekenen we voorwerpen in musea, archeologische<br />
sporen en vondsten, documenten en beeldmateriaal in archieven, monumenten en de gebouwde<br />
omgeving, natuurmonumenten en landschappen, industrieel erfgoed en mobiel erfgoed. Ook<br />
immaterieel erfgoed, zoals verhalen, taaluitingen, tradities en gebruiken, behoort hiertoe.<br />
In deze publicatie gebruiken we meestal de enkele term erfgoed, omdat dit steeds meer het<br />
standaardbegrip wordt.<br />
Cultuureducatie is in de beleidstermen <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> OCW de verzamelnaam voor<br />
kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie. Soms wordt literatuureducatie daarbij apart<br />
vermeld.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> omvat een breed spectrum aan activiteiten voor allerlei publieksgroepen, die<br />
zowel kennis en begrip als beleving <strong>van</strong> erfgoed tot doel hebben. <strong>Erfgoededucatie</strong> is ook: leren<br />
over, door en met erfgoed.<br />
Kunsteducatie is leren over, door en met kunst. Ook het leren beoordelen, genieten en zelf<br />
beoefenen <strong>van</strong> kunst hoort daarbij. Kunsteducatie omvat de disciplines: beeldende kunst, dans,<br />
literatuur, muziek, theater en audiovisuele kunst. Ook toegepaste kunsten en wereldcultuur<br />
maken hier onderdeel <strong>van</strong> uit.<br />
Media-educatie gaat over het leren interpreteren <strong>van</strong> de inhoud <strong>van</strong> media, het bepalen door<br />
welke belangen of waardesystemen deze worden gestuurd en het bewust worden <strong>van</strong> de plaats<br />
en rol <strong>van</strong> media in het persoonlijke en maatschappelijke leven. Maar ook het zelf gebruiken<br />
<strong>van</strong> deze media en het zelf vervaardigen <strong>van</strong> (digitale) audiovisuele producties is onderdeel <strong>van</strong><br />
media-educatie.<br />
Onder professionele erfgoedinstellingen verstaan wij in deze handreiking instellingen met<br />
betaalde beroepskrachten. Dit om ze te onderscheiden <strong>van</strong> vrijwilligersorganisaties zoals historische<br />
verenigingen of heemkundekringen, hoewel een aantal daar<strong>van</strong> beslist professioneel werkt.
INHOUDSOPGAVE<br />
Voorwoord<br />
Inleiding<br />
Leeswijzer<br />
Begrippenkader<br />
1. Elke gemeente heeft erfgoed<br />
1.1 Wat is erfgoed?<br />
1.2 Veranderlijk en verschillend<br />
1.3 Overal aanwezig, altijd dichtbij<br />
1.4 Erfgoed lééft!<br />
1.5 Beleid, behoud en beheer<br />
> Erfgoed in gemeenten, per sector<br />
musea, archieven, archeologie, monumenten en de gebouwde omgeving, industrieel<br />
erfgoed, mobiel erfgoed, immaterieel erfgoed<br />
2. Wat is erfgoededucatie?<br />
2.1 Begrip en beleving<br />
2.2 Cultuureducatie en inpasbaar omgevingsonderwijs<br />
2.3 Buitenschools en voor een breed publiek<br />
2.4 Ontstaansgeschiedenis<br />
2.5 Taakverdeling erfgoededucatie<br />
2.6 Plaats <strong>van</strong> erfgoededucatie<br />
3. <strong>Erfgoededucatie</strong> in gemeentelijk beleid<br />
3.1 Samenhang in verscheidenheid<br />
3.2 Wet- en regelgeving<br />
3.3 Erfgoed in gemeentelijk cultuurbeleid<br />
3.4 Landelijk stimuleringsbeleid cultuureducatie/-participatie<br />
3.5 Kwaliteitsslag erfgoedinstellingen<br />
3.6 Maatschappelijke functie: identiteit, binding en betrokkenheid<br />
3.7 Citymarketing en cultureel profiel<br />
3.8 Cultuurtoerisme en stedelijke economie<br />
3.9 Rol in ruimtelijke ontwikkeling<br />
4. Trends en ontwikkelingen<br />
4.1 In de erfgoedsector<br />
4.2 Sociaal-culturele ontwikkelingen<br />
4.3 Fysieke omgeving<br />
4.4 Ontwikkelingen in het onderwijs<br />
5. <strong>Erfgoededucatie</strong> in het onderwijs<br />
5.1 Rijk stimuleert doorlopende leerlijn cultuureducatie<br />
5.1.1 Cultuureducatie in het basisonderwijs<br />
5.1.2 Voortgezet onderwijs: cultuurvouchers en CKV<br />
5.1.3 Cultuurprofielscholen<br />
5.1.4 Nieuw fonds voor cultuureducatie<br />
5.2 Erfgoed inpasbaar in het reguliere onderwijsprogramma<br />
5.2.1 Meer erfgoed in nieuwe kerndoelen basisonderwijs<br />
5.2.2 Erfgoed in de nieuwe onderbouw voortgezet onderwijs<br />
5.2.3 Erfgoed in de tweede fase voortgezet onderwijs<br />
5.2.4 Erfgoed, ook praktisch in het vmbo<br />
5.3 Erfgoed is goed bereikbaar<br />
5.3.1 In de fysieke omgeving<br />
5.3.2 (Digitale) schatkamers vol materiaal<br />
5.4 Huidig gemeentelijk beleid<br />
5.4.1 Erfgoed op het cultuurmenu<br />
5.4.2 <strong>Erfgoededucatie</strong> is Actieplandoelstelling<br />
5.4.3 Netwerkvorming
6. Buitenschools en voor een breed publiek<br />
6.1 Van Brede School tot buurthuis<br />
6.2 Sociale cohesie en civil society<br />
6.3 Activiteiten voor ouderen<br />
6.4 Erfgoed <strong>van</strong> en voor migranten<br />
6.5 Zichtbaar maken <strong>van</strong> erfgoed<br />
6.6 Erfgoed voor toerisme en recreatie<br />
6.7 Cultuurhistorie in ruimtelijke ontwikkeling<br />
7. <strong>Erfgoededucatie</strong>beleid in de praktijk<br />
Inleiding<br />
7.1 Visie op erfgoededucatie<br />
7.2 Inventarisatie <strong>van</strong> aanbod en vraag<br />
7.2.1 Erfgoed(educatie)aanbod<br />
7.2.2 Vraagzijde: doelgroepen<br />
7.3 Formuleren <strong>van</strong> (output-)doelstellingen<br />
7.4 Positie, rol en organisatie gemeente<br />
7.5 Strategie en instrumenten<br />
7.5.1 Netwerken voor erfgoededucatie<br />
7.5.2 Facilitaire en personele ondersteuning<br />
7.5.3 Deskundigheidbevordering lokaal erfgoedveld<br />
7.5.4 Ondersteunen <strong>van</strong> marketing en publiciteit<br />
7.5.5 Subsidies<br />
7.6 (Externe) Financiën<br />
7.7 Draagvlak creëren<br />
7.8 Uitvoering<br />
7.9 Monitoring en evaluatie<br />
7.10 Breed bruikbare erfgoedthema’s<br />
Bijlagen:<br />
1. <strong>Erfgoededucatie</strong>beleid in tien stappen<br />
2. Adressen<br />
3. Fondsen<br />
4. Handige websites<br />
5. Geraadpleegde literatuur
ELKE GEMEENTE
HEEFT ERFGOED<br />
Voorwerpen, gebouwen en documenten <strong>van</strong> vroeger, de grond waarop we bouwen, taal,<br />
tradities en gebruiken vertellen samen het verhaal <strong>van</strong> een plaats. Een verhaal dat nooit<br />
af is, maar altijd tot de verbeelding spreekt. Erfgoed is er in soorten en maten, in elke<br />
gemeente, en heeft betekenis voor inwoners <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag en morgen.<br />
1.1 Wat is erfgoed?<br />
Cultureel erfgoed, dat zegt niet iedereen wat. En wie er wat over wil zeggen, kan kiezen uit<br />
verschillende definities met telkens iets andere accenten. Een goed bruikbare omschrijving <strong>van</strong><br />
cultureel erfgoed is: ‘Overblijfselen uit het verleden die een samenleving belangrijk vindt om te<br />
bewaren en te beschermen.’ Dat kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten,<br />
documenten in archieven, monumenten, stads- en dorpsgezichten en zelfs landschappen. Maar<br />
ook verhalen, taal, tradities en gebruiken.<br />
Niet alles wat oud is, krijgt meteen het predicaat erfgoed. Het gaat er immers om wat we als samenleving<br />
willen bewaren en wat niet. Bij zo’n waardeoordeel spelen allerlei afwegingen een rol<br />
die naar plaats en tijd verschillen. Het antwoord op dergelijke vragen zal altijd worden ingekleurd<br />
door de heersende cultuur, <strong>van</strong>daar de aanduiding ‘cultureel’ erfgoed. Daarnaast speelt ook de<br />
spreekwoordelijke ‘zeef <strong>van</strong> de tijd’ een rol. Wanneer je op enige afstand staat, zie je beter hoe<br />
bijzonder bepaalde overblijfselen zijn. Erfgoed zegt ten slotte ook iets over ‘erven’: dat wat we<br />
meekrijgen <strong>van</strong> voorgaande generaties. En soms krijgt erfgoed extra waarde als symbool voor<br />
of baken in de tijd. Erfgoed valt niet helemaal samen met de (cultuur)geschiedenis, maar is een<br />
tastbaar deel daar<strong>van</strong>.<br />
Omdat elke generatie haar eigen keuzes maakt, is cultureel erfgoed een dynamisch gegeven. Erfgoed<br />
kent dus geen voor langere tijd geldende, vast omschreven inhoud. Het heeft verschillende<br />
functies en betekenissen. Goed beschouwd vertelt cultureel erfgoed ons wie we zijn en hoe we zo<br />
werden. Het maakt ons door collectieve herinnering bewust <strong>van</strong> onze identiteit.<br />
In deze publicatie gebruiken we meestal de enkele term ‘erfgoed’, omdat dit steeds meer het<br />
standaardbegrip wordt.<br />
1.2 Veranderlijk en verschillend<br />
Erfgoed in Nederland heeft vele verschijningsvormen. Van stokoud tot meer recent, <strong>van</strong> ‘hard’<br />
(gebouwen en voorwerpen) tot ‘zacht’ (tradities, verhalen), <strong>van</strong> zeldzaam tot wijdverbreid. Niet<br />
alleen 17e eeuwse grachtenpanden en de handgeschreven brief <strong>van</strong> Willem <strong>van</strong> Oranje, maar ook<br />
de Rietveldstoel, de huwelijksakte <strong>van</strong> het arbeidersmeisje en de boerenzoon en die fabriek uit de<br />
jaren vijftig. Van het unicum <strong>van</strong> de Nachtwacht tot het gemeengoed <strong>van</strong> de familiestamboom.<br />
Herkenbaar bewaard binnen de muren <strong>van</strong> musea en archiefinstellingen, te zien als monument,<br />
gemarkeerd door archeologische vindplaatsen, maar ook in onvermoede en triviale verschijningsvormen.<br />
Zoals bedrijfsarchieven, een stadspark of de oude foto <strong>van</strong> een dagelijks tafereel.<br />
Erfgoed is voortdurend in verandering en ontwikkeling. Zo zijn industrieel erfgoed en mobiel<br />
erfgoed relatief nieuwe categorieën. Ook voor de cultuurhistorische waarde <strong>van</strong> landschappen is<br />
meer aandacht. Steeds meer belangstelling is er ook voor immaterieel erfgoed. Dit niet-stoffelijke<br />
erfgoed omvat onder meer orale tradities (mythen, sprookjes) en taal (zegswijzen), ambachten,<br />
gebruiken, rituelen en volkscultuur. Met de komst <strong>van</strong> grote groepen migranten gaat ook hun<br />
erfgoed deel uitmaken <strong>van</strong> het <strong>Nederlandse</strong>. Een groot deel <strong>van</strong> dit erfgoed <strong>van</strong> elders is immaterieel<br />
<strong>van</strong> aard. 2<br />
Met de introductie <strong>van</strong> culturele planologie is erfgoed eveneens een rol gaan spelen in de ruimtelijke<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> Nederland en daarmee in de kwaliteit <strong>van</strong> onze leefomgeving.<br />
1.3 Overal aanwezig, altijd dichtbij<br />
Erfgoed is overal om ons heen. Sommige zaken behoren tot het plaatselijke erfgoed – een stand-<br />
2 DOCA Bureaus (2005) Immaterieel<br />
cultureel erfgoed in Nederland (p. 9)
eeld, een markant marktplein, het jaagpad langs het kanaal – of tot de culturele erfenis <strong>van</strong> een<br />
streek. Naast lokaal en regionaal erfgoed is er erfgoed dat <strong>van</strong> nationale betekenis is omdat het<br />
kenmerkend en belangrijk is voor de (wordings)geschiedenis <strong>van</strong> Nederland en de Nederlanders.<br />
Neem de schilderijen <strong>van</strong> Rembrandt, zeekaarten uit de tijd <strong>van</strong> de VOC en vroeg industrieel<br />
design.<br />
Ook bevindt zich op het Nederlands grondgebied erfgoed dat voorkomt op de UNESCO-lijst <strong>van</strong><br />
beschermd werelderfgoed, die 830 monumenten uit de hele wereld telt. We hebben het dan over<br />
het voormalig eiland Schokland, de Stelling <strong>van</strong> Amsterdam, het molencomplex bij Kinderdijk,<br />
het Ir. D.F. Wouda gemaal in Lemmer, de droogmakerij De Beemster, het Rietveld-Schröder huis in<br />
Utrecht en de historische binnenstad <strong>van</strong> Willemstad op Curaçao.<br />
Gemeentelijk erfgoed is niet synoniem met een roemrijk verleden of uitsluitend verbonden met<br />
historische figuren en gebeurtenissen. Erfgoed omvat juist talloze, tastbare herinneringen aan<br />
gewone mensen en alledaagse dingen. In elke gemeente is erfgoed aanwezig om het verhaal <strong>van</strong><br />
die plaats te vertellen en te verduidelijken. In steden met een rijke historische binnenstad zoals<br />
Zutphen en Maastricht, maar ook in jonge gemeenten als Almere of Nieuwegein, in dorpen op het<br />
platteland <strong>van</strong> Zeeland tot Groningen en in industriesteden als Eindhoven en Emmen.<br />
1.4 Erfgoed lééft<br />
Belangstelling voor erfgoed is er zeker. In het onderwijs is cultuureducatie, waartoe ook de kennismaking<br />
met erfgoed behoort, een niet meer weg te denken onderdeel <strong>van</strong> opleidingen. De<br />
jaarlijkse Open Monumentendagen zijn met ca. 900.000 bezoekers een <strong>van</strong> de grootste culturele<br />
manifestaties <strong>van</strong> Nederland. Ook het Museumweekend trekt ongeveer een miljoen bezoekers,<br />
terwijl de Landelijke Archievendag, voor het eerst georganiseerd in 2004, een steeds grotere<br />
bekendheid krijgt. Maar ook de archeologie spreekt sterk tot de verbeelding. De opgravingen <strong>van</strong><br />
Romeinse schepen in Woerden en de Utrechtse nieuwbouwwijk Leidsche Rijn waren voorpaginanieuws<br />
en brachten duizenden belangstellenden op de been.<br />
Vooral de belangstelling voor erfgoed in de eigen omgeving is groot. Steeds meer mensen<br />
houden zich bezig met de geschiedenis <strong>van</strong> de eigen familie, straat, gemeente of regio. Erfgoed is<br />
een sector waarin veel vrijwilligers actief zijn, bijvoorbeeld in kleinere musea en oudheidkamers<br />
of als stadsgids. Voor anderen is bezig zijn met cultuurhistorie een plezierige en interessante<br />
vrijetijdsbesteding. Naast lokale heemkundekringen zijn er talloze historische verenigingen die<br />
de geschiedenis <strong>van</strong> hun dorp, stad of streek in kaart brengen. Met de stijgende interesse voor<br />
het stamboomonderzoek groeit ook het aantal genealogische verenigingen. Naast audiovisueel<br />
materiaal en boeken, variërend <strong>van</strong> dialectwoordenboeken tot historische atlassen, is er steeds<br />
meer informatie over (lokaal) erfgoed beschikbaar op websites, zowel ingericht door professionele<br />
instellingen als door amateur-historici.<br />
Voor een deel past de aandacht voor erfgoed binnen de toegenomen belangstelling voor geschiedenis.<br />
Onder invloed <strong>van</strong> migratie en globalisering is er een reflex om de eigen cultuur te<br />
omkaderen en groeit de behoefte aan een breder historisch perspectief. Daarin past ook de roep<br />
om een ‘canon <strong>van</strong> Nederland’: een overdraagbare compilatie <strong>van</strong> wat wij als wezenlijke kennis<br />
<strong>van</strong> ons gemeenschappelijke verleden beschouwen.<br />
Behalve als baken voor historisch besef en ijkpunt voor gedeelde identiteit heeft erfgoed een<br />
belangrijke betekenis op zich. Omdat we het mooi vinden of omdat het ons even het gevoel geeft<br />
dat we het verleden kunnen aanraken.<br />
1.5 Beleid, behoud en beheer<br />
Er is een zekere taakverdeling tussen overheden ten aanzien <strong>van</strong> cultureel erfgoed. Het Rijk (ministerie<br />
<strong>van</strong> OCW) verzorgt de infrastructuur rond erfgoedcollecties met de instandhouding <strong>van</strong><br />
rijksinstellingen, zoals rijksmusea, de rijksdiensten en landelijke ondersteunende instituten. Ook<br />
is het Rijk verantwoordelijk voor het toezicht (Erfgoedinspectie). Provincies richten zich met name<br />
op ondersteuning <strong>van</strong> het erfgoedveld. <strong>Gemeenten</strong> zorgen voor instandhouding en ontsluiting<br />
<strong>van</strong> erfgoed op lokaal niveau.<br />
De directie Cultureel Erfgoed <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> OCW houdt zich vooral bezig met beheer,<br />
toegang en gebruik <strong>van</strong> erfgoed. Voor de verschillende sectoren <strong>van</strong> cultureel erfgoed – monumenten,<br />
musea, archieven en archeologie – zijn er drie rijksdiensten die ressorteren onder het<br />
Directoraat-Generaal Cultuur en Media: de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten (een fusie <strong>van</strong> de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de<br />
Rijksdienst voor de Monumentenzorg), het Instituut Collectie Nederland (ICN) en het Nationaal<br />
Archief (NA). De voorheen zelfstandige koepelorganisaties voor archieven, monumenten en<br />
10
archeologie (DIVA, NCM en SNA) bundelen <strong>van</strong>af 2007 hun krachten in één nieuwe organisatie<br />
onder de naam Stichting Erfgoed Nederland. Deze fusie komt voort uit het besluit <strong>van</strong> de rijksoverheid<br />
om de ondersteuningsstructuur in de cultuursector te herzien. Ondersteunende taken<br />
worden in de toekomst zo goed mogelijk gebundeld en ‘branchetaken’, zoals belangenbehartiging,<br />
worden niet langer gesubsidieerd. De Museumvereniging brengt haar museale besteltaken<br />
onder in de erfgoedbrede stichting. Ook stichting Erfgoed Actueel gaat deel uitmaken <strong>van</strong> deze<br />
nieuwe organisatie.<br />
Op het gebied <strong>van</strong> landschapsbeheer zijn de belangrijkste instellingen Staatsbosbeheer, de<br />
<strong>Nederlandse</strong> Landschappen en Landschapsbeheer Nederland, terwijl IVN Nederland een educatietaak<br />
heeft voor een breed publiek. Daarnaast kent ons land tal <strong>van</strong>, veelal kleinere, organisaties<br />
die landelijk, provinciaal of lokaal ijveren voor het behoud en beheer <strong>van</strong> specifiek erfgoed,<br />
variërend <strong>van</strong> vuurtorens tot torenuurwerken. Zestig organisaties op het terrein <strong>van</strong> industrieel<br />
erfgoed zijn verenigd in FIEN, de Federatie Industrieel Erfgoed. Tot de landelijk werkende organisaties<br />
behoren onder meer de <strong>Nederlandse</strong> Kastelenstichting en de <strong>Vereniging</strong> de Hollandsche<br />
Molen.<br />
ERFGOED<br />
IN<br />
GEMEENTEN,<br />
PER<br />
SECTOR<br />
3 Definitie International Council Of<br />
Museums (ICOM): ‘Een museum is een<br />
permanente instelling ten dienste <strong>van</strong><br />
de gemeenschap en haar ontwikkeling,<br />
toegankelijk voor het publiek, niet<br />
gericht op het maken <strong>van</strong> winst, die de<br />
materiële getuigenissen <strong>van</strong> de mens en<br />
zijn omgeving verwerft, behoudt, weten-<br />
schappelijk onderzoekt, presenteert en<br />
hierover informeert voor doeleinden <strong>van</strong><br />
studie, educatie en genoegen. (Neder-<br />
landse versie, 1974)<br />
4 Jansen, I. (2004) Handreiking museum-<br />
beleid voor gemeenten<br />
Erfgoed omvat…..<br />
• Voorwerpen die bewaard worden door musea, oudheidkamers en universiteiten.<br />
• Originele documenten, foto’s en films, plattegronden, tekeningen e.d. in archieven.<br />
• Materiële restanten <strong>van</strong> menselijke activiteit, archeologische vindplaatsen.<br />
• Monumenten en de gebouwde omgeving (gevelstenen, straatnamen, straatmeubilair,<br />
stad- en dorpsgezichten enz.).<br />
• Industrieel erfgoed (fabrieken, schoorstenen, machines enz.).<br />
• Inrichting <strong>van</strong> het landschap en natuurmonumenten.<br />
•Mobiel erfgoed in de categorieën water, lucht, rails en weg.<br />
• Immaterieel erfgoed (verhalen, uitdrukkingen, ambachten, tradities en gebruiken enz.).<br />
Materieel erfgoed<br />
Musea<br />
Volgens de nieuwe Britse museumdefinitie, die ook in Nederland terrein wint op de zogenaamde<br />
ICOM-definitie 3 , is een museum: ‘Een onderdeel <strong>van</strong> het collectieve geheugen <strong>van</strong> de maatschappij.<br />
Een museum verwerft, documenteert en behoudt objecten en andere getuigenissen <strong>van</strong> de<br />
mens en diens omgeving en informeert daarover. Het museum ontwikkelt en bevordert kennis en<br />
biedt belevingen die alle zintuigen aanspreken. Het museum is toegankelijk voor het publiek en<br />
levert een bijdrage aan de maatschappij (...)’ . 4<br />
Nederland heeft de hoogste museumdichtheid ter wereld: voor iedere inwoner is er binnen een<br />
straal <strong>van</strong> vijftig kilometer een museum in de buurt. Het exacte aantal is moeilijk vast te stellen,<br />
omdat de naam ‘museum’ niet beschermd is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telde er<br />
828 bij het tweejaarlijks onderzoek in 2003. In het Nederlands Museumregister, dat een vastge-<br />
11
stelde reeks criteria hanteert waren per september 2006 355 musea opgenomen. De <strong>Nederlandse</strong><br />
Museumvereniging telde dat jaar 441 leden.<br />
Volgens gegevens <strong>van</strong> het CBS beheert iets meer dan de helft <strong>van</strong> alle musea een collectie op<br />
het gebied <strong>van</strong> geschiedenis. Daarna volgen de collecties <strong>van</strong> bedrijfsmatige en technische aard,<br />
musea met een collectie beeldende kunst, natuurhistorische en volkenkundige collecties. Uit onderzoek<br />
is gebleken dat kleine musea een bijzondere rol hebben in de spreiding en diversiteit <strong>van</strong><br />
het publieksbereik. 5 Omdat ze laagdrempeliger zijn dan grote musea trekken ze meer senioren,<br />
laagopgeleiden en mensen uit de directe omgeving. De meeste musea worden beheerd door<br />
stichtingen, verenigingen, onderwijsinstellingen, bedrijven en particulieren. Er zijn 21 verzelfstandigde<br />
rijksmusea. Ruim honderd musea vallen onder beheer <strong>van</strong> gemeenten en provincies, terwijl<br />
een veelvoud daar<strong>van</strong> wordt gesubsidieerd. Bij de gemeenten gaat het jaarlijks om ongeveer<br />
€ 167 miljoen subsidie.<br />
Musea die de geschiedenis <strong>van</strong> hun stad of regio laten zien, besteden steeds meer aandacht aan<br />
de eigentijdse geschiedenis. Het gaat daarbij niet alleen om presentaties <strong>van</strong> voor stad of streek<br />
actuele onderwerpen, maar ook om het verzamelen <strong>van</strong> objecten uit het heden en recente verleden.<br />
6 Met name het cultureel erfgoed <strong>van</strong> minderheden is voor musea een nieuw werkterrein<br />
dat volop in beweging is. Een toenemend aantal musea beschikt over een eigen website, waarop<br />
bezoekers op verschillende manieren hun weg kunnen zoeken in de collecties. Wie binnen de<br />
<strong>Nederlandse</strong> musea een specifieke collectie zoekt (dinosaurussen, landbouwwerktuigen) kijkt op<br />
www.musip.nl , de site <strong>van</strong> het Museum Inventarisatie Project.<br />
Archieven<br />
Archiefstukken zijn niet alleen handgeschreven of gedrukte documenten, maar ook tekeningen,<br />
kaarten, prenten, afbeeldingen, foto’s en filmmateriaal, geluidsbanden en elektronische informatiedragers.<br />
Er zijn verschillende soorten archiefdiensten: overheidsarchieven en particuliere<br />
archieven, zoals kerkarchieven, waterschapsarchieven, bedrijfsarchieven enzovoorts.<br />
Veel gemeenten beschikken over een eigen gemeentearchief. Dit bevat een schat aan informatie<br />
over het verleden <strong>van</strong> mensen in hun leefomgeving. Zo bewaart de Burgerlijke Stand gegevens<br />
over één persoon (geboorte, huwelijk, overlijden) en registreert het Bevolkingsregister onder<br />
meer alle bewoners op één adres.<br />
In principe zijn gemeentearchieven vrij toegankelijk en is het raadplegen <strong>van</strong> archiefmateriaal<br />
gratis. Voor kopieën of prints <strong>van</strong> originele stukken moet uiteraard wel worden betaald. Om de<br />
toegankelijkheid voor het publiek te vergroten werkt men in de archiefwereld aan digitalisering<br />
<strong>van</strong> de collecties, zodat originele documenten - voorzien <strong>van</strong> contextinformatie - makkelijk<br />
opvraagbaar worden. Steeds vaker worden ook digitale afbeeldingen <strong>van</strong> oorspronkelijke stukken<br />
gemaakt en ter inzage gegeven om kwetsbaar materiaal te behouden.<br />
Kleinere gemeenten werken vaak (noodgedwongen) samen binnen een streekarchief. Er zijn ook<br />
gemeenten zonder eigen archief, die gebruik maken <strong>van</strong> een reizende streekarchivaris. In een<br />
rijksarchief, te vinden in elke provinciehoofdstad, worden gegevens <strong>van</strong> de provinciale overheid<br />
en de rijksinstellingen in de provincie bewaard. De grootste openbare archiefinstelling is het<br />
Nationaal Archief in Den Haag. (www.nationaalarchief.nl). De kring <strong>van</strong> Archivarissen in Nederland<br />
(KVAN) bundelt de beroepsgroep.<br />
Archeologie<br />
Elke dag worden er in de <strong>Nederlandse</strong> bodem voorwerpen gevonden die lang geleden zijn gemaakt,<br />
in onbruik zijn geraakt en vergeten. Aan de hand <strong>van</strong> deze materiële resten <strong>van</strong> vroegere<br />
menselijke activiteiten proberen archeologen inzicht te krijgen in de manier waarop mensen in<br />
vroegere tijden leefden. Materiële resten zijn bijvoorbeeld (vaak) aardewerk, werktuigen, wapens,<br />
munten of bakstenen, maar kunnen ook overblijfselen <strong>van</strong> mensen zelf zijn, zoals skeletten of de<br />
asresten <strong>van</strong> verbrande botten. Het kunnen ook overblijfselen zijn <strong>van</strong> dieren of planten waarmee<br />
mensen iets te maken hebben gehad: botten <strong>van</strong> prooidieren of vee, stuifmeel <strong>van</strong> graan dat is<br />
gezaaid. Vaak zien archeologen verkleuringen in de grond waar mensen bijvoorbeeld ooit palen<br />
hebben geslagen of een sloot hebben gegraven. Behalve resten en patronen onder de grond<br />
die door opgravingen aan het licht komen, kunnen archeologische objecten ook zichtbaar in het<br />
landschap aanwezig zijn: denk aan grafheuvels en hunebedden.<br />
Elke provincie heeft een provinciaal archeoloog/archeologisch beleidsmedewerker. Bijna veertig<br />
gemeenten in Nederland beschikken daarnaast over een eigen gemeentelijke archeoloog,<br />
verenigd in het Convent <strong>van</strong> Gemeentelijke Archeologen in Nederland. Amateurarcheologen zijn<br />
verenigd in allerlei lokale, regionale en landelijk georganiseerde verenigingen, waar<strong>van</strong> de Archeologische<br />
Werkgemeenschap voor Nederland (AWN) de grootste is.<br />
Presentaties <strong>van</strong> opgravingen voor het publiek zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden.<br />
Voor de vele belangstellenden zijn er onder meer tijdelijke tentoonstellingen <strong>van</strong> recente opgra-<br />
1<br />
5 Ranshuysen, L. (2001) Onderzoek<br />
Cultuurdeelname<br />
6 Jansen, I. (2004) Handreiking museum-<br />
beleid voor gemeenten
7 UNESCO (2003) Conventie voor het<br />
behoud <strong>van</strong> immaterieel erfgoed<br />
vingen, maar ook rondleidingen door depots en een aantal informatieve websites zoals<br />
www.archeos.nl. Soms is het werk <strong>van</strong> archeologen te volgen via een webcam.<br />
Monumenten en de gebouwde omgeving<br />
Een monument is een gebouw of object, meestal ouder dan vijftig jaar, dat <strong>van</strong> algemeen belang<br />
is <strong>van</strong>wege schoonheid, cultuurhistorische waarde of betekenis voor de wetenschap: het laat<br />
zien hoe er vroeger werd gebouwd of geleefd. Nederland telt ca. 50.000 monumenten, in soorten<br />
en maten. De grootste categorie vormen de woonhuizen, gevolgd door andere gebouwen als<br />
kastelen, kerken, boerderijen, molens, cafés, fabrieken, flats en ensembles <strong>van</strong> gebouwen (hofjes,<br />
stads- en dorpsgezichten, wijken). Ook andere objecten kunnen <strong>van</strong> monumentale waarde zijn:<br />
verdedigingswerken, stadsmuren, bruggen, fonteinen, (oorlogs)gedenktekens, terwijl ook parken,<br />
(natuur)landschap of een boomgaard dit predicaat kunnen krijgen.<br />
Er zijn rijksmonumenten -<strong>van</strong> nationaal belang, naast provinciale en gemeentelijke monumenten,<br />
die onlosmakelijk verbonden zijn met de plaats waar ze staan. Naast de overheid houden<br />
ook circa 900 particuliere organisaties zich bezig met behoud, herstel en onderhoud <strong>van</strong> monumenten.<br />
Ongeveer veertig procent daar<strong>van</strong> richt zich op een bepaalde categorie monumenten<br />
(vuurtorens, industriële monumenten enz.). Sommige monumenten krijgen een nieuwe functie<br />
(kantoor, horeca, kunstwerkplaats), andere zijn toegankelijk voor publiek, maar een groot aantal<br />
kan alleen op aanvraag of voor een speciale gelegenheid worden opengesteld.<br />
Industrieel erfgoed<br />
Getuigen <strong>van</strong> voorbije fasen in de ontwikkeling <strong>van</strong> bedrijf en techniek vallen onder de noemer<br />
‘industrieel erfgoed’. Naast gebouwen (pakhuizen, vemen, gasfabrieken, watertorens, sluizen,<br />
stuwen, winkels, beursgebouwen enz.) omvat dit roerende zaken als machines en apparatuur,<br />
vervoersmiddelen en restanten <strong>van</strong> infrastructuur zoals vaarwegen, havens, verkeerswegen,<br />
spoor- en tramwegen en vliegvelden. Ook bedrijfsarchieven en beeld- en geluidscollecties<br />
kunnen industrieel erfgoed zijn. In de jaren negentig zijn vele honderden objecten aangewezen<br />
als rijksmonument. Ook gemeenten hebben industriële gebouwen of objecten tot lokaal monument<br />
verklaard. De Federatie Industrieel Erfgoed (FIEN) fungeert als koepel voor een zestigtal<br />
organisaties, die vaak drijven op enthousiaste vrijwilligers. In deze heterogene groep bevinden<br />
zich lokale en regionale organisaties die zich op een bepaalde stad of een bepaalde streek richten,<br />
maar ook categoriale, die zich bijvoorbeeld richten op gemalen, watertorens, schepen of trams<br />
(www.industrieel-erfgoed.nl).<br />
Mobiel erfgoed<br />
Mobiel erfgoed omvat allerlei historische transportmiddelen. Er zijn vier sectoren: water, rail, weg<br />
en lucht. Denk dus behalve aan oude auto’s en stadsbussen aan vissersschepen, veerboten, trams,<br />
treinen en vliegtuigen. Musea en organisaties <strong>van</strong> particuliere eigenaren op het gebied <strong>van</strong> het<br />
mobiel erfgoed zijn verenigd in de stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN).<br />
Immaterieel erfgoed<br />
Overal waar mensen samenleven ontstaat immaterieel erfgoed. De UNESCO verstaat onder immaterieel<br />
erfgoed: ‘De beoefening, de voorstellingen, de expressie, de kennis en de vakkennis<br />
– inclusief de bijbehorende instrumenten, voorwerpen, artefacten en ruimtes – die gemeenschappen,<br />
groepen en soms individuen erkennen als onderdeel <strong>van</strong> hun cultureel erfgoed. Immaterieel<br />
erfgoed openbaart zich – onder andere – in de volgende domeinen: orale tradities, uitingen en<br />
taal, de podiumkunsten, sociale praktijken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen, kennis en praktijken<br />
rond de natuur en het universum en het traditionele ambacht.’ 7<br />
Kennis over dit ‘niet tastbare’ erfgoed is binnen gemeenten vaak aanwezig bij (oudere) inwoners<br />
en meer specifiek bij historische verenigingen, oudheidkamers en heemkundekringen, maar ook<br />
bij fanfares en andere muziekverenigingen, folkloristische dansgroepen en beoefenaars <strong>van</strong> oude<br />
ambachten. Het nationale museum voor de cultuur <strong>van</strong> ons dagelijks leven is het Nederlands<br />
Openluchtmuseum in Arnhem.<br />
Landelijke instellingen die actief zijn op het terrein <strong>van</strong> het immaterieel erfgoed zijn het Meertens<br />
Instituut (wetenschappelijk onderzoek) en het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (NCV). Het<br />
NCV ondersteunt het veld en geeft, onder meer via een website met kennisdatabank<br />
(www.volkscultuur.nl) en tal <strong>van</strong> publicaties, voorlichting aan het grote publiek. Steeds meer<br />
belangstelling is er voor erfgoed <strong>van</strong> migranten in Nederland, dat (hier) grotendeels immaterieel<br />
<strong>van</strong> aard is.<br />
1
1<br />
WAT IS
ERFGOEDEDUCATIE?<br />
Cultureel bewustzijn, historisch besef, overdracht <strong>van</strong> waarden en tradities en een krachtige<br />
leeromgeving. Over dit alles praten we als we het over erfgoededucatie hebben. In<br />
het onderwijs staat erfgoededucatie zowel voor cultuureducatie als voor goed inpasbaar<br />
omgevingsonderwijs. Maar ook daarbuiten heeft erfgoededucatie betekenis. Voor jongeren<br />
en voor een volwassen publiek, voor autochtonen en nieuwe inwoners, voor leken en<br />
kenners.<br />
2.1 Begrip en beleving<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> omvat een breed spectrum aan activiteiten voor allerlei publieksgroepen, die<br />
zowel ‘kennis en begrip’ als ‘beleving’ <strong>van</strong> erfgoed tot doel hebben. Erfgoed krijgt betekenis in<br />
de context waarin het wordt gepresenteerd. Een museumobject of een oude akte krijgt bijvoorbeeld<br />
meer zeggingskracht als je iets te weten komt over de achtergrond of uniciteit daar<strong>van</strong>. Om<br />
erfgoed te kunnen beleven moeten de verhalen die het met zich meedraagt op een voor mensen<br />
aansprekende en herkenbare manier worden gepresenteerd. Dat kan op heel verschillende manieren,<br />
(thematisch, inzoomend) gebruikmakend <strong>van</strong> verschillende didactische vormen (doe-activiteit,<br />
lespakket, rondleiding) en media (brochure, 3D-presentatie, film).<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> maakt jong en oud attent op de aanwezigheid <strong>van</strong> het verleden in het heden. Als<br />
je op de uitkijktoren <strong>van</strong> een kasteel staat, besef je dat anderen hier honderden jaren vóór jou ook<br />
al naar beneden keken. En na een historische rondleiding in je eigen woonplaats fiets je toch met<br />
een andere blik langs vertrouwde gebouwen: op dit plein vond een oproer plaats, daar zijn middeleeuwse<br />
potscherven gevonden en bij dat huizenblok begon het akkerland al.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> trekt een lijn <strong>van</strong> verleden naar heden en andersom en is daarmee een instrument<br />
voor het ontwikkelen <strong>van</strong> historisch besef. Gebeurtenissen <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag zijn op die manier<br />
in een breder perspectief te plaatsen. Erfgoed draagt als collectief bewaard verleden informatie<br />
aan voor antwoorden op de vraag naar identiteit: ‘wie ben ik’ en ‘wat vinden wij als samenleving<br />
belangrijk om te bewaren en door te geven’. Door informatie over en duiding <strong>van</strong> overblijfselen uit<br />
het verleden ontstaat ook (meer) begrip en respect voor dat wat we cultuur noemen. Mensen <strong>van</strong><br />
nu worden zich zo bewust <strong>van</strong> de waarde <strong>van</strong> cultuurbehoud voor de toekomst.<br />
De kracht <strong>van</strong> erfgoededucatie is dat erfgoed ‘echt’ is en ‘dichtbij’ staat, omdat het deel uitmaakt<br />
<strong>van</strong> onze directe leefomgeving en daarin betekenis krijgt.<br />
Erfgoed haakt in op zowel cognitie als emotie en doet ook een sterk appèl op de zintuigen. Erfgoed<br />
kun je aanraken, zien en horen, ruiken en soms zelfs proeven. Ook mensen die meer moeite<br />
hebben met abstraheren kunnen er goed mee uit de voeten. Anderen zet de kennismaking met<br />
erfgoed aan om verder te lezen en te leren.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> verschaft context<br />
Vrijwel iedere gemeente heeft een collectie historisch glas. Herdenkingsroemers bijvoorbeeld en glaskunst, zoals gebrandschilderde<br />
ramen in kerken en openbare gebouwen. Het <strong>Nederlandse</strong> bezit aan middeleeuws gebrandschilderd<br />
glas is ten opzichte <strong>van</strong> andere Europese landen heel beperkt. In de loop <strong>van</strong> de zestiende eeuw werden namelijk veel<br />
kostbare kerkramen vernield tijdens oorlogen en godsdiensttwisten. De belangstelling voor de glasschilderkunst taande<br />
en aan het eind <strong>van</strong> de 18e eeuw waren er bijna geen glazeniers meer te vinden. Het toenemende gebruik <strong>van</strong> emailverf<br />
leidde tot kwaliteitsverlies. Hoewel het de glasschilder in staat stelde gedetailleerdere voorstellingen op het glas te<br />
schilderen, zonder daarbij gebruik te hoeven maken <strong>van</strong> loodstrips, gaf de emailverf veel minder intense kleureffecten<br />
en bladderde het snel af. Beschadigde kerkramen werden dichtgemaakt met gewoon vensterglas en bijgeschilderd met<br />
olieverf. In de negentiende eeuw ontstond er nieuwe belangstelling voor oude ambachten, waaronder het glasschilderen.<br />
Dit manifesteerde zich in stromingen als art nouveau en neogotiek, die gebrandschilderd glas gebruikten als decoratie<br />
<strong>van</strong> kerken en wereldlijke gebouwen.<br />
1
2.2. Cultuureducatie en inpasbaar omgevingsonderwijs<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is een onderdeel <strong>van</strong> cultuureducatie binnen het onderwijs, dat tot doel heeft<br />
leerlingen tijdens hun schoolcarrière in contact te brengen met kunst en cultuur. Op die manier<br />
leren ze het veelzijdige aanbod aan cultuur te ontdekken, begrijpen en waarderen. Het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> kennis en beoordelingsvermogen op dit vlak draagt bij aan persoonlijke ontplooiing en is<br />
in die zin ook belangrijk voor de samenleving als geheel. Bovendien legt cultuureducatie de basis<br />
voor actieve en receptieve cultuurparticipatie in het latere leven.<br />
Daarnaast is erfgoededucatie, dat een sterke informatiecomponent heeft, voor scholen goed in<br />
te passen in het reguliere lesprogramma, aansluitend op verplichte kerndoelen en gehanteerde<br />
methoden. Vooral onderwerpen in vakken als geschiedenis en aardrijkskunde, maatschappijleer<br />
en Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) zijn voor leerlingen te verduidelijken door erfgoedopdrachten<br />
in de eigen omgeving. De praktijk wijst uit dat erfgoed door zijn veelzijdigheid als<br />
‘betekenisrijke context’ ook een verhelderende bijdrage kan leveren aan op het eerste gezicht<br />
misschien minder voor de hand liggende vakken, zoals techniek, economie, algemene natuurwetenschappen<br />
of taal. Theorie die verklaard wordt aan de hand <strong>van</strong> de wereld om je heen is<br />
opeens een stuk leuker en begrijpelijker.<br />
Als natuurlijke vorm <strong>van</strong> omgevingsonderwijs past erfgoed in het streven binnen het onderwijs<br />
om voor kennisoverdracht en het ontwikkelen <strong>van</strong> vaardigheden aan te sluiten bij de leefwereld<br />
<strong>van</strong> de leerling. Uiteraard is niet alle omgevingsonderwijs – bijvoorbeeld het determineren <strong>van</strong><br />
planten in de omgeving <strong>van</strong> de school – ook erfgoededucatie. Omgekeerd is erfgoededucatie niet<br />
per definitie aan de omgeving gebonden. Belangrijk nationaal en internationaal erfgoed bevindt<br />
zich vaker niet dan wel in de omgeving <strong>van</strong> een school. Zo is een excursie <strong>van</strong>uit Leeuwarden naar<br />
de Deltawerken in Zeeland of het Openluchtmuseum in Arnhem geen omgevingsonderwijs, maar<br />
wèl erfgoededucatie. [Zie verder 5.]<br />
2.3 Buitenschools en voor een breed publiek<br />
De toevoeging ‘educatie’ doet misschien vermoeden dat erfgoed uitsluitend of vooral binnen het<br />
onderwijs een functie heeft. <strong>Erfgoededucatie</strong> kent echter ook allerlei buitenschoolse varianten en<br />
bestrijkt het hele spectrum <strong>van</strong> enthousiasmeren voor een eerste kennismaking met erfgoed tot<br />
verdieping en duiding daar<strong>van</strong>, variërend <strong>van</strong> rondleiding tot website. Zo kan educatief aanbod<br />
<strong>van</strong> erfgoedinstellingen uit de eigen omgeving bijvoorbeeld een plaats krijgen binnen de Brede<br />
School of in de vrijetijdsbesteding <strong>van</strong> jongeren.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is bovendien niet alleen goed besteed aan kinderen en jongeren, maar ook<br />
bedoeld om volwassenen oog te laten krijgen voor erfgoed en (cultuur)historie, of hen in staat<br />
te stellen hun kennis daar<strong>van</strong> te verdiepen. Als deel <strong>van</strong> het gemeenschappelijke verleden moet<br />
erfgoed voor alle inwoners <strong>van</strong> een gemeente letterlijk en figuurlijk toegankelijk zijn, ook voor<br />
diegenen die uit zichzelf niet zo snel een museum of andere erfgoedinstelling bezoeken.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> kan illustreren dat geschiedenis niet één afgerond verhaal is en verschillende<br />
interpretaties kent. <strong>Erfgoededucatie</strong> kan verduidelijken dat we een gedeelde verantwoordelijkheid<br />
hebben voor onze leefomgeving en aanzetten tot nadenken over wat we willen behouden.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> kan het hoe en waarom <strong>van</strong> overgeleverde tradities verklaren: de manier waarop<br />
we elkaar begroeten, een kopje koffie drinken of Sinterklaas vieren. Begrip <strong>van</strong> ‘onze manieren’<br />
en aandacht voor het erfgoed dat zij op hun beurt meebrengen, kan ertoe bijdragen dat ook<br />
nieuwkomers zich in een gemeente thuis voelen. In die zin kan erfgoededucatie meehelpen om<br />
de band <strong>van</strong> inwoners met hun woonplaats en met elkaar te verstevigen, een bijdrage leveren<br />
aan de integratie <strong>van</strong> nieuwe Nederlanders en burgers aanzetten tot meedenken over ruimtelijke<br />
ontwikkeling. [Zie verder 6.]<br />
2.4 Ontstaansgeschiedenis<br />
Cultuureducatie is in de beleidstermen <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> OCW de verzamelnaam voor<br />
kunst-educatie, erfgoededucatie en media-educatie. Soms wordt literatuureducatie daarbij apart<br />
vermeld. Vergeleken met kunsteducatie is erfgoededucatie voor sommige overheden en organisaties<br />
vrijwel onbekend terrein. Dat is deels te verklaren uit de reflex bij cultuur eerder te denken<br />
aan podiumkunsten dan aan cultuurhistorie, maar ook toe te schrijven aan een andere ontstaansgeschiedenis.<br />
Daarom een korte terugblik.<br />
Toen het ministerie <strong>van</strong> OCW met de beleidsnotitie ‘Cultuur en School’ in 1996 cultuureducatie in<br />
1
het onderwijs krachtig aanduwde, stond kunsteducatie al goeddeels op de kaart. Vanaf het eind<br />
<strong>van</strong> de jaren zeventig <strong>van</strong> de vorige eeuw waren er op grote schaal regionale en lokale centra<br />
voor kunstzinnige vorming opgericht, die het (primair) onderwijs als belangrijk werkgebied<br />
hadden. Deze sector professionaliseerde zich in de jaren daarna met onder meer gecertificeerde<br />
opleidingen en een landelijk ondersteuningsapparaat.<br />
Toen de introductie <strong>van</strong> cultuurvouchers en het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming<br />
(CKV) in het voortgezet onderwijs [5.] de behoefte aan bemiddeling en expertise <strong>van</strong> intermediaire<br />
organisaties voor buitenschools cultuuraanbod snel deed groeien, was <strong>van</strong> enige infrastructuur in<br />
erfgoededucatie echter nog nauwelijks sprake. Erfgoedinstellingen opereerden veelal solitair. De<br />
grotere musea hadden de draai naar het onderwijs als doelgroep voor een deel al gemaakt, maar<br />
archieven waren in de regel nog gericht op behoud en beheer en de archeologie was een wereld<br />
apart.<br />
Om een brug te slaan tussen onderwijs en erfgoedveld werd daarom in 1997 Erfgoed Actueel<br />
opgericht. Dit expertisecentrum opereerde aan<strong>van</strong>kelijk als een onderdeel <strong>van</strong> het ministerie<br />
<strong>van</strong> OCW en vervolgens als zelfstandige stichting. Het ministerie maakte destijds een belangrijke<br />
keuze. De gedachte was dat erfgoededucatie op eigen kracht, binnen een zelfstandige infrastructuur,<br />
meer kansen zou krijgen om zich volwaardig te ontwikkelen. Bovendien zijn er inhoudelijke<br />
en praktische verschillen tussen kunst – en erfgoededucatie.<br />
2.5 Taakverdeling erfgoededucatie<br />
In betrekkelijk korte tijd is voor erfgoededucatie een infrastructuur ontstaan die lijkt op die <strong>van</strong><br />
de kunsteducatie. 8 Vanuit deze infrastructuur worden projecten opgezet voor erfgoededucatie<br />
buiten schoolverband en voor een breed publiek.<br />
Landelijk<br />
Op landelijk niveau stimuleert de Stichting Erfgoed Nederland <strong>van</strong>af 2007 het gebruik <strong>van</strong> cultureel<br />
erfgoed in het onderwijs, onder meer door deskundigheidsbevordering en advisering <strong>van</strong> de<br />
erfgoedsector en het opzetten en onderhouden <strong>van</strong> netwerken. De stichting Erfgoed Actueel die<br />
genoemde taken voorheen verzorgde is in deze nieuwe stichting opgegaan.<br />
Publieksvoorlichting over immaterieel erfgoed berust bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur,<br />
dat hierin ook het veld ondersteunt. Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) werkt aan het opzetten<br />
<strong>van</strong> een nationale digitale infrastructuur voor erfgoed en ondersteunt erfgoedinstellingen bij<br />
het digitaal toegankelijk maken <strong>van</strong> collecties.<br />
Provinciaal<br />
De meeste provincies voeren een actief erfgoedbeleid, bijvoorbeeld op het gebied <strong>van</strong> ruimtelijke<br />
planvorming (culturele planologie). Ook richten zij zich op ondersteuning <strong>van</strong> erfgoedbeheerders<br />
en –instellingen met advies-op-maat, deskundigheidsbevordering, informatie en voorlichting.<br />
Deze taken zijn veelal neergelegd bij provinciale erfgoedinstellingen. Soms zijn deze activiteiten<br />
door decentralisatie op provinciaal niveau terecht gekomen.<br />
Zo zijn er allerlei vormen ontstaan <strong>van</strong> provinciale consulentschappen, monumentenwachten,<br />
steunpunten monumentenzorg en archeologie, Regionaal Historische Centra enzovoort. De<br />
structuren verschillen per provincie, maar de laatste jaren is sprake <strong>van</strong> een toenemende clustering<br />
tot grotere samenwerkingsverbanden. In een aantal gevallen heten deze ‘Erfgoedhuis’. Soms<br />
is alle dienstverlening onder één dak gebracht, zoals in Zeeland en Zuid-Holland, soms vindt de<br />
ondersteuning <strong>van</strong>uit meer instellingen plaats. Vrijwel alle erfgoeddisciplines worden zo op een of<br />
andere wijze bediend.<br />
Bijna alle provinciale erfgoedinstellingen zien erfgoededucatie als een speerpunt in hun activiteiten<br />
en spelen een toenemende rol in de ontwikkeling en verspreiding daar<strong>van</strong>. Zij richten zich<br />
daarbij onder meer op bemiddeling, voorlichting, deskundigheidsbevordering, kwaliteitszorg en<br />
begeleiding ten behoeve <strong>van</strong> scholen en plaatselijke erfgoedinstellingen.<br />
Naast provinciale erfgoedinstellingen heeft ook een aantal provinciale steunfunctie-instellingen<br />
op het gebied <strong>van</strong> kunstzinnige vorming erfgoededucatie in het pakket.<br />
In 2005 is het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN) opgericht. Deze vereniging<br />
heeft tot doel de ondersteuning <strong>van</strong> erfgoed in elke provincie te verstevigen en uit te<br />
breiden (zie kader pagina 18).<br />
Lokaal<br />
Op lokaal niveau is erfgoededucatie professioneel opgepakt door (grotere) musea, archiefdiensten,<br />
monumenten- en archeologische organisaties. Tussen deze instellingen ontstaan op lokaal<br />
en regionaal niveau steeds meer vormen <strong>van</strong> samenwerking, waarbij vaak ook bibliotheken en<br />
1<br />
8 Cultuurnetwerk Nederland (2005)<br />
Cultuur + Educatie 12. Erfgoedonderwijs<br />
in onderwijsleersituaties (p.36-38)
andersoortige culturele instellingen worden betrokken. Een aantal plaatselijk werkende centra<br />
voor de kunsten fungeert ook als intermediair tussen onderwijs en erfgoedinstellingen.<br />
In veel gemeenten zijn oudheidkundige of historische verenigingen en heemkundekringen actief.<br />
De hierbij aangesloten vrijwilligers zijn vaak bereid anderen te laten delen in hun kennis <strong>van</strong> en<br />
enthousiasme voor lokaal erfgoed en cultuurhistorie.<br />
Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN)<br />
Erfgoedhuizen of vergelijkbare provinciale erfgoedinstellingen richten zich op de ondersteuning<br />
<strong>van</strong> beheerders en gebruikers <strong>van</strong> erfgoed. Zij bedienen grote en verschillende klantengroepen.<br />
Musea bijvoorbeeld kunnen rekenen op de steun <strong>van</strong> vakexperts (consulenten) op het gebied<br />
<strong>van</strong> registratie, documentatie, behoud, beheer en ontsluiting <strong>van</strong> collecties. Dat geldt ook voor de<br />
archieven en beoefenaars <strong>van</strong> de geschiedenis (historische verenigingen).<br />
<strong>Gemeenten</strong> worden ondersteund in de ontwikkeling en uitvoering <strong>van</strong> beleid op het gebied <strong>van</strong><br />
monumentenzorg en archeologie door de Steunpunten Monumentenzorg en Archeologie. De<br />
Monumentenwacht voorziet monumentenbeheerders <strong>van</strong> onderhoudsadviezen.<br />
De meeste provinciale erfgoedinstellingen hebben een afdeling erfgoededucatie die scholen en<br />
erfgoedinstellingen met elkaar in contact brengt en begeleidt bij het verzorgen <strong>van</strong> erfgoededucatie.<br />
Provinciale erfgoedinstellingen verzorgen tal <strong>van</strong> publicaties, waaronder handleidingen<br />
voor professionals en vrijwilligers.<br />
Ook digitaal zijn provinciale erfgoedinstellingen actief: zij ontwikkelen en beheren provinciale<br />
websites en databanken, die zich richten op bredere ontsluiting <strong>van</strong> erfgoed. Hierin nemen afzonderlijke<br />
erfgoedbeheerders met hun objecten of collecties deel.<br />
Ten slotte zijn provinciale erfgoedinstellingen ook steeds vaker organisator. Bijvoorbeeld <strong>van</strong> provinciale<br />
evenementen binnen themajaren als ‘Het Jaar <strong>van</strong> het Kasteel’, of <strong>van</strong> cultuurtoeristische<br />
projecten.<br />
Provinciale erfgoedinstellingen die meer dan één erfgoeddiscipline ondersteunen hebben zich<br />
verenigd in ‘OPEN’, Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland. Voor een overzicht <strong>van</strong> de<br />
hierbij aangesloten instellingen zie bijlage 2.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is…<br />
een breed palet aan activiteiten gericht op kennis, begrip en beleving <strong>van</strong> erfgoed.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> heeft betekenis…<br />
• in het onderwijs: zowel cultuureducatie als omgevingsonderwijs.<br />
• buiten het klaslokaal, voor een breed publiek <strong>van</strong> alle leeftijden.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> …<br />
• draagt bij aan kennis en begrip <strong>van</strong> cultuur en daarmee aan cultureel bewustzijn.<br />
• voorziet overblijfselen uit het verleden <strong>van</strong> context en verklaring.<br />
• ontwikkelt historisch besef door een relatie te leggen tussen heden en verleden.<br />
• biedt een kader voor (collectieve) identiteit.<br />
• draagt bij aan aandacht en respect voor de eigen leefomgeving.<br />
1
ERFGOEDEDUCATIE IN<br />
0
GEMEENTELIJK BELEID<br />
Elke gemeente heeft erfgoed, dat zowel intrinsieke als instrumentele waarde heeft.<br />
Bestuurlijk is dit erfgoed zichtbaar in de wettelijke verantwoordelijkheid voor behoud en<br />
beheer en als factor in het autonome, gemeentelijke cultuurbeleid. Cultuureducatie en<br />
–participatie zijn hierin belangrijke aandachtspunten, die ook lokale erfgoedinstellingen<br />
raken. Erfgoed is verweven met lokale identiteit en geeft contour aan het culturele profiel<br />
<strong>van</strong> een plaats. Daarmee kan het ook een rol krijgen op het gebied <strong>van</strong> welzijn, toerisme<br />
en economie en ruimtelijke ontwikkeling. Om al deze belangen recht te doen is een<br />
samenhangend beleid voor erfgoededucatie onmisbaar.<br />
3.1 Samenhang in verscheidenheid<br />
De verantwoordelijkheden <strong>van</strong> gemeenten voor behoud en beheer <strong>van</strong> erfgoed zijn vastgelegd in<br />
landelijke wet- en regelgeving. Daarnaast krijgt erfgoed aandacht binnen het autonome cultuurbeleid<br />
<strong>van</strong> de gemeente.<br />
Het cultuurbeleid geeft richting aan de aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het cultuuraanbod, onder meer door<br />
het inzetten <strong>van</strong> subsidie-instrumenten. Tot cultuurbeleid hoort ook het bevorderen <strong>van</strong> de cultuurparticipatie<br />
<strong>van</strong> inwoners. Onder invloed <strong>van</strong> landelijke stimuleringsprogramma’s als Cultuur<br />
en School en het Actieplan Cultuurbereik ligt het accent daarbij sterk op cultuureducatie voor<br />
jongeren en is er meer aandacht gekomen voor cultuurdeelname <strong>van</strong> nieuwe publieksgroepen,<br />
waaronder allochtonen. <strong>Gemeenten</strong> hebben daarnaast bemoeienis met het erfgoedveld omdat<br />
zij subsidies verstrekken aan lokale erfgoedinstellingen en –organisaties. In deze sector staan<br />
kwesties als kwaliteitsverbetering en een meer publieksgericht aanbod hoog op de agenda.<br />
Kunst en erfgoed hebben binnen de samenleving op de eerste plaats een waarde op zich. Daarnaast<br />
groeit het inzicht dat kunst en cultuur, <strong>van</strong>uit eigen kracht, ook een waardevolle bijdrage<br />
kunnen leveren aan diverse andere gemeentelijke beleidsterreinen. Zowel waar het gaat om<br />
stedelijk belang (stedelijke economie, ruimtelijke ontwikkeling) als om maatschappelijk belang<br />
(sociale cohesie, jongerenbeleid, integratie). Een gemeente die het plaatselijke erfgoed hiervoor<br />
wil inzetten, krijgt zeker te maken met erfgoededucatie.<br />
In die zin zijn er voor de cultuurambtenaar raakvlakken met gemeentelijke afdelingen en diensten<br />
als onderwijs, welzijn, ruimtelijke ordening, stadsontwikkeling, monumentenzorg, economische<br />
zaken (toerisme) en gemeentevoorlichting.<br />
3.2 Wet- en regelgeving<br />
Op het terrein <strong>van</strong> erfgoed hebben gemeenten te maken met de volgende wet- en regelgeving:<br />
• Museumwet (1925), gericht op de opheffing of wijziging – in het algemeen belang – <strong>van</strong> bij<br />
erfstelling of legaat gestelde voorwaarden.<br />
• Wet tot behoud <strong>van</strong> cultuurbezit (1985), beschermt voorwerpen en verzamelingen die voor<br />
Nederland <strong>van</strong> groot (cultuurhistorisch of wetenschappelijk) belang zijn tegen uitvoer naar het<br />
buitenland.<br />
• Monumentenwet (1988), gericht op de bescherming <strong>van</strong> het onroerend Nederlands cultuurbezit.<br />
De Monumentenwet heeft betrekking op rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten.<br />
Daarnaast kunnen ook provincie en gemeente monumenten aanwijzen. Provinciale<br />
en gemeentelijke monumenten zijn via de Woningwet ‘beschermd’, omdat voor alle ingrepen<br />
een bouwvergunning verplicht is. Sommige gemeenten wijzen bovendien nog karakteristieke<br />
panden (met bijzondere inwendige details) en beeldbepalende panden (<strong>van</strong> belang voor het<br />
stadsbeeld) aan.<br />
• Verdrag <strong>van</strong> Malta (1992), beschermt het archeologisch erfgoed in de bodem en de inbedding<br />
daar<strong>van</strong> in de ruimtelijke ontwikkeling. De implementatie <strong>van</strong> dit Europese verdrag in <strong>Nederlandse</strong><br />
wetgeving leidde tot een wijziging <strong>van</strong> de Monumentenwet 1988. Vooruitlopend daarop<br />
is er wel al regelgeving ´in de geest´ <strong>van</strong> Malta. Dit geldt bijvoorbeeld voor projecten waarbij een<br />
Milieu Effect Rapportage (MER), verplicht is, bij bestemmingsplanwijzigingen en bij ontgrondingen.<br />
Sommige gemeenten werken al volgens de Malta-norm, zoals bij de aanleg <strong>van</strong> Vinex-locaties<br />
[4.3].<br />
• Algemene wet bestuursrecht (1992), is als wettelijk kader voor alle subsidieverstrekking het<br />
1
9 Wijn. C (2003) Gemeentelijk<br />
cultuurbeleid - een handleiding<br />
belangrijkste beleidsinstrument op het gebied <strong>van</strong> cultuur. <strong>Gemeenten</strong> ondersteunen erfgoedinstellingen<br />
(vooral musea) op hun grondgebied vaak met structurele en/of incidentele subsidies.<br />
Musea kunnen bijvoorbeeld bestaan als gemeentelijke dienst of als zelfstandige, volledig door<br />
de gemeente gesubsidieerde stichting. Subsidies kunnen bestaan uit een jaarlijkse exploitatiebijdrage<br />
of uit de specifieke financiering <strong>van</strong> huisvesting of medewerkers. Incidentele subsidies<br />
worden bijvoorbeeld afgegeven voor speciale projecten of voor nieuwbouw of renovatie.<br />
• Wet op specifiek cultuurbeleid (1993), regelt onder meer het verstrekken <strong>van</strong> specifieke uitkeringen<br />
door het rijk ten behoeve <strong>van</strong> cultuuruitingen. Ook de landelijke Cultuurnotasystematiek<br />
is hierin verankerd. <strong>Erfgoededucatie</strong> is een <strong>van</strong> de aandachtspunten binnen een aantal <strong>van</strong> deze<br />
doeluitkeringen [3.4].<br />
• Archiefwet (1995), regelt verantwoordelijkheden <strong>van</strong> overheden voor hun archiefbescheiden.<br />
3.3 Erfgoed in gemeentelijk cultuurbeleid<br />
Om gemeenten houvast te bieden bij het vormgeven <strong>van</strong> hun cultuurbeleid is een model ontwikkeld<br />
dat culturele infrastructuur en het bijbehorende beleid opdeelt in drie ringen, die gerelateerd<br />
zijn aan het inwonersaantal. 9 Aan het ringenmodel is af te lezen wat er verwacht zou mogen worden<br />
<strong>van</strong> een gemeente met minder dan 30.000 inwoners, tussen de 30.000 en 90.000 inwoners en<br />
gemeenten met meer dan 90.000 inwoners. Het bijbehorende cultuurbeleid is dan respectievelijk<br />
kernachtig, uitgebreid of alomvattend. Bij elke om<strong>van</strong>g zien we erfgoed als aandachtspunt <strong>van</strong><br />
cultuurbeleid terug. Grote gemeenten met een alomvattend cultuuraanbod (de derde ring in het<br />
model) leggen hun erfgoedbeleid meestal vast in een cultuurnota. Soms is er een aparte erfgoed-<br />
of museumnota. Kleine en middelgrote gemeenten verwoorden de zorg voor erfgoed in een<br />
algemene gemeentelijke nota.<br />
De culturele infrastructuur <strong>van</strong> gemeenten in ringen
Erfgoed in de vorm <strong>van</strong> (en/of) monumenten, oudheidkamers 10 , archieven en archeologie wordt<br />
al in de kleinste gemeenten aanwezig verondersteld. Voor gemeenten met meer dan 30.000 inwoners<br />
komt daar een natuur- of cultuurhistorisch museum bij, terwijl in de grootste gemeenten<br />
ook een kunstmuseum zou moeten staan. Uiteraard is het model slechts een handreiking. Er zijn<br />
kleine gemeenten die meer voorzieningen hebben dan het model veronderstelt en gemeenten<br />
die wat dit betreft minder goed bedeeld zijn. Sommige plaatsen beschikken nu eenmaal niet over<br />
noemenswaardige monumenten, veel kleinere gemeenten zijn aangewezen op een streekarchivaris,<br />
een oudheidkamer vind je niet overal en het bodemarchief is niet altijd zichtbaar te maken.<br />
In dat geval kunnen bijvoorbeeld gevelstenen of straatnamen iets over de geschiedenis <strong>van</strong> de<br />
plaats prijsgeven. Of anders het stratenpatroon, het aanwezige groen en het omringende landschap.<br />
Verder is er overal waar mensen samenleven, sprake <strong>van</strong> immaterieel erfgoed, zoals verhalen die<br />
<strong>van</strong> generatie op generatie overgaan, plaatselijke feesten, gebruiken en zegswijzen. Veel gemeenten<br />
kennen bovendien een actieve heemkundekring of historische vereniging waar veel informatie<br />
over lokale aardrijkskunde en de cultuurhistorie <strong>van</strong> de omgeving is verzameld.<br />
Netto uitgaven <strong>van</strong> Rijk, provincies en gemeenten aan kunst en cultuur in 2004<br />
In milj. € Beroeps- Amateur Accomodatie Scheppend Muzische en Overige Totaal<br />
uitvoerend cult. vorming<br />
Gemeente 56 33 261 28 206 110 694<br />
Provincie 10 2 5 9 10 37 73<br />
Rijk 195 14 0 67 33 33 342<br />
Uitgaven cultuurbeheer en –verspreiding provincies en gemeenten in het jaar 2004<br />
In milj. € Musea Monumenten Bibliotheken Archieven Totaal<br />
Gemeente 167 89 383 52 691<br />
Provincie 25 35 41 1 102<br />
Rijk 164 109 69 5 347<br />
* Cultuureducatie is niet duidelijk gerubriceerd in de overheidsuitgaven.<br />
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek<br />
3.4 Landelijk stimuleringsbeleid cultuureducatie en-participatie<br />
Op basis <strong>van</strong> algemene nota’s zoals de vierjaarlijkse Cultuurnota kan het Rijk besluiten bepaalde<br />
activiteiten te stimuleren. Dit gebeurt met name via de landelijke fondsen en door middel <strong>van</strong><br />
cultuurprogramma’s met diverse partijen, zoals de medeoverheden. In deze paragraaf een aantal<br />
voor erfgoededucatie rele<strong>van</strong>te voorbeelden:<br />
• Cultuur en School<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is sinds 1996 als onderdeel <strong>van</strong> cultuureducatie verankerd in het project Cultuur<br />
en School, gericht op cultuureducatie voor het voortgezet onderwijs, waarin het rijk samenwerkt<br />
met provincies en gemeenten. [5.1]<br />
De decentrale middelen voor Cultuur en School die in het Actieplan 2001-2004 geoormerkt waren,<br />
vormen in de periode 2005-2008 een integraal onderdeel <strong>van</strong> het tweede Actieplan Cultuurbereik.<br />
Wel is deelnemende gemeenten en provincies expliciet aanbevolen hun activiteiten in het<br />
kader <strong>van</strong> Cultuur en School voort te zetten en uit te breiden. Cultuur en Schoolbeleid zal ook na<br />
2008 worden voortgezet, maar mogelijk in een andere vorm.<br />
10 Oudheidkamer: musea doorgaans<br />
grotendeels gedreven door vrijwilligers<br />
die zich bezighouden met oudheidkun-<br />
dige aspecten <strong>van</strong> stad of streek. Vaak<br />
is de oudheidkamer verbonden aan een<br />
historische vereniging of heemkunde-<br />
kring. In: Jansen, I. (2004) Handreiking<br />
museumbeleid voor gemeenten
11 Ministerie <strong>van</strong> OCW (2005) Actieplan<br />
2005-2008. Informatie voor gemeenten<br />
en provincies<br />
12 Bureau Driessen, (2006) Actieplan II,<br />
Nulanalyse en nulmeting<br />
13 Cachet, E.A. e.a. (2003) Culturele iden-<br />
titeit <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong><br />
• Regeling Versterking Cultuureducatie in het primair onderwijs 2004-2007<br />
Omdat het nadrukkelijk de bedoeling is cultuureducatie te verankeren in het primair onderwijs<br />
hebben de Staatssecretaris <strong>van</strong> OCW, het IPO en de VNG over dit onderwerp een aanvullende<br />
bestuurlijke afspraak gemaakt voor de periode 2004-2007. Het gaat hierbij vooral om netwerkvorming<br />
en het verder ontwikkelen <strong>van</strong> een infrastructuur voor cultuureducatie, gericht op de vraag<br />
<strong>van</strong> de basisscholen. [5.1.1]<br />
• Actieplan Cultuurbereik 2005-2008<br />
In het kader <strong>van</strong> het tweede Actieplan Cultuurbereik spannen het Rijk, provincies en de dertig<br />
grote gemeenten zich in om ‘(...) het cultureel bewustzijn <strong>van</strong> burgers te versterken door het<br />
vergroten <strong>van</strong> zowel het publieksbereik als de actieve participatie in kunst en cultuur’. Kleinere gemeenten<br />
kunnen via hun provincie aan het Actieplan deelnemen. In het beleidskader wordt over<br />
erfgoededucatie opgemerkt: ‘Gezien de relatieve achterstand op het gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie<br />
wil het Actieplan bevorderen dat gemeenten en provincies zorgen voor een adequate infrastructuur<br />
voor erfgoededucatie, waar scholen en culturele instellingen <strong>van</strong> gebruik kunnen maken.’ 11<br />
Gewezen wordt op de rol die de provinciale erfgoedhuizen hierbij kunnen spelen. Vrijwel alle<br />
Actieplan-deelnemers zetten opnieuw in op cultuureducatie; zeven Actieplan-gemeenten kozen<br />
voor een specifieke doelstelling op het gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie en acht combineerden keuzes<br />
voor kunst- en erfgoededucatie. Doelstellingen voor erfgoededucatie worden binnen het Actieplan<br />
op verschillende manieren uitgewerkt. <strong>Gemeenten</strong> kiezen bijvoorbeeld voor het versterken<br />
<strong>van</strong> het aanbod <strong>van</strong> erfgoededucatieve programma’s, voor specifieke projecten als museum- of<br />
archeologieprojecten of voor een groter aantal deelnemende leerlingen. 12<br />
Het is niet bekend of er na 2008 een stimuleringsprogramma zoals het Actieplan komt. Programmatische<br />
samenwerking tussen verschillende overheden zal waarschijnlijk worden gecontinueerd.<br />
3.5 Kwaliteitsslag erfgoedinstellingen<br />
Zoals alle culturele instellingen hebben ook musea en andere erfgoedinstellingen te maken met<br />
een hoger verwachtingspatroon bij publiek, onderwijs, overheden en subsidiënten dan voorheen.<br />
Ze moeten in hun aanbod bijvoorbeeld aansluiten op de behoeften <strong>van</strong> scholen en door gerichte<br />
programmering en activiteiten ook nieuw en ander publiek zien te trekken. Daarbij zijn ze<br />
in concurrentie met een explosief gegroeid aanbod <strong>van</strong> andere vormen <strong>van</strong> vrijetijdsbesteding,<br />
variërend <strong>van</strong> funshoppen tot thuis een dvd bekijken. Eenmaal binnen, stelt de bezoeker <strong>van</strong><br />
tegenwoordig ook hogere eisen aan informatie en presentatie dan voorheen.<br />
Dit alles vraagt een omslag naar een meer publieksgerichte werkwijze: meer oog voor (doelgroep)<br />
– marketing en publiciteit, adequate toepassing <strong>van</strong> nieuwe media, een vraaggericht educatieaanbod<br />
en aangepaste programmering. Erfgoedinstellingen werken al aan het verbeteren <strong>van</strong><br />
kwaliteit en toegankelijkheid, onder meer via het museumregister en het archievenhandvest.<br />
Behalve erfgoedhuizen en andere ondersteunende instellingen kunnen ook gemeenten de<br />
plaatselijke erfgoedinstellingen met raad en daad bijstaan om een kwaliteitsslag te maken en publieksvriendelijker<br />
te werken. Bijvoorbeeld door het initiatief te nemen voor een netwerk waarin<br />
ervaringen en expertise worden gedeeld en goed geoutilleerde erfgoedinstellingen kleinere<br />
instellingen met veel vrijwilligers op de goede weg helpen.<br />
3.6 Maatschappelijke functie:<br />
identiteit, binding en betrokkenheid<br />
Erfgoed is verweven met de lokale identiteit <strong>van</strong> een dorp, stad of streek: een optelsom <strong>van</strong> (authentieke<br />
en bedachte) elementen die inwoners en buitenstaanders specifiek bij die plaats vinden<br />
horen.<br />
Onderzoek <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit beschrijft ‘de persoonlijkheid <strong>van</strong> een gemeente’ als een<br />
optelsom <strong>van</strong> statische elementen (ligging en geschiedenis) en semi-statische elementen (om<strong>van</strong>g,<br />
uiterlijk en innerlijk). Inkleurende elementen waarin de identiteit <strong>van</strong> een plaats tot uitdrukking<br />
komt zijn symboliek, gedrag en communicatie. 13<br />
Sinds de jaren negentig <strong>van</strong> de vorige eeuw is de belangstelling voor de identiteit <strong>van</strong> de lokale<br />
gemeenschap sterk toegenomen. Enerzijds <strong>van</strong>uit het besef dat er veel verloren dreigt te gaan nu<br />
lokale en regionale culturen in steeds sneller tempo terrein verliezen aan (inter)nationale cultuur.<br />
Anderzijds omdat er <strong>van</strong>uit de sector toerisme en recreatie grote belangstelling is voor allerlei<br />
aspecten <strong>van</strong> lokale cultuur (muziek, ambachten, monumenten). En ten slotte omdat denken in<br />
termen <strong>van</strong> ‘wij en ons’ binnen een gemeente een bindend element tussen inwoners kan zijn.<br />
Daarbij moeten we wel bedenken dat identiteit geen statisch gegeven is maar, net als het erfgoed<br />
dat daar uitdrukking aan geeft, verandert onder invloed <strong>van</strong> tijd, omstandigheden en de instroom
<strong>van</strong> mensen met een andere culturele bagage. Zo heeft het vooroorlogse Rotterdam weinig meer<br />
<strong>van</strong> doen met de multiculturele metropool <strong>van</strong> nu en wonen in traditionele plattelandsgemeenten<br />
steeds meer mensen ‘<strong>van</strong> buiten’.<br />
Cultuurbeleid is bij uitstek een middel waarmee de gemeente de eigen identiteit <strong>van</strong> de lokale gemeenschap<br />
tot uitdrukking kan laten komen. 14 Dit met de kanttekening dat het benadrukken <strong>van</strong><br />
lokale identiteit niet mag leiden tot een verkokering die het zicht op de buitenwereld beneemt<br />
en een wij/zij gevoel creëert dat impliciet en onbedoeld andere groepen uitsluit. Het gaat om het<br />
gebruiken <strong>van</strong> wat was, voor nu en de toekomst. 15<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is in dat verband een goed instrument om eigenheid te verklaren en tegelijkertijd<br />
het gemeenschappelijke aan te tonen, ‘nieuw’ erfgoed <strong>van</strong> migranten aandacht te geven en<br />
(inter)nationale verbanden aan te brengen. <strong>Erfgoededucatie</strong> kan inwoners een reden geven om<br />
trots te zijn op de eigen omgeving en er zuinig(er) mee om te gaan. Het kan mensen <strong>van</strong> verschillende<br />
generaties en culturele afkomst laten ervaren wat hen bindt en wederzijds begrip bevorderen.<br />
Op deze manier kan erfgoededucatie, in samenhang met andere beleidsinstrumenten,<br />
binnen de gemeente een bijdrage leveren aan het bevorderen <strong>van</strong> de leefbaarheid en een goed<br />
sociaal klimaat [6.1-6.4].<br />
3.7 Citymarketing en cultureel profiel<br />
In steden en dorpen die steeds meer op elkaar gaan lijken, met dezelfde winkelcentra, bushokjes<br />
en bedrijventerreinen, kan erfgoed gemeenten een herkenbaar eigen gezicht bieden.<br />
Onderscheidend vermogen is belangrijk voor een stad of dorp: city- of placemarketing draait om<br />
het onderstrepen <strong>van</strong> specifieke plaatselijke kwaliteiten. Kunst en erfgoed wordt een belangrijke<br />
plaats toegekend in de aantrekkingskracht <strong>van</strong> een plaats voor potentiële inwoners, bezoekers<br />
en (in mindere mate) bedrijven en andere mogelijke werkgevers. Cultuur kan immers de kwaliteit<br />
<strong>van</strong> het leven in een gemeente - wonen, werken en recreëren - verbeteren en ertoe bijdragen dat<br />
mensen zich er thuis voelen. In die zin hebben culturele voorzieningen, waaronder musea, voor<br />
de grotere gemeenten een belangrijke economische betekenis. 16<br />
Om te voorkomen dat het gepromote imago niet overeenstemt met de manier waarop inwoners<br />
hun woonplaats beleven, is het <strong>van</strong> belang dat gemeenten zich rekenschap geven <strong>van</strong> hun culturele<br />
identiteit. Culturele identiteit wortelt in de lokale cultuurhistorie en bestaat uit elementen <strong>van</strong><br />
de algemene identiteit die kunst en cultureel erfgoed omvatten. Een aanbeveling uit het eerder<br />
geciteerde onderzoek <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit luidt dat gemeenten bij het bepalen <strong>van</strong> hun<br />
culturele identiteit allereerst moeten nagaan of de plaatselijke geschiedenis daarvoor bouwstenen<br />
aandraagt. Zoals belangwekkende historische gebeurtenissen, - gebouwen of - personen, een<br />
museaal topstuk, archeologische vondsten of ander erfgoed. Op dit fundament kan elke gemeente<br />
voortbouwen met andere elementen die de culturele identiteit versterken. 17<br />
Uiteindelijk maakt elke gemeente hierin een eigen keuze. Adviesbureau Berenschot dat in 2002<br />
een onderzoek verrichtte naar de culturele profielen <strong>van</strong> zestien middelgrote gemeenten in Nederland<br />
meende dat de gemeente pas als zij de basis, de qualifiers, op orde heeft, kan onderzoeken<br />
op welke onderdelen een onderscheidend profiel mogelijk is, oftewel winners kan identificeren.<br />
18 Uit het onderzoek bleek dat gemeenten kansen laten liggen omdat zij eerder geneigd zijn<br />
zwakke punten te versterken dan voort te bouwen op sterke punten.<br />
3.8 Cultuurtoerisme en stedelijke economie<br />
Een goed aanbod aan culturele voorzieningen en activiteiten trekt dagjesmensen en toeristen<br />
aan. Erfgoed kan daarin een factor <strong>van</strong> belang zijn. <strong>Gemeenten</strong> met een historische binnenstad,<br />
bijzondere musea of monumenten, cultuurhistorische festivals of ander interessant erfgoed<br />
hebben wat dat betreft een streepje voor. Toeristen maken immers ook gebruik <strong>van</strong> de plaatselijke<br />
horeca, winkelen wat in de omgeving en blijven soms overnachten. De aanwezigheid <strong>van</strong><br />
erfgoed(instellingen) heeft dan een positieve spin-off op het lokale bedrijfsleven en is daarmee<br />
een factor in de plaatselijke economie.<br />
In onderzoek naar de relatie tussen ruimtelijke ontwikkeling en toerisme en recreatie in kleine<br />
monumentale stadjes bleek dat erfgoed binnen deze gemeenten zowel direct wordt ingezet<br />
voor toerisme, als indirect wordt gebruikt als decor voor evenementen en attracties. 19 Niet dat<br />
toerisme en erfgoed in alle gevallen harmonieus samengaan. Ontwikkelingswensen <strong>van</strong>uit toerisme/recreatie<br />
– bijvoorbeeld openstelling <strong>van</strong> monumenten en recreatief gebruik <strong>van</strong> terreinen<br />
– staan soms haaks op de eisen voor behoud en beheer <strong>van</strong> erfgoedsites en kan de leefbaarheid<br />
in (binnen)stad of dorp onder druk zetten.<br />
14 Wijn, C. (2003) Gemeentelijk cultuur-<br />
beleid – een handleiding ( p.54)<br />
15 IPO (2005) Kiezen in cultuurbeleid<br />
(p. 10)<br />
16 Hoefnagels, D. (2000) Bestuursrecht:<br />
de relatie tussen musea en de overheid.<br />
In: Jansen, I (2004) Handreiking museum-<br />
beleid voor gemeenten<br />
17 Cachet, E.A. e.a. (2003) Culturele iden-<br />
titeit <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> gemeenten<br />
18 Drenth, B. e.a. (2002) Cultuurprofielen
19 DSP Groep (2004) Erfgoed en toe-<br />
risme. Een spannend akkoord<br />
20 Stelling erfgoedkoepels in: Erfgoed<br />
voor Toerisme (2003)<br />
21 Ministerie <strong>van</strong> OCW (2003) brochure<br />
Culturele Planologie<br />
Voor Nederland als geheel is historisch erfgoed een belangrijk onderdeel <strong>van</strong> het nationale toeristische<br />
product, dat wordt geafficheerd om internationaal toerisme aan te trekken en de eigen<br />
inwoners te verlokken tot een (korte) vakantie in eigen land.<br />
Om bezoekers erfgoed daadwerkelijk te laten ’beleven’ is een creatieve en herkenbare (re)presentatie<br />
daar<strong>van</strong> <strong>van</strong> belang. 20 Erfgoedinstellingen leveren daarin niet alleen een inhoudelijke<br />
bijdrage, maar kunnen bijvoorbeeld de plaatselijke VVV ook voorzien <strong>van</strong> ideeën en informatie<br />
voor wandel– en fietsroutes en wervingsbrochures. Het verbinden <strong>van</strong> verschillende historische<br />
elementen in een gemeente tot een integraal, erfgoedbreed verhaal over de geschiedenis <strong>van</strong> de<br />
omgeving kan een uitstapje extra interessant maken en uitnodigen tot herhaalbezoek. [6.6]<br />
3.9 Rol in ruimtelijke ontwikkeling<br />
Erfgoed maakt deel uit <strong>van</strong> het directe leefmilieu in een buurt of (deel)gemeente. Beheerstaken<br />
op dit gebied worden door de bevolking nauwlettend gevolgd. Ingrepen in de bebouwde omgeving<br />
of omliggend groen roepen vaak sterke reacties op. Maar niet alles wat oud is kan en moet<br />
bewaard blijven. Zo hebben veel <strong>Nederlandse</strong> gemeenten wijken die aan renovatie of herbouw<br />
toe zijn, met name wederopbouwbuurten met een groot aanbod <strong>van</strong> goedkope huurwoningen.<br />
Wel wordt het erfgoed <strong>van</strong> een bepaalde plek steeds vaker meegenomen in plannen voor stadsuitbreiding,<br />
nieuwbouw of renovatie <strong>van</strong> een wijk of herinrichting <strong>van</strong> het landschap.<br />
De ontwikkeling om cultuurhistorie in te zetten voor ruimtelijke ontwikkeling is door de rijksoverheid<br />
gestimuleerd. Zo was ‘culturele planologie’ een specifieke doelstelling binnen het eerste<br />
Actieplan Cultuurbereik. Van groot belang was ook de beleidsnota Belvedere (1999), die erfgoed<br />
zowel een rol geeft bij het definiëren en bewaken <strong>van</strong> ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit,<br />
als bij de invulling <strong>van</strong> ontwikkelingsgerichte planologie. De bedoeling is dat lokale cultuurhistorie<br />
als inspiratiebron ruimtelijke veranderingsprocessen verrijkt. Daarbij ligt het accent sterker op<br />
ontwikkeling dan puur op behoud. 21 We noemen hier ook het Actieprogramma Ruimte en Cultuur<br />
dat Belvederebeleid verbindt met architectuurbeleid en de Cultuurimpuls ISV(2) die daar<strong>van</strong><br />
onderdeel vormt [4.3]. Steeds vaker ook krijgen (industriële) monumenten binnen de gemeente<br />
een andere bestemming: als cultureel podium, kinderdagverblijf, atelier, verzamelgebouw voor<br />
creatieve industrie of horecagelegenheid.<br />
Via internet krijgen inwoners steeds meer mogelijkheden om besluitvormingsprocedures te<br />
volgen. Bij een aantal gemeente zijn kadastergegevens, (status <strong>van</strong>) bestemmingsplannen en<br />
trajectinformatie al met een muisklik onder handbereik. Om het verleden een plaats te geven in<br />
de toekomst is, naast samenwerking tussen verschillende vakdisciplines, ook actieve inbreng <strong>van</strong><br />
inwoners <strong>van</strong> groot belang. Erfgoedorganisaties kunnen op dit vlak behulpzaam zijn, onder meer<br />
door het aandragen <strong>van</strong> methodieken, historische gegevens en beeldmateriaal. Uit oogpunt <strong>van</strong><br />
cultuurbehoud is erfgoededucatie onmisbaar om achtergrond en context te geven aan ingrepen<br />
in de fysieke omgeving en hergebruik <strong>van</strong> historische gebouwen of (landschap)structuren. [6.6]<br />
Argumenten voor een samenhangend erfgoededucatiebeleid:<br />
• Elke gemeente heeft erfgoed.<br />
• Erfgoed heeft intrinsieke en instrumentele waarde voor gemeentelijk beleid.<br />
• Verantwoordelijkheden voor behoud en beheer <strong>van</strong> erfgoed zijn bij wet vastgelegd.<br />
• Erfgoed is een factor in autonoom gemeentelijk cultuurbeleid.<br />
• Erfgoed speelt een rol in cultuureducatie en het stimuleren <strong>van</strong> cultuurparticipatie.<br />
• Erfgoed is verweven met lokale identiteit en het fundament voor een cultureel profiel.<br />
• Erfgoed is inzetbaar voor stedelijk belang (toerisme en economie, ruimtelijke ontwikkeling)<br />
en maatschappelijk belang (sociale cohesie, integratie).
TRENDS EN
ONTWIKKELINGEN<br />
4.1 IN DE ERFGOEDSECTOR<br />
Digitale ontsluiting <strong>van</strong> erfgoed<br />
De digitale ontsluiting <strong>van</strong> erfgoed, die mede dankzij overheidssteun de laatste jaren goed op<br />
gang komt, betekent dat erfgoed beter toegankelijk wordt voor een breed publiek. Als een eerste<br />
kennismaking of voor kennisverdieping.<br />
Musea, archieven, foto- en filminstituten, Regionaal Historische Centra en bibliotheken presenteren<br />
steeds vaker gedeelten <strong>van</strong> hun collecties via internet. Erfgoedobjecten zijn zo <strong>van</strong> historische<br />
context te voorzien of binnen bepaalde thema’s te plaatsen. De gebruiker kan bijvoorbeeld <strong>van</strong>uit<br />
huis een online catalogus raadplegen en/of rechtstreeks toegang krijgen tot cultuurhistorische<br />
bronnen en objecten. Digitale kennismaking kan ertoe leiden dat mensen de stap maken naar de<br />
erfgoedinstelling zelf, bijvoorbeeld om daar die prachtige vaas of dat middeleeuwse handschrift<br />
met eigen ogen te bekijken. Overigens heeft niet elke erfgoedinstelling al een eigen website;<br />
vooral de kleinere ontbreekt het daartoe vaak aan expertise en financiën.<br />
Binnen de erfgoedinstelling zelf kunnen virtuele presentaties een bezoek vereenvoudigen of verrijken<br />
en bezoekers een blik bieden op niet geëxposeerd materiaal. Ook archeologische opgravingen<br />
zijn via een webcam voor een groot publiek open te stellen. Deels uit oogpunt <strong>van</strong> behoud,<br />
deels om kwetsbaar materiaal toch voor gebruik beschikbaar te maken, gaan veel instellingen er<br />
toe over delen <strong>van</strong> hun verzameling over te zetten op digitale bestanden.<br />
Samenwerking Regionaal Historische Centra<br />
Het beleid <strong>van</strong> de overheid is er sinds enkele jaren op gericht (collecties <strong>van</strong>) archieven voor<br />
een breder en groter publiek toegankelijk te maken. Het ministerie <strong>van</strong> OCW stimuleert daartoe<br />
bovengemeentelijke samenwerking tussen archieven onderling en met andere cultuurhistorische<br />
publieksinstellingen zoals bibliotheken. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden worden ‘Regionaal<br />
Historische Centra’ (RHC’s) genoemd. Het ministerie streeft ernaar dat in ieder geval in elke<br />
provinciehoofdstad het daar aanwezige rijksarchief opgaat in of deelneemt aan een RHC.<br />
Een RHC verstrekt niet alleen informatie over de eigen collectie, maar ook over andere bronnen in<br />
de regio. Omdat een RHC een breder publiek wil bereiken, is er aandacht voor nieuwe doelgroepen,<br />
zoals het onderwijs. Een belangrijk aandachtspunt is ook het digitaal beschikbaar maken <strong>van</strong><br />
bronnen. In Utrecht, Zuid-Holland, Zeeland, Overijssel, Gelderland, Friesland, Groningen en Flevoland<br />
zijn al RHC’s gerealiseerd. In de andere provincies lopen RHC-trajecten. (www.minocw.nl/rhc)<br />
Dagelijks leven en oral history<br />
Steeds meer mensen hebben belangstelling voor geschiedenis. Meer dan naar politieke ontwikkelingen<br />
en historische figuren gaat daarbij de interesse uit naar het dagelijks leven in vroeger eeuwen.<br />
Wonen, werken, kleding, voedsel, bouwen, feesten... hoe ging dat? Juist deze geschiedenis<br />
<strong>van</strong> gewone mensen en hun dagelijkse dingen is bij uitstek het terrein <strong>van</strong> de erfgoededucatie.<br />
Een tweede belangrijke ontwikkeling is de aandacht voor oral history: mondeling overgedragen<br />
verhalen en gebeurtenissen. Het gaat hierbij om persoonlijke ervaringen of herinneringen die de<br />
geschiedenisboeken meestal niet halen. Vaak is er een zeker gevoel <strong>van</strong> urgentie: om oral history<br />
voor latere generaties te kunnen bewaren moet deze worden opgetekend zolang er mensen zijn<br />
die over een bepaalde periode of gebeurtenis kunnen vertellen. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen<br />
die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, maar evengoed voor de eerste generatie<br />
migranten.<br />
Living history<br />
In erfgoededucatie en cultuurtoerisme wordt volop geëxperimenteerd met vormen <strong>van</strong> levende<br />
geschiedenis. De hedendaagse (cultuur)consument verwacht namelijk naast informatie vooral<br />
‘beleving’. Het naspelen (re-enactment) <strong>van</strong> historische gebeurtenissen is populair en zelfs een<br />
sterk groeiende vorm <strong>van</strong> vrijetijdsbesteding. Op een aantal plaatsen is living history een onderdeel<br />
<strong>van</strong> het totale programma, zoals op het VOC-schip de Batavia in Lelystad en in geschiedenispark<br />
Archeon in Alphen aan den Rijn. Utrecht had in 2005 de primeur <strong>van</strong> het eerste grote living<br />
history festival; 150 acteurs brachten als chirurgijns en kruidenvrouwtjes de stad terug naar de<br />
‘medische prehistorie’.<br />
Het Landelijk Platform voor Levende Geschiedenis (www.lplg.nl) is een overkoepelend orgaan<br />
voor <strong>Nederlandse</strong> verenigingen die zich bezighouden met levende geschiedenis en het naspelen
22<br />
Onderwijsraad (2005) De stand <strong>van</strong><br />
educatief Nederland<br />
<strong>van</strong> historische gebeurtenissen. Onderwerpen variëren <strong>van</strong> de Vikingen en de Romeinse tijd tot<br />
Napoleontische veldslagen en de Tweede Wereldoorlog. Bij veel verenigingen speelt het militaire<br />
aspect een hoofdrol, maar ook het dagelijks leven krijgt veel aandacht. De grootste clubs tellen<br />
ruim 100 leden, andere bestaan uit een handvol mensen. Alle verenigingen maken werk <strong>van</strong> presentaties<br />
voor het publiek, zoals educatieve voorstellingen op scholen en in musea, demonstraties<br />
<strong>van</strong> handwerk, muzikale uitvoeringen en het naspelen <strong>van</strong> veldslagen.<br />
4.2 SOCIAAL-CULTURELE ONTWIKKELINGEN<br />
Canon <strong>van</strong> Nederland<br />
In opdracht <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> OCW presenteerde een commissie onder leiding <strong>van</strong> prof. dr.<br />
Frits <strong>van</strong> Oostrom in oktober 2006 een Canon <strong>van</strong> Nederland. Dat gebeurde op advies <strong>van</strong> de<br />
Onderwijsraad die constateerde dat de (chronologische) historische kennis <strong>van</strong> Nederlanders te<br />
wensen overliet. Dit zou deels te wijten zijn aan het geringe aantal lesuren geschiedenis binnen<br />
het onderwijs, dat tegenwoordig bovendien meer gericht is op vaardigheden dan op parate kennis.<br />
Kortom, er zou behoefte zijn aan een compilatie <strong>van</strong> ‘die waardevolle onderdelen <strong>van</strong> onze<br />
cultuur en geschiedenis die we via het onderwijs aan nieuwe generaties willen doorgeven.’ 22 Of<br />
zoals de commissie-Van Oostrom het formuleerde: ‘Het geheel <strong>van</strong> belangrijke personen, teksten,<br />
kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich<br />
ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven. Niet alleen de positieve verhalen, zoals die over<br />
de Gouden Eeuw, maar ook de zwarte bladzijden <strong>van</strong> het koloniale verleden (www.decanon<strong>van</strong>nederland.nl).<br />
Behalve in het onderwijs zou een canon een functie kunnen hebben als inspiratiebron voor<br />
(erfgoed)instellingen als musea en als hulpmiddel bij inburgering <strong>van</strong> nieuwe Nederlanders.<br />
De canoncommissie heeft het verhaal <strong>van</strong> Nederland in vijftig ‘vensters’ ingedeeld: hoofdpersonen,<br />
gebeurtenissen of thema’s aan de hand waar<strong>van</strong> een breder verschijnsel wordt behandeld.<br />
Vanuit daaruit wordt vertakt en doorverwezen. De canon, die begint met de Hunebedden en<br />
besluit met de euro, is een vertrekpunt: op een speciale website kan iedereen zijn bijdrage toevoegen.<br />
Twee aanbevelingen uit het rapport dat de feitelijke canon vergezelde, richten zich direct op<br />
provincies en gemeenten. Met nadruk adviseert de commissie initiatieven te ondernemen gericht<br />
op de ontwikkeling <strong>van</strong> een lokale canon en ziet daar een rol voor de Stichting Erfgoed Nederland<br />
en de VNG. Daarnaast beveelt de commissie de samenwerking tussen scholen en instellingen op<br />
lokaal niveau te bevorderen. (www.decanon<strong>van</strong>nederland.nl en www.entoen.nu )<br />
Aandacht voor culturele diversiteit<br />
Het Actieplan Cultuurbereik 2001-2004 zette culturele diversiteit op de agenda <strong>van</strong> overheden<br />
en culturele instellingen. Het feit dat Nederland zich heeft ontwikkeld tot een multiculturele<br />
samenleving zou ook tot uiting moeten komen in een hogere cultuurparticipatie <strong>van</strong> allochtone<br />
inwoners en ‘kleuring’ <strong>van</strong> het personeelsbestand <strong>van</strong> culturele instellingen. Als mogelijkheden<br />
om nieuwe publieksgroepen over de drempel te trekken, werden onder meer genoemd: in<br />
programmering meer aansluiten op behoeften <strong>van</strong> inwoners met een andere culturele bagage,<br />
confrontatie met cultuur buiten de muren <strong>van</strong> de gevestigde instellingen en een doelgroepgerichte<br />
benadering in marketing en publiciteit. Cultuureducatie in het onderwijs en daarbuiten zou<br />
een eerste stap zijn om allochtone jongeren voor cultuur te interesseren.<br />
Op het gebied <strong>van</strong> erfgoed vertaalt culturele diversiteit zich onder meer in aandacht voor het erfgoed<br />
<strong>van</strong> allochtone bevolkingsgroepen en voor hun bijdrage aan de <strong>Nederlandse</strong> cultuur. [6.4]<br />
Huis voor de Culturele Dialoog<br />
Het kabinet Balkenende heeft in juni 2006 op voorstel <strong>van</strong> de staatssecretarissen <strong>van</strong> BuZa en<br />
OCW ingestemd met het driejarige pilot-programma ‘Huis voor de Culturele Dialoog’. Doel <strong>van</strong> het<br />
Huis is de dialoog tussen groepen oude en nieuwe Nederlanders te intensiveren, waarbij kunst en<br />
cultuur een zeer belangrijke rol spelen. Ook de VNG vindt dit een belangrijk item.<br />
Het Huis zal zich profileren via optimaal gebruik <strong>van</strong> nieuwe media en kwalitatief hoogstaande<br />
artistieke presentaties. Hiertoe zal het Huis onder meer verbindingen leggen met herkomstlanden<br />
<strong>van</strong> migranten en contacten onderhouden met vergelijkbare initiatieven in Europa.<br />
In de pilot-fase ligt het zwaartepunt bij programmering op bestaande locaties, waarbij het Huis<br />
voornamelijk als platform en netwerk fungeert. Een landelijke regiekamer <strong>van</strong> het Huis, vooralsnog<br />
in Rotterdam, accentueert dat het om een nationaal initiatief gaat en biedt landelijke coördinatie.<br />
In het najaar <strong>van</strong> 2006 wordt het Huis officieel gelanceerd via een nationaal programma dat<br />
in eerste instantie ruimte biedt aan de initiatieven <strong>van</strong> de vier grote steden (G4), maar zich in een<br />
0
volgend stadium ook op andere gemeenten zal richten.<br />
Voor de pilot ‘Huis voor de Culturele Dialoog’ is voorzien in een subsidiebedrag <strong>van</strong> € 5 miljoen<br />
voor de periode 2006-2008.<br />
Cultuureducatie en sociale cohesie<br />
Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering, globalisering en toenemende culturele<br />
diversiteit in bevolkingssamenstelling leiden tot zorgen over het gebrek aan maatschappelijke<br />
binding. Sociale cohesie is dan ook steeds vaker een expliciete doelstelling <strong>van</strong> overheidsbeleid,<br />
zowel landelijk als lokaal. De definitie die het best aansluit bij actuele beleidsbedoelingen luidt:<br />
‘De mate waarin mensen in gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij<br />
maatschappelijke verbanden in hun persoonlijke leven, als burger in de maatschappij en als lid<br />
<strong>van</strong> de samenleving. 23 ’ In veel publicaties wordt ‘sociale cohesie’ verbonden met het begrip goed<br />
‘burgerschap’ (citizenship), als een set individuele competenties die noodzakelijk zijn voor het<br />
realiseren <strong>van</strong> sociale samenhang.<br />
Naast onderwijs kunnen ook kunst- en erfgoededucatie volgens beleidsmakers een bijdrage<br />
leveren aan sociale cohesie, vooral door sociale uitsluiting <strong>van</strong> specifieke groepen te voorkomen.<br />
Harde gegevens over de effecten <strong>van</strong> cultuureducatie op sociale cohesie ontbreken echter nog.<br />
Wel concludeerden museumdirecteuren, programmamakers en deelnemers in een verkennende<br />
publicatie dat via cultuureducatie nieuwe doelgroepen worden bereikt en dat de resultaten<br />
– hoewel bescheiden – positief zijn. ‘Deelnemers beleven meer plezier aan kunst en cultuur, ontdekken<br />
een zinvolle vrijetijdsbesteding, ontwikkelen meer zelfvertrouwen en verwerven grotere<br />
sociale vaardigheden. De ontmoeting <strong>van</strong> groepen met een andere culturele achtergrond of uit<br />
een andere leeftijdsgroep levert nieuwe inzichten en contacten op (...). 24<br />
Invulling voor civil society<br />
Civil society is een steeds vaker terugkerend begrip in nationaal en lokaal overheidsbeleid. Het<br />
betekent letterlijk vertaald: de beschaafde samenleving. De ‘civil society’ is in veel definities ook<br />
dat deel <strong>van</strong> de samenleving dat niet wordt beheerst door de markt of de overheid. In Nederland<br />
staat de term vaak voor allerhande initiatieven en activiteiten die <strong>van</strong>uit de samenleving zelf<br />
worden opgezet.<br />
Verschillende wetenschappers benadrukken het belang <strong>van</strong> de civil society voor sociale cohesie.<br />
Binnen de civil society zouden mensen zich (opnieuw) inzetten voor gemeenschappelijke waarden<br />
en normen.<br />
<strong>Gemeenten</strong> in Nederland bezinnen zich op dit moment hoe ze een goede invulling kunnen<br />
geven aan het begrip civil society. Voorbeelden daar<strong>van</strong> zijn: werken aan leefbaarheid en sociale<br />
samenhang in buurt en wijk, bevorderen <strong>van</strong> sociale participatie en vrijwilligerswerk door<br />
mensen met een uitkering. In dergelijke projecten kan ook erfgoededucatie een rol spelen.<br />
(www.vngnetwerken.nl)<br />
4.3 FYSIEKE OMGEVING<br />
Verdrag <strong>van</strong> Malta beschermt bodemarchief<br />
Hoewel bij opgravingen soms bijzondere voorwerpen gevonden worden, betekent dit ook de<br />
vernietiging <strong>van</strong> ‘bodemarchief’. Beter is het om dit erfgoed te behouden en het ‘mee te nemen’ in<br />
ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Dit is een belangrijk uitgangspunt <strong>van</strong> het Europese Verdrag<br />
<strong>van</strong> Valetta uit 1992 (Malta), dat Nederland heeft ondertekend.<br />
Praktische uitwerking <strong>van</strong> Malta is dat (verwachte) archeologische waarden voor een bepaald<br />
gebied in kaart moeten worden gebracht bij ruimtelijke plannen als bestemmingsplannen en<br />
ontgrondingen.<br />
Het Verdrag <strong>van</strong> Malta introduceert ook, analoog aan de milieuwetgeving, het zogeheten veroorzakerprincipe:<br />
de ‘bodemverstoorder’ betaalt. Wie de bodem in wil op een plek waar archeologische<br />
waarden worden vermoed, moet in ieder geval het archeologisch vooronderzoek betalen. De<br />
uitkomsten <strong>van</strong> dat onderzoek zijn bepalend voor de verdere gang <strong>van</strong> zaken. Dat kan inhouden<br />
dat de geplande werkzaamheden gewoon kunnen plaatsvinden, of dat de bodemverstoorder een<br />
opgraving moet financieren. Terreinbeheerders, bouwers en andere (grond)ontwikkelaars zijn<br />
zich door Malta meer bewust <strong>van</strong> de mogelijke waarde <strong>van</strong> archeologische resten in de bodem.<br />
Toegankelijke publieksinformatie vergroot daarbij het draagvlak voor archeologie als onderdeel<br />
<strong>van</strong> onze cultuurhistorie.<br />
Belvedere: behoud door ontwikkeling<br />
Cultuurhistorische kwaliteiten kunnen fungeren als een inspiratiebron en kwaliteitsimpuls voor<br />
1<br />
23<br />
Schnabel. P. (2000) in : Kamp <strong>van</strong> der,<br />
M. & Otte<strong>van</strong>ger, D. (2003) Cultuureducatie<br />
en sociale cohesie. Een verkennend<br />
onderzoek (p.16)<br />
24<br />
Cultuurnetwerk Nederland/Museumvereniging:<br />
Blauwdruk- Vier musea en<br />
social inclusion (p.32 )
uimtelijke opgaven. Denk bijvoorbeeld aan waterbeheer, stadsvernieuwing en reconstructie <strong>van</strong><br />
het landelijk gebied. Erfgoed kan op haar beurt gebaat zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze<br />
kunnen erfgoed in een nieuwe context plaatsen, een nieuwe (woon/werk) functie bieden of een<br />
economische impuls geven voor behoud en beheer.<br />
De denk- en werkwijze ‘behoud door ontwikkeling’ kreeg in 1999 zijn beslag in de beleidsnota<br />
Belvedere, een initiatief <strong>van</strong> vier ministeries (VROM, OCW, LNV en V&W). De nota was bedoeld om<br />
beleidsmakers, marktpartijen en cultuurhistorische- en ruimtelijke beroepsgroepen te inspireren<br />
in provinciaal en lokaal beleid, bij concrete ontwerpopgaven en ruimtelijke plannen. Ondersteuning<br />
kwam er ook, in de vorm <strong>van</strong> een projectbureau en een subsidieregeling (www.belvedere.nl).<br />
Als voorbeeld <strong>van</strong> toepassing <strong>van</strong> het Belvedèrebeleid lanceerde het rijk de Nieuwe Hollandse<br />
Waterlinie als nationaal project.<br />
Actieprogramma Ruimte en Cultuur<br />
In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur (ARC) worden het architectuurbeleid en het Belvederebeleid<br />
voor de periode 2005-2008 gebundeld. Zeven departementen (OCW, VROM, LNV, V&W,<br />
BuZa, EZ en Defensie) werken daarbij samen. Het is de bedoeling dat het Actieprogramma opdrachtgevers,<br />
zoals decentrale overheden en marktpartijen, stimuleert tot kwalitatief hoogwaardige<br />
ruimtelijke ontwikkelingen. Vroegtijdig inschakelen <strong>van</strong> ontwerpers en speciale aandacht<br />
voor cultuurhistorische kwaliteit vormen de basis. Het Actieprogramma voorziet in stimuleringsmaatregelen,<br />
kennisontwikkeling, investeringsbudgetten en een betere toepassing <strong>van</strong> wettelijke<br />
instrumenten, zoals Welstand en de Wet op de architectentitel. Daarnaast zijn dertien uitvoeringsprojecten<br />
benoemd, variërend <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> bedrijventerreinen tot de problematiek<br />
<strong>van</strong> waterberging. Een belangrijke rol is weggelegd voor rijksgesubsidieerde architectuur- en<br />
erfgoedinstellingen.<br />
Cultuurimpuls ISV: de krachtige stad<br />
Een <strong>van</strong> de maatregelen die plaatsvinden in het kader <strong>van</strong> het Actieprogramma Ruimte en Cultuur<br />
is de Cultuurimpuls in het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2005-2009. De Cultuurimpuls<br />
ISV(2) houdt in dat cultuur en cultuurhistorie worden ingezet bij stedelijke vernieuwingsprocessen.<br />
Aan de hand <strong>van</strong> een meerjaren ontwikkelingsplan zijn met de dertig grote gemeenten<br />
afspraken gemaakt over de inbreng <strong>van</strong> cultuur en cultuurhistorie in de herstructurering <strong>van</strong> de<br />
(naoorlogse) wijken. Prestatieafspraken met de betrokken gemeenten zijn vastgelegd in convenanten<br />
met het Rijk.<br />
4.4 Ontwikkelingen in het onderwijs<br />
Een aantal actuele ontwikkelingen in het onderwijs wordt beschreven in hoofdstuk 5. Het gaat<br />
om de impuls <strong>van</strong>uit het ministerie <strong>van</strong> OCW om cultuureducatie te verankeren in het primair<br />
onderwijs, de implicaties <strong>van</strong> de nieuwe kerndoelen in het primair onderwijs, de invoering <strong>van</strong> de<br />
tien tijdvakken <strong>van</strong> De Rooij in het geschiedenisonderwijs, nieuwe kerndoelen en de introductie<br />
<strong>van</strong> leergebieden in de onderbouw <strong>van</strong> het voortgezet onderwijs en de ontwikkeling <strong>van</strong> cultuurprofielscholen.
ERFGOEDEDUCATIE
IN HET ONDERWIJS<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is een onlosmakelijk deel <strong>van</strong> cultuureducatie dat voor scholen hoog op<br />
de agenda staat. Daarnaast is erfgoed een goed instrument om ‘gewone lesstof’ te verduidelijken,<br />
omdat het een herkenbare relatie legt met de leefomgeving <strong>van</strong> leerlingen. Voor<br />
elke vorm <strong>van</strong> erfgoededucatie in het onderwijs is samenwerking en afstemming tussen<br />
scholen en erfgoedinstellingen <strong>van</strong> cruciaal belang. <strong>Gemeenten</strong> kunnen daarbij een rol<br />
<strong>van</strong> betekenis spelen.<br />
5.1 Rijk stimuleert doorlopende leerlijn cultuureducatie<br />
In 1996 initieerde het ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) het project Cultuur<br />
en School. Dit heeft tot doel leerlingen <strong>van</strong> elke leeftijd en elk schoolniveau in aanraking te<br />
brengen met kunst en cultuur. Van jongs af aan, in een (te ontwikkelen) doorlopende leerlijn <strong>van</strong><br />
basisschool tot eindexamen voortgezet onderwijs. In dit stimuleringsbeleid zijn gemeenten en<br />
provincies belangrijke partners. Zij stellen zich onder meer tot taak structurele samenwerkingsrelaties<br />
tussen culturele (erfgoed-)instellingen en scholen tot stand te brengen, informatie goed<br />
toegankelijk te maken en de ontwikkeling <strong>van</strong> ‘vraaggestuurd’ aanbod te stimuleren.<br />
Het belang <strong>van</strong> cultuureducatie werd in 2006 opnieuw onderstreept door het gezamenlijke advies<br />
‘Onderwijs in cultuur’ <strong>van</strong> de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Dit bevat aanbevelingen<br />
om de positie <strong>van</strong> cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs verder te verstevigen.<br />
De raden meldden de minister en staatssecretaris <strong>van</strong> OCW daarin onder meer dat zij educatie als<br />
een <strong>van</strong> de kerntaken <strong>van</strong> culturele instellingen beschouwen. Uit het advies: ‘ Gezien het belang<br />
<strong>van</strong> cultuur voor de samenleving is het belangrijk dat ieder individu onbelemmerd toegang heeft<br />
tot het culturele aanbod. Cultuureducatie kan burgers toerusten met de benodigde culturele<br />
competenties, zodat zij naar eigen keuze kunnen participeren in het culturele leven. 25<br />
Omdat structurele aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs in feite begint bij kennis en<br />
enthousiasme <strong>van</strong> leerkrachten, wordt er al <strong>van</strong>af 2001 aan gewerkt om kunst- en erfgoededucatie<br />
in het curriculum <strong>van</strong> de pabo’s te verankeren. Daarnaast is een leergang ‘cultuurcoördinator in<br />
het primair onderwijs’ in ontwikkeling. Een cursus ‘intern cultuurcoördinator’ is nu al beschikbaar<br />
voor leerkrachten in het primair onderwijs en educatief medewerkers <strong>van</strong> culturele instellingen.<br />
Aangespoord door het succes <strong>van</strong> het project Cultuur en School–Pabo, startte in schooljaar 2004-2005<br />
een pilot om ook bij lerarenopleidingen in het hoger en universitair onderwijs structurele aandacht<br />
voor cultuureducatie te bewerkstelligen. In dit kader ontwikkelen een aantal lerarenopleidingen<br />
plannen om studenten te leren duurzame relaties te creëren tussen scholen en culturele<br />
instellingen. Voor de verbreding <strong>van</strong> dit project Cultuur en School-Lerarenopleidingen VO heeft het<br />
ministerie <strong>van</strong> OCW extra middelen beschikbaar gesteld voor de periode 2005-2008. Beide projecten<br />
worden begeleid door Cultuurnetwerk Nederland en Erfgoed Actueel.<br />
5.1.1 Cultuureducatie in het basisonderwijs<br />
Vanaf het schooljaar 2004-2005 ont<strong>van</strong>gt een toenemend aantal basisscholen <strong>van</strong> het ministerie<br />
<strong>van</strong> OCW een schoolgebonden budget voor cultuureducatie <strong>van</strong> € 10,90 per leerling. Doel <strong>van</strong> deze<br />
regeling is dat cultuureducatie een vaste plaats krijgt in het lesprogramma <strong>van</strong> de basisscholen. De<br />
extra financiële steun moet basisscholen in staat stellen een eigen visie op cultuureducatie te ontwikkelen<br />
en deze, in samenwerking met hun culturele omgeving, te vertalen in een concrete vraag<br />
naar activiteiten. Om scholen die pas sinds kort meedoen hiervoor meer tijd te gunnen, besloot de<br />
minister <strong>van</strong> OCW de Regeling Versterking Cultuureducatie in het primair onderwijs 2004-2007 met een<br />
jaar te verlengen. Het geoormerkte budget voor cultuureducatie blijft nu <strong>van</strong> kracht tot het schooljaar<br />
2008-2009. 26 Na die datum zal bedoelde bijdrage deel uitmaken <strong>van</strong> de overeengekomen<br />
lumpsum financiering, die scholen de vrije keus laat in de besteding <strong>van</strong> hun financiële middelen.<br />
Om de doelstelling <strong>van</strong> de Regeling te realiseren maakten het ministerie <strong>van</strong> OCW, de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) een aanvullende<br />
bestuurlijke afspraak. Ook dit flankerende beleid is met een jaar verlengd. Dat houdt in dat de<br />
dertig grote gemeenten en alle provincies nog tot 2008 jaarlijks een geoormerkte bijdrage ont<strong>van</strong>gen<br />
voor het stimuleren <strong>van</strong> netwerkvorming en het ondersteunen <strong>van</strong> scholen en culturele<br />
(erfgoed)instellingen bij het ontwikkelen <strong>van</strong> visie en vraaggestuurd aanbod.<br />
25 Onderwijsraad, Raad voor Cultuur<br />
(2006) Onderwijs in Cultuur<br />
25 Ministerie <strong>van</strong> OCW (2006) Voort-<br />
gangsrapportage Cultuur en School
In regio’s met relatief weinig culturele instellingen zijn de provincies verantwoordelijk voor de<br />
gewenste afstemming tussen vraag en aanbod. Een (tijdelijk) projectbureau <strong>van</strong> het ministerie<br />
coördineert de landelijke activiteiten in het kader <strong>van</strong> de Regeling, zoals deskundigheidsbevordering<br />
en kennisoverdracht. In het Innovatieplatform Primair Onderwijs, opgericht in 2006, zijn<br />
alle rele<strong>van</strong>te projecten op het gebied <strong>van</strong> innovatie in het primair onderwijs samengebracht.<br />
Hieronder VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs), Teamonderwijs op maat en Kennisnet. Ook<br />
cultuureducatie is hier als project vertegenwoordigd.<br />
5.1.2 Voortgezet onderwijs: cultuurvouchers en CKV<br />
Het ministerie <strong>van</strong> OCW stimuleert cultuureducatie in het voorgezet onderwijs met de uitgifte<br />
<strong>van</strong> CKV-vouchers. In de onderbouw <strong>van</strong> het voorgezet onderwijs worden deze cultuurvouchers,<br />
ter waarde <strong>van</strong> € 5,75 per leerling per jaar, klassikaal gebruikt. De vouchers zijn breed inzetbaar:<br />
voor reguliere kunstvakken, maar ook voor culturele activiteiten gekoppeld aan vakken als geschiedenis,<br />
biologie of aardrijkskunde en voor vakoverstijgende projecten. Ook zijn de vouchers<br />
te gebruiken voor de ontwikkeling <strong>van</strong> projecten in samenwerking met een erfgoed- of andere<br />
culturele instelling.<br />
Voor leerlingen in de tweede fase vmbo, havo en vwo zijn CKV-vouchers a € 22,50 beschikbaar,<br />
individueel te besteden voor het bezoeken <strong>van</strong> culturele instellingen en deelnemen aan culturele<br />
activiteiten in het kader <strong>van</strong> het vak CKV.<br />
Het systeem <strong>van</strong> cultuurvouchers zal in schooljaar 2008-2009 worden ver<strong>van</strong>gen door een bredere<br />
cultuurkaart voor jongeren. Het is de bedoeling dat deze ‘cultuurchipknip voor jongeren’ een<br />
open systeem wordt, zodat ook andere partijen zoals gemeenten, private sponsors of ouders het<br />
tegoed kunnen opwaarderen.<br />
Het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming werd in het schooljaar 1999-2000 ingevoerd in de<br />
tweede fase <strong>van</strong> het voortgezet onderwijs. CKV is verplicht voor alle leerlingen in de bovenbouw<br />
<strong>van</strong> het voortgezet onderwijs. Vwo-leerlingen met een klassieke taal in hun pakket volgen het vak<br />
Klassieke Culturele Vorming (KCV). Vanaf 2007 kunnen ook andere leerlingen hiervoor kiezen.<br />
De invulling <strong>van</strong> CKV/KCV verschilt <strong>van</strong> school tot school, maar ‘cultuurdeelname’ is altijd een<br />
expliciet doel. Een aantal erfgoedinstellingen heeft, naast het gewone educatieve aanbod, een<br />
speciaal aanbod voor CKV ontwikkeld. 27<br />
Hoe past erfgoed binnen cultuureducatie?<br />
Erfgoed biedt leerlingen op de eerste plaats zicht op elementen die wij samen ‘cultuur’<br />
noemen, variërend <strong>van</strong> kunstuitingen en architectuur tot dagelijkse voorwerpen,<br />
sociale gebruiken, verhalen en tradities. Meer specifiek kan het een kapstok zijn voor<br />
lessen over kunstgeschiedenis, waarbij leerlingen in hun eigen omgeving bepaalde<br />
(bouw)stijlkenmerken leren herkennen of aan de hand <strong>van</strong> museumobjecten begrippen<br />
uit de beeldende kunst leren hanteren. Het gaat bij erfgoededucatie ook om het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> cultureel bewustzijn. Contact met erfgoed leidt veelal tot meer waardering<br />
voor de eigen omgeving en creëert draagvlak voor cultuurbehoud.<br />
Cultuureducatie is niet alleen onderwijs over, maar ook door en met cultuur. In dat laatste<br />
geval is erfgoed het instrument om bepaalde kennis of competenties te verwerven. Een<br />
monument bijvoorbeeld biedt leerlingen méér dan een blik op de architectuurgeschiedenis;<br />
het vertelt ook iets over de maatschappij waarin het een plaats kreeg en kan een<br />
kapstok zijn voor wiskunde (verhoudingen) en geografie (streekgebonden materiaal).<br />
27 Ministerie <strong>van</strong> OCW (2006) Voort-<br />
gangsrapportage Cultuur en School<br />
5.1.3 Cultuurprofielscholen<br />
In het kader <strong>van</strong> Cultuur en School heeft het ministerie <strong>van</strong> OCW sinds 2004 een twintigtal<br />
scholen voor voortgezet onderwijs de mogelijkheid geboden zich te ontwikkelen tot ‘cultuurprofielschool’.<br />
Een school kan zich op cultuurgebied profileren door kunst en erfgoed inhoudelijk te<br />
integreren in het curriculum en/of actief te werken aan talentontwikkeling. Ook het bevorderen<br />
<strong>van</strong> de samenwerking tussen het vmbo en het mbo-kunstvakonderwijs en samenwerking met<br />
het hbo-kunstvakonderwijs valt onder deze noemer. Nog eens twintig ‘voorhoedescholen’ op het<br />
gebied <strong>van</strong> cultuureducatie hebben gefungeerd als referentieschool voor de cultuurprofielscho-
len. Na 2005 zal het Rijk de ontwikkeling <strong>van</strong> cultuurprofielscholen blijven stimuleren, ditmaal via<br />
gerichte ondersteuning <strong>van</strong> initiatief <strong>van</strong>uit het veld (helpdesk, keurmerk e.d.) 28 (www.kpcgroep.<br />
nl/cultuurprofielscholen).<br />
5.1.4 Nieuwe middelen voor cultuureducatie<br />
Vanaf augustus 2006 kunnen zowel culturele instellingen als scholen fondsgelden aanvragen in<br />
het kader <strong>van</strong> een speciale regeling voor cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs.<br />
Dit extra geld is ondergebracht bij de Mondriaan Stichting en het Fonds voor Amateurkunst en<br />
Podiumkunsten. Gezamenlijk steunen deze fondsen voorbeeldstellende educatieve projecten op<br />
het gebied <strong>van</strong> alle kunstdisciplines en erfgoed. Subsidievoorwaarden zijn: samenwerking tussen<br />
culturele instellingen en scholen voor primair of voortgezet onderwijs en een project <strong>van</strong> landelijk<br />
belang.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong>: product <strong>van</strong> lokale samenwerking<br />
Om basisscholen en erfgoedaanbieders binnen een gemeente om de tafel te krijgen<br />
ging in 2004 ‘ Erfgoed à la Carte’ <strong>van</strong> start, een landelijk stimuleringsproject <strong>van</strong> Erfgoed<br />
Actueel, opgezet in samenwerking met SLO. Kern <strong>van</strong> het concept is het creëren of verstevigen<br />
<strong>van</strong> samenwerkingsverbanden tussen basisscholen en erfgoedinstellingen. Dit als<br />
solide basis voor het lokaal ontwikkelen en verankeren <strong>van</strong> een doorgaande leerlijn erfgoededucatie<br />
in het primair onderwijs. Trekkers en penvoerders <strong>van</strong> de plaatsgebonden<br />
projecten zijn onderwijsbegeleidingsdiensten, erfgoedhuizen, maar ook gemeenten. In<br />
2005 gingen verspreid over het land 15 samenwerkingsverbanden <strong>van</strong> start. De verwachting<br />
is dat deze zo nuttig blijken dat ze ook als de stimuleringssubsidie <strong>van</strong> Erfgoed à la<br />
Carte na 2007 eindigt overeind zullen blijven. ∆ Zie ‘Reizen in de Tijd<br />
Een project met een vergelijkbare doelstelling wordt onder de naam Erfgoedspoor verzorgd<br />
door het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Het Erfgoedhuis legt contact met basisscholen<br />
en erfgoedinstellingen binnen een gemeente om uiteindelijk te komen tot meerjarenafspraken<br />
over een aanbod waarin alle partijen zich kunnen vinden. Eindresultaat is een<br />
programma waarbij elke leeftijdsgroep <strong>van</strong> de basisschool een ander erfgoedproject in<br />
de eigen omgeving doet.<br />
Dat samenwerking binnen een gemeente ‘werkt’, blijkt ook uit het succes <strong>van</strong> het al langer<br />
lopende project Museum & School voor basisscholen in de regio Leiden. Gekoppeld aan<br />
een voorbereidende en afsluitende les op school bezoeken leerlingen elk schooljaar een<br />
andere instelling, waardoor ze bij het verlaten <strong>van</strong> de basisschool kennis hebben gemaakt<br />
met een breed aanbod aan erfgoed. Museum & School Leiden is, in een andere vorm, ook<br />
beschikbaar voor het voortgezet onderwijs. (www.museumgroep.nl)<br />
Op basis <strong>van</strong> het Leidse model zijn op verschillende plaatsen in Nederland soortgelijke<br />
programma’s ontwikkeld, waaraan naast musea ook andere erfgoedinstellingen<br />
deelnemen.<br />
5.2 Erfgoed inpasbaar in het reguliere onderwijsprogramma<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is in feite altijd ‘cultuureducatie’, maar heeft daarnaast ook een functie in het<br />
onderwijs als het ontwikkelen <strong>van</strong> cultureel bewustzijn en cultuurparticipatie niet het hoofddoel<br />
zijn. Werken met erfgoed kan lesstof verdiepen en verduidelijken door een relatie te leggen met<br />
tastbare objecten, patronen en verhalen uit het verleden in de directe omgeving <strong>van</strong> de leerling<br />
(omgevingsonderwijs). Zo is het mogelijk aan de hand <strong>van</strong> lokaal erfgoed – historische foto’s <strong>van</strong><br />
het centrum, oude gebruikvoorwerpen, een op het oog nietszeggend heuveltje – een link te leggen<br />
met leerstof in het boek. Dat geldt bijvoorbeeld voor geschiedenis waar erfgoed een goede<br />
kapstok is voor onderwijs volgens de tien tijdvakken <strong>van</strong> De Rooij (zie kader), voor aardrijkskunde,<br />
maatschappijleer en beeldende vorming. Maar ook in vakken als taal, natuur en milieu, economie,<br />
techniek en verzorging kan erfgoed een opstapje zijn naar nieuwe kennis en het oefenen <strong>van</strong><br />
vaardigheden. Daarnaast biedt erfgoededucatie veel mogelijkheden voor projecten en vakoverstijgend<br />
onderwijs.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> komt niet bovenop het al volle lesprogramma, maar is vaak lesstofver<strong>van</strong>gend
De geschiedenis in tien tijdvakken<br />
inpasbaar en sluit aan bij (nieuwe) kerndoelen en methoden in het basis- en voortgezet onderwijs.<br />
In lijn met actuele onderwijsvernieuwingen nodigt erfgoededucatie uit tot onderzoekend<br />
en ervaringsgericht leren, tot samenwerken in groepjes en het ontwikkelen <strong>van</strong> vaardigheden,<br />
bijvoorbeeld in presentatie en ICT-gebruik. Centraal staat de aansluiting op de leefwereld <strong>van</strong> de<br />
leerling. Dat geldt zowel voor het primair als voor het voortgezet onderwijs, zowel voor de onderbouw<br />
als voor de tweede fase vmbo en havo/vwo.<br />
<strong>Gemeenten</strong> hebben uiteraard geen bemoeienis met inhoud of didactiek <strong>van</strong> lesprogramma’s.<br />
Wel kan de (cultuur)ambtenaar erfgoedinstellingen stimuleren om, in overleg met scholen in de<br />
omgeving, erfgoedaanbod voor het onderwijs te ontwikkelen. De gemeente kan het ontstaan<br />
<strong>van</strong> netwerken stimuleren of binnen bestaande netwerken voor cultuureducatie de aandacht <strong>van</strong><br />
scholen vestigen op de bruikbare inbreng <strong>van</strong> erfgoed in het ‘gewone’ onderwijsprogramma.<br />
Het geschiedenisonderwijs verandert. Om kennis en begrip <strong>van</strong> het verleden te bevorderen<br />
worden voortaan in alle onderwijstypen tien vast omschreven perioden als kapstok<br />
gebruikt. De Oudheid heet voortaan ‘de tijd <strong>van</strong> Grieken en Romeinen’, de Middeleeuwen<br />
gaan verder als ‘de tijd <strong>van</strong> monniken en ridders (500-1000) en de ‘tijd <strong>van</strong> staten<br />
en steden’ (1000 -1500). De tien tijdvakken worden vaak in een adem genoemd met de<br />
commissie De Rooij, die het voorstel in 2001 lanceerde. Achterliggend doel was ‘meer<br />
begrijpen zonder jaartallen te stampen’. Kennis <strong>van</strong> het verleden vraagt naast feitenkennis<br />
ook training in verklaring, beeldvorming en meningsvorming, meende de commissie,<br />
die daarmee met een compromis kwam in de roep om hetzij ’meer feitenkennis’ dan wel<br />
‘meer vaardigheden’.<br />
De tien tijdvakken, waaraan ‘de Tweede Wereldoorlog’ als aandachtsgebied is toegevoegd,<br />
zijn heel globaal omschreven aan de hand <strong>van</strong> een aantal kenmerkende aspecten<br />
die leerlingen moeten (her)kennen. Kenmerken voor ‘de tijd <strong>van</strong> computer en televisie<br />
(1950 -2000)’ zijn bijvoorbeeld: dekolonisatie, verdeling <strong>van</strong> de wereld in twee ideologische<br />
blokken, eenwording <strong>van</strong> Europa, toenemende westerse welvaart en de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> pluriforme en multiculturele samenlevingen.<br />
Voor scholen en docenten is er dus veel ruimte voor een eigen invulling.<br />
5.2.1 Meer erfgoed in nieuwe kerndoelen basisonderwijs<br />
Met ingang <strong>van</strong> augustus 2006 heeft het primair onderwijs te maken met herziene kerndoelen,<br />
die voor elk leergebied aangeven wat er in elk geval aan bod moet komen. In vergelijking met<br />
voorheen is het aantal kerndoelen tot vrijwel de helft teruggebracht en heeft werken met erfgoed<br />
een nadrukkelijker plaats gekregen in het curriculum. De open omschrijving <strong>van</strong> de 58 kerndoelen<br />
laat scholen en leerkrachten veel ruimte voor een eigen invulling. Het gaat namelijk om<br />
streefdoelen, waarbij geen uitspraken worden gedaan over didactiek.<br />
De kerndoelen zijn ingedeeld in zeven leergebieden: Nederlands, Engels, Fries, Rekenen en Wiskunde,<br />
Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige oriëntatie en Bewegingsonderwijs).<br />
Binnen het leergebied Kunstzinnige oriëntatie is erfgoed specifiek als kerndoel opgenomen, maar<br />
ook binnen het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ staat de deur voor erfgoededucatie<br />
wagenwijd open. Laatstgenoemd leergebied omvat vier vak(overstijgende)-onderdelen: mens en<br />
samenleving, natuur en techniek, tijd (geschiedenis) en ruimte (aardrijkskunde). In het onderdeel<br />
tijd is erfgoed als volgt als kerndoel opgenomen: ‘leerlingen leren (…) gebruik te maken <strong>van</strong> historische<br />
bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed (…).’ (www.kerndoelen.kennisnet.nl)<br />
∆ Zie ‘Leven in de middeleeuwse stad’
doorgaande leerlijn primair onderwijs<br />
Erfgoed à la Carte<br />
REIZEN IN DE TIJD<br />
gemeente Tiel<br />
In het kader <strong>van</strong> ‘Erfgoed a la Carte’ nam de gemeente Tiel het voortouw om bij basisscholen en<br />
culturele instellingen de belangstelling te peilen voor een gezamenlijk te ontwikkelen erfgoedproject.<br />
Het tastbare resultaat <strong>van</strong> dit initiatief heet ‘Reizen in de Tijd’: een veelzijdig erfgoedprogramma<br />
in een doorlopende leerlijn voor leerlingen <strong>van</strong> negen basisscholen en twee scholen<br />
voor speciaal onderwijs. Dit kon vorm krijgen nadat alle partijen het na een serie inventariserende<br />
gesprekken eens werden over een inhoudelijk raamwerk, dat vervolgens op bestuursniveau werd<br />
bekrachtigd. Van begin af aan werd er rekening mee gehouden dat het project niet alleen de<br />
leerlingen moest aanspreken, maar ook hun leerkrachten. Coördinatie was in handen <strong>van</strong> onderwijsbegeleidingsdienst<br />
Marant Educatieve diensten.<br />
‘Reizen in de tijd’ is opgebouwd rond thematische lesbrieven - één voor elke leeftijdsgroep - die<br />
in opklimmende moeilijkheidsgraad <strong>van</strong>uit de lokale cultuurhistorie invulling geven aan het kerndoel<br />
‘Oriëntatie op jezelf en je omgeving’. Een thema wordt ingeleid door liedjes, (voorlees)boeken<br />
en audiovisueel materiaal uit een bijbehorende leskist. Daarop volgt een ‘ontdekking’: een excursie<br />
in het Streekmuseum, het oude stadhuis of op een andere historische locatie in de stad. Ook het<br />
Stadsarchief en de bibliotheek doen mee bij het samenstellen <strong>van</strong> de lesbrieven. Centrum voor de<br />
kunsten De Plantage begeleidt tot slot de workshops waarin leerlingen de opgedane ervaringen<br />
creatief verwerken.<br />
Via deze reeks gaan de kleutergroepen zich bijvoorbeeld bezighouden met het thema ‘Wie ben<br />
ik?’. Iedereen ziet er anders uit, leren ze: kijk maar naar je handen. Ook hoe je die handen gebruikt<br />
in rituelen als bidden of begroeten zegt iets over je. Een handafdruk maken met eitempera, ‘verf<br />
<strong>van</strong> vroeger’ besluit het spelen met verschillen en overeenkomsten. Groep 8 kijkt een stuk verder<br />
om zich heen. Binnen het thema ‘Geweest, geworden!’ bekijken de leerlingen foto’s <strong>van</strong> het in puin<br />
geschoten Tiel <strong>van</strong> vlak na de oorlog. Herkennen ze deze plekken? Met deze foto’s en die <strong>van</strong> de<br />
huidige situatie gaan ze op pad om de locaties met eigen ogen te bekijken en nu zichzelf tegen<br />
deze achtergrond te fotograferen. Een maquette <strong>van</strong> de geplande stadsontwikkeling maakt de<br />
cirkel <strong>van</strong> verleden, heden en toekomst rond.<br />
Bij het verlaten <strong>van</strong> de basisschool neemt iedere leerling zijn eigen Reizenboek mee, waarin acht<br />
jaar erfgoedbeleving, variërend <strong>van</strong> Tielse perentaart en rapmuziek tot historische wandversiering<br />
en wederopbouw is vastgelegd.<br />
Meer informatie: www.erfgoedalacarte.nl.<br />
middenbouw basisonderwijs<br />
LEVEN IN DE MIDDELEEUWSE STAD<br />
gemeenten in Utrecht/Gelderland<br />
Aan de hand <strong>van</strong> tastbare overblijfselen in hun stad en in het plaatselijke museum leren basisschoolleerlingen<br />
over het ontstaan <strong>van</strong> en het leven in de middeleeuwse stad. Ze ontdekken<br />
daarbij hoe het verleden – in de vorm <strong>van</strong> monumenten, straatnamen en stadsstructuur – hun<br />
woonplaats heeft gevormd tot wat deze nu is. Dit project, dat ‘Bouwen aan de Stad’ heet, is inmiddels<br />
in vijf Utrechtse gemeenten voor het onderwijs beschikbaar. Het concept, ontwikkeld door<br />
Erfgoedhuis Utrecht, is door <strong>Erfgoededucatie</strong> Gelderland als ‘Leven in de middeleeuwse stad’ vertaald<br />
naar de situatie in zeven Gelderse gemeenten. In elke plaats participeren erfgoedinstellingen<br />
als musea, archieven en soms ook heemkundekringen of historische verenigingen.<br />
Thema’s die in het project aan de orde komen, zijn onder meer: bouwen, brandgevaar, ‘verstening’,<br />
dagelijks leven, wonen, werken, kleding, eten, verdedigen en de middeleeuwse standenmaatschappij.<br />
Een verhaal met een leeftijdsgenoot als hoofdpersoon neemt leerlingen mee terug naar de Middeleeuwen.<br />
Na een voorbereidingsles op school bezoeken de leerlingen het historisch museum in<br />
hun stad, waar zij objecten onderzoeken die in het verhaal aan de orde komen. Na de museumles<br />
volgt nog een bezoek aan een monument in de stad dat met het verhaal te maken heeft of een<br />
korte stadswandeling met middeleeuwse herkenningspunten. Leerlingen ervaren op die manier
dat de geschiedenis <strong>van</strong> de stad op veel plaatsen nog herkenbaar aanwezig is. De verwerkingslessen<br />
vormen een logische eenheid met het aanbod op locatie. Zo ondervinden leerlingen bijvoorbeeld<br />
dat historische bronnen gebonden zijn aan tijd, plaats en standpunt en (dus) tegenstrijdig<br />
kunnen zijn.<br />
Een goed gevulde leskist met een duidelijke handleiding over leerdoelen, lesopzet en gebruik <strong>van</strong><br />
de materialen maakt het onderwijsproject kant-en-klaar voor gebruik door docenten. In de leskist<br />
bevinden zich onder meer replica’s <strong>van</strong> objecten en - afhankelijk <strong>van</strong> de lokale situatie - documenten,<br />
beeld- en geluidsmateriaal en een ‘standen- of Middeleeuwenspel’. In principe kan het project<br />
op de basisschool de hele lesstof over de middeleeuwse stad ver<strong>van</strong>gen.<br />
Meer informatie: www.erfgoedhuis-utrecht.nl .<br />
5.2.2 Erfgoed in nieuwe onderbouw voortgezet onderwijs<br />
Vanaf schooljaar 2006-2007 geldt voor de onderbouw <strong>van</strong> het voortgezet onderwijs een nieuwe<br />
wet- en regelgeving. Scholen krijgen hierdoor meer beleidsvrijheid en het grote aantal kerndoelen<br />
is fors teruggebracht. In plaats <strong>van</strong> een uniform basisprogramma schrijft het rijk 58 richtinggevende<br />
kerndoelen in zeven leergebieden (of domeinen) voor: Nederlands, Engels, Wiskunde,<br />
Mens en Natuur, Mens en Maatschappij, Bewegen en Sport en Kunst en Cultuur. De school moet<br />
minstens tweederde <strong>van</strong> de verplichte lestijd in de eerste twee jaar besteden aan kerndoelen en<br />
leergebieden; een derde <strong>van</strong> de tijd is beschikbaar voor maatwerk en eigen keuzes. Scholen kunnen<br />
besluiten vakken volledig te integreren in een leergebied, maar verplicht is dat niet. Vakken<br />
als geschiedenis en aardrijkskunde kunnen binnen een leergebied afzonderlijk blijven bestaan, zo<br />
lang maar voldaan wordt aan de voorgeschreven, globale kerndoelen <strong>van</strong> de nieuwe onderbouw.<br />
De bedoeling is wel dat de verschillende vakken binnen een leergebied inhoudelijk meer op<br />
elkaar worden afgestemd, bijvoorbeeld in de vorm <strong>van</strong> projecten.<br />
Voor erfgoededucatie lijkt de introductie <strong>van</strong> leergebieden een positieve ontwikkeling: de ervaring<br />
leert dat ‘denken <strong>van</strong>uit erfgoed’ een goed bindmiddel tussen verschillende vakken kan zijn.<br />
∆ Zie ‘Streetwise’<br />
5.2.3 Erfgoed in de tweede fase voortgezet onderwijs<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> gaat op een natuurlijke manier samen met de onderzoekende, zelfstandige<br />
werkwijze die in de tweede fase <strong>van</strong> het voortgezet onderwijs <strong>van</strong> leerlingen wordt verwacht.<br />
Na de derde klas havo/vwo kunnen leerlingen een keuze maken uit vier profielen. Werken met<br />
erfgoed biedt veel mogelijkheden binnen de profielen ‘cultuur en maatschappij’ en ‘economie<br />
en maatschappij’ , maar heeft ook aangrijpingspunten voor ‘natuur en techniek’ en ‘natuur en<br />
gezondheid’. Ieder profiel kent een gemeenschappelijk deel (voor alle leerlingen gelijk), een deel<br />
specifiek voor het profiel en een vrij deel. Het schoolexamen (havo en vwo) omvat onder meer<br />
een profielwerkstuk. Voor deze uitgebreide praktische opdracht, waarbij het gaat om integratie<br />
<strong>van</strong> kennis, inzicht en vaardigheden biedt erfgoed een rijkdom aan thema’s, invalshoeken en<br />
werkmethoden. Vooral musea en grotere erfgoedinstellingen bieden bovenbouwleerlingen opstapjes<br />
en verwijzingen naar (werk)materiaal en onderwerpen.<br />
∆ Zie ‘Plan je eigen ruimte’<br />
5.2.4 Erfgoed, ook praktisch in het vmbo<br />
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarin het vroegere lager beroepsonderwijs<br />
(lbo) en de mavo zijn opgegaan, telt circa 60 % <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong> leerlingen in het<br />
voorgezet onderwijs. Na twee jaar kiest de leerling voor een <strong>van</strong> de vier leerwegen (theoretische,<br />
gemengde, kaderberoeps- of de basisberoepsgerichte leerweg).<br />
Het inzetten <strong>van</strong> erfgoed als ‘krachtige leeromgeving’ in de onderbouw <strong>van</strong> het vmbo, in de<br />
leerwegen of specifiek binnen CKV-vmbo leidt tot een manier <strong>van</strong> werken die aanslaat bij de<br />
veelal praktische ingestelde leerlingen. Geen leerboeken, maar leren <strong>van</strong>uit de eigen omgeving.<br />
Niet alleen lezen, maar vooral zien, ervaren en doen. Ook docenten, die vaak op zoek zijn naar<br />
een realistische context voor theoretische (vak)kennis of ‘leren werken’ projecten biedt erfgoededucatie<br />
uitkomst. In de beroepsgerichte leerwegen is het mogelijk leerlingen aan de hand <strong>van</strong><br />
erfgoedprojecten vakkennis over te dragen waarbij al doende een beroep wordt gedaan op<br />
gewenste vaardigheden als samenwerken en een zelfstandige, actieve (werk)houding. Op die manier<br />
bouwden leerlingen <strong>van</strong> een afdeling metaaltechniek een moderne replica <strong>van</strong> een Romeinse<br />
strijdwagen.<br />
Werken met erfgoed kan vmbo-leerlingen ook in een museum brengen voor zelfstandig onder-<br />
0
zoek. Een bezoek waartoe ze <strong>van</strong> huis uit minder worden gestimuleerd dan havo/vwo-leerlingen.<br />
In 2005 noemde het Sociaal Cultureel Planbureau cultuureducatie een mogelijke factor in de<br />
lichte toename in het museumbezoek <strong>van</strong> allochtonen. 29<br />
Het gegeven dat het vmbo relatief veel jongeren <strong>van</strong> allochtone afkomst telt, kan voor een school<br />
een extra aanleiding zijn om aandacht te geven aan het stimuleren <strong>van</strong> maatschappelijke betrokkenheid.<br />
Zowel de cultuurhistorische omgeving <strong>van</strong> de school als het erfgoed <strong>van</strong> nieuwe Nederlanders<br />
bieden aanknopingspunten om daarover gesprekken op gang te krijgen en te werken aan<br />
begrip voor de eigenheid én het gemeenschappelijke <strong>van</strong> verschillende culturen.<br />
5.3 Erfgoed is goed bereikbaar in de fysieke omgeving<br />
Cultuureducatie speelt zich voor een groot deel ‘op locatie’, buiten de school af. Uit oogpunt <strong>van</strong><br />
kosten, tijd en logistiek richten scholen zich daarbij bij voorkeur op cultureel aanbod in de eigen<br />
regio. In dit opzicht biedt erfgoededucatie het praktische voordeel dat je er niet (ver) voor hoeft<br />
te reizen, omdat leerlingen ermee aan de slag kunnen in de directe omgeving <strong>van</strong> de school. Niet<br />
elke gemeente beschikt over culturele voorzieningen als een poppodium of een schouwburg,<br />
maar erfgoed is er altijd! [1.3]<br />
Schatkamers vol materiaal<br />
VMBO-sporen<br />
Scholen bepalen zelf hoe en met welk doel zij erfgoed binnen het reguliere onderwijs willen<br />
inzetten. Als vakoverstijgend thema (de stad), binnen een schoolvak (archiefonderzoek) of leergebied<br />
(maatschappelijke en economische aspecten <strong>van</strong> ruilverkaveling) of voor het stimuleren <strong>van</strong><br />
maatschappelijke betrokkenheid en ‘burgerschapsvorming’ (hoe is onze democratie <strong>van</strong>uit het<br />
verleden gegroeid).<br />
Voor ‘leren met en <strong>van</strong> erfgoed’ is er voor het onderwijs op elk niveau en leeftijdsgroep een breed<br />
palet aan educatieve projecten, lesmateriaal en leskisten, losse excursies en meerjarige programma’s<br />
beschikbaar. Deze zijn, meestal in overleg met het onderwijs, ontwikkeld als landelijk voorbeeldproject<br />
door erfgoedkoepels en/of Erfgoed Actueel, door provinciale erfgoedhuizen, maar<br />
ook in groten getale door individuele musea en andere erfgoedinstellingen overal in het land.<br />
Steeds meer leerlingenmateriaal en handleidingen voor docenten zijn tegenwoordig op internet<br />
te vinden, variërend <strong>van</strong> onderwerpsuggesties voor lessen en werkstukken, digitale collecties<br />
en archiefbestanden tot complete lespakketten, los of als voorbereiding op een bezoek aan<br />
een erfgoedinstelling. Via de website www.cultuurwijs.nl <strong>van</strong> Digitaal Erfgoed Nederland (DEN)<br />
kunnen leerlingen en docenten snel de weg vinden naar tal <strong>van</strong> thema’s en digitaal aanbod <strong>van</strong><br />
erfgoed(instellingen). Websites die informatie over erfgoed bevatten zijn, gerangschikt naar provincie,<br />
op te zoeken in ‘Het Blauwe Boekje’ <strong>van</strong> Erfgoed Actueel.<br />
5.4 Huidig gemeentelijk beleid<br />
In 2001 richtte Erfgoed Actueel het netwerk ‘Cultureel Erfgoed in de leerwegen’ op met als<br />
doel erfgoedprojecten te ontwikkelen voor het vmbo en daarvoor contacten aan te gaan<br />
met culturele instellingen in de omgeving. In 2004 kreeg dit vmbo-netwerk een vervolg<br />
in het project Sporen, dat inmiddels vier provinciale vmbo-netwerken omvat (Limburg,<br />
Overijssel, Gelderland, Zuid-Holland). In 2005 volgde het Kleurrijke Spoor, gevormd door<br />
vmbo-scholen in Amsterdam en Rotterdam. Alle gerealiseerde producten zijn ook voor<br />
anderen beschikbaar, onder meer via internet. Coördinatie <strong>van</strong> de vmbo-sporen berust bij<br />
het provinciale erfgoedhuis of een erfgoedinstelling in de provincie.<br />
∆ Zie ‘Zeven Erfgoedsporen in Dedemsvaart’<br />
In grotere gemeenten behoort cultuureducatie tot de taken <strong>van</strong> een afdeling Cultuur die,<br />
bijvoorbeeld met Welzijn en Onderwijs, veelal onderdeel uitmaakt <strong>van</strong> een grotere sectie. In<br />
kleinere gemeenten is cultuur(educatie) vaak de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> een enkele ambtenaar<br />
die daarnaast nog andere taken heeft. In de praktijk bekostigen veel gemeenten cultuureducatie-activiteiten<br />
voor het onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm <strong>van</strong> een cultuurmenu, terwijl zij<br />
daarnaast erfgoedinstellingen subsidiëren. Onder invloed <strong>van</strong> het Actieplan Cultuurbereik gaan<br />
echter steeds meer gemeenten over tot een meer integraal beleid. [Zie praktijkvoorbeelden <strong>van</strong><br />
gemeentelijk erfgoededucatiebeleid in hoofdstuk 7.] Een goede eerste stap op deze bredere weg<br />
is netwerkvorming binnen gemeenten.<br />
1<br />
29 Sociaal en Cultureel Planbureau<br />
(2005) Cultuurminnaars en cultuur-<br />
mijders. Trends in de belangstelling voor<br />
kunsten en cultureel erfgoed
30 www. cultuurnetwerk.nl. Begrippen<br />
en definities<br />
31 Bureau Driessen (2006) Actieplan II,<br />
Nulanalyse en nulmeting<br />
32 Cultuurnetwerk Nederland (2005)<br />
Zicht op…gemeentelijk en provinciaal<br />
cultuurbeleid<br />
33 Wijn, C. (2003) Gemeentelijk cultuur-<br />
beleid - een handleiding.<br />
34 Hagenaars, P. De luwte <strong>van</strong> beleid en<br />
praktijk: het lokaal bestel voor cultuur-<br />
educatie. In: Cultuurnetwerk Nederland<br />
(2005) Zicht op…gemeentelijk en provin-<br />
ciaal cultuureducatiebeleid.<br />
Voor het ontwikkelen en uitvoeren <strong>van</strong> cultuureducatiebeleid kunnen gemeenten een beroep<br />
doen op daarvoor geëquipeerde (intermediaire) organisaties. Afhankelijk <strong>van</strong> de lokale situatie<br />
zijn dat onderwijsbegeleidingsdiensten, provinciale erfgoedhuizen of centra voor de kunsten. In<br />
een kleine plaats kan ook een grotere culturele (erfgoed)instelling een voortrekkersrol vervullen.<br />
5.4.1 Erfgoed op het cultuurmenu<br />
In veel plaatsen worden culturele activiteiten voor het onderwijs structureel aangeboden onder<br />
de titel ‘kunstmenu’ of ‘cultureel menu’. In het primair onderwijs maakt 90% <strong>van</strong> de scholen gebruik<br />
<strong>van</strong> een dergelijk pakket, waarbij de gemeente een deel <strong>van</strong> de kosten draagt. Een kunst- of<br />
cultuurmenu is een samenhangend programma dat leerlingen in opeenvolgende schooljaren in<br />
contact brengt met verschillende cultuurdisciplines, meestal in combinatie met een voorbereidende<br />
les of afsluitend werkstuk. Het aanbod wordt bepaald in overleg met de cultuurinstellingen<br />
in de regio en/of geregeld via een bemiddelende instantie. Per gemeente verschilt de inspraak<br />
<strong>van</strong> de scholen. 30 Steeds vaker staat er naast kunst (theatervoorstellingen, concerten, tentoonstellingen)<br />
ook erfgoed op het programma. Leerlingen bezoeken dan bijvoorbeeld het archief of<br />
een historisch museum, gaan een monument <strong>van</strong> binnen bekijken of komen meer te weten over<br />
het werk <strong>van</strong> de stadsarcheoloog.<br />
5.4.2 <strong>Erfgoededucatie</strong> is Actieplandoelstelling<br />
Oorspronkelijk richtten gemeenten zich vrijwel uitsluitend op cultuureducatie buiten schoolverband,<br />
maar inmiddels is ook cultuureducatie in het onderwijs voor veel gemeenten een speerpunt<br />
in cultuurbeleid. Het merendeel <strong>van</strong> de dertig grote gemeenten die deelnemen aan het<br />
tweede Actieplan Cultuurbereik in 2005 -2008 formuleerde een outputdoelstelling op het gebied<br />
<strong>van</strong> culturele activiteiten voor jongeren, terwijl cultuureducatie en erfgoed eveneens hoog scoorden.<br />
31 Ook provincies kozen voor deze doelstellingen en onderschrijven daarmee het belang <strong>van</strong><br />
cultuureducatie. Sommigen stimuleren dit uitsluitend binnen de kaders <strong>van</strong> het Actieplan, andere<br />
maken cultuureducatie en bereik <strong>van</strong> jongeren tot speerpunt <strong>van</strong> hun hele cultuurbeleid. 32 Een<br />
aantal gemeenten stemt het beleid voor cultuureducatie af op dat <strong>van</strong> de provincies, die ieder<br />
hun eigen accenten leggen.<br />
5.4.3 Netwerkvorming<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> binnen het onderwijs<br />
Bij het vormgeven <strong>van</strong> beleid op het gebied <strong>van</strong> cultuureducatie hebben gemeenten op de eerste<br />
plaats te maken met het aanbod en het beleid <strong>van</strong> lokale culturele voorzieningen en met het<br />
aantal en soort scholen binnen hun gebied. 33 Directe beleidsruimte om de inhoud <strong>van</strong> kunst- en<br />
cultuuronderwijs <strong>van</strong> scholen te beïnvloeden is er voor de gemeenteambtenaar niet. De school is<br />
daarin immers autonoom. Mogelijkheden voor gemeenten om onderwijs ‘met en over cultuur’ te<br />
stimuleren liggen met name op het gebied <strong>van</strong> subsidie(voorwaarden) aan culturele instellingen<br />
en bij het initiëren en faciliteren <strong>van</strong> netwerken waarin gemeente, onderwijs en culturele instellingen<br />
samenwerken om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Dergelijke netwerken komen<br />
in steeds meer plaatsen <strong>van</strong> de grond als podium om kennis en ervaring uit te wisselen en in goed<br />
overleg werkafspraken te maken. Zowel scholen als culturele instellingen hebben de beleidsmatige<br />
steun <strong>van</strong> gemeenten hard nodig om – gelet op de gewenste continuïteit – te komen tot een<br />
krachtige lokale infrastructuur voor cultuureducatie, waarin plaats is voor inhoudelijke samenwerking,<br />
samenhang en cultuureducatieve onderwijsinnovatie. 34<br />
In kleinere plaatsen waar niet voldoende erfgoedinstellingen aanwezig zijn om een lokaal<br />
programma te realiseren voor het onderwijs, ligt samenwerking tussen vraag en aanbod in een<br />
regionaal of provinciaal programma voor de hand. Ook kan het pakket bestaan uit een mix <strong>van</strong><br />
lokaal erfgoed en belangrijk regionaal of provinciaal erfgoed.<br />
• Voor alle leeftijdsgroepen in basisonderwijs, vmbo en havo/vwo.<br />
• Onderdeel <strong>van</strong> cultuureducatie.<br />
• Maar ook inpasbaar in het gewone lesprogramma.<br />
• Vorm <strong>van</strong> omgevingseducatie.<br />
• Zet aan tot onderzoekend, ervaringsgericht leren.<br />
• Biedt krachtige, betekenisrijke context.<br />
• Veel mogelijkheden voor projecten en vakoverstijgend onderwijs.
groep 7 primair onderwijs<br />
DE KERSTVLOED VAN 1717<br />
gemeenten Noord- en Oost-Groningen<br />
De geschiedenis <strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> Noord-Groningen is altijd nauw verbonden geweest met<br />
het hen omringende water. Het landschap, dat al sinds 600 voor Chr. wordt bewoond, is voortdurend<br />
aan verandering onderhevig, óók door toedoen <strong>van</strong> de mens.<br />
Het project ‘De kerstvloed <strong>van</strong> 1717’ is ontwikkeld om deze eeuwenlange geschiedenis voor<br />
basisschoolleerlingen te verduidelijken. Centraal staat de situatie rondom Pieterburen tijdens de<br />
rampzalige Kerstvloed die grote delen <strong>van</strong> de Groninger kustbedijking wegsloeg. Dit gegeven<br />
maakt het project interessant voor alle scholen in Noord- en Oost-Groningen.<br />
Het project werd ontwikkeld door Projectbureau <strong>Erfgoededucatie</strong> Groningen in opdracht <strong>van</strong><br />
Stichting het Groninger Landschap, Stichting Oude Groninger Kerken, Museumhuis Groningen en<br />
Groninger Archieven.<br />
Aan de hand <strong>van</strong> de hoofdpersoon Martje, worden de leerlingen teruggevoerd naar de historische<br />
dijkdoorbraak, de gevolgen daar<strong>van</strong> voor het dagelijkse leven en de inpoldering die daarop<br />
volgde. Naast twee lessen in de klas is voorzien in excursies in de omgeving. Het lespakket zelf<br />
bestaat uit een verzamelmap met een docentenhandleiding, opdrachtbladen, het verhaal over<br />
Martje, een cd met een website over haar omgeving en een hoorspel. Leerlingen maken onder<br />
meer gebruik <strong>van</strong> oude kaarten, ooggetuigenverslagen en foto’s. Al doende komen kerndoelen<br />
uit verschillende vakken aan bod. Doordat kinderen nagelaten sporen <strong>van</strong> de geschiedenis leren<br />
zien, wint hun eigen omgeving aan betekenis.<br />
Cultuur en natuur versterken elkaar<br />
Vanuit de gedachte dat het landschap de belangrijkste culturele verworvenheid <strong>van</strong> de provincie<br />
is – zie het bovenstaande voorbeeld – hebben het Museumhuis Groningen, Natuurmuseum<br />
Groningen en IVN Nederland de handen in elkaar geslagen voor een integratie <strong>van</strong> natuur- en<br />
cultuureducatie. Doel <strong>van</strong> ‘De kathedraal <strong>van</strong> het landschap’, zoals de samenwerkingsfilosofie is<br />
gedoopt, is te komen tot vormen <strong>van</strong> omgevingseducatie met evenveel aandacht voor cultuur als<br />
voor natuur. De gedachte is dat cultuur en natuur geen tegenpolen zijn – ingrijpen <strong>van</strong> de mens<br />
kan ook positief uitpakken – maar elkaar kunnen versterken. De samenwerkingspartners zullen dit<br />
concept de komende jaren verder uitwerken in concrete projecten en netwerkverbanden.<br />
Meer informatie: info@museumhuisgroningen.nl.<br />
onderbouw voortgezet onderwijs<br />
vmbo-netwerk Sporen<br />
ZEVEN ERFGOEDSPOREN<br />
gemeente Dedemsvaart<br />
Enthousiast gemaakt door een studiereis naar Groot-Brittannië, waar erfgoededucatie binnen en<br />
buiten het onderwijs al is ingeburgerd, zetten docenten <strong>van</strong> scholengemeenschap Van der Capellen<br />
maar liefst zeven erfgoedsporen uit in Dedemsvaart en omstreken voor de onderbouw <strong>van</strong><br />
vmbo en havo/vwo. Verrassend veel erfgoedinstellingen, variërend <strong>van</strong> historische dorpsverenigingen<br />
tot de Stichting Fabrieksschoorstenen, wilden meedenken over bruikbare onderwerpen.<br />
Uiteindelijk bleek er onder meer voldoende ‘lesstof’ te vinden over de tbs-inrichting Veldzicht, de<br />
voorbeeldtuinen <strong>van</strong> Mien Ruys, het naburige Rietveldhuis en het Reest- en Vechtdal. Bij de aftrap<br />
<strong>van</strong> het project werden deze erfgoedthema’s in dramavorm op zeven karren gepresenteerd aan<br />
alle leerlingen, docenten, dorpsbewoners en media. Alle brugklassers hadden daarbij een functie,<br />
<strong>van</strong> decorbouwer tot acteur.<br />
Met de bedoeling elk jaar een erfgoedspoor helemaal uit te werken, werd begonnen met een<br />
projectweek die in het teken stond <strong>van</strong> het industriële erfgoed op loopafstand <strong>van</strong> de school: de<br />
kalkovens en de enige nog werkende gashouder in Nederland. Docenten <strong>van</strong> vrijwel alle vakken,<br />
<strong>van</strong> CKV tot natuur- en scheikunde, schreven mee aan een variëteit <strong>van</strong> lessen en opdrachten.<br />
Over het meten en bouwen <strong>van</strong> de gashouder ging het, over de functie, de rol in de lokale<br />
economie. Ook kregen de leerlingen de opdracht om met argumenten welke locatie de beste
was voor gasdistributie. Daarvoor moesten leerlingen zelfstandig op onderzoek uit, zowel op het<br />
terrein zelf als in het archief. Anderen kregen de opdracht bewoners <strong>van</strong> een verzorgingstehuis te<br />
enquêteren over vroeger, de antwoorden in een grafiek uit te zetten en daar een powerpointpresentatie<br />
<strong>van</strong> te maken. Onder professionele leiding oefenden de leerlingen in het vertellen <strong>van</strong><br />
verhalen, schreven ze gedichtjes in dialect en kookten ze gerechten naar historische streekrecepten.<br />
Er werden foto’s <strong>van</strong> locaties vroeger en nu vergeleken, een krant gemaakt en een website in<br />
werking gesteld.<br />
Om de ouders te laten delen in hun nieuwe kennis over hun woonplaats richtten de leerlingen<br />
een veelzijdige expositie over hun activiteiten in. Bij de volgende sporenprojecten zullen dergelijke<br />
presentaties, met medewerking <strong>van</strong> de plaatselijke middenstandvereniging, een breder publiek<br />
krijgen dat zo al winkelend verhalen rond het lokale erfgoed cadeau krijgt. Ook de website<br />
<strong>van</strong> de gemeente zal er werk <strong>van</strong> maken, nu de burgemeester zichzelf tot ambassadeur <strong>van</strong> het<br />
erfgoedproject heeft benoemd.<br />
onderbouw havo/vwo<br />
STREETWISE<br />
gemeenten Zuid-Holland<br />
Het project Streetwise stelt havo/vwo-leerlingen in Zuid-Holland in staat te achterhalen wie rond<br />
1900 woonden en werkten in een hen bekende straat. Ze bezoeken daarvoor het archief in hun<br />
woonplaats waar ze onder meer in het Bevolkingsregister gegevens verzamelen over toenmalige<br />
bewoners. Zo stuiten ze bijvoorbeeld op oude beroepen die uit het straatbeeld verdwenen zijn,<br />
zoals de melkventer, de dienstbode en de lorrenboer. Al doende ontdekken leerlingen hoe het<br />
gemeentearchief werkt en welke bronnen je er kunt napluizen om de geschiedenis <strong>van</strong> een straat,<br />
plaats, sportvereniging of bedrijf te reconstrueren. Streetwise, dat sinds 2005 via de onderwijsbrochure<br />
<strong>van</strong> het Erfgoedhuis Zuid-Holland wordt aangeboden aan alle havo/vwo scholen in de provincie,<br />
kwam tot stand dankzij intensieve samenwerking met de gemeentelijke archiefdiensten<br />
en streekarchieven in Zuid-Holland. Een praktische handleiding, ontwikkeld door het Erfgoedhuis<br />
ondersteunt de archiefdiensten in de uitvoering <strong>van</strong> het onderbouwproject.<br />
In overleg met de docent selecteert het archief voor het onderzoek geschikte straten in de omgeving<br />
<strong>van</strong> de school. Meestal zowel een ‘rijke’ als een ‘arme’ straat, om de leefomstandigheden<br />
aan het begin <strong>van</strong> de 20e eeuw te kunnen vergelijken. De archivaris zorgt er voor dat een deel<br />
<strong>van</strong> het bronnenmateriaal al gebruiksklaar ligt en dat aanvullende informatie over de buurt/straat<br />
aanwezig is. Oude foto’s bijvoorbeeld of kopieën uit boeken over dat tijdvak. Leerlingen leren<br />
microfiches lezen, maar mogen ook een kijkje nemen in het archiefdepot en krijgen een aantal<br />
bijzondere bronnen onder ogen. Streetwise leert jongeren vragen te stellen, planmatig informatie<br />
op te zoeken, te ordenen en te verwerken. Het programma voorziet in een voorbereidende les<br />
en een afsluitende les waarin leerlingenduo’s hun eindconclusies aan elkaar presenteren. Zowel<br />
leerlingen en docenten als deelnemende archiefinstellingen zijn enthousiast over het resultaat.<br />
Het onderzoek dat leerlingen in hun eigen omgeving uitvoeren concretiseert als het ware hun<br />
schoolkennis. Dat ‘slechte woon- en leefomstandigheden voor arbeiders een voedingsbodem<br />
waren voor de Sociale Kwestie’ begrijpen ze beter als ze plattegronden <strong>van</strong> de krappe behuizingen<br />
hebben gezien. Inzage in een gezinsbudget uit die tijd maakt duidelijk dat alle gezinsleden<br />
moesten werken om te kunnen rondkomen. Dit in schril contrast met gegoede burgers die er<br />
volgens hun boedelinventaris warmpjes bijzaten.<br />
Streetwise sluit, lesstofver<strong>van</strong>gend, aan op de kerndoelen <strong>van</strong> het vak aardrijkskunde (stedelijke<br />
en landelijke gebieden) en economie (arbeid en productie). Door in de onderbouw kennis te<br />
maken met archiefonderzoek kunnen leerlingen in de tweede fase, bijvoorbeeld voor het vak CKV<br />
of hun profielwerkstuk, zelfstandig de geschiedenis induiken.<br />
Meer informatie: www.erfgoedhuis-zh.nl
tweede fase havo/vwo<br />
PLAN JE EIGEN RUIMTE<br />
landelijk format<br />
‘Plan je eigen ruimte’ is een landelijk format <strong>van</strong> Erfgoed Actueel om leerlingen uit de tweede<br />
fase havo/vwo als ruimtelijk ontwerpers plannen te laten maken voor de toekomst <strong>van</strong> hun<br />
woonomgeving, rekening houdend met de daarin aanwezige cultuurhistorische elementen. Het<br />
project sluit aan bij de nieuwe eindtermen aardrijkskunde (praktische opdracht), maar kan <strong>van</strong>uit<br />
aardrijkskunde ook vakoverstijgend worden ingezet (CKV, geschiedenis, biologie, economie,<br />
Nederlands) of de grondvorm leveren voor een profielwerkstuk. Erfgoedinstellingen zoals erfgoedhuizen,<br />
maar ook archieven, archeologische diensten, historische kringen en musea zijn een<br />
regionaal/lokaal coördinerende taak toebedacht. Voor een optimale combinatie <strong>van</strong> vakkennis en<br />
didactische kennis is samenwerking tussen erfgoedinstellingen en deelnemende scholen/docenten<br />
<strong>van</strong> essentieel belang.<br />
In de praktijk houdt ‘Plan je eigen ruimte’ in dat leerlingen in groepjes, onder supervisie <strong>van</strong> een<br />
docent, zelfstandig onderzoek doen naar een inrichtingsvraagstuk in hun omgeving. In Zeeland<br />
draait het daarbij bijvoorbeeld om de vraag: Hoe kunnen Zeeuwse dorpen organisch groeien<br />
met behoud <strong>van</strong> hun oorspronkelijke karakter? En in Utrecht is de puzzel hoe de Grebbelinie als<br />
herkenbaar element in het landschap behouden kan blijven, nu steeds meer ruimte opgaat aan<br />
wonen, werken en recreëren. In sommige regio’s zoals in de Gooi-, Vecht-, en -Eemstreek, Utrecht<br />
en Zeeland worden leerlingen in hun onderzoek al ondersteund door een of meer erfgoedinstellingen<br />
die provinciale en lokale bronnen, zoals streekplannen, krantenartikelen, archiefstukken,<br />
kaarten en cultuurhistorische documenten via een website toegankelijk hebben gemaakt.<br />
Om te bedenken op welke manier de cultuurhistorie kan worden ingepast in de ruimtelijke<br />
inrichting maken leerlingen een werkplan en houden ze een logboek bij <strong>van</strong> hun activiteiten. Om<br />
tot een afgewogen oplossing te komen bezoeken ze het gebied in kwestie meerdere malen, maar<br />
ze gaan ook naar het archief en andere culturele en gemeentelijke instellingen die informatie over<br />
de ontwikkelingshistorie kunnen leveren. In hun onderzoek wegen de leerlingen verschillende<br />
tegenstrijdige belangen tegen elkaar af, nemen kennis <strong>van</strong> wet- en regelgeving en presenteren<br />
ten slotte een eigen standpunt over de toekomst <strong>van</strong> ‘hun’ gebied. Al doende krijgen ze oog voor<br />
kenmerkende patronen in hun eigen omgeving en leren ze hoe ook zij de verantwoordelijkheid<br />
kunnen nemen voor de kwaliteit <strong>van</strong> de (her)inrichting daar<strong>van</strong>. Leidraad daarbij is steeds de<br />
Belvedere-gedachte ‘behoud door ontwikkeling’, met andere woorden: zet geen stolp over het<br />
verleden, maar pas cultuurhistorische elementen organisch in ruimtelijke ontwikkeling in.<br />
Op den duur moeten leerlingen in heel Nederland gebruik kunnen maken <strong>van</strong> regionale versies<br />
en plaatselijke voorbeelden <strong>van</strong> ‘Plan je eigen ruimte’, dat daartoe in 2006 werd gelanceerd door<br />
stichting Erfgoed Actueel.<br />
Meer informatie: www.planjeeigenruimte.nl
ERFGOEDEDUCATIE
BUITENSCHOOLS<br />
EN VOOR EEN BREED PUBLIEK<br />
De nabijheid en veelzijdigheid <strong>van</strong> erfgoed maakt erfgoededucatie heel geschikt voor<br />
toepassing buiten het klaslokaal. <strong>Erfgoededucatie</strong> is op uiteenlopende locaties inzetbaar,<br />
variërend <strong>van</strong> de Brede School tot buurthuizen. <strong>Erfgoededucatie</strong> kan invulling geven aan<br />
persoonlijke ontplooiing en vrijetijdsbesteding, maar ook een instrument zijn voor maatschappelijke<br />
participatie, sociale binding en integratie. Het kan bijdragen aan de kwaliteitsverbetering<br />
<strong>van</strong> het toeristisch product en inwoners actief betrekken bij ruimtelijke<br />
ontwikkelingsprocessen.<br />
6.1 Van Brede School tot buurthuis<br />
Niet iedereen krijgt kunst en cultuur met de paplepel ingegoten. Buitenschoolse activiteiten op<br />
het gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie bieden mensen ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en/of het<br />
verdiepen <strong>van</strong> kennis en vaardigheden. In die zin past het in het streven <strong>van</strong> de overheid naar ‘een<br />
leven lang leren’. Daarnaast is bezig zijn met het verleden voor veel mensen gewoon een leuke<br />
vorm <strong>van</strong> vrijetijdsbesteding.<br />
Buitenschoolse cultuureducatie valt onder de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de gemeente. Dit aanbod<br />
concentreert zich nu nog grotendeels op kunsteducatie, aangeboden door creativiteitscentra<br />
en muziekscholen. <strong>Erfgoededucatie</strong> heeft wat dat betreft minder <strong>van</strong>zelfsprekende podia voor<br />
actieve cultuurparticipatie, maar mogelijkheden zijn er zeker.<br />
Organisaties voor buitenschoolse activiteiten en erfgoedinstellingen denken bij samenwerking<br />
nog niet zo snel aan elkaar, omdat ze onbekend zijn met elkaars werkterrein en mogelijkheden.<br />
De gemeente kan op dit vlak een nuttige brugfunctie vervullen. Om inspiratie te bieden zetten we<br />
een aantal mogelijkheden op een rijtje.<br />
• Erfgoedinstellingen<br />
Musea, monumenten, archieven en andere erfgoedinstellingen bieden een waaier <strong>van</strong> activiteiten<br />
voor verschillende doelgroepen. Het aanbod is afhankelijk <strong>van</strong> de collectie, mogelijkheden en<br />
om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de instelling.<br />
Zo zijn er kinderactiviteiten variërend <strong>van</strong> ontdektochten en creatieve workshops tot hands-on<br />
activiteiten en digitale projecten. Een aantal musea beschikt over een speciaal kindermuseum<br />
(Zuiderzeemuseum, Joods Historisch Museum, Wereldmuseum, Tropenmuseum). Voor volwassenen<br />
zijn er onder meer lezingen, rondleidingen, cursussen en workshops.<br />
• Brede School<br />
De praktijk leert dat welzijnsinstellingen over het algemeen actief betrokken zijn bij de invulling<br />
<strong>van</strong> de Brede School, maar culturele instellingen veel minder. Uitkomst <strong>van</strong> een enquête onder<br />
deze groep naar de toekomst <strong>van</strong> de BS was onder meer dat erfgoededucatie een belangrijke<br />
rol kan spelen bij informeel leren in de directe omgeving en bijdraagt aan een goede worteling<br />
<strong>van</strong> kinderen. Ook hier geldt: wie al jong erfgoedinstellingen bezoekt, zal later gemakkelijker uit<br />
zichzelf een museum of archief binnenstappen.<br />
Omdat erfgoededucatie meestal een beroep doet op samenwerking met anderen (presentaties,<br />
onderzoek) is de ervaring dat jongeren zo spelenderwijs sociale vaardigheden opdoen. Dat is<br />
belangrijk, alleen al omdat er een sterke relatie lijkt te bestaan tussen de ontwikkeling <strong>van</strong> sociale<br />
competenties <strong>van</strong> jongeren en sociale cohesie, met het eerste als noodzakelijke voorwaarde voor<br />
het andere. 35<br />
De Brede School blijkt ook een prima podium voor intergenerationele (erfgoed)projecten, waarin<br />
jong en oud samenwerken. 36 Elke Brede School voorziet bovendien in vrijetijdsbesteding, met<br />
een aanbod <strong>van</strong> culturele activiteiten, waaronder bibliotheekbezoek, kunstbeoefening, sport en<br />
ict. In dit rijtje hoort ook een bezoek aan erfgoed(instellingen) thuis.<br />
35 Kamp, <strong>van</strong> der M. & Otte<strong>van</strong>ger<br />
(2003) Cultuureducatie en sociale cohe-<br />
sie. Een verkennend onderzoek<br />
36 Idem
Sluitende dagop<strong>van</strong>g<br />
Alle scholen voor primair onderwijs zijn <strong>van</strong>af schooljaar 2007-2008 verplicht hun<br />
leerlingen een sluitende dagop<strong>van</strong>g te bieden als de ouders daarom verzoeken.<br />
Scholen kunnen dit organiseren door samen te werken met lokale organisaties.<br />
De Brede School is een <strong>van</strong> de vormen om invulling te geven aan de sluitende dagop<strong>van</strong>g.<br />
Een Brede School kenmerkt zich door een samenhangend geheel <strong>van</strong> laagdrempelige<br />
voorzieningen voor kinderen en hun ouders, met de school als middelpunt. Doel is<br />
kinderen meer ontplooiingskansen te bieden en ouders te ondersteunen in de combinatie<br />
zorg en werk. Oorspronkelijk stond de bestrijding <strong>van</strong> onderwijsachterstanden centraal,<br />
tegenwoordig is er meer aandacht voor het bevorderen <strong>van</strong> sociale competenties en<br />
sociale binding. Verder heeft de Brede School in toenemende mate een functie als basisvoorziening<br />
in de wijk.<br />
In 2005 waren er circa 600 Brede Scholen in 300 gemeenten; in 2010 moet dat aantal<br />
verdubbeld zijn. De meeste gemeenten betalen de Brede School uit eigen middelen<br />
aangevuld met bijdragen <strong>van</strong> het Rijk, provincies en instellingen. Het aanbod <strong>van</strong> Brede<br />
Scholen is te verdelen in vier clusters: doorgaande educatieve lijnen (Verlengde<br />
Schooldag), vrijetijdsbesteding, gezin en opvoeding en extra zorg. Bijna overal heeft het<br />
eerste cluster prioriteit. In 60% <strong>van</strong> de gemeenten heeft de Brede School een aanbod op<br />
het gebied <strong>van</strong> kunst en cultuur. De bibliotheek is bij ruim de helft <strong>van</strong> de Brede Scholen<br />
een actieve samenwerkingspartner, centra voor de kunsten bij ongeveer een kwart daar<strong>van</strong>.<br />
37 (www.bredeschool.nl)<br />
37 Oberon onderzoeksbureau (Jaarbe-<br />
richt 2005) Brede Scholen in Nederland<br />
• Volksuniversiteiten<br />
Verspreid over het hele land bieden ruim honderd volksuniversiteiten een breed pakket aan cursussen<br />
aan, waaronder programma’s over kunst en cultuur. Voor educatie op locatie – aantrekkelijk voor<br />
cursisten – kan worden samengewerkt met plaatselijke erfgoedinstellingen. Een aantal volksuniversiteiten<br />
biedt een introductie in de genealogie; samenwerking met het archief ligt dan voor de hand.<br />
De meeste volksuniversiteiten hebben naast cursussen een jaarprogramma met losse activiteiten<br />
waarop iedereen kan inschrijven. Een goede setting voor bijvoorbeeld lezingen over de geschiedenis<br />
<strong>van</strong> de eigen omgeving of voor streekgebonden podiumkunsten.<br />
• Openbare Bibliotheken<br />
De Openbare Bibliotheek (OB) is de meest laagdrempelige culturele voorziening in Nederland.<br />
Vrijwel alle gemeenten beschikken over een bibliotheekinstelling met een of meer vestigingen.<br />
In 2002 telden de bibliotheken 4,3 miljoen gebruikers, vrijwel gelijk verdeeld over jongeren tot 18<br />
jaar en volwassenen. De gemeentelijke subsidie bedroeg dat jaar ruim 350 miljoen euro en stijgt<br />
nog steeds.<br />
Dat de OB een goede instap biedt om de aandacht voor de eigen cultuurhistorie te vergroten,<br />
bewijzen de vele erfgoedprojecten waarbij de bibliotheek als ontdekplek of expositieruimte<br />
betrokken is. Erfgoed staat vaak ook op het activiteitenprogramma <strong>van</strong> de bibliotheek dat (tegen<br />
betaling) ook voor niet-leden toegankelijk is.<br />
De bibliotheken zijn sinds 2002 bezig met een vernieuwingsoperatie. Dit proces is met extra middelen<br />
<strong>van</strong> het Rijk geïntensiveerd en met twee jaar verlengd tot en met 2007. De bedoeling is dat<br />
bibliotheken naast de uitleenfunctie nieuwe vormen <strong>van</strong> dienstverlening ontwikkelen en daarvoor<br />
bijvoorbeeld verbindingen aangaan met archieven, het onderwijs en culturele instellingen. Cultuurhistorie<br />
en erfgoed deel gaan uitmaken <strong>van</strong> het basispakket. (www.bibliotheekvernieuwing.nl)<br />
Een treffend voorbeeld <strong>van</strong> erfgoededucatie in de OB vormen de Historische Informatiepunten<br />
(HIP’s), die informatie aanbieden over de historie <strong>van</strong> een stad of streek. HIP’s zijn in het kader<br />
<strong>van</strong> het archiefconvenant 2002-2006 opgezet in een aantal Overijsselse bibliotheken door het<br />
gemeente- of streekarchief ter plaatse. Omdat HIP’s een succes zijn, is binnen de archiefsector het<br />
plan opgevat om deze formule ook op andere plaatsen in Nederland te implementeren.<br />
• Centra voor de kunsten<br />
In 2006 telde Nederland 230 centra voor de kunsten: lokale instellingen voor kunsteducatie. Centra<br />
voor de kunsten worden merendeels door gemeenten gesubsidieerd. Ze zijn onder te verdelen in<br />
creativiteitscentra, muziekscholen of combinaties daar<strong>van</strong>. Een aparte categorie vormen de jeugdtheaterscholen.<br />
Samenwerking tussen erfgoedinstellingen en centra voor de kunsten - in de praktijk<br />
twee gescheiden werelden - kan mooie resultaten opleveren, zo leert de ervaring in het onderwijs.
Erfgoedprojecten bevatten vaak een element <strong>van</strong> creatieve verwerking <strong>van</strong> de opgedane ervaringen<br />
(dans, literatuur, drama, beeldende kunst of audiovisueel). Interessant was het Torentjesproject<br />
in Almelo. Een toren <strong>van</strong> een oude textielfabriek inspireerde leerlingen om zelf torentjes<br />
te maken en die, gevuld met eigen kunstwerkjes, in de omliggende wijk te plaatsen. Het project<br />
werd begeleid door een kunstenaar, nadat de scholieren in erfgoedinstellingen <strong>van</strong> alles over het<br />
thema te weten waren gekomen. Op deze manier zijn collecties <strong>van</strong> erfgoedinstellingen en lokaal<br />
erfgoed voor centra <strong>van</strong> de kunsten te gebruiken als inspiratiebron. Bijvoorbeeld voor theaterprojecten<br />
(legenden) of beeldende vorming (tekenen en schilderen <strong>van</strong> stads- en dorpsgezichten).<br />
• Vrijetijdsactiviteiten jongeren<br />
Om kinderen en jongeren te bereiken is aandacht voor hun vrijetijdsbesteding onontbeerlijk.<br />
Sterk op informatieoverdracht gerichte projecten of materialen zijn dan uiteraard niet geschikt.<br />
Juist voor deze doelgroep heeft erfgoededucatie als voordeel dat beleving belangrijk is. Naast<br />
cognitie wordt een appèl gedaan op zintuigen en emoties.<br />
Dat het mogelijk is jongeren <strong>van</strong> verschillende culturele afkomst buiten school enthousiast te maken<br />
voor erfgoed, bewijst het succes <strong>van</strong> het landelijk beschikbare project ∆ Zie: Verover je eigen<br />
Monument. Dit format werd in 2006 verbreed tot ‘Verover je eigen omgeving’.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> kan worden ingepast in verschillende soorten naschoolse activiteiten die voor<br />
kinderen en jongeren worden georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan: naschoolse op<strong>van</strong>g (naar<br />
het monument om de hoek), scouting (landschapsontwikkeling), jeugdtheatergroepen en creativiteitcursussen<br />
(eigen omgeving als inspiratiebron) en jongerenactiviteiten in buurt en wijkcentra<br />
• Buurt- en wijkcentra, gemeenschapshuizen<br />
De wijk wordt een steeds belangrijker werkgebied voor culturele instellingen. Om nieuwe publieksgroepen<br />
in contact te brengen met erfgoed(instellingen) komen dus ook buurt- en wijkcentra<br />
en gemeenschapshuizen in beeld.<br />
Buurthuizen trekken veel jongeren <strong>van</strong> verschillende culturele achtergronden. Vaker jongens dan<br />
meisjes en meer vmbo-leerlingen dan havo/vwo leerlingen. 38 Daarnaast is het buurthuis, dat<br />
vaak laagdrempelige, betaalbare cursussen en activiteiten aanbiedt, ook een belangrijke ontmoetingsplek<br />
voor allochtone vrouwen en oudere buurtbewoners. Dit biedt legio mogelijkheden voor<br />
erfgoededucatie. Denk aan een erfgoedwandeling in eigen wijk of kleine exposities over de geschiedenis<br />
<strong>van</strong> de omgeving, samengesteld voor en door buurtbewoners. Om zoiets <strong>van</strong> de grond<br />
te krijgen zal de gemeente de samenwerking moeten stimuleren tussen erfgoedinstellingen en<br />
welzijnswerk of sociaal-cultureel werk, dat erop gericht is mensen te begeleiden bij het inrichten<br />
<strong>van</strong> hun sociale en culturele leven.<br />
Actueel in wijkgericht werken is het bevorderen <strong>van</strong> contact en samenwerking tussen verschillende<br />
generaties. Dit heeft tot doel de leefbaarheid en de sociale binding in de wijk te verbeteren. Zo<br />
stimuleert het Centrum Sociaal Beleid <strong>van</strong> het NIWZ intergenerationeel buurtbeleid in het kader<br />
<strong>van</strong> het nationaal stimuleringsbeleid ‘De buurt voor alle leeftijden’.<br />
Kunst- en erfgoedinstellingen zijn tot dusver niet of nauwelijks bij deze intergenerationele projecten<br />
betrokken. Een gemiste kans, omdat erfgoededucatie op dit vlak veel invalshoeken biedt<br />
en naadloos aansluit bij de aanpak die draait om ervaringen delen. Vele goede praktijkvoorbeelden<br />
komen uit Groot-Brittannië. Ouderen vertellen jongeren bijvoorbeeld over hun werk (mijnen,<br />
fabrieken, visserij e.d.) dat vroeger het beeld <strong>van</strong> hun woonplaats bepaalde. Jongeren interviewen<br />
oudere buurtbewoners over de vroegere functie <strong>van</strong> historische locaties of maken samen met hen<br />
een plan voor de herinrichting <strong>van</strong> de buurt, waarbij erfgoed een plaats krijgt in nieuwe ontwikkelingen.<br />
38 Buurthuizen Jeugdmonitor (2004)<br />
jongeren 13 - 18 jaar<br />
VEROVER JE EIGEN MONUMENT/OMGEVING<br />
landelijk format<br />
Jongeren niet geïnteresseerd in monumenten? Zeker wel! Voorwaarde is dat zij op hun eigen<br />
manier ‘contact kunnen maken’ met monumentaal erfgoed in hun woonplaats. En dat is precies de<br />
formule <strong>van</strong> ‘Verover je eigen monument’, een project <strong>van</strong> het VSB fonds voor groepen jongeren<br />
<strong>van</strong> 13 tot en met 18 jaar, dat zowel binnen als buiten schoolverband overal in Nederland uit te<br />
voeren is.
Het initiatief tot deelname komt <strong>van</strong> jongerenwerkers – bijvoorbeeld verbonden aan scouting,<br />
buurtcentra of jeugdtheatergroepen – leerkrachten of erfgoedinstellingen, maar de uitwerking is<br />
helemaal in handen <strong>van</strong> de jongeren zelf. Na een rondleiding in het gekozen monument krijgen<br />
ze vragen als: ‘Wat voor associaties roept dit op?’ En: ‘Welke verhalen of invalshoeken spreken jullie<br />
het meest aan?’ Daarop is het aan de jongeren om, op basis <strong>van</strong> hun gevoelens, ideeën en fantasieën,<br />
een eigen verhaal over het monument te maken dat ook andere jongeren aanspreekt. Voor<br />
de uiteindelijke presentatie moeten ze dus ook leeftijdsgenoten zien te interesseren. De ervaring<br />
leert dat dit uitstekend lukt.<br />
De akoestiek <strong>van</strong> de Catharinakerk in Doetinchem inspireerde jongeren bijvoorbeeld tot een<br />
muziekshow, waarbij verschillende geluiden <strong>van</strong> voetstappen de leidraad vormden voor historische<br />
verhalen over het gebouw. Ook leuk voor buurtbewoners die, geïnformeerd door op<br />
de markt uitgedeelde flyers, massaal op de voorstelling afkwamen. In Gouda werd het oude<br />
Spaarders(zwem)bad het toneel <strong>van</strong> de Griekse tragedie ‘Troje aan Zee’. Het Purmerends Museum<br />
werd als tijdmachine het decor voor een interactief toneelspel waarin het verleden herleefde en<br />
het Hilversums sanatoriumcomplex Zonnestraal werd het podium voor dans, oude films, theater<br />
en beeldhouwwerk.<br />
De sleutel om een monument voor jongeren interessant te maken is het creëren <strong>van</strong> ‘positieve<br />
emoties’ en ‘persoonlijke binding’. Omdat het monumentenproject veel weerklank vindt bij jongeren<br />
<strong>van</strong> verschillende schoolniveaus en afkomst – het verhaalelement blijkt juist allochtone jongeren<br />
sterk aan te spreken – is het VSB-project medio 2006 verbreed tot ‘Verover je eigen omgeving’.<br />
Om jongeren in staat te stellen elementen uit hun eigen woonplaats te veroveren, variërend <strong>van</strong><br />
een natuurmonument tot een architecturaal hoogstandje, is een netwerkorganisatie tot stand<br />
gebracht met organisaties als Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en erfgoedinstellingen. Ook in dit<br />
geval geldt dat jongeren worden aangemoedigd een deel <strong>van</strong> de kosten, deels in natura, gefinancierd<br />
te krijgen. Het is dus mogelijk dat ze voor een kleine subsidie aankloppen bij de gemeente.<br />
Inspirerende voorbeelden en een stappenplan voor jongeren en hun begeleiders zijn te vinden<br />
op de website waar ook ondersteunend materiaal kan worden aangevraagd.<br />
Meer informatie: www.veroverjeeigenmonument.nl.<br />
migratiegeschiedenis<br />
WERKEN, WERKEN, WERKEN!<br />
pilot gemeente Tilburg<br />
De verhalen <strong>van</strong> de zogeheten gastarbeiders, die <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de jaren zestig in steeds<br />
grotere getale naar Nederland werden gehaald om hier de industrie draaiende te houden, vormen<br />
een wezenlijk onderdeel <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong> geschiedenis. Ze kwamen om te werken en<br />
te sparen voor een beter bestaan. De meeste <strong>van</strong> hen gingen uiteindelijk niet terug, maar lieten<br />
hun gezinnen overkomen. In Tilburg, werden op 25 oktober 1963 de eerste twaalf Turken door de<br />
harmonie <strong>van</strong> het station gehaald om mee te helpen in de toen nog florerende textielindustrie.<br />
Inmiddels telt de gemeente ruim 30.000 niet-westerse allochtonen op een bevolking <strong>van</strong> 200.000<br />
inwoners.<br />
In 2002 ging in Tilburg een pilotproject migratiegeschiedenis <strong>van</strong> start in opdracht <strong>van</strong> het Nederlands<br />
Centrum voor Volkscultuur (NCV). Hiervoor werd samenwerking gezocht met het Nederlands<br />
Textielmuseum, het Regionaal Historisch Centrum en cultureel centrum CiST.<br />
Onderzoekers speurden naar bruikbare archiefstukken in Tilburg en omliggende gemeenten,<br />
maar ook naar foto’s en andere tastbare persoonlijke herinneringen <strong>van</strong> allochtonen en autochtone<br />
Tilburgers. Belangrijk element was uiteraard het optekenen <strong>van</strong> oral history aan de hand<br />
<strong>van</strong> een groot aantal interviews, zowel met voormalige gastarbeiders als met de mensen om<br />
hen heen. De tentoonstelling die hieruit voortkwam werd onder meer opgesteld op een goed<br />
bezochte warenmarkt in het centrum <strong>van</strong> de stad. Zo konden niet alleen oorspronkelijke Tilburgers<br />
maar ook (jonge) allochtonen zelf kennisnemen <strong>van</strong> dit bijzondere hoofdstuk waarmee<br />
een gezamenlijke geschiedenis begon. Daarnaast werd het onderwerp voor een breed publiek<br />
toegankelijk gemaakt met het boek ‘Werken, Werken, Werken’ waarin behalve een overzicht <strong>van</strong><br />
de multiculturele geschiedenis <strong>van</strong> Tilburg, veel persoonlijke verhalen, portretfoto’s en ander<br />
historisch beeldmateriaal is opgenomen.<br />
0
6.2 Sociale cohesie en civil society<br />
Eén <strong>van</strong> de voorwaarden voor sociale cohesie is het voorkomen dat bepaalde groepen in de bevolking<br />
maatschappelijk worden uitgesloten. Dit impliceert dat ook culturele instellingen – maar<br />
zij niet alleen – actie moeten nemen om brede groepen in de samenleving te bereiken. In beleidsnota’s<br />
worden allochtonen het meest genoemd als risicogroep voor sociale uitsluiting, maar ook<br />
ouderen, gehandicapten, school drop-outs, werklozen en lager opgeleiden lopen soms kans de<br />
aansluiting met de maatschappij te verliezen.<br />
Sinds het Actieplan Cultuurbereik 2001-2004 zijn er allerlei initiatieven ontwikkeld om cultuurparticipatie<br />
en sociale participatie met elkaar te verbinden. Duidelijk is dat erfgoedinstellingen<br />
en andere culturele organisaties hiervoor nieuwe wegen moeten zoeken en samenwerking<br />
moeten aangaan met andere maatschappelijke sectoren. Daarbij blijken onderwijsinstellingen,<br />
het (koepel)welzijnswerk en wijkaccountmanagers een betrouwbare bron <strong>van</strong> informatie over<br />
behoeften en mogelijkheden <strong>van</strong> specifieke doelgroepen. 39<br />
Landelijke bekendheid kreeg het project Blauwdruk. Onder deze titel experimenteerden vier<br />
<strong>Nederlandse</strong> musea met nieuwe manieren om mensen bij het museum te betrekken die daar normaal<br />
gesproken nooit komen. Belangrijk onderdeel <strong>van</strong> de werkwijze was de samenwerking met<br />
maatschappelijke en culturele instellingen en kennisuitwisseling tussen de musea onderling.<br />
Elk museum pakte het op eigen wijze aan. Museum Jan Cunen (Oss) bracht het museum letterlijk<br />
het schoolgebouw in, Zcala (Den Haag) werkte met ambassadeurs uit de doelgroep aan een<br />
‘andere’ programmering en het Noord-Brabants Natuurmuseum (Tilburg) en het Amsterdams<br />
Historisch Museum trokken de wijk in. Het AHM richtte i.s.m. Buurtonline (een zogeheten ‘digitaal<br />
trapveld’) 40 een website in met verhalen <strong>van</strong> buurtbewoners. Deze werden opgetekend door<br />
een hiervoor kortdurend geschoolde groep vrijwilligers die een dwarsdoorsnede <strong>van</strong> de buurtbevolking<br />
vormde. (www.geheugen<strong>van</strong>oost.nl) De ervaring <strong>van</strong> de vier Blauwdruk-musea was<br />
dat outreach-activiteiten erg arbeidsintensief zijn, maar wel vruchten afwerpen. Voorbeelden zijn<br />
tentoonstellingen in winkels en wijkcentra en diverse ict-projecten voor buurtbewoners.<br />
De laatste jaren wordt het belang <strong>van</strong> de civil society en sociaal kapitaal meer en meer erkend.<br />
In de civil society zijn burgers lid <strong>van</strong> verschillende netwerken en werken zij op vrijwillige basis<br />
samen aan de ontwikkeling <strong>van</strong> de samenleving. <strong>Gemeenten</strong> vertalen dit begrip als een moderne<br />
vorm <strong>van</strong> maatschappelijk middenveld. De civil society is <strong>van</strong> belang omdat dit de omgeving is<br />
waarin de burger zich vrijwillig organiseert en zijn talenten tot ontwikkeling kan brengen. Denk<br />
hierbij aan kleinschalige burgerinitiatieven zoals buurtverenigingen, zorggroepen, bewonersorganisaties<br />
en internetgroeperingen. Ook de erfgoedsector is bij uitstek een terrein waar met veel<br />
vrijwilligers en weinig geld veel wordt bereikt.<br />
Daarnaast kan de gemeente langs andere weg een bijdrage leveren aan de civil society. Namelijk<br />
door een goed klimaat te scheppen voor creativiteit en culturele ontplooiing. 41 Daarbij kunnen<br />
ook erfgoedinstellingen de helpende hand bieden.<br />
6.3 Activiteiten voor ouderen<br />
De pilot vormde een onderdeel <strong>van</strong> een groter project waarmee het NCV wil laten zien hoe historische<br />
verenigingen migratiegeschiedenis in de lokale geschiedenis kunnen integreren. Achterliggend<br />
doel is ertoe bij te dragen dat de huidige discussies over de multiculturele samenleving<br />
meer in historisch perspectief geplaatst worden. De resultaten <strong>van</strong> het project zijn vertaald naar<br />
een reizende tentoonstelling.<br />
Het NCV heeft twintig reizende tentoonstellingen te huur voor musea, bibliotheken, scholen<br />
en andere belangstellenden. Het gaat om basistentoonstellingen, die bijvoorbeeld te gebruiken<br />
zijn als algemeen kader voor een eigen expositie. Onderwerpen zijn onder meer: gebruiken rond<br />
zwangerschap, geboorte en huwelijk, boerenleven in Nederland, kermis, winterfeesten en sport.<br />
Meer informatie: www.volkscultuur.nl.<br />
Bij alle aandacht voor cultuureducatie voor jongeren, moeten we niet vergeten dat Nederland een<br />
groeiend aantal senioren kent. Voor een deel betreft het actieve cultuurgenieters die de weg naar<br />
erfgoedinstellingen wel weten te vinden. Verder zijn pensioengerechtigde inwoners vaak actief<br />
als vrijwilliger, bijvoorbeeld als rondleider, stadsgids of bij demonstraties <strong>van</strong> oude ambachten.<br />
1<br />
39 Kamp <strong>van</strong> der, M. & Otte<strong>van</strong>ger, D.<br />
(2003) Cultuureducatie en sociale cohe-<br />
sie. Een verkennend onderzoek<br />
40 Een digitaal trapveld is een locatie<br />
waar voornamelijk ouderen, vrouwen,<br />
werkzoekenden en nieuwkomers gratis<br />
of voor een gering bedrag leren omgaan<br />
met ict. Doel is een dreigende digitale<br />
kloof te voorkomen. Uit: Cultuurnetwerk<br />
Nederland/Museumvereniging 2003)<br />
Blauwdruk-vier musea en sociale cohesie.<br />
(p.78)<br />
41 VNG (2006) rapport ‘Wil tot verschil’
42 Baarle, Y. (2004) Divers, cultuurbeleid<br />
in een multiculturele samenleving<br />
43 Idem<br />
Voor veel andere ouderen kan een eerste bezoek aan een erfgoedinstelling, een verrassend uitje<br />
zijn.<br />
Doordat veel ouderen nog lang zelfstandig wonen, wordt er op lokaal niveau een sterker beroep<br />
gedaan op de drieslag wonen, zorg en welzijn. Met name voor het bevorderen <strong>van</strong> welzijn ont<strong>van</strong>gen<br />
gemeenten weinig extra middelen. Wel komen hiervoor steeds meer gerichte projecten<br />
beschikbaar. Een daar<strong>van</strong> heet ‘Op zoek naar zin’, waarbij herinneringen aan het eigen leven het<br />
uitgangspunt vormen voor creatieve reminiscentie. Ook erfgoedinstellingen kunnen hierbij een<br />
rol spelen. Andere geschikte projecten worden aangeboden door het Nederlands Platform Ouderen<br />
en Europa (NPOE), dat streeft naar behoud en verspreiding <strong>van</strong> bij ouderen aanwezige kennis<br />
en ervaring.<br />
Een <strong>van</strong> de projecten werd overgenomen door de Stichting Tijdgeest in Amsterdam. Deze stichting<br />
stelt zich ten doel informatie uit het dagelijkse leven in de vorige eeuw te verzamelen en als<br />
cultureel erfgoed toegankelijk te maken voor volgende generaties (www.tijdgeest.nl). Uitgangspunt<br />
is ook hier de techniek <strong>van</strong> de reminiscentie, een methode waarbij mensen in groepen of<br />
individueel worden aangezet tot het ophalen en beschouwen <strong>van</strong> herinneringen aan de hand <strong>van</strong><br />
foto’s, voorwerpen en geluiden. Met het verzamelen <strong>van</strong> verhalen, beeldmateriaal, documenten<br />
en voorwerpen bouwt de stichting aan een community archive, dat op den duur breed toegankelijk<br />
zal zijn.<br />
6.4 Erfgoed voor en <strong>van</strong> migranten<br />
Het multiculturele debat kent twee beeldbepalende elementen: culturele diversiteit en integratie.<br />
42 Voor beide biedt erfgoededucatie handvatten. Uitgangspunt bij culturele diversiteit is<br />
steeds verschillen uitleggen en overeenkomsten zoeken. Achterliggende gedachte is dat kennisnemen<br />
<strong>van</strong> elkaars culturele praktijken en creativiteit leidt tot meer begrip en wederzijds respect.<br />
Een beknopte schets <strong>van</strong> de praktijk:<br />
• Kennismaken met Nederlands erfgoed<br />
Erfgoed in de eigen omgeving blijkt een simpel, maar doeltreffend middel om allochtone inwoners<br />
meer inzicht te geven in Nederland en de Nederlanders. Het is een goede kapstok voor<br />
kennis <strong>van</strong> cultuurhistorie <strong>van</strong> Nederland en de nieuwe woonplaats. Verder is het mogelijk aan de<br />
hand <strong>van</strong> erfgoed een aantal algemene waarden en normen te verduidelijken die Nederlanders<br />
verbindt. 43 Principes als rechtstaat, democratie, scheiding <strong>van</strong> kerk en staat, vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting,<br />
godsdienstvrijheid, gelijke behandeling <strong>van</strong> man en vrouw staan bijvoorbeeld niet ter<br />
discussie. Pluspunt <strong>van</strong> erfgoededucatie daarbij is dat het zich ook kan bedienen <strong>van</strong> niet-talige<br />
middelen.<br />
Kennismaken met Nederland gebeurt op dit moment tijdens inburgeringcursussen, integratiecursussen<br />
cultuur en lessen Nederlands als tweede taal (NT2). Deze bieden cursisten behalve<br />
taalonderwijs ook maatschappelijke oriëntatie. In Rotterdam en de provincie Utrecht werden,<br />
in samenwerking met een ROC, museumlessen voor NT2-cursisten ontwikkeld. Hierbij vormt de<br />
cultuurhistorie <strong>van</strong> de nieuwe woonplaats het vertrekpunt voor nadere kennismaking met de<br />
<strong>Nederlandse</strong> samenleving.<br />
• Migratiegeschiedenis<br />
Aan het eind <strong>van</strong> de jaren ’70 <strong>van</strong> de vorige eeuw komen voor het eerst grote groepen niet-westerse<br />
allochtonen als ‘gastarbeiders’ naar Nederland. Het verhaal over hun komst is niet alleen<br />
belangrijk erfgoed voor de migranten in kwestie, maar als gemeenschappelijk verleden ook voor<br />
autochtone Nederlanders. Op het vlak <strong>van</strong> migratiegeschiedenis worden in Nederland steeds<br />
meer initiatieven ontplooid. Zo verzamelt Imagine IC in Amsterdam voor een breed publiek persoonlijke<br />
verhalen over migratiegeschiedenis en eigentijdse culturele diversiteit, gebruikmakend<br />
<strong>van</strong> oral history en ict. In Deventer is migratiegeschiedenis in beeld gebracht aan de hand <strong>van</strong> het<br />
verhaal <strong>van</strong> de blikfabriek Thomassen & Drijver, indertijd een belangrijke werkgever voor zowel<br />
allochtone en autochtone inwoners. ‘Deventer Blik’ is uitgewerkt in tien deelprojecten, waaronder<br />
een theaterproductie, een wetenschappelijk historisch onderzoek, een kinderboek, een filmdocumentaire<br />
en een expositie (www.sied.nl/deventerblik). Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />
(NCV) realiseerde in 2002 een pilotproject migratiegeschiedenis in Tilburg, waar<strong>van</strong> de resultaten<br />
zijn vertaald naar een reizende basistentoonstelling.<br />
∆ Zie ‘Werken, werken, werken’.<br />
• Herinnering aan herkomst<br />
Langetermijndoelstelling <strong>van</strong> projecten gericht op erfgoed <strong>van</strong> migranten is materiaal te verza-
melen dat latere generaties in staat stelt hun wortels te leren kennen. Een doelstelling op korte<br />
termijn is autochtone Nederlanders kennis te laten maken met de achtergronden <strong>van</strong> hun nieuwe<br />
land- en stadsgenoten. Het is ook de bedoeling dat migranten zich op die manier ‘gezien’ en<br />
gewaardeerd voelen.<br />
Een voorbeeld dat op dit gebied school maakte is ‘Generaties Later; Turkse Dordtenaren’. In<br />
Dordrecht is het Stadsarchief al enige jaren actief om egodocumenten, geluid- en beeldmateriaal<br />
<strong>van</strong> nieuwkomers te verzamelen. Maar daar is het niet bij gebleven. In het dorp Kayapinar, waar<br />
veel Turkse inwoners <strong>van</strong> Dordrecht <strong>van</strong>daan komen, legden onderzoekers in interviews en foto’s<br />
het dagelijks leven in het dorp en de invloed <strong>van</strong> de migratie op de lokale samenleving vast. In<br />
2004 volgde het project ‘Nos Tesoro, Onze schatten’ om persoonlijke herinneringen <strong>van</strong> Caribische<br />
Nederlanders vast te leggen voor later. Via www.gemeentearchiefdordrecht.nl zijn teksten en<br />
beelden toegankelijk voor eigen inwoners en andere belangstellenden.<br />
6.5 Zichtbaar maken <strong>van</strong> erfgoed<br />
Voor een groeiend aantal gemeenten staat ‘zichtbaar maken <strong>van</strong> het lokale erfgoed’ hoog op de<br />
agenda. Dit blijkt ook uit de nulanalyse <strong>van</strong> het tweede Actieplan Cultuurbereik. 44 Het gaat daarbij<br />
zowel om aandacht voor collecties <strong>van</strong> plaatselijke erfgoedinstellingen, als om het herkenbaar<br />
presenteren <strong>van</strong> andere overblijfselen uit het verleden. Doel daar<strong>van</strong> is bewoners een tastbare<br />
band met het verleden te geven en het publieksbereik <strong>van</strong> lokaal erfgoed te vergroten. Soms gaat<br />
het expliciet om visuele verrijking <strong>van</strong> de omgeving. We noemen hier een aantal mogelijkheden<br />
in relatie tot erfgoededucatie:<br />
• Cultuurhistorie een plaats geven op de gemeentelijke website. Bij voorkeur met directe links<br />
naar gemeente- of streekarchief, musea en monumenten. Ook uitleg over de herkomst <strong>van</strong><br />
straatnamen is een idee. In veel provincies zijn inmiddels historische websites, databanken of<br />
speciale erfgoedsites (Gelderland/Utrecht).<br />
• Een (foto)rubriek in gemeenteblad of gemeentepagina in huis-aan-huisblad over het verleden<br />
<strong>van</strong> de gemeente, met bijdragen <strong>van</strong> bewoners.<br />
• Boeken, dvd’s en ict-presentaties over stadsgeschiedenis, -gebruiken en taal. Voorbeelden<br />
zijn ‘Goed getaold’, waarin Tilburgs dialect wordt verklaard in een sociaal-historische context en<br />
‘Flevolandse Geschiedenis in meer dan 100 verhalen’, dat zowel een reisverslag <strong>van</strong> een<br />
Romeinse geschiedschrijver bevat als interviews met eerste bewoners <strong>van</strong> het nieuwe land. Op<br />
www.cartago.nl is het Digitaal Oorkondenboek Groningen en Drenthe met 15.000 oorkondes tot<br />
1600 beschikbaar gekomen voor een groot publiek.<br />
• Een lokaal erfgoedinformatiecentrum, bijvoorbeeld i.s.m. de openbare bibliotheek.<br />
• Aanbrengen <strong>van</strong> monumentenschildjes.<br />
• Plaatsen <strong>van</strong> informatiepanelen in de openbare ruimte.<br />
• Aanbrengen <strong>van</strong> landmarks. De gemeente Almere gaat haar inwoners vertrouwd maken met de<br />
archeologische geschiedenis <strong>van</strong> de stad door herkenningstekens te plaatsen bij middeleeuwse<br />
scheepswrakken in de bodem, iets wat velen niet verwachten in deze nieuwe stad.<br />
• Erfgoed exposeren en ‘verbeelden’ in de openbare ruimte.<br />
• Digitale, culturele biografie <strong>van</strong> stad of dorp, waarbij inwoners en verenigingen hun eigen verhalen<br />
kunnen toevoegen (Maastricht). Via een andere aanpak is dit ook de opzet <strong>van</strong> ‘Het geheugen<br />
<strong>van</strong> de wijk’ in Amsterdam (www.geheugen<strong>van</strong>oost.nl) en Rotterdam.<br />
• Erfgoed als inspiratiebron voor andere kunstuitingen.<br />
6.6 Erfgoed voor toerisme en recreatie<br />
Zoals eerder aangestipt, kan het voor een gemeente rendabel zijn om het lokale erfgoed (beter) in<br />
te zetten voor toeristisch-recreatieve doeleinden. [3.7] Wil een gemeente of individuele erfgoedinstelling<br />
aantrekkelijk zijn voor bezoekers, dan is er méér nodig dan puur de aanwezigheid <strong>van</strong> een<br />
historische dorpskern of waardevolle collectie. De vrijetijdsconsument is verwend, wil variatie en<br />
kwaliteit en kan kiezen uit een groot aantal concurrerende mogelijkheden. ‘Beleving’ is een kernwoord.<br />
Nostalgie en zoeken naar authenticiteit volgen direct daarop.<br />
Mogelijkheden om erfgoed bij bezoekers onder de aandacht te brengen variëren <strong>van</strong> een stadswandeling<br />
met gids tot multimedia spektakels en opvoeringen <strong>van</strong> levende geschiedenis. [4.1]<br />
ict-toepassingen maken het mogelijk thuis voorpret te hebben of na te genieten <strong>van</strong> de erfgoedontdekkingen.<br />
Beproefde middelen voor erfgoededucatie in toerisme en recreatie zijn wandel- en fietsroutes. De<br />
populaire NS-wandelingen bevatten bijvoorbeeld naast landschapsbeschrijvingen veel begelei-<br />
Eventueel hier foto!<br />
44 Bureau Driessen (2006) Actieplan II,<br />
Nulanalyse en nulmeting
Cultuurhistorische waardenkaart<br />
48 Erfgoed Actueel (2005) Oud Nieuws<br />
nr. 3: <strong>Gemeenten</strong> brengen cultuurhistorie<br />
in kaart<br />
dende erfgoedinformatie. In steeds meer gemeenten maakt de traditionele brochure overigens<br />
plaats voor moderne wegwijsmiddelen. Zo kent Den Haag een archeologische wandelroute waarbij<br />
informatie over archeologische vondsten via de mobiele telefoon kan worden opgevraagd en<br />
bieden Naarden-Vesting en Nijmegen een GSM-wandeling langs historische locaties. Zutphen<br />
had de landelijke primeur <strong>van</strong> een iPod-stadswandeling. In Rotterdam navigeert GPS wandelaars<br />
feilloos langs een kunst- en architectuurroute.<br />
Een aantal gemeenten past bewust verschillende vormen <strong>van</strong> erfgoededucatie toe om stad of<br />
dorp te profileren als cultuurhistorische trekpleister voor toeristen en recreanten.<br />
∆ Zie ‘Groenlo profileert zich als vestingstad’ .<br />
Voor elk type presentatie is het belangrijk dat er een verhaallijn is. Bezoekers zijn niet geïnteresseerd<br />
in een droge opsomming <strong>van</strong> informatie, hoe cultuurhistorisch verantwoord ook. Een actuele<br />
aanpak is verschillende erfgoedelementen en instellingen te presenteren als onderdelen <strong>van</strong><br />
een samenhangend verhaal dat een gemeente over zichzelf wil vertellen. Een integrale aanpak<br />
biedt bezoekers een handvat om de gemeente te verkennen, waarbij ze en passant ook kleinere<br />
erfgoedinstellingen en minder bekend erfgoed tegenkomen. Vergeet daarbij het immateriële<br />
erfgoed <strong>van</strong> de gemeente niet. Festivals, processies, oogstfeesten, paasvuren, klederdrachtdagen,<br />
historische nijverheid: het zijn allemaal grote publiekstrekkers.<br />
Ook het toeristische bedrijfsleven kan in een totaalaanbod een partner zijn. Zo verwerken recreatieparken<br />
regelmatig erfgoedelementen uit de omgeving in hun inrichting en activiteitenaanbod.<br />
Door monumenten, archeologische plaatsen of cultuurhistorisch landschap en museumobjecten<br />
met elkaar in verband te brengen ontstaat een meerwaarde, die herhalingsbezoek bevordert.<br />
Daarbij is het zaak de beoogde publieksgroep(en) in het oog te houden. Wie kinderen wil boeien,<br />
kiest een ander perspectief dan wie de echte cultuurtoerist wil plezieren.<br />
6.7 Cultuurhistorie in ruimtelijke ontwikkeling<br />
Erfgoed geeft een stad of dorp een herkenbaar gezicht en draagt bij aan de identiteit die mensen<br />
ontlenen aan een plek. Daarnaast stijgt de vraag naar woon- en werkmilieus met een ‘eigen karakter’,<br />
in reactie op de toenemende eenvormigheid <strong>van</strong> onze leefomgeving. Zoals gezegd, hebben<br />
een aantal landelijke stimuleringsprogramma’s als het Actieplan Cultuurbereik en Belvedere<br />
culturele planologie definitief op de agenda gezet. [4.3]<br />
Inbreng <strong>van</strong> cultuurhistorische kwaliteiten in lokale ruimtelijke ontwikkelingsprocessen vraagt om<br />
samenwerking tussen verschillende gemeentelijke sectoren, zoals Monumentenzorg, Ruimtelijke<br />
Ordening en Publieke Werken en inbreng <strong>van</strong> verschillende vakdisciplines (planoloog, stedenbouwkundige,<br />
architecten e.d.). Ook bewoners dienen tijdig bij de planvorming betrokken te<br />
worden. Mogelijkheden voor inbreng <strong>van</strong> bewoners zijn: enquêtes, diepte-interviews, inspraakavonden,<br />
een interactieve website en werkvormen waarbij inwoners verhalen, foto’s en ander<br />
(beeld)materiaal ‘<strong>van</strong> vroeger’ kunnen inbrengen.<br />
Naast provincies laten ook steeds meer gemeenten een cultuurhistorische waardenkaart<br />
ontwikkelen. Met een helder overzicht in handen kan de gemeente bij ruimtelijke vraagstukken<br />
veel beter bepalen welke cultuurhistorische elementen zij in stand wil houden en<br />
welke eventueel kunnen wijken voor een nieuwe bestemming. Een dergelijk toetsingskader<br />
voorkomt (kritiek op) ad hoc beslissingen.<br />
De gemeenten Duiven gaf bijvoorbeeld opdracht voor een cultuurhistorische analyse,<br />
toen een nieuwbouwplan voor het centrum op verzet stuitte. Alle kadastrale panden en<br />
percelen <strong>van</strong> de gemeente werden onderzocht om een beeld te krijgen <strong>van</strong> de ontwikkeling<br />
in de tijd. Daarbij werd gelet op de ontwikkeling <strong>van</strong> de infrastructuur in weg<br />
en water, de belangrijke historische panden en hun functies, de arbeidshistorie en de<br />
herkenbaarheid <strong>van</strong> de oorspronkelijke functies. De cultuurhistorische analyse vormde<br />
samen met een schetsboek <strong>van</strong> gemeentelijke monumenten, opgesteld door de Historische<br />
Kring in Duiven, weer de basis voor een lesbrief voor de basisschool. 48<br />
Een <strong>van</strong> de kernthema’s <strong>van</strong> Belvedere is ‘stedelijke ontwikkeling’. <strong>Erfgoededucatie</strong> speelt hierin<br />
een rol bij de voorbereiding en uitvoering <strong>van</strong> fysieke ingrepen door overblijfselen uit het verleden<br />
<strong>van</strong> achtergrond en context te voorzien. Op deze manier is bij bewoners en private partijen<br />
als woningcorporaties en projectontwikkelaars draagvlak te creëren voor ‘behoud door ontwikkeling’.<br />
Actuele aandachtspunten in de ruimtelijke ontwikkeling <strong>van</strong> gemeenten zijn:
• Binnenstedelijke ontwikkelingen<br />
Veel <strong>Nederlandse</strong> steden hebben historische centra. Steeds vaker is hier herinrichting noodzakelijk<br />
om ruimte te scheppen voor economische bedrijvigheid, verkeer of woonruimte. Historische<br />
objecten en structuren (bebouwing, bodem, stratenpatroon, openbare ruimte, waterpartijen e.d.)<br />
kunnen dan functioneel of als inspiratiebron worden ingezet voor nieuwe ontwikkelingen.<br />
∆ Zie ‘Romeinen in de parkeergarage’ .<br />
• Historische complexen of structuren<br />
Functionaliteit is belangrijk voor het behoud <strong>van</strong> historische gebouwen, zoals woonhuizen, forten<br />
of fabriekstorens. Hergebruik <strong>van</strong> historische gebouwen is een taak <strong>van</strong> monumentenzorg. Het<br />
voordeel <strong>van</strong> gebiedsgerichte herontwikkeling zoals Belvedere voorstaat, is dat de kosten <strong>van</strong><br />
renovatie vaak deels te compenseren zijn met de opbrengsten <strong>van</strong> nieuwbouw. Actueel is het<br />
herstellen <strong>van</strong> oude waterlopen in de stad (Binnen-Dieze Den Bosch, singelstructuur Utrecht).<br />
• Herstructurering naoorlogse wijken<br />
Eén <strong>van</strong> de grootste ruimtelijke opgaven <strong>van</strong> dit moment is de herstructurering <strong>van</strong> woongebieden.<br />
Om te voldoen aan de hedendaagse eisen gaat een derde <strong>van</strong> de nationale woningvoorraad<br />
op de schop. Richtlijn daarbij is de integrale aanpak <strong>van</strong> het Grotestedenbeleid (GSB), waarin<br />
sociale, economische en fysieke vernieuwing worden ingezet als oplossing voor grootstedelijke<br />
problematiek.<br />
Vooral naoorlogse wijken worden gezien als kwalitatief slecht, onveilig en onaantrekkelijk. Maar<br />
radicale sloop en nieuwbouw doet geen recht aan de cultuurhistorische waarde <strong>van</strong> deze oude<br />
buurten en de behoeften <strong>van</strong> bewoners. Ook in wederopbouwwijken wordt daarom zoveel mogelijk<br />
materieel erfgoed (monumenten, stedenbouwkundige structuren) en immaterieel erfgoed<br />
(gebeurtenissen, verhalen, ontwerpfilosofieën) ingeweven in vernieuwing. Een voorbeeld daar<strong>van</strong><br />
is de Philipswijk in Eindhoven.<br />
• Stedelijke uitbreiding<br />
Op diverse plaatsen is al geëxperimenteerd met het benutten <strong>van</strong> erfgoed in stedelijke uitbreidingsgebieden.<br />
Bekend voorbeeld is de Vinex-wijk Leidsche Rijn bij Utrecht, waar op grote schaal<br />
vondsten uit de Romeinse tijd en elementen <strong>van</strong> het oude landschap in het nieuwe stadsdeel<br />
worden opgenomen. De komende jaren worden de grote Vinexlocaties afgebouwd. Zoals blijkt uit<br />
de Nota Ruimte (2005), wijst het Rijk daarna voor stedelijke ontwikkeling zogenaamde ‘bundelinggebieden’<br />
aan. Provincies leggen de grenzen <strong>van</strong> deze gebieden vast in streekplannen. Het accent<br />
ligt op bebouwing, maar ook voor water, natuur, recreatie, sport en landbouw moet ruimte beschikbaar<br />
blijven. Rekening houden met cultuur en cultuurhistorie is daarbij een randvoorwaarde.<br />
erfgoed voor toerisme<br />
GROENLO PROFILEERT ZICH ALS VESTINGSTAD<br />
gemeente Oost Gelre<br />
De noodzaak tot een stevige impuls voor de stedelijke economie bracht Groenlo (gemeente<br />
Oost Gelre) ertoe haar verleden als vestingstadje te laten herleven en zo de attractiewaarde voor<br />
toeristen te vergroten. Daarbij had de gemeente vooral de vele gezinnen met kinderen op het<br />
oog die gedurende het jaar een (korte) vakantie doorbrengen in een nabijgelegen recreatieoord.<br />
Als bijzonder wapenfeit kon in stelling worden gebracht dat ‘Grolle’ in de 17e eeuw als toenmalig<br />
Spaans bastion langdurig is belegerd door prins Frederik Hendrik <strong>van</strong> Oranje-Nassau.<br />
Het beleidsvoornemen om Groenlo te profileren als vestingstad vertaalde de gemeente voor de<br />
periode 2004-2007 naar drie grote, samenhangende projecten: het behouden en deels reconstrueren<br />
<strong>van</strong> vestingwerken, de restauratie <strong>van</strong> de middeleeuwse Oude Calixtuskerk en het<br />
deels reconstrueren <strong>van</strong> de Circumvallatielinie. Dit is de – voor Europa unieke – insluitinglinie die<br />
Stedendwinger Frederik Hendrik in een straal <strong>van</strong> drie kilometer rond Groenlo liet aanleggen om<br />
het stadje tot overgave te brengen. Een archeologisch bureau kreeg samen met een landschapsarchitect<br />
de opdracht voor het onderzoek naar zichtbare overblijfselen en het aanbrengen <strong>van</strong><br />
passende landmarks langs een ‘tachtigjarige oorlog fietsroute’. In de toekomst zal de historische<br />
linie, die <strong>van</strong>uit de lucht het mooist te zien is, ook via GPS in beeld worden gebracht.
Kern <strong>van</strong> de projectaanpak was de bezoeker context en vooral ‘beleving’ te bieden. Na het succes<br />
<strong>van</strong> de heropvoering <strong>van</strong> de Slag bij Grolle (2005), waaraan vele vrijwilligers uit verschillende<br />
landen deelnamen, heeft Groenlo zelfs de stille ambitie om dé living history stad <strong>van</strong> Europa te<br />
worden.<br />
Om de verschillende onderdelen <strong>van</strong> het masterplan te kunnen uitvoeren, werd subsidie aangevraagd<br />
bij onder meer de Europese Unie en de provincie Gelderland. De grootste uitdaging was te<br />
komen tot één groot, samenhangend verhaal, waarin alle verschillende onderdelen op zijn plaats<br />
zouden vallen en voorzieningen binnen de muren zouden verwijzen naar de Linie en omgekeerd.<br />
Daartoe werd een werkgroep ingesteld <strong>van</strong> de monumenten en musea die zich bevinden aan een<br />
speciaal ontwikkelde toeristische wandelroute die in Groenlo begint en eindigt in het voormalige<br />
schootsveld. Daaraan liggen onder meer het stads(historisch)museum en de VVV, de Oude<br />
Calixtuskerk - waar een spectaculaire presentatie <strong>van</strong> de belegering is gepland -, de restanten<br />
<strong>van</strong> de vestingmuren, het gerestaureerde kanon en de stadsboerderij waar bezoekers een beeld<br />
krijgen <strong>van</strong> het leven in een bezette stad. Re-enactment zal er ook zijn buiten de muren, in Openluchtmuseum<br />
Erve Kots, dat toont hoe het er aan toeging op het platteland waar het leger zich<br />
ophield. Kinderen – de belangrijkste doelgroep – zullen onderweg allerlei elementen herkennen<br />
uit ‘Bregje’, een special voor dit doel geschreven kinderboek.<br />
Het goed bewaken <strong>van</strong> de beeldkwaliteit <strong>van</strong> het vestingstadproject bleef tijdens het ontwikkelingsproces<br />
voortdurend een punt <strong>van</strong> aandacht. Ook het enthousiasme <strong>van</strong> vrijwilligers uit de<br />
eigen bevolking moest in balans komen met de gewenste professionele performance. Daarnaast<br />
was het niet altijd gemakkelijk om met al die verschillende erfgoedinstellingen tot een gezamenlijk<br />
eindresultaat te komen, reden om ook een beroep te doen op de expertise <strong>van</strong> de Stichting<br />
Gelders Erfgoed. Maar uiteindelijk is aan alle voorwaarden voldaan om Groenlo de komende jaren<br />
te laten groeien in haar historische rol als vestingstad.<br />
Meer informatie: www.circumvallatielinie.nl.<br />
Aan de ontsluiting <strong>van</strong> een vestingstad als toeristisch product is een aantal eisen verbonden. In<br />
samenwerking met de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> Vestingsteden is hiertoe een product- en processtandaard<br />
ontwikkeld, waaraan steden moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een<br />
lidmaatschap.<br />
Meer informatie: www.vestingsteden.nl.<br />
erfgoed in ruimtelijke ontwikkeling<br />
ROMEINEN IN DE PARKEERGARAGE<br />
gemeente Woerden<br />
In de nieuwe ondergrondse parkeergarage in het centrum <strong>van</strong> Woerden en het Kerkplein daarboven<br />
herleeft de Romeinse tijd. Tijdens het archeologische onderzoek <strong>van</strong> Hoochwoert (2002-<br />
2004) - de locatie waar de gemeente plannen had voor een stadsplein, 9.000 m2 winkelruimte,<br />
86 woningen en genoemde parkeergarage – kwam vast te staan dat zich hier de resten <strong>van</strong> een<br />
Romeinse legerplaats bevonden. Tot de vondsten behoorden onder meer een mantelspeld in de<br />
vorm <strong>van</strong> een kikker en een Romeins schip, de Woerden 7. Uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> Hoochwoert was het behoud <strong>van</strong> de archeologische monumenten. In de plannen zijn<br />
ideeën verwerkt <strong>van</strong> bewoners, de gemeente, de betrokken archeologen en de projectontwikkelaar.<br />
De Castellumgarage, die eind 2006 in gebruik genomen wordt, weerspiegelt het Romeinse<br />
verleden <strong>van</strong> Woerden zoals dat op deze plek is aangetroffen. Met de lift naar beneden betekent<br />
afdalen in de tijd, via de Middeleeuwen naar de Romeinse tijd. De garage is onderverdeeld in vier<br />
compartimenten, waar de auto aan de hand <strong>van</strong> kleurgebruik en symbolen (helm, schild, kikkerspeld<br />
en kruik) snel terug te vinden is. Op de parkeerdekken zelf komen foto’s en schilderijen<br />
<strong>van</strong> Romeinse vondsten, zoals sieraden, schepen en scherven. De Woerden 7 wordt in de vorm <strong>van</strong><br />
foto’s en opgravingstekeningen teruggebracht op de plaats waar het schip circa 1800 jaar geleden<br />
is gezonken. Op die manier loop je in de parkeergarage als het ware dwars door het laadruim <strong>van</strong><br />
het schip.<br />
Onder het Kerkplein wordt de fundering <strong>van</strong> de castellummuur en het poortgebouw zichtbaar
gemaakt door op een grote fotowand met de oorspronkelijke bodemopbouw de onderkant <strong>van</strong><br />
de wal af te beelden. Hierin is ook de brandlaag <strong>van</strong> de Bataafse opstand (69 na Chr.) duidelijk te<br />
zien. Op de muur staat ook het ontdekspel Laurens <strong>van</strong> Laurium, de Romeinse soldaat.<br />
Bovengronds wordt de contour <strong>van</strong> het castellum in de bestrating teruggebracht. De vroegere<br />
muur <strong>van</strong> de legerplaats is herkenbaar aan een granieten band die enkele locaties met elkaar<br />
verbindt. Middels tekst en afbeeldingen komen wandelaars te weten waar ze het vroegere castellum<br />
‘binnengaan’. De poortgebouwen in en om het Kerkplein ten slotte worden gemarkeerd met<br />
lichtgevende putten, waarin origineel Romeins bouwmateriaal en scherven zijn gestort. Op het<br />
Kerkplein zelf komt de Romeinen Strip, een twintig meter lang beeldverhaal over de Woerden 7<br />
en andere schepen, de Romeinen, de toenmalige handel en de Bataafse opstand. Dit biedt volop<br />
inspiratie voor een boeiende geschiedenisles op locatie!<br />
Meer informatie: www.woerden7.nl.
ERFGOEDEDUCATIEBELEID
IN DE PRAKTIJK<br />
Aan de hand <strong>van</strong> een stappenplan schetsen we in dit deel <strong>van</strong> de handreiking de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> lokaal beleid voor erfgoededucatie. Welke ambities een gemeente op dit vlak<br />
ook heeft, sleutelbegrippen zijn en blijven: stimuleren en samenwerken.<br />
Achtereenvolgens komen in dit hoofdstuk aan de orde:<br />
• Visie op erfgoededucatie.<br />
• Inventarisatie <strong>van</strong> erfgoed(educatie)aanbod en vraag.<br />
• Formuleren <strong>van</strong> (output-)doelstellingen.<br />
• Positie, rol en organisatie gemeenten.<br />
• Strategie en instrumenten.<br />
• (Externe) Financiën.<br />
• Draagvlak creëren.<br />
• Monitoring en evaluatie.<br />
• Breed bruikbare erfgoedthema’s.<br />
De samenvatting <strong>van</strong> dit hoofdstuk vindt u in bijlage 1.<br />
Inleiding<br />
Een lokaal beleid voor erfgoededucatie begint met een plan waarin de gemeente haar visie en<br />
voornemens uiteenzet. Analyse <strong>van</strong> vraag (wat wil de gemeente ermee?) en aanbod (wat is er aanwezig?)<br />
monden uit in doelstellingen (wat willen we wanneer bereiken?).<br />
Deze doelstellingen worden vertaald naar een beleidsstrategie en een instrumentarium (hoe en<br />
met welke middelen denken we dit te bereiken?), waarbij ook kosten en financiering in beeld<br />
komen. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de wijze <strong>van</strong> evaluatie (hoe meten we of het beleid<br />
effect heeft gesorteerd?).<br />
Belangrijk is er <strong>van</strong> meet af aan rekening mee te houden dat erfgoededucatie op verschillende<br />
gemeentelijke beleidsterreinen een rol kan spelen. Op gebied <strong>van</strong> cultuur en onderwijs (cultuureducatie),<br />
maar ook op het gebied <strong>van</strong> welzijn (denk aan jeugd- of achterstandenbeleid en inburgeringstrajecten),<br />
op het gebied <strong>van</strong> ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (inweven<br />
erfgoed) en economische zaken (erfgoed als toeristische trekker). Dit vraagt om input en afstemming<br />
tussen beleidsmedewerkers <strong>van</strong> verschillende gemeentelijke afdelingen.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong>beleid is geen document dat achter een bureautafel tot stand komt. Een gemeente<br />
zal de lokaal (regionaal) aanwezige expertise moeten benutten. Dat begint al bij het verzamelen<br />
<strong>van</strong> gegevens bij plaatselijke erfgoedorganisaties. Het inschakelen <strong>van</strong> betrokkenen uit het<br />
erfgoedveld zal tegelijkertijd het draagvlak voor het uiteindelijke beleid vergroten. Belangrijk,<br />
omdat de gemeente voor een geslaagde uitvoering daar<strong>van</strong> in sterke mate afhankelijk is <strong>van</strong><br />
medewerking en mogelijkheden <strong>van</strong> de lokale erfgoedsector.<br />
Een beleidsplan voor erfgoededucatie zal vrijwel altijd deel uitmaken <strong>van</strong> een groter, samenhangend<br />
beleidsplan. Bijvoorbeeld <strong>van</strong> de gemeentelijke cultuurnota of <strong>van</strong> het beleid voor<br />
cultuureducatie dat daar<strong>van</strong> een onderdeel is. Het kan ook een hoofdstuk zijn in een gemeentelijk<br />
erfgoedbeleidsplan. In kleinere gemeenten, die geen specifieke cultuurnota uitbrengen kan<br />
erfgoededucatiebeleid deel uitmaken <strong>van</strong> de welzijnsnota of <strong>van</strong> een algemeen, gemeentelijk<br />
beleidsplan.<br />
Een gemeentelijk beleidsplan voor erfgoededucatie heeft meerdere functies:<br />
• Signaal aan inwoners, de sector en andere beleidspartners dat de gemeente belang hecht aan<br />
het plaatselijke erfgoed.<br />
• Bevestiging <strong>van</strong> de waarde <strong>van</strong> erfgoededucatie voor een of meer beleidsterreinen.<br />
• Basis voor transparante en consequente beleidskeuzes in de toekomst.<br />
• Communicatiemiddel richting andere overheden, het erfgoedveld en (potentiële) samenwerkingspartners.<br />
In dit hoofdstuk zijn voorbeelden opgenomen <strong>van</strong> erfgoededucatie in het beleid <strong>van</strong> een kleine<br />
(Sint-Oedenrode), een middelgrote (Nieuwegein) en een grote gemeente (Ede).
Wij zetten erfgoededucatie in voor:<br />
7.1 Visie op erfgoededucatie<br />
Elke gemeente heeft erfgoed. Aard en om<strong>van</strong>g daar<strong>van</strong> zijn uiteraard bepalend voor de mogelijkheden<br />
die een gemeente met erfgoededucatie heeft. Voor een gemeentebestuurder is het echter<br />
op de eerste plaats <strong>van</strong> belang duidelijk voor ogen te hebben <strong>van</strong>uit welke motieven de gemeente<br />
werk wil maken <strong>van</strong> erfgoededucatie. Deze motieven bepalen immers voor een groot deel de<br />
richting <strong>van</strong> het te ontwikkelen beleid. De ambities die de gemeente ten aanzien <strong>van</strong> erfgoededucatie<br />
heeft, bepalen bovendien hoe breed of diepgaand de inventarisatie <strong>van</strong> lokale vraag en het<br />
erfgoedaanbod moet zijn.<br />
Motieven voor erfgoededucatie zijn niet los te zien <strong>van</strong> de visie op ‘cultuur’ (infrastructuur, educatie,<br />
profiel, publieksbereik) en de ambities <strong>van</strong> de gemeente in haar totaliteit. Welke kwesties<br />
krijgen prioriteit binnen gemeentelijk beleid? Welke lokale ontwikkelingen spelen mee? Hecht de<br />
gemeente aan aansluiting bij provinciaal en landelijk beleid? Zijn er mogelijkheden voor samenwerking<br />
tussen gemeenten in de regio? Het onderstaande schema biedt u een handvat voor het<br />
formuleren <strong>van</strong> een gemeentelijke visie op erfgoededucatie.<br />
Cultuurbereik • Omdat erfgoed als cultuuruiting een intrinsieke waarde heeft<br />
om inwoners en bezoekers betere ‘toegang’ te geven tot (erfgoed)instellingen.<br />
• Om draagvlak te creëren voor cultuurbehoud en beheer.<br />
• Als bijdrage aan persoonlijke ontplooiing <strong>van</strong> burgers.<br />
Onderwijs/jeugdbeleid • Om kinderen en jongeren in hun eigen omgeving culturele bagage (kunst en erfgoed)<br />
te laten opbouwen.<br />
• Kennismaken nu is een investering in bezoekers aan lokale erfgoedinstellingen later.<br />
• Omdat het in lijn is met landelijk cultuureducatiebeleid.<br />
• Omdat het een krachtig hulpmiddel is in leersituaties.<br />
Binding/betrokkenheid • Om jong en oud te laten wortelen in hun eigen omgeving.<br />
• Zodat inwoners respect en waardering krijgen voor de eigen omgeving.<br />
• Om de onderlinge band <strong>van</strong> inwoners te versterken.<br />
• Om nieuwkomers zich thuis te laten voelen.<br />
• Voor meer begrip en waardering voor allochtone inwoners om culturele participatie<br />
en daarmee sociale participatie <strong>van</strong> specifieke groepen inwoners te bevorderen.<br />
Ruimtelijke ontwikkeling • Omdat erfgoed meebepalend is voor de kwaliteit <strong>van</strong> de leefomgeving.<br />
• Om burgers te betrekken bij beleidsvorming.<br />
Economie/toerisme • Omdat erfgoed belangrijk is voor het culturele profiel en het vestigingsklimaat.<br />
• Om het toeristisch-recreatieve product te versterken.<br />
0
ERFGOEDPLAN SINT-OEDENRODE<br />
Identiteit als vertrekpunt voor beleidsvorming<br />
Vanuit de overtuiging dat de eigenheid <strong>van</strong> Sint-Oedenrode wortelt in haar geschiedenis en de<br />
verbondenheid met de landelijke omgeving, besloot deze Brabantse gemeente (ca. 17.000 inwoners)<br />
cultuurhistorie een grotere rol te geven in gemeentelijk beleid. In 2005 verscheen daarom<br />
een veelomvattend Erfgoedplan. Het plan bevat zowel een inventarisatie <strong>van</strong> het aanwezige<br />
erfgoed als een visie op de rol die erfgoed kan spelen in ruimtelijke ordening, toerisme, recreatie<br />
en het educatief beleid. Het project, uitgevoerd door een adviesbureau, werd begeleid door een<br />
interdisciplinaire ambtelijke werkgroep. Daarnaast werd een klankbordgroep <strong>van</strong> externe deskundigen<br />
ingesteld met vertegenwoordigers <strong>van</strong> verschillende plaatselijke erfgoedorganisaties.<br />
Behalve aan roerend erfgoed is in de uitgebreide inventarisatie veel aandacht besteed aan de<br />
markante landschapstypen en natuurgebieden rond de rivier de Dommel, die bepalend is voor<br />
het karakter <strong>van</strong> ‘Rooi’. Belangrijke informatiebron was de cultuurhistorische waardenkaart <strong>van</strong><br />
de Provincie Noord-Brabant. Als kader voor toekomstig erfgoedbeleid is geschetst wat er op<br />
verschillende bestuurlijke niveaus al over erfgoed is vastgelegd.<br />
Op basis <strong>van</strong> deze inventarisatie kon de gemeente keuzes maken bij het ontwikkelen <strong>van</strong> een integraal<br />
erfgoedbeleid. Richtinggevende vraag daarbij was: ‘Welke overblijfselen zijn daadwerkelijk<br />
verbonden met de identiteit <strong>van</strong> onze gemeente?’<br />
Voor de beleidsuitvoering is de samenwerking tussen betrokken gemeentelijke afdelingen rond<br />
het onderwerp erfgoed geïntensiveerd. De verantwoordelijkheid voor het erfgoedbeleid is gelegd<br />
bij de afdeling Samenlevingszaken, die ook het aanspreekpunt ‘naar buiten’ is.<br />
Het Erfgoedplan <strong>van</strong> Sint-Oedenrode zet nadrukkelijk in op erfgoededucatie. De gemeente ziet<br />
het als haar taak kennis over het plaatselijke erfgoed over te dragen aan haar inwoners. Doel is<br />
inwoners meer bewust te maken <strong>van</strong> het unieke karakter <strong>van</strong> de eigen leefomgeving en draagvlak<br />
te creëren voor erfgoedbehoud. Dit gebeurt enerzijds door het erfgoed te ontsluiten en ‘beleefbaar’<br />
te maken, anderzijds door structurele communicatie over erfgoed en -projecten. Een aantal<br />
elementen uit het Erfgoedplan:<br />
• Ontwikkelen <strong>van</strong> diverse onderwijsprojecten, waaronder ‘Cultureel Erfgoed Beleven’ in samenwerking<br />
met basisscholen, de Heemkundige Kring, Stichting Roois Cultureel Erfgoed, Bibliotheek<br />
Meierij en <strong>Erfgoededucatie</strong> Noord-Brabant. Bij de uitvoering zijn tal <strong>van</strong> maatschappelijke<br />
organisaties betrokken.<br />
• Lesbrief plus minitentoonstelling voor de basisschool over de vondst <strong>van</strong> een bijzonder sieraad<br />
uit de Griekse Oudheid in het centrum <strong>van</strong> de gemeente.<br />
• Een publieksversie <strong>van</strong> het erfgoed(plan) op de gemeentelijke website en een reeks cultuurhistorische<br />
publicaties.<br />
• Erfgoed ontsluiten via korte en lange afstandroutes met bewegwijzering voor wandelaars en<br />
fietsers. Dit in overleg met regiogemeenten en de VVV.<br />
• Aantrekkelijke en informatieve erfgoed(rust)punten langs genoemde routes.<br />
• Archeologische structuren <strong>van</strong> belangrijke gebouwen zichtbaar maken in het straatbeeld, bijvoorbeeld<br />
door markerende bestrating of pantserglazen vensters.<br />
• Het plaatsen <strong>van</strong> zo’n 40 veldpoorten in het gebied <strong>van</strong> de gemeenten Boxtel, Schijndel en<br />
Sint-Oedenrode. Dit in samenwerking met plaatselijke Heemkundekringen en leerlingen <strong>van</strong> het<br />
vmbo.<br />
• Organiseren <strong>van</strong> openluchtevenementen als theatervoorstellingen, lezingen en koffieconcerten<br />
tegen het decor <strong>van</strong> naburige kastelen.<br />
• Een kunstproject <strong>van</strong> de kunststichting Sint-Oedenrode rond het gegeven <strong>van</strong> zeven slotjes in<br />
de omgeving.<br />
• Jaarlijkse erfgoedprijs voor particulieren die zich bijzonder hebben ingezet voor behoud <strong>van</strong><br />
erfgoed in de gemeente.<br />
Meer informatie: www.sint-oedenrode.nl.<br />
1
47 Wijn, C (2003) Gemeentelijk cultuur-<br />
beleid - een handleiding<br />
7.2 Inventarisatie <strong>van</strong> aanbod en vraag<br />
Elke gemeente die beleid voor erfgoededucatie wil ontwikkelen of bijstellen zal zicht moeten<br />
hebben op het aanwezige erfgoed en de organisaties die zich daarmee bezighouden.<br />
Wat zijn de sterke punten <strong>van</strong> het erfgoedaanbod als geheel? Welke punten zou de gemeente<br />
willen versterken? Welke rol speelt educatie daarbij? Wat is er op dit gebied al aanwezig? Het ringenmodel<br />
<strong>van</strong> Wijn 47 biedt daarbij een referentiekader waarmee een gemeente kan beoordelen<br />
in hoeverre erfgoedvoorzieningen aanwezig (zouden moeten) zijn. [3.3]<br />
Daarbij zal de gemeente ook rekening moeten houden met haar directe omgeving. Welk verzorgingsgebied<br />
(denk aan scholen) wil de gemeente met erfgoededucatie bedienen? Maar ook: hoe<br />
staat het met ander erfgoedaanbod in de regio? Welke aanknopingspunten zijn er voor samenwerking<br />
met omringende gemeenten?<br />
Hoe diepgaand dit verkennende onderzoek moet zijn – quickscan of uitputtende inventarisatie<br />
– is mede afhankelijk <strong>van</strong> de manier waarop de gemeente erfgoededucatie wil inzetten. [7.1]<br />
7.2.1 Erfgoed(educatie)aanbod<br />
Bij het inventariseren <strong>van</strong> het materiële en immateriële erfgoed ter plaatse dient de gemeente<br />
ook alle organisaties in kaart te brengen die zich hiermee bezighouden. Dus niet alleen de instellingen<br />
waarmee de gemeente een subsidierelatie onderhoudt, maar ook private initiatieven, zoals<br />
waardevolle particuliere collecties en historische verenigingen.<br />
[Voor een beschrijving <strong>van</strong> erfgoedsectoren zie hoofdstuk 1.]<br />
Het omschrijven <strong>van</strong> de subsidierelatie (huisvesting, eigendom collectie, projectsubsidie e.d.)<br />
biedt een eerste inzicht in de relatie die de gemeente met de erfgoedsector onderhoudt. Inventarisatie<br />
<strong>van</strong> het lokale erfgoedaanbod wijst ook uit voor welke erfgoedelementen de gemeente<br />
zelf de verantwoordelijkheid draagt (stads/dorpsgezicht, bodemsporen, bestrating, ruimtelijke<br />
structuur, vestingmuren e.d.).<br />
Om te kunnen beoordelen welke mogelijkheden er zijn om publieksgroepen bij het erfgoedaanbod<br />
te betrekken volstaat het niet om aan te geven of een bepaald type erfgoed(instelling) wel of<br />
niet aanwezig is. De fysieke kwaliteit (onderhoud en faciliteiten), de interne organisatie (om<strong>van</strong>g,<br />
professionaliteit), het publieksbereik en eventuele knelpunten zullen in een sterkte/zwakte analyse<br />
meegenomen moeten worden.<br />
Voor een gemeente en haar inwoners is het <strong>van</strong> groot belang dat de eigen geschiedenis wordt<br />
bewaard en gedocumenteerd. Dat kan in een museum zijn, bij archieven, een Regionaal Historisch<br />
Centrum, bij historische verenigingen e.d. Een inventarisatie geeft inzicht in leemten en overlap<br />
en in mogelijkheden voor samenwerking, afstemming en profilering op dit gebied.<br />
Immaterieel erfgoed zal vaak de lastigste, want minst grijpbare categorie zijn. Toch komt hierin de<br />
lokaal beleefde identiteit waarschijnlijk het sterkst tot uitdrukking. Denk in ieder geval aan verhalen,<br />
taal, tradities en gebruiken. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur adviseert gemeenten<br />
die meer inzicht willen hebben in het plaatselijke immateriële erfgoed de eigen inwoners er zelf<br />
naar te vragen, bijvoorbeeld via krant of website. Wat vinden inwoners op dit vlak karakteristiek<br />
voor hun woonplaats? Wat willen ze graag behouden?<br />
Aanbod erfgoededucatie<br />
Het plaatselijke erfgoedaanbod is uiteraard niet synoniem met het aanbod aan erfgoededucatie.<br />
Gegevens over dit aanbod zijn over het algemeen opgenomen in jaarverslagen <strong>van</strong> erfgoedinstellingen.<br />
Praktischer is om de betrokken organisaties er gericht naar te vragen. Ook kan deze vraag<br />
voor een gemeentelijk beleidsmedewerker een goede gelegenheid zijn om op locatie kennis<br />
te maken. Is de lokale erfgoedsector niet al te groot, dan kan het educatieaanbod in een eerste<br />
(netwerk)overleg aan de orde komen. [7.5.1]<br />
Het bestaande aanbod aan erfgoededucatie is uit te zetten in een matrix, uitgesplitst naar<br />
erfgoed(instelling) belangrijkste doelgroepen en/of type aanbod (leskist, lezingen, kinderactiviteiten,<br />
demonstraties, cursussen, informatiepanelen in de openbare ruimte et cetera). Sterke punten,<br />
witte vlekken en overlap zijn op die manier snel zichtbaar te maken. Dit geeft een eerste indruk<br />
<strong>van</strong> ontbrekende elementen en mogelijkheden om elkaar aan te vullen of te versterken. Daarnaast<br />
zijn er een aantal vragen <strong>van</strong> praktische en organisatorische aard:<br />
• In welke mate maken scholen of andere publieksgroepen gebruik <strong>van</strong> bepaald aanbod?<br />
• Is de accommodatie toereikend: is er bijvoorbeeld ruimte om groepen te ont<strong>van</strong>gen?<br />
• Zijn er professionele krachten voor erfgoededucatie (concept en begeleiding)?<br />
• Is er financiële ruimte voor educatieve activiteiten?
Ook gaat de gemeente na of er al sprake is <strong>van</strong> samenwerking op het gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie:<br />
Is er samenwerking tussen erfgoedinstellingen onderling, met andere culturele instellingen,<br />
of met instellingen op andere beleidsterreinen? Zijn er (structurele) contacten met het onderwijs?<br />
Wordt er samengewerkt met een ondersteunende instelling (erfgoedhuis, centrum voor de kunsten,<br />
onderwijsbegeleidingsdienst, provinciaal museumconsulent e.d.)?<br />
7.2.2 Vraagzijde: doelgroepen<br />
Cultuurparticipatie<br />
Algemeen wordt onderkend dat de cultuurparticipatie <strong>van</strong> jongeren, laag opgeleiden en<br />
niet-westerse allochtonen lager ligt dan die <strong>van</strong> andere publieksgroepen. Musea trekken<br />
bijvoorbeeld op dit moment vooral hoger opgeleide, cultureel actieve, oudere autochtonen.<br />
Van de 2 miljoen jongeren tussen de 15-25 jaar neemt slechts 10% regelmatig deel<br />
aan een culturele activiteit. 48 Om jongeren buiten school te verleiden tot een bezoek aan<br />
een erfgoedinstelling is het nodig aansluiting te vinden bij hun belevingswereld. [6.1]<br />
In ‘Divers cultuurbeleid in een multiculturele samenleving’, een handreiking voor gemeenten<br />
vervaardigd in opdracht <strong>van</strong> de VNG, wordt onderkend dat de grootste belemmering<br />
voor cultuurdeelname <strong>van</strong> allochtonen een gebrekkige sociaal-culturele participatie is. 49<br />
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) meet dit laatste af aan vier criteria: sociale<br />
contacten, culturele oriëntatie, beheersing <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong> taal en identificatie met<br />
de eigen groep . Daarnaast werpen kunst en cultuur hun eigen drempels op.<br />
Kansen om dit patroon te doorbreken liggen vooral in het verhogen <strong>van</strong> het opleidingsniveau<br />
en bij een doorgaande leerlijn voor cultuureducatie. Ook het scheppen <strong>van</strong> nieuw<br />
cultureel aanbod voor verschillende bevolkingsgroepen en mogelijkheden voor interculturele<br />
ontmoetingen zijn rele<strong>van</strong>t. Vertaald naar erfgoededucatie betekent dit specifieke<br />
aandacht voor erfgoed <strong>van</strong> migranten en ruimte voor wederzijdse kennismaking op<br />
cultuurhistorisch gebied.<br />
Bij het ontwikkelen <strong>van</strong> haar beleid zal de gemeente, behalve in het aanbod, inzicht moeten hebben<br />
in de doelgroepen die haar bij erfgoededucatie voor ogen staan. We onderscheiden daarbij<br />
drie hoofdgroepen: onderwijs, eigen inwoners en toeristen/recreanten. Bepaal de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />
doelgroep(en) allereerst op basis <strong>van</strong> sociaal-demografische gegevens over de bevolking en het<br />
verzorgingsgebied <strong>van</strong> het lokale erfgoed.<br />
• Onderwijs<br />
Erfgoed wordt vaak eerst en vooral ingezet in het onderwijs. De gemeente zal daarvoor een overzicht<br />
willen hebben <strong>van</strong> de (type) onderwijsinstellingen binnen de gemeente of regio: basisscholen,<br />
vmbo, havo/vwo, hbo/wo, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE). De inbreng <strong>van</strong><br />
scholen is immers <strong>van</strong> doorslaggevend belang voor het ontwikkelen <strong>van</strong> adequate erfgoededucatieprogramma’s<br />
voor verschillende leeftijdsgroepen in het onderwijs.<br />
• Eigen inwoners<br />
Zoals toegelicht in hoofdstuk 6, kan erfgoededucatie voor eigen inwoners verschillende functies<br />
hebben, variërend <strong>van</strong> cultuureducatie en vrijetijdsbesteding tot sociale cohesie, integratie en<br />
ondersteuning bij ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Welke gegevens over de eigen bevolking<br />
voor het beleidsplan verzameld moeten worden, is dus afhankelijk <strong>van</strong> het terrein waarop de<br />
gemeente erfgoededucatie wil inzetten. Is bijvoorbeeld ‘integratie’ aangemerkt als een belangrijk<br />
doel <strong>van</strong> erfgoededucatie dan zal de gemeente sociaaldemografische gegevens paraat moeten<br />
hebben over grote allochtone bevolkingsgroepen in de gemeente. Om een indruk te krijgen <strong>van</strong><br />
het aantal potentieel te bereiken jongeren is het raadzaam te bekijken hoeveel jongeren gebruik<br />
maken <strong>van</strong> het aanbod <strong>van</strong> culturele voorzieningen zoals een centrum voor de kunsten.<br />
• Toeristen/recreanten<br />
Een gemeente die met erfgoededucatie haar toeristisch product wil versterken, zal ook het jaarlijks<br />
aantal (verblijfs)toeristen willen weten en informatie willen hebben over bezoekersaantallen<br />
en publieksgroepen <strong>van</strong> de belangrijkste erfgoedinstellingen (gezinnen, senioren e.d.).<br />
48<br />
Ranshuysen, L. (2005) Onzichtbare<br />
drempels, een analyse <strong>van</strong> het publiekspotentieel<br />
<strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> musea<br />
49<br />
Baarle, Y. (2004) Divers, cultuurbeleid<br />
in een multiculturele samenleving
50 Bureau Promotie Podiumkunsten<br />
(2005) Jong en Grijpbaar. Uitkomsten<br />
<strong>van</strong> experimenten met jongerenmarke-<br />
ting in de theatersector<br />
51 Drents Archief/Twynstra Gudde<br />
(2005) Verleiden met Verleden. Het<br />
archief op zoek naar nieuwe doelgroepen<br />
52 Sociaal en Cultureel Planbureau<br />
(2003) Snuffelen en graven. Over<br />
doelgroepen en digitaal toegankelijke<br />
archieven<br />
Doelgroepenbeleid<br />
Wat willen wij voor welke bezoekers betekenen en hoe organiseren we dat? Kort samengevat is<br />
dat de kern <strong>van</strong> doelgroepenbeleid. Voor de eigen inwoners <strong>van</strong> een gemeente kijken we naar<br />
een traditionele indeling op basis <strong>van</strong> demografische kenmerken, opleiding en welstandsniveau.<br />
Als gevolg <strong>van</strong> de grote diversiteit in leefstijlen die in ons land is ontstaan is het denken in brede,<br />
goed te onderscheiden doelgroepen weinig effectief meer als beleids- en marketinginstrument.<br />
Jongeren functioneren binnen tal <strong>van</strong> subculturen en ook senioren zijn er in soorten. Allochtonen,<br />
die in Nederland circa 160 verschillende culturele achtergronden vertegenwoordigen zijn evenmin<br />
aanspreekbaar als één groep. Publieksgroepen worden daarom, zo ver nuttig en noodzakelijk,<br />
verder onderverdeeld in kleinere categorieën. Bij het ontwikkelen <strong>van</strong> beleid kan dan rekening<br />
worden gehouden met specifieke behoeften en meest geschikte communicatiemiddelen.<br />
Om tot een doelgroepensegmentatie te komen, werken instellingen en onderzoekers in de<br />
praktijk met heel verschillende typologieën. Zo noemt het rapport ‘Jong en Grijpbaar’ bijvoorbeeld<br />
negen criteria om het jongerenpubliek in te delen (pubers/adolescenten/jongvolwassenen<br />
- trendsetters/trendvolgers, schoollovers/schoolhaters - citykids/plattelandsjochies, et cetera). 50<br />
Bij erfgoedbezoek spelen ook belangstelling en ervaring mee. Een daarop toegespitste classificatie<br />
werd gepresenteerd in het rapport ‘Verleiden met Verleden’, dat de eindresultaten <strong>van</strong> de<br />
Marketingpilot Noordelijke Provincies (2005) bevat. 51 Het indelingscriterium is hier ‘het gemeenschappelijk<br />
consumptiegedrag in de vorm <strong>van</strong> de vraag naar erfgoedinformatie’. Daarop zijn vijf<br />
doelgroepen gebaseerd: (erfgoed)snackers, ondiepe gravers, diepgravers, intermediairs en educators.<br />
Deze zijn beschreven met een eigen profiel, kernbehoeften en een basis-serviceconcept. Zo<br />
zijn erfgoedsnackers vaak te vinden bij cultuurhistorische topevenementen en ondiepe gravers<br />
goed te bereiken via internet.<br />
De SCP-publicatie ‘Snuffelen en graven’ die verslag doet <strong>van</strong> nader onderzoek naar digitaal<br />
toegankelijke archieven, hanteert een indeling op basis <strong>van</strong> aanwezige cognities, zoekgedrag en<br />
betrokkenheid. Het rapport biedt ook enkele praktische richtlijnen voor doelgroepenbeleid. Voor<br />
een specifieke aanpak in educatieaanbod of communicatie daarover moet een doelgroep onder<br />
meer groot genoeg zijn, homogeen zijn (qua kennis, interesse, herkomst e.d.) en over langere tijd<br />
stabiel. In genoemd rapport wordt ook geconstateerd dat er weliswaar sprake is <strong>van</strong> een grotere<br />
interesse in het verleden, maar dat nog weinig bekend is naar welke soort onderwerpen de<br />
belangstelling uitgaat. Een gemeente of lokale erfgoedinstelling zou daar gericht onderzoek naar<br />
kunnen doen. 52<br />
ERFGOEDPROGRAMMA<br />
NIEUWEGEIN<br />
Behoud door ontwikkeling<br />
In de eerste nota Cultuurbehoud (1996) <strong>van</strong> Nieuwegein werd vastgesteld dat er, na een periode<br />
<strong>van</strong> explosieve bevolkingsgroei (ca. 61.500 inwoners), meer aandacht nodig was voor kwaliteit en<br />
identiteit <strong>van</strong> de stad. Nieuwegein is behalve ‘jong en dynamisch’, ook goed bedeeld met erfgoed,<br />
doordat de voormalige dorpskernen Vreeswijk en Jutphaas in deze gemeente opgingen. Voortbouwend<br />
op de resultaten <strong>van</strong> de eerste erfgoednota formuleerde Nieuwegein haar ambities<br />
voor de periode 2006-2010. Om een integrale benadering <strong>van</strong> erfgoed te bewerkstelligen kwam<br />
de nota tot stand in samenwerking tussen de afdelingen cultuur, toerisme en onderwijs.<br />
Centrale doelstelling bleef ‘behoud door ontwikkeling <strong>van</strong> cultuurhistorische waarden’. Nevendoel<br />
is het versterken <strong>van</strong> de eigen cultuurhistorische identiteit, <strong>van</strong>uit het idee dat erfgoed de<br />
gemeenschapszin kan versterken. Daarnaast is het de bedoeling dat erfgoed en toerisme elkaar<br />
wederzijds gaan versterken. Om de betrokkenheid <strong>van</strong> inwoners bij het plaatselijke erfgoed te<br />
vergroten, zal gewerkt worden aan een betere toegankelijkheid en herkenbaarheid daar<strong>van</strong>.<br />
Vertrekpunt daarbij is dat erfgoed meer kan en moet zijn dan de som der delen: meerwaarde<br />
ontstaat door onderlinge samenhang en samenwerking.<br />
Vanuit een sterke, herkenbare eigen rol zal de gemeente samenwerking zoeken met andere overheden<br />
en partners in het veld. Het accent ligt de komende jaren op grotere projecten en thema’s.<br />
Versnippering in kleinere subsidiestromen wordt tegengegaan. Nieuwegein zal aansluiten bij<br />
provinciale ontwikkelingen, vooral omdat de om<strong>van</strong>g en organisatie <strong>van</strong> lokale erfgoedinstel-
lingen (veel vrijwilligers) een zelfstandige kwaliteitsslag bemoeilijken. De gemeente onderkent<br />
de sterke belangstelling voor erfgoed in het onderwijs en streeft naar structurele inbedding <strong>van</strong><br />
erfgoededucatie in het lesprogramma. Het totale erfgoedplan krijgt een gefaseerde uitvoering;<br />
voor sommige onderdelen moet gaandeweg financiële dekking worden gezocht.<br />
Een aantal elementen uit het plan:<br />
• Opname erfgoed in het curriculum <strong>van</strong> het primair onderwijs als onderdeel <strong>van</strong> het Kunstmenu.<br />
• Erfgoed structureel tot onderdeel <strong>van</strong> de Cultuurdagen voor het voortgezet onderwijs maken.<br />
• Monumentenschildjes en informatieborden bij monumenten, zoals de Hollandse Waterlinie.<br />
• Bewegwijzering naar erfgoedinstellingen.<br />
• Vaarroute rondvaartboten langs historische instellingen.<br />
• Verbeteren <strong>van</strong> de informatievoorziening rond archeologie via de gemeentelijke website.<br />
• Ontwikkeling <strong>van</strong> websites <strong>van</strong> de historische musea.<br />
• Educatieve projecten in samenwerking met het onderwijs, bijvoorbeeld een gebruiksvriendelijke<br />
website, tentoonstellingen, publicaties, en cursussen voor geïnteresseerde burgers in het<br />
gemeentearchief ontwikkelen.<br />
• Digitaliseren <strong>van</strong> de gemeentelijke beeldcollectie.<br />
• Publieksgerichte projecten opstarten waarin historische instellingen samenwerken met andere<br />
culturele disciplines.<br />
Meer informatie: www.nieuwegein.nl<br />
7.3 Formuleren <strong>van</strong> (output)doelstellingen<br />
Op basis <strong>van</strong> een visie op erfgoededucatie en inventarisatie <strong>van</strong> de lokale situatie kan de gemeente<br />
zich een aantal concrete doelen voor erfgoededucatie stellen. Welke resultaten willen we precies<br />
bereiken? Daarbij zullen keuzes moeten worden gemaakt. Menskracht en middelen stellen nu<br />
eenmaal grenzen aan mogelijkheden. Dat geldt zowel voor de gemeentelijke organisatie als voor<br />
de erfgoedinstellingen die betrokken worden bij de beleidsuitvoering. Een te groot verschil in<br />
het ambitieniveau <strong>van</strong> de gemeente en dat <strong>van</strong> de lokale erfgoedsector zal aan beide kanten tot<br />
teleurstelling leiden. Daarbij is het goed te bedenken dat het meestal niet (alleen) gaat om méér<br />
educatieactiviteiten, maar vooral om beter maatwerk in erfgoededucatie. Meestal krijgt een beleid<br />
voor erfgoededucatie gestalte in een gefaseerde aanpak binnen een meerjarenprogramma.<br />
Op steeds meer beleidsterreinen wordt gewerkt met toetsbare (output)doelstellingen. Deze doelstellingen<br />
kunnen zowel in kwantitatieve termen (bezoekersaantallen/aantal bereikte leerlingen,<br />
bezoekfrequentie e.d.) als in kwalitatieve termen beschreven worden. Voordeel <strong>van</strong> werken met<br />
toetsbare outputdoelstellingen is dat beter te evalueren is of en welke resultaten zijn bereikt.<br />
Consequentie is dat al bij de beleidsontwikkeling moet worden nagedacht hoe de gemeente<br />
zal nagaan of een doelstelling is bereikt (outputindicator) en op welke manier dat gemeten zal<br />
worden (meetinstrument).<br />
Een gemeente die kiest voor erfgoededucatie in het onderwijs zou de volgende outputdoelstellingen<br />
kunnen formuleren:<br />
• Alle leerlingen <strong>van</strong> het primair onderwijs hebben tijdens hun schoolloopbaan minimaal twee<br />
keer (onderbouw + bovenbouw) een erfgoedinstelling in de gemeente bezocht.<br />
• In 200x is een lokaal netwerk voor erfgoededucatie tot stand gekomen waarin erfgoedinstellingen<br />
en basisscholen structureel samenwerken.<br />
• De gemeente ondersteunt het ontwikkelen <strong>van</strong> een doorgaande leerlijn voor erfgoededucatie,<br />
die in 200x gerealiseerd moet zijn.<br />
In het eerste voorbeeld is de outputindicator ‘het aantal malen dat basisschoolleerlingen in onderbouw<br />
en bovenbouw een erfgoedinstelling hebben bezocht’. Het meetinstrument bijvoorbeeld:<br />
een scholenenquête of het jaarverslag <strong>van</strong> erfgoedinstellingen.<br />
Veel voorkomende outputdoelstellingen bij gemeenten die deelnemen aan het Actieplan Cultuurbereik<br />
2005-2008 zijn ‘erfgoed inzetten voor cultuureducatie in het onderwijs’ en ’het vergroten<br />
<strong>van</strong> de zichtbaarheid <strong>van</strong> het lokale erfgoed’. 53 [6.5]<br />
53 Bureau Driessen (2006) Actieplan II,<br />
Nulanalyse en nulmeting
54 Berenschot (2003) Gemeentelijke<br />
regie in de sociale sector. In: DSP-groep<br />
(2005) POP met beleid. Handreiking voor<br />
gemeenten<br />
7.4 Positie, rol en organisatie gemeente<br />
Als ambities en analyse zijn vertaald in doelstellingen, komen we bij de uitvoering in de praktijk:<br />
hoe denkt de gemeente haar doelen te verwezenlijken? Daarbij dienen de volgende vragen aan<br />
bod te komen:<br />
• Welke rol wil de gemeente spelen om de doelstellingen te realiseren?<br />
• Welke relatie onderhoudt de gemeente met het erfgoedveld? [7.4.1]<br />
• Wie houden zich binnen de gemeente bestuurlijk en ambtelijk met erfgoed bezig?<br />
• Waar brengt de gemeente erfgoededucatie intern onder?<br />
De antwoorden hierop verduidelijken welke positie de gemeente inneemt ten opzichte <strong>van</strong><br />
andere actoren (erfgoedinstellingen, ondersteunende instellingen, provinciale en landelijke infrastructuur),<br />
de verantwoordelijkheid die zij wil dragen en de wijze waarop de gemeente het beleid<br />
intern wil organiseren. We hebben het dan over het begrip ‘regie voeren’. Hieronder verstaan we<br />
het gedrag <strong>van</strong> de gemeente die met rele<strong>van</strong>te actoren lokale maatschappelijke processen probeert<br />
te sturen in de door haar wenselijk geachte richting, ongeacht de mate <strong>van</strong> zeggenschap<br />
<strong>van</strong> de gemeente over die actoren. 54<br />
Rol en verantwoordelijkheid<br />
Een gemeente die erfgoed(educatie) vooral wil benutten om de toeristische aantrekkingskracht te<br />
vergroten, zal een andere rol en verantwoordelijkheid hebben dan een gemeente die erfgoedinstellingen<br />
en scholen met elkaar in contact wil brengen om cultuureducatie in het onderwijs te<br />
stimuleren.<br />
Vaak vervullen gemeenten een combinatie <strong>van</strong> een aantal rollen bij het regisseren <strong>van</strong> erfgoededucatiebeleid.<br />
Welke rol de gemeente ook kiest, overleg en afstemming met het lokale erfgoedveld<br />
is een voorwaarde om tot resultaat te komen.<br />
In erfgoededucatie zal de gemeente overigens altijd meer een procesverantwoordelijkheid dragen<br />
(stimuleren <strong>van</strong> educatief aanbod) dan een productverantwoordelijkheid (erfgoedpagina op<br />
gemeentelijke website).<br />
Interne organisatie<br />
Het moet zowel intern als voor externe partners duidelijk zijn waar het erfgoededucatiebeleid<br />
binnen de gemeente is ondergebracht, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Niet elke gemeente heeft<br />
een aparte afdeling cultuur. Ook als dat wel het geval is, ressorteren erfgoedsectoren als monumentenzorg<br />
en archeologie vaak onder verschillende afdelingen. In middelgrote en grote gemeenten<br />
komt daar vaak bij dat meerdere ambtenaren betrokken zijn bij eenzelfde beleidsthema.<br />
Daarnaast heeft erfgoededucatie, zoals gezegd, raakvlakken met diverse beleidsterreinen. [3.1]<br />
Over het algemeen zal erfgoededucatiebeleid worden ingebed in cultuur(educatie)beleid. Toch<br />
is dit vooral afhankelijk <strong>van</strong> het terrein waarop de gemeente erfgoededucatie wil inzetten. Krijgt<br />
erfgoededucatie bijvoorbeeld een functie in de versterking <strong>van</strong> het toeristisch product dan zal het<br />
eerder tot de portefeuille <strong>van</strong> de wethouder voor Economische Zaken behoren.<br />
Gezien de verschillende invalshoeken voor erfgoededucatie is een gemeentelijke werk- of projectgroep<br />
aan te bevelen. In dat geval moet een ambtelijk projectleider worden aangewezen, die als<br />
aanspreekpunt fungeert en in– en extern de vinger aan de pols houdt.<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong> is binnen veel gemeenten een onbekend begrip. Houd er dus rekening mee dat<br />
vaak ook intern zendingswerk nodig is om collega’s te overtuigen <strong>van</strong> het intrinsieke en instrumentele<br />
belang <strong>van</strong> erfgoededucatie. [3.]
ERFGOED MOTOR VOOR<br />
CONTINU CULTUUR IN EDE<br />
Ontmoeting <strong>van</strong> traditie en trend<br />
Beeld plaatsen <strong>van</strong> huisjes<br />
pag. 24 en 25 <strong>van</strong> CD<br />
Continu Cultuur<br />
(Bij drukkerij Zwaan laten<br />
doen mits mogelijk)!<br />
Uitgangspunt voor het nieuwe cultuurbeleid <strong>van</strong> de gemeente Ede – met meer dan 100.000<br />
inwoners één <strong>van</strong> de 25 grootste gemeenten <strong>van</strong> Nederland – was dat hierin de kenmerkende<br />
eigenschappen <strong>van</strong> de stad tot uiting moesten komen. Naast het landelijke karakter, het sterk<br />
gegroeide inwonertal, het kralensnoer <strong>van</strong> kleinere gemeenschappen en de bloeiende amateurkunst<br />
is dat ook de grote rijkdom aan cultureel erfgoed. Vrijwilligers vervullen op dit gebied een<br />
belangrijke ondersteunende rol, bijvoorbeeld in het onderhoud en de presentatie <strong>van</strong> archeologisch<br />
erfgoed, de oudheidkamer en een aantal musea.<br />
Een tweede uitgangspunt voor het cultuurbeleid <strong>van</strong> Ede is ‘samenhang en samenwerking’. Met<br />
particulieren, met de Provincie Gelderland en gemeenten in de regio, met het onderwijs (cultuureducatie),<br />
maar ook tussen de gemeentelijke taakvelden cultuur, ruimtelijke ordening en toerisme<br />
en economie. Zo zullen monumentenzorg en archeologie <strong>van</strong> begin af aan nauw worden betrokken<br />
bij herontwikkelingsprojecten, zoals het kazernecomplex en het terrein <strong>van</strong> de voormalige<br />
ENKA-fabriek in Ede-Oost.<br />
De fraai vormgegeven cultuurnota Continu Cultuur Traditie en Trend Kunst en Cultuur Ede 2006-2009<br />
bevat zes terreinen die de komende jaren extra accent krijgen. Input voor deze keuzes kreeg de<br />
afdeling Cultuur uit een expertmeeting, de Raadscommissie Maatschappelijke Zaken, bestuurders<br />
<strong>van</strong> (culturele) organisaties en <strong>van</strong> beleidsambtenaren <strong>van</strong> de gemeentelijke sectoren. Enkele<br />
kernpunten zijn:<br />
• Het buitengebied met oude cultuurlandschappen en archeologische monumenten krijgt een<br />
belangrijke plaats in toekomstig cultuurbeleid. Gedacht wordt aan een bezoekerscentrum met<br />
archeologische informatie en –exposities als vertrekpunt voor toeristische routes. Met het Kröller<br />
Müller Museum worden arrangementen ontwikkeld om het contact met de bevolking <strong>van</strong> Ede te<br />
verstevigen en de toeristische activiteit een impuls te geven. Voor kinderen zullen kunstenaars<br />
korte, ‘zintuiglijke’ routes in het buitengebied ontwikkelen.<br />
• De erfgoedkernen Bospoort en Ede-Oost zullen plaats gaan bieden aan hedendaagse culturele<br />
voorzieningen.<br />
• Van de dertien (!) musea wordt samenhang en samenwerking gevraagd, mogelijk ook door<br />
inhoudelijke afstemming in collectie en educatie. ‘Belang voor de geschiedenis <strong>van</strong> de eigen<br />
streek’ en ‘publieksbereik’ tellen mee in subsidietoekenning.<br />
• Om inwoners en toeristen bewust te maken <strong>van</strong> de unieke combinatie <strong>van</strong> een modern stedelijk<br />
centrum met erfgoedkernen en het natuurgebied rondom Huis Kernhem komen er aantrekkelijke<br />
wandel- en fietsroutes.<br />
• De amateurkunst is belangrijk voor de hele culturele infrastructuur. Met geldelijke steun geeft de<br />
gemeente uitdrukking aan haar waardering voor de inzet <strong>van</strong> de vele vrijwilligers.<br />
• De inzet op cultuureducatie is: accent op erfgoed, vraaggestuurd aanbod, aantrekkelijke presentatievormen,<br />
duurzame relatie met onderwijs (mogelijk ook met volwasseneneducatie) en<br />
een actieve samenwerking met erfgoedinstellingen, waarbij het gemeentearchief als trekker<br />
fungeert.<br />
Meer informatie: www.ede.nl.
Mogelijke rollen Omschrijving 55 Voorbeeld<br />
Initiatior De gemeente neemt het voortouw, bouwt op of verder uit<br />
Begint planontwikkeling, treedt in overleg met actoren in het veld.<br />
Initiatief nemen tot erfgoededucatiebeleid; opstarten en deelnemen in<br />
netwerk erfgoedinstellingen en onderwijs (∆ Tiel)<br />
Facilitator De gemeente schept goede randvoorwaarden, het veld voert uit. Ondersteunen en<br />
organiseren staan centraal.<br />
Secretariële ondersteuning voor netwerk(en)<br />
Stimulator De gemeente deelt prikkels uit aan het veld, bijvoorbeeld door middel <strong>van</strong> subsidies<br />
of andere stimuli tot het leveren <strong>van</strong> bepaalde prestaties.<br />
Prestatieverplichting in subsidiecontract, bijv. voor samenwerking,<br />
ontwikkelen vernieuwende activiteit, doelgroepbeleid e.d.<br />
Beslisser De gemeente toont zich als beslisser bestuurlijk betrokken. Maakt<br />
keuze en weegt varianten tegen elkaar af.<br />
Welke educatievoorzieningen dienen te worden uitgebouwd, met<br />
financiële steun <strong>van</strong> de gemeente (∆ Nieuwegein)<br />
Entrepreneur De gemeente is op zoek naar verbetering en vernieuwing en zet<br />
daartoe acties in gang. Brengt partijen bij elkaar en verdeelt taken.<br />
55 Vrij naar beschrijving in DSP-groep<br />
(2005) POP met beleid. Handreiking voor<br />
gemeenten<br />
Gemeente neemt de verantwoordelijkheid op zich om tot resultaat te<br />
komen (∆ Groenlo, Sint-Oedenrode)<br />
7.5 Strategie en instrumenten<br />
Hoe bereikt de gemeente, gegeven de rol die ze wenst te spelen, de doelstellingen die voor erfgoededucatie<br />
zijn gesteld? Oftewel, welke beleidsstrategie voert de gemeente en welke middelen<br />
zet zij daarbij in? Onderstaand een aantal instrumenten op een rijtje. Een toelichting daarop treft<br />
u op de volgende pagina’s.<br />
• Opzetten, begeleiden en uitbouwen <strong>van</strong> lokale netwerken voor erfgoededucatie.<br />
• Facilitaire en personele ondersteuning.<br />
• Deskundigheidsbevordering lokaal erfgoedveld.<br />
• Ondersteunen <strong>van</strong> marketing en publiciteit.<br />
• Structurele of incidentele subsidie voor erfgoededucatie.<br />
7.5.1 Netwerken voor erfgoededucatie<br />
Het belang <strong>van</strong> erfgoededucatie als cultuureducatie en als hulpmiddel bij meerdere schoolvakken<br />
wordt algemeen onderschreven. Het ministerie <strong>van</strong> OCW stimuleert dit beleid op verschillende<br />
manieren. [5.] Van gemeenten wordt op dit vlak met name verwacht dat zij het voortouw nemen<br />
bij het realiseren <strong>van</strong> een lokale infrastructuur voor erfgoededucatie.<br />
Het is efficiënt om in de voorbereidende fase verkennende gesprekken te voeren met organisaties/personen<br />
die een sleutelrol vervullen in het lokale erfgoedveld of op het vlak <strong>van</strong><br />
cultuureducatie. Daarbij werkt het beter om eerst vooroverleg te plannen met lokale erfgoedinstellingen,<br />
voordat derden zoals vertegenwoordigers uit het onderwijs aanschuiven. Erfgoed<br />
bestrijkt immers een breed terrein, waardoor verschillende instellingen/personen elkaar vaak niet<br />
of nauwelijks kennen. Zo zal het gemeentearchief bijvoorbeeld niet op de hoogte zijn <strong>van</strong> het<br />
doen en laten <strong>van</strong> archeologische diensten en omgekeerd. Kennismaken met elkaars collectie<br />
en werkwijze is dan een noodzakelijke eerste stap op weg naar een samenhangend aanbod in<br />
erfgoededucatie. Een aantal gemeenten werkt al met een model <strong>van</strong> nauwe samenwerking tussen<br />
erfgoedinstellingen, soms zelfs onder een directie. Zo zijn in Gouda en Leeuwarden archieven,
musea en bibliotheek organisatorisch samengegaan (www.goudanet.nl, www.tresoar.nl). Bekend<br />
voorbeeld is ook CODA in Apeldoorn waar deze instellingen letterlijk onder een dak zijn samengebracht<br />
(www.coda-apeldoorn.nl).<br />
Uiteindelijk is het de bedoeling alle belangrijke erfgoedaanbieders om de tafel te krijgen met<br />
organisaties die beoogde doelgroepen vertegenwoordigen, zoals het onderwijs of migranten.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de gemeente en het terrein waarop erfgoededucatie zijn beslag<br />
moet krijgen, kan het nodig zijn verschillende netwerken op te bouwen. Primair en voortgezet onderwijs<br />
hebben bijvoorbeeld elk hun eigen behoeften op het gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie. Voor<br />
erfgoededucatie op andere beleidsterreinen dan het onderwijs kan meestal worden volstaan met<br />
het instellen <strong>van</strong> een (tijdelijke) projectgroep.<br />
Bij de voorbereiding, conceptontwikkeling en organisatie <strong>van</strong> erfgoededucatie kan de gemeente<br />
de hulp inroepen <strong>van</strong> een ondersteunende instelling, zoals een erfgoedhuis of een onderwijsbegeleidingsdienst.<br />
Soms is het nodig een adviesbureau met specifieke expertise in te schakelen,<br />
bijvoorbeeld op het terrein <strong>van</strong> archeologie(visualisatie) of multimediagebruik.<br />
Gemeente heeft brugfunctie<br />
Hoewel kunsteducatie en erfgoededucatie twee loten aan eenzelfde stam zijn, hebben we te maken<br />
met twee zelfstandige sectoren, met elk eigen doelstellingen en werkwijze. De relatief jonge<br />
sector erfgoededucatie is vaak beducht voor overheersing door het meer gesettelde kunsteducatie<br />
en omgekeerd leeft erfgoed binnen de kunstsector niet of nauwelijks.<br />
Toch leert de ervaring in het onderwijs dat kruisbestuiving goede resultaten kan opleveren. Als<br />
belanghebbende partij kan de gemeente hierin een stimulerende rol vervullen. Behalve in gezamenlijke<br />
projecten [zie 6.1] kunnen kunst- en erfgoedinstellingen bijvoorbeeld constructief samenwerken<br />
binnen een zogenaamd ‘cultuurmenu’ voor de basisschool. Hierbij maken leerlingen<br />
binnen een korte tijdsperiode kennis met culturele instellingen. Een zo divers mogelijk aanbod<br />
is een verrijking voor leerlingen en scholen en werkt eerder stimulerend dan kannibaliserend op<br />
elkaar.<br />
Partners in netwerken/projectgroepen erfgoededucatie<br />
Gemeente.<br />
Erfgoedinstellingen, inclusief niet gesubsidieerde instellingen.<br />
(Cultuur)historische vereniging, heemkundekring, e.d.<br />
Bibliotheek.<br />
centrum voor de kunsten.<br />
erfgoedhuis/ provinciale steunfunctie-instelling.<br />
Vertegenwoordigers primair onderwijs (intern cultuurcoördinator).<br />
Vertegenwoordigers voortgezet onderwijs (ckv-coördinator, docenten geschiedenis).<br />
ROC (mbo en volwasseneneducatie).<br />
Onderwijsbegeleidingsdienst.<br />
Buurt- of wijkcentra, gemeenschapshuizen.<br />
Jongeren- en ouderenorganisaties.<br />
Sociaal-cultureel werk.<br />
Migrantenorganisaties.<br />
Volksuniversiteit.<br />
Archeoloog (gemeentelijk/provinciaal), archeologisch adviesbureau.<br />
Projectontwikkelaar.<br />
Landschapsorganisaties/ landschapsarchitect.<br />
Planologen.<br />
VVV.<br />
Toeristisch bedrijfsleven (hotel, vakantiepark, attractieparken).<br />
Lokale media (krant, rtv)
Samenwerking tussen erfgoedinstellingen en scholen is door landelijk stimuleringsbeleid en<br />
inspanningen <strong>van</strong> Erfgoed Actueel en erfgoedhuizen volop in ontwikkeling. [zie 5.]<br />
Maar samenwerking <strong>van</strong> erfgoedinstellingen met andere sectoren zoals buitenschoolse organisaties,<br />
sociaal-cultureel werk, migrantenorganisaties of recreatieondernemers is men over en weer<br />
nog niet gewend. Zoals in deze handreiking is beschreven [zie 6.], is er juist op dit vlak veel winst<br />
te behalen. Ook hier kan de gemeente een goede brugfunctie vervullen.<br />
Functies <strong>van</strong> een netwerk<br />
De belangrijkste functies <strong>van</strong> een netwerk voor erfgoededucatie zijn het structuraliseren <strong>van</strong><br />
samenwerking en het uitwisselen <strong>van</strong> ervaringen (good practises) en expertise (hoe pak je zoiets<br />
aan?) Op die manier is te voorkomen dat goede projecten eenmalig blijven of dat een instelling<br />
opnieuw het wiel probeert uit te vinden dat een ander al lang gebruikt. Doordat ook vertegenwoordigers<br />
<strong>van</strong> de vraagzijde bij het netwerk voor erfgoededucatie betrokken zijn (scholen, toeristisch<br />
bedrijfsleven, migrantenorganisaties) wordt bewerkstelligd dat hun behoeften en wensen<br />
worden meegenomen in de ontwikkeling <strong>van</strong> een vraaggericht aanbod.<br />
Binnen een netwerk vindt inhoudelijke planontwikkeling plaats en worden afspraken gemaakt<br />
voor praktische uitvoering. Voordeel is ook dat externe deskundigheid gezamenlijk kan worden<br />
ingeschakeld en benut. Marketing en publiciteit kunnen gezamenlijk worden opgepakt en ook<br />
systemen voor monitoring en evaluatie zijn in overleg op te zetten.<br />
Bovendien is samenwerking tussen culturele instellingen en vertegenwoordigers <strong>van</strong> de vraagzijde<br />
een sterk pluspunt bij het aanvragen <strong>van</strong> externe financiering bij andere overheden, fondsen<br />
of het bedrijfsleven.<br />
Om ervoor te zorgen dat onderling uitgewerkte plannen daadwerkelijk worden omgezet in<br />
concrete acties is het aan te bevelen de afspraken ook bestuurlijk te laten bekrachtigen door de<br />
betrokken organisaties (bijvoorbeeld schooldirecties en erfgoedinstellingen).<br />
Een netwerk waarbinnen sluitende afspraken worden gemaakt over vorm en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> erfgoededucatie<br />
kan binnen een erfgoedinstelling een hefboomfunctie hebben om educatie intern<br />
op de agenda te krijgen. Niet elke erfgoedinstelling is namelijk even ver in het ontwikkelen <strong>van</strong><br />
educatieve programma’s. Een klein museum bijvoorbeeld heeft een zekere doorstroom nodig om<br />
programma’s voor het onderwijs rendabel te maken. De gemeente kan dan binnen het netwerk<br />
stimuleren dat de loop er in komt, bijvoorbeeld door partijen onderling harde afspraken te laten<br />
maken over het aantal te ont<strong>van</strong>gen leerlingen per jaar.<br />
Projectontwikkeling<br />
Initiatief – Definitie - Ontwerp en Planning – Voorbereiding – Pilot/Test - Uitvoering - Evaluatie<br />
7.5.2 Facilitaire en personele ondersteuning<br />
Facilitaire ondersteuning kan onder meer bestaan uit het bieden <strong>van</strong> benodigd materiaal en middelen<br />
en accommodatie voor (netwerk)overleg. Hiertoe rekenen we ook de informatie- en verwijsfunctie<br />
<strong>van</strong> de gemeenten voor erfgoedinstellingen en betrokken partners, zoals scholen. Zo kan de<br />
gemeente verwijzen naar ondersteunende organisaties en mogelijkheden voor externe financiering<br />
(fondsen). Verder kan de gemeente erfgoedinstellingen attenderen op mogelijkheden voor het<br />
organiseren <strong>van</strong> erfgoedactiviteiten buiten de muren <strong>van</strong> de erfgoedinstellingen en behulpzaam<br />
zijn bij het aanvragen <strong>van</strong> eventueel daarvoor noodzakelijke vergunningen. Denk bijvoorbeeld aan<br />
exposities in gemeentelijke instellingen of (living history) manifestaties in de openbare ruimte.<br />
De gemeente kan erfgoedinstellingen of netwerken personele ondersteuning bieden op organisatorisch,<br />
administratief–secretarieel of inhoudelijk (marketing, publiciteit) terrein. Dit kan<br />
variëren <strong>van</strong> het aanstellen <strong>van</strong> een (tijdelijk) projectleider voor een netwerk of groter evenement<br />
tot gerichte advisering door een beleidsambtenaar of het binnen de gemeente laten voeren <strong>van</strong><br />
het secretariaat <strong>van</strong> een erfgoednetwerk.<br />
7.5.3 Deskundigheidsbevordering lokaal erfgoedveld<br />
In de erfgoedsector is de afgelopen jaren veel veranderd. Musea, archieven, monumentenorganisaties<br />
en archeologen zijn meer gaan samenwerken, zowel op lokaal en provinciaal als op landelijk<br />
niveau. De bewustwording <strong>van</strong> hun taken op het gebied <strong>van</strong> publieksbereik en onderwijs is<br />
sterk toegenomen, soms afgedwongen door prikkels <strong>van</strong> de overheid, maar vaak als een onderdeel<br />
<strong>van</strong> een proces <strong>van</strong> professionalisering. Lange tijd hebben erfgoedinstellingen educatieve<br />
producten op de markt gebracht zonder zich vooraf op de hoogte te stellen <strong>van</strong> de wensen <strong>van</strong><br />
het onderwijs of andere doelgroepen. De laatste jaren maakt die aanbodgerichte houding steeds<br />
meer plaats voor een vraaggerichte opstelling.<br />
0
Hoewel de ontwikkeling in erfgoededucatie hard gaat, is in kleinere erfgoedinstellingen niet altijd<br />
de expertise aanwezig om de collectie te vertalen naar een breed publiek of in educatieprojecten<br />
voor het onderwijs. Het accent ligt hier vaak meer op behoud en beheer en er wordt veel met<br />
vrijwilligers gewerkt. Daarnaast hebben erfgoedinstellingen te maken met omstandigheden die<br />
soms haaks lijken te staan op de eisen <strong>van</strong> moderne educatieve projecten. Zo zijn veel conservatoren<br />
sterk gericht op ‘volledigheid’ en cultuurhistorisch verantwoorde presentaties en spelen er<br />
zaken als beveiliging <strong>van</strong> waardevolle objecten, angst voor beschadiging (monument) en voorwaarden<br />
<strong>van</strong> gebouweigenaren (bijvoorbeeld een kerkgenootschap) een rol.<br />
Om de professionaliteit op educatief gebied te versterken, kan de gemeente overwegen een functionaris<br />
aan te stellen voor meerdere erfgoedinstellingen tegelijk of om een dergelijke constructie<br />
financieel te ondersteunen. Ook is het mogelijk, een grotere gesubsidieerde erfgoedinstelling<br />
te verzoeken kleinere instellingen behulpzaam te zijn, in het belang <strong>van</strong> het totaalaanbod. Zoals<br />
eerder beschreven is ook het uitwisselen <strong>van</strong> good practises binnen een netwerk voor erfgoedinstellingen<br />
een goede steun in de rug. [7.5.1] Verder kan de gemeente de weg wijzen naar lokale,<br />
provinciale (erfgoedhuis) of landelijke instellingen die ondersteuning bieden in de vorm <strong>van</strong> persoonlijk<br />
advies, handreikingen, projectformats, trainingen, et cetera. Zo bestaan er handleidingen<br />
en checklists om erfgoedmedewerkers voor te bereiden op het bezoek <strong>van</strong> schoolgroepen, die<br />
zich nu eenmaal anders gedragen dan rustige cultuurgenieters. Sommige erfgoedhuizen, waaronder<br />
Erfgoedhuis Drenthe, organiseren educatiecursussen voor leden <strong>van</strong> historische verenigingen.<br />
De gemeente kan erfgoedinstellingen ook op andere manieren ondersteunen om publieksvriendelijke<br />
presentaties te maken. Bijvoorbeeld door ze in contact te brengen met lokale theatermakers<br />
(presentaties, living history), kunstenaars (inrichten <strong>van</strong> expositie) en de creatieve industrie<br />
in de gemeente (multimediamakers en ict). Daarnaast kan de gemeente ondersteuning bieden<br />
om ’erfgoed buiten de (instellings)muren’ te presenteren. Voorbeelden daar<strong>van</strong> zijn: aanhaken bij<br />
lokale festivals, exposities in het stadskantoor/gemeentehuis, de bibliotheek en presentaties in<br />
de openbare ruimte. Ook blijkt lokaal erfgoed voor makers en publiek vaak een verrassend decor<br />
voor een podiumoptreden (muziek, dans, theater).<br />
Ten slotte kan de gemeente bemiddelen bij het werven <strong>van</strong> vrijwilligers of het regelen <strong>van</strong> stageplaatsen<br />
voor jongeren in erfgoedinstellingen. Dit kan goed aansluiten op gemeentelijke doelstellingen<br />
voor maatschappelijke participatie.<br />
7.5.4 Ondersteunen <strong>van</strong> marketing en publiciteit<br />
Wat geldt voor educatie, gaat ook op voor kennis op het terrein <strong>van</strong> marketing en publiciteit.<br />
Vooral kleinere erfgoedinstellingen ontbreekt het op dit gebied aan ervaring. Gebrek aan financiële<br />
middelen is een tweede obstakel. [7.6.2]<br />
Er is voor gemeenten een relatief eenvoudige manier om de erfgoedsector effectief te ondersteunen<br />
bij het informeren <strong>van</strong> potentieel publiek. Namelijk informatieverstrekking via de (eigen)<br />
media, zoals de gemeentelijke website, de gemeentepagina in de lokale krant/huis-aan-huisblad,<br />
het gemeentelijke informatieblad en de gemeentegids. Deze media bevatten doorgaans allerlei<br />
activiteiten op het gebied <strong>van</strong> sport, welzijn, onderwijs én cultuur. Dit vereist uiteraard intern<br />
overleg met de gemeentelijke afdeling voorlichting.<br />
Voor de promotie <strong>van</strong> erfgoed(projecten) valt verder te denken aan samenwerking met lokale en<br />
regionale radio en tv-zenders, die een goed bereik hebben. Deze media hebben over het algemeen<br />
veel belangstelling voor de plaatselijke en regionale cultuurhistorie.<br />
De publicatie ‘Onzichtbare drempels’ <strong>van</strong> onderzoeksbureau Ranshuysen bevat zowel aanbevelingen<br />
voor betere communicatie met de bezoeker binnen musea als observaties over promotie in<br />
het algemeen die ook voor andere erfgoedinstellingen interessant zijn. Zo meldt de onderzoekster<br />
dat de verstrekte informatie vaak een intellectuele drempel opwerpt en te weinig wordt verspreid<br />
via laagdrempelige instellingen zoals de VVV. Persoonlijke communicatie met de bezoeker<br />
is <strong>van</strong> groot belang, ook in de vorm <strong>van</strong> living history, eerder nog dan ict. Uitgekiend prijsbeleid,<br />
zoals selectieve gratis entree en korting lijkt noodzakelijk, terwijl bezoekers aan de andere kant<br />
grote bereidheid tonen om te betalen voor aanvullende diensten. Promotie <strong>van</strong> de instelling als<br />
geheel is essentieel om de niet-ervaren bezoeker te trekken; gerichte tentoonstellings- en evenementenpromotie<br />
blijkt vooral <strong>van</strong> belang voor de ervaren bezoeker. 56<br />
7.5.5 Subsidies<br />
Subsidies vormen voor gemeenten een belangrijk beleidsinstrument. In de erfgoedsector gaat<br />
het dan meestal om huisvesting-, exploitatie-, of projectsubsidies. Ook voor het stimuleren <strong>van</strong><br />
erfgoededucatie kunnen structurele of incidentele subsidies worden toegekend. Denkbaar is dat<br />
de gemeente ‘educatie’ en/of ‘lokale samenwerking’ expliciet als voorwaarde in een subsidiecon-<br />
1<br />
56 Ranshuysen, L. (2005) Onzichtbare<br />
drempels, een analyse <strong>van</strong> het publieks-<br />
potentieel <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> musea
Kostenopbouw erfgoededucatie<br />
tract opneemt. Leg afspraken over subsidiëring altijd duidelijk vast, zodat erfgoedinstellingen of<br />
netwerken exact weten welke tegenprestatie er <strong>van</strong> ze wordt verwacht. Een mogelijke financiële<br />
prikkel is ook het instellen <strong>van</strong> een jaarlijkse prijs voor het beste of meest vernieuwende educatieproject.<br />
Van dergelijke prijzen gaat tevens een wervende werking uit, omdat het erfgoed,<br />
erfgoedinstelling of evenement in de schijnwerpers zet.<br />
Enkele mogelijke subsidievormen zijn:<br />
Structurele subsidies Huisvesting, exploitatie, (educatie)activiteiten e.d.<br />
Programmeringsubsidie Programmeren op een lokaal thema of voor specifieke<br />
publieksgroepen zoals jongeren en migranten.<br />
Project en activiteitensubsidies Voor nieuwe projecten, als bijdrage voor activiteiten tijdens<br />
Open Monumentendagen, e.d. maar ook voor het onderhouden<br />
<strong>van</strong> netwerken.<br />
Festival en evenementensubsidies Bijvoorbeeld voor living history, streekfestival e.d.<br />
Scholingssubsidies Deskundigheidsbevordering <strong>van</strong> beroepskrachten en vrijwilligers.<br />
Ook: scholing in traditionele ambachten, kunsten<br />
en vaardigheden.<br />
Investeringssubsidies, ruimte en faciliteiten<br />
Van verschillende kanten is erop gewezen dat de gevraagde investering in mensuren een groot<br />
obstakel is voor het realiseren <strong>van</strong> samenwerkingsverbanden tussen erfgoedinstellingen en scholen.<br />
Tijd is geld. <strong>Gemeenten</strong> gaan er soms <strong>van</strong>uit dat zij op dit vlak geen enkele ondersteuning<br />
meer hoeven te bieden, omdat scholen <strong>van</strong> het Rijk rechtstreeks geld voor cultuureducatie ont<strong>van</strong>gen.<br />
Dit gaat echter alleen op voor basisscholen (Regeling Versterking Cultuureducatie in het<br />
po). Scholen en leerlingen voor voortgezet onderwijs ont<strong>van</strong>gen uitsluitend CKV-vouchers voor<br />
de entree tot culturele instellingen. In de financiering <strong>van</strong> overleg en het gezamenlijk ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> maatprojecten en bijbehorend materiaal is niet voorzien. Ook erfgoedinstellingen ont<strong>van</strong>gen<br />
voor dit doel geen extra subsidie.<br />
Als een financiële tegemoetkoming voor samenwerking niet tot de mogelijkheden behoort, kan<br />
de gemeente op een andere manier voor enige ontlasting zorgen. Bijvoorbeeld door de secretariaatsfunctie<br />
voor het netwerk vervullen (uitnodiging, agenda, verslag e.d.) en/of personele inzet te<br />
regelen voor organisatorische werkzaamheden, zoals het opstellen <strong>van</strong> een roulatierooster voor<br />
schoolbezoeken.<br />
7.6 (Externe) Financiën<br />
De kosten <strong>van</strong> een gemeentelijk beleid voor erfgoededucatie zijn uiteraard afhankelijk <strong>van</strong> de<br />
aard en reikwijdte <strong>van</strong> de gestelde doelen. Welk deel daar<strong>van</strong> rechtstreeks of via subsidies voor<br />
rekening <strong>van</strong> de gemeente komt, hangt samen met de rol en de verantwoordelijkheid die de<br />
gemeente in de beleidsuitvoering op zich neemt. Ook de financiële draagkracht <strong>van</strong> betrokken<br />
erfgoedinstellingen en andere samenwerkingspartners speelt een rol, evenals mogelijke financiële<br />
steun <strong>van</strong> andere overheden, fondsen of het plaatselijke bedrijfsleven. Bij erfgoededucatieprogramma’s<br />
draait het behalve om ontwikkelingskosten ook om blijvende kosten voor zaken als<br />
personele begeleiding en dergelijke (zie kader). De gemeente zal er op voorhand over moeten<br />
nadenken of, hoeveel en hoe lang zij structureel wil bijdragen om een en ander in de lucht te<br />
houden.<br />
• Ontwikkelkosten (concept, plan <strong>van</strong> uitvoering)<br />
• Productiekosten (educatief materiaal: flyer, leskist, 3d presentatie, website, e.d.)<br />
• Personele kosten (ontwikkelen en uitvoeren; begeleiden <strong>van</strong> groepen)<br />
• Projectkosten (netwerk: secretariaat, reiskosten, begeleiding)<br />
• Promotie en publiciteit<br />
• Monitoring en evaluatie
Voor erfgoededucatie (en -netwerken) kunnen de gemeente, netwerken en/of de betrokken instellingen<br />
ook een beroep doen op bestaande subsidieregelingen <strong>van</strong> het Rijk, zoals het Actieplan<br />
Cultuurbereik en Erfgoed à la Carte, de provincie, regionaal werkende cultuurorganisaties en een<br />
aantal fondsen [zie bijlage 3]. Soms zal ook het lokale/regionale bedrijfsleven een bijdrage willen<br />
leveren. Daarnaast zijn er binnen de gemeente subsidiebudgetten die óók voor erfgoededucatie<br />
te benutten zijn. Beleidsmedewerkers met erfgoededucatie in hun pakket doen er goed aan deze<br />
mogelijkheden buiten hun eigen sector te inventariseren. Denk aan:<br />
• Ondersteunen en stimuleren <strong>van</strong> vrijwilligerswerk (rondleiders, ambachtdemonstraties).<br />
• Interculturele activiteiten (living history).<br />
• Jeugdbeleid.<br />
• Achterstandenbeleid.<br />
• Inburgering.<br />
• Stedelijke vernieuwing en plattelandsontwikkeling.<br />
• Amateurkunst en culturele producties (streektheater, -muziek, -dans).<br />
• Gemeentepromotie (versterken cultureel profiel; aantrekken toeristen).<br />
• (Evenementenbeleid).<br />
7.7 Draagvlak creëren<br />
Na het consulteren <strong>van</strong> de erfgoedsector en andere belanghebbenden in oriënterende gesprekken<br />
en expertmeetings verstrijkt er enige tijd voordat er een kant-en-klaar plan voor nieuw<br />
erfgoededucatiebeleid op tafel ligt. Om medewerking voor de uitvoering daar<strong>van</strong> te krijgen is het<br />
noodzakelijk voor dit conceptbeleid draagvlak te creëren. De verantwoordelijke beleidsambtenaren<br />
gaan dus na of het voorgenomen erfgoededucatiebeleid lokaal op steun kan rekenen. Dat<br />
wil zeggen: binnen de gemeente zelf (bestuurlijk/ambtelijk), bij het lokale erfgoedveld en andere<br />
(ondersteunende) organisaties die bij de uitvoering betrokken zullen zijn, maar ook <strong>van</strong> belangrijke<br />
doelgroepen zoals scholen.<br />
Denk hierbij aan: keuze <strong>van</strong> speerpunten, doelstellingen, route om deze te bereiken, haalbaarheid,<br />
werkzaamheid, belasting voor instellingen e.d. Soms dient een lokaal plan ook te worden<br />
afgestemd met gemeenten in de regio, de provincie of het rijk.<br />
Op basis <strong>van</strong> deze in- en externe toetsing kan het erfgoededucatieplan waar nodig nog worden<br />
bijgesteld. Vervolgens kan het erfgoededucatiebeleid bestuurlijk worden vastgesteld door B&W<br />
(mandaat) en zo nodig ook door de gemeenteraad.<br />
7.8 Uitvoering<br />
De manier waarop het erfgoededucatiebeleid in de praktijk handen en voeten krijgt is een proces<br />
op zich. De mate waarin de gemeente daarbij betrokken is hangt onder meer af <strong>van</strong> de rol die de<br />
lokale overheid zich in dit traject aanmeet. [7.4] Een paar simpele aandachtspunten:<br />
• Zorg dat het nieuwe beleid ‘leeft’: genereer aandacht voor het erfgoededucatieplan binnen het<br />
gemeentelijk apparaat, bij de eigen inwoners en belangrijke doelgroepen daarin, bij het lokale<br />
erfgoedveld en andere betrokken organisaties.<br />
• Formuleer project(deel)plan(nen) op basis <strong>van</strong> het erfgoededucatiebeleid. Maak hiervoor financiële<br />
middelen vrij en regel personele inzet.<br />
• Maak afspraken met beoogde samenwerkingspartners.<br />
• Houd de gekozen positie de uitvoering <strong>van</strong> het beleid op koers en stuur zo nodig bij.<br />
7.9 Monitoring en evaluatie<br />
Elke gemeente die serieus werk maakt <strong>van</strong> erfgoededucatiebeleid zal ook willen weten of de inspanningen<br />
resultaat heeft opgeleverd. Om tijdig te kunnen bijsturen is het verstandig tussentijds<br />
de vinger aan de pols te houden (monitoring, tussentijdse evaluatie). De wijze <strong>van</strong> evaluatie dient<br />
al bij de start <strong>van</strong> het traject te worden vastgelegd. Om resultaten goed te kunnen meten, moeten<br />
doelstellingen vooraf toetsbaar zijn opgesteld.<br />
We hebben het dan over een effectevaluatie, waarbij behaalde resultaten worden afgezet<br />
tegen vooraf gestelde doelen. Procesevaluatie dient om na te gaan hoe resultaten tot stand zijn<br />
gekomen. Daartoe wordt het complete beleidstraject nagelopen om inzicht te krijgen in succesfactoren<br />
en knelpunten, samenwerking tussen betrokken partijen, externe omstandigheden<br />
enzovoorts.<br />
Beleidsevaluatie omvat meestal een combinatie <strong>van</strong> effectevaluatie en procesevaluatie, zodat<br />
het behaalde resultaat kan worden afgewogen tegen de geleverde inspanningen. Om te kunnen
foto ‘wonen’ via Cees!<br />
57 Het Rijk, de provincies Gelderland,<br />
Utrecht en Zuid-Holland, de steden<br />
Nijmegen en Utrecht en de Stadsregio<br />
Arnhem-Nijmegen (KAN) richtten in 2005<br />
de Romeinse Limes Alliantie op. De door<br />
hen ondertekende Limes Codex is een<br />
bestuurlijke intentieverklaring waarin de<br />
initiatiefnemers afspraken maken voor<br />
het ontwikkelen <strong>van</strong> een gezamenlijke<br />
aanpak voor de Limes, de noordelijke<br />
grens <strong>van</strong> het voormalige Romeinse Rijk.<br />
beoordelen in hoeverre de geregistreerde resultaten zijn toe te schrijven aan het gevoerde beleid<br />
gaat de gemeente na of er mogelijk andere invloeden in het spel waren. Is er in de beleidsperiode<br />
sprake geweest <strong>van</strong> externe factoren die mogelijk een positieve (jubileumjaar) dan wel negatieve<br />
(bestuurswisseling) uitwerking hebben gehad?<br />
De gemeente zal voor de evaluatie <strong>van</strong> erfgoededucatieprojecten goeddeels terugvallen op<br />
gegevens die erfgoedinstellingen en andere betrokkenen aanleveren. Over de wijze <strong>van</strong> evalueren<br />
dienen dus vooraf afspraken te worden gemaakt. Kleinere erfgoedinstellingen, waar evaluatie<br />
vaak niet verder gaat dan het turven <strong>van</strong> het aantal bezoekers voor het jaarverslag en het neerleggen<br />
<strong>van</strong> een gastenboek, zullen hierbij beslist ondersteuning nodig hebben.<br />
Methodieken die de gemeente zelf kan toepassen zijn bijvoorbeeld enquêtes onder scholen, bezoekers<br />
(of juist niet-bezoekers), analyse <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> erfgoedinstellingen (programmering,<br />
projecten, bezoekcijfers) en gestructureerde interviews met betrokken instellingen.<br />
Het opzetten <strong>van</strong> een goede evaluatie is een vak apart. Voor culturele instellingen, maar ook voor<br />
gemeenten is het vaak een lastige klus. Zo blijkt uit de nulanalyse <strong>van</strong> het tweede Actieplan Cultuurbereik<br />
dat het werken met outputdoelstellingen niet altijd <strong>van</strong> een leien dakje gaat. Soms is<br />
de verkeerde outputindicator gekozen (en wordt dus niet gemeten of de doelstelling is behaald),<br />
soms het verkeerde meetinstrument (en wordt iets anders gemeten dan men denkt te meten).<br />
Meer informatie over dit onderwerp vindt u onder meer op www.cultuurbereik.nl. Bedenk ten<br />
slotte dat niet alle positieve (proces)resultaten in cijfers te <strong>van</strong>gen zijn. Bij cultuur blijft het altijd<br />
gaan om ‘tellen’ en ‘vertellen’.<br />
7.10 Breed bruikbare erfgoedthema’s<br />
Elke stad of dorp heeft een eigen cultuurhistorie en uniek erfgoed. In een aantal gevallen delen<br />
gemeenten eenzelfde type erfgoed. Denk aan vestingsteden, de Hanzesteden, Romeinse resten<br />
(Limes) 57 , de Tachtigjarige Oorlog, de Hollandse Waterlinie en de Tweede Wereldoorlog. Een<br />
dergelijk thema is dan op verschillende plaatsen in het land bruikbaar in erfgoededucatie. Daarnaast<br />
zijn er erfgoedthema’s waar vrijwel elke stad of dorp mee uit de voeten kan, zoals ‘leven en<br />
werken’. Een thematische aanpak biedt de mogelijkheid scholieren of andere publieksgroepen<br />
op een aansprekende manier met erfgoed in contact te brengen. Bijkomend voordeel is dat de<br />
gemeenten hierbij kunnen profiteren <strong>van</strong> ervaringen en good practises die elders zijn opgedaan.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> projecten zijn onder meer te vinden in het projectloket <strong>van</strong> Cultuurnetwerk<br />
Nederland (www.cultuurnetwerk.nl/projectloket) en op websites <strong>van</strong> erfgoedhuizen en (grotere)<br />
erfgoedinstellingen.
Onderstaand enkele suggesties voor breed inzetbare erfgoedthema’s. De toelichting daarbij is heel globaal en uitsluitend bedoeld<br />
om een denkrichting aan te geven.<br />
De stad/ het dorp Cultuurhistorie/ ruimtelijke ontwikkeling.<br />
De Middeleeuwse stad.<br />
Eigen straat/ buurt.<br />
Straten, paden en pleinen (functie, patroon, namen).<br />
Bouwen en wonen Materialen, vormen, woondichtheid, oppervlakte, architectuur.<br />
Leefgemeenschappen (klooster/burcht/hofstede).<br />
Energie Water, veen, kolen, elektriciteitsmasten, gasovens.<br />
Feest Jaarmarkt, processie, kermis, oogstfeest, carnaval.<br />
Historische gebeurtenissen Belegering, rampen, bloeiperioden, aankomst/vestiging <strong>van</strong>...<br />
Industrialisatie industrieel erfgoed, verandering in grondgebruik, verbindingen.<br />
Kunstwerk lokale handvaardigheid (aardewerk, houtbewerking, kantklossen).<br />
kunst in openbare ruimte/architectuur/ornamenten.<br />
Landschap/grondgebruik Ingrepen en inrichting (ontginning, afgraving, demping, beplanting, ophoging).<br />
Leven en werken In een bepaald tijdvak.<br />
Traditionele nijverheid (<strong>van</strong> zilversmeden tot leerlooien)<br />
Thuiswerk vroeger en nu.<br />
Lokale (agrarische) bedrijfstak in (inter)nationaal perspectief.<br />
Lokale verhalen en legenden<br />
Markante figuren Schilders, schrijvers, veldheren, kloosterlingen.<br />
Migratie instroom <strong>van</strong> nieuwe inwoners door de tijden heen.<br />
Migratiegeschiedenis allochtone bevolkingsgroepen.<br />
Religie Gebouwen, objecten, rituelen.<br />
Tradities en gebruiken Geboorte, huwelijk en dood, begroeting e.d.<br />
In vergelijking met allochtone bevolkingsgroepen.<br />
Transport (Water)wegen, vervoermiddelen, bewegwijzering, reistijd.<br />
Verdedigingswerken Forten, bunkers, verdedigingslinies, water.<br />
Water(management) Stoomgemalen, polders, molens, dijken.
Bijlage 1<br />
ERFGOEDEDUCATIEBELEID IN TIEN STAPPEN<br />
Intrinsieke factoren<br />
Om<strong>van</strong>g en aard <strong>van</strong> lokaal aanwezig erfgoed<br />
Aanwezigheid <strong>van</strong> professionele erfgoedinstellingen<br />
en overige betrokken (erfgoed-) organisaties<br />
Lokale ervaring met cultuureducatie in het algemeen<br />
en erfgoededucatie in het bijzonder<br />
<strong>Erfgoededucatie</strong>beleid<br />
Landelijk<br />
Provinciaal<br />
Lokaal<br />
Externe factoren<br />
Cultuurnota<br />
Stimuleringsbeleid Cultuur en School<br />
Actieplan Cultuurbereik<br />
Belvedere/ Cultuur en Ruimte<br />
Invulling Cultuur en School/Actieplan Cultuurbereik<br />
Provinciale speerpunten erfgoed(educatie)beleid<br />
Regionale samenwerking<br />
Speerpunten in algemeen gemeentelijk beleid<br />
Gemeentelijk cultuurbeleid<br />
Vraag <strong>van</strong>uit eigen bevolking, onderwijs,<br />
Economie/toerisme<br />
Beschikbare (nanciële) middelen<br />
Stap 1 Visie [zie 7.1]<br />
De gemeente hecht belang aan erfgoededucatie als instrument voor:<br />
Cultuurbereik<br />
Onderwijs/Jeugdbeleid<br />
Binding/Betrokkenheid<br />
Ruimtelijke ontwikkeling<br />
Economie/Toerisme<br />
Input: Algemeen gemeentelijk beleid, cultuurbeleid<br />
Stap 2 Inventarisatie erfgoed(educatie) en- vraag [zie 7.2]<br />
Inventariseer het lokale aanbod in erfgoed(educatie):<br />
• Aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> erfgoed, erfgoedinstellingen en –organisaties in de gemeente<br />
• Fysieke en algemene publiekstoegankelijkheid<br />
• Bestaand aanbod op gebied <strong>van</strong> erfgoededucatie<br />
• Samenwerking tussen erfgoedinstellingen onderling en met andere (culturele, ondersteunende) organisaties,<br />
- met het onderwijs of instellingen op andere beleidsterreinen<br />
Inventariseer de vraag naar erfgoed(educatie) bij:<br />
• Eigen inwoners, onderwijsinstellingen, toeristen/recreanten of (een) subgroep(en) daarin<br />
Creëer al doende draagvlak voor nieuw beleid [zie ook stap 7]<br />
Input: Beschikbare kerngegevens<br />
(Opdracht tot) cultuurhistorische waardenkaart<br />
Overleg met andere gemeentelijke afdelingen (Economie/RO enz.)<br />
Overleg met lokale erfgoedinstellingen, overige betrokken -organisaties<br />
Kerngegevens en oriënterend overleg met vertegenwoordigers <strong>van</strong> doelgroepen, die op basis <strong>van</strong><br />
stap 1 als ‘belangrijk’ worden aangemerkt
Stap 3 Doelstellingen [zie 7.3]<br />
Formuleer (output-)doelstellingen op basis <strong>van</strong> lokale mogelijkheden en ambities,<br />
rekening houdend met intrinsieke en externe invloedsfactoren<br />
Druk (output-)doelstellingen uit in:<br />
kwantitatieve termen, zoals deelnemersaantallen, frequentie <strong>van</strong> activiteit enz.<br />
en/of kwalitatieve termen: bereikte samenwerking, gerealiseerde ontwikkeling enz.<br />
Leg vast wanneer en hoe de gemeente zal evalueren of haar doelstellingen zijn gerealiseerd [zie stap 9]<br />
Input: Intern ambtelijk overleg<br />
Overleg met lokale erfgoedinstellingen, overige betrokken organisaties, doelgroepen<br />
Vraag eventueel advies <strong>van</strong> een ondersteunende instelling als een erfgoedhuis<br />
Stap 4 Positie en interne organisatie gemeente [zie 7.4]<br />
Ga na of de gemeente in erfgoededucatiebeleid<br />
initiator-facilitator-stimulator-beslisser-entrepreneur-of een combinatie daar<strong>van</strong> wil zijn<br />
Stel vast wie binnen de gemeente verantwoordelijk wordt voor erfgoededucatiebeleid:<br />
bestuurlijk: wethouder Cultuur (en) Welzijn, Economie, anders<br />
ambtelijk: benoemen gemeentelijk projectleider<br />
instellen gemeentelijke projectgroep(en)<br />
Stap 5 Strategie en instrumenten [zie 7.5 ]<br />
De keuze voor een strategie is afhankelijk <strong>van</strong>:<br />
• Draagkracht en professionaliteit <strong>van</strong> erfgoedinstellingen en overige betrokken<br />
(erfgoed-)organisaties [stap 2]<br />
• Organisatiegraad en toegankelijkheid <strong>van</strong> doelgroepen [stap 2]<br />
• Geformuleerde doelstellingen [stap 3]<br />
• Benodigde middelen/ontwikkelingen om doelstellingen te kunnen realiseren<br />
• Gekozen positie en verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de gemeente [stap 4]<br />
• Financiële en personele mogelijkheden <strong>van</strong> de gemeente [stap 6]<br />
Mogelijke beleidsinstrumenten:<br />
• Stimuleren <strong>van</strong> lokale netwerken voor erfgoededucatie<br />
• Facilitaire en personele ondersteuning<br />
• Deskundigheidsbevordering totaal erfgoedveld<br />
• Ondersteunen <strong>van</strong> marketing en publiciteit<br />
• Subsidies<br />
Stap 6 (Externe) Financiën [zie 7.6]<br />
Maak een kostenbegroting, gespecificeerd naar doelstelling(en) per periode<br />
Formuleer de kostendekking: welke bijdrage is te verwachten <strong>van</strong>:<br />
de gemeente -uit welke budget(ten)?-, andere overheden, erfgoedinstellingen,<br />
overige (erfgoed)organisaties, externe financiers (fondsen, bedrijfsleven)
Stap 7 Draagvlak [zie 7.7]<br />
Ga na of het voorgenomen erfgoededucatiebeleid lokaal op steun kan rekenen <strong>van</strong>: gemeente intern ,<br />
lokale erfgoedinstellingen en overige (erfgoed-)organisaties, belangrijke doelgroepen (bijv. scholen).<br />
[zie ook stap 1 t/m 3 ]<br />
Informeer zo nodig ook bij gemeenten in de regio/provincie/Rijk<br />
Stel het erfgoededucatieplan op basis <strong>van</strong> de toetsing zo nodig bij.<br />
Laat het voorgenomen erfgoededucatiebeleid bestuurlijk vaststellen door B&W (mandaat) en zo nodig<br />
ook door de gemeenteraad<br />
Stap 8 Uitvoering [zie 7.8]<br />
Genereer aandacht voor nieuw erfgoededucatiebeleid binnen het gemeentelijk apparaat, bij eigen<br />
inwoners en andere belanghebbenden, erfgoedinstellingen en overige (erfgoed-)organisaties.<br />
Formuleer project(deel)plan(nen) op basis <strong>van</strong> het erfgoededucatiebeleid<br />
Maak hiervoor financiële middelen vrij en regel personele inzet<br />
Maak afspraken met beoogde samenwerkingspartners<br />
Houd op basis <strong>van</strong> de gekozen positie de uitvoering op koers en stuur zo nodig bij<br />
Stap 9 Monitoring en evaluatie [zie 7.9]<br />
Monitor de uitvoering <strong>van</strong> het erfgoededucatiebeleid. Gebeurt er wat er is afgesproken? Zijn er<br />
knelpunten of onvoorziene omstandigheden die om tussentijds ingrijpen vragen?<br />
Bepaal ten slotte of de voor erfgoededucatie gestelde doelen zijn behaald? Dit aan de hand <strong>van</strong> vooraf<br />
bepaalde outputindicatoren en meetinstrumenten [zie stap 3]<br />
Ga na op welke manier en tegen welke (financiële) inspanning dat is gebeurd<br />
Wat waren de sterke punten en/of zwakke schakels?<br />
Welke elementen verdienen in een volgende beleidsperiode voortzetting, bijstelling of een tweede<br />
kans? Dit levert:<br />
Stap 10 Bouwstenen voor nieuw beleid!
Bijlage 2<br />
Ondersteuning erfgoededucatie<br />
Stichting Erfgoed Actueel<br />
Stichting Erfgoed Actueel opereert op het kruispunt <strong>van</strong> erfgoed- en onderwijsinstellingen,<br />
overheden, media en maatschappij en zet zich in voor het verhogen <strong>van</strong> de waardering voor het<br />
erfgoed door het stimuleren <strong>van</strong> erfgoededucatie.<br />
Stichting Erfgoed Actueel gaat in 2007 op in de Stichting Erfgoed Nederland, samen met de<br />
koepelorganisaties voor archieven (DIVA), archeologie (SNA) en monumenten (NCM). De Museumvereniging<br />
brengt haar branchetaken in. Erfgoed Nederland zal zich inzetten voor de versterking<br />
<strong>van</strong> de maatschappelijke positie, het belang en de betekenis <strong>van</strong> het cultureel erfgoed als geheel<br />
(inclusief erfgoededucatie) en <strong>van</strong> de deelsectoren (archeologie, archieven, monumenten en<br />
musea). Mogelijk volgt een adreswijziging.<br />
Herengracht 474, 1017 CA Amsterdam<br />
tel. 020-4270880<br />
www.erfgoedactueel.nl<br />
Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN)<br />
Erfgoedhuizen en vergelijkbare organisaties zijn sinds 2005 verenigd in OPEN, Overleg Provinciale<br />
Erfgoedinstellingen Nederland. Deze instellingen bedienen grote en verschillende klantengroepen,<br />
waaronder gemeenten, erfgoedinstellingen en het onderwijs. <strong>Erfgoededucatie</strong> is voor vrijwel<br />
alle provinciale erfgoedinstellingen een speerpunt <strong>van</strong> activiteit.<br />
Contactadres: Erfgoedhuis Zuid-Holland<br />
Provinciale erfgoedinstellingen<br />
Friesland<br />
Museumfederatie Fryslân<br />
Turfmarkt 12 b, 8911 KT Leeuwarden<br />
tel. 058-2139185<br />
www.museumfederatiefryslan.nl<br />
Groningen<br />
Museumhuis Groningen<br />
(ook voor: Het Groninger Molenhuis)<br />
Lopende Diep 8, 9712 NW Groningen<br />
tel. 050-3130052<br />
www.museumhuisgroningen.nl<br />
Drenthe<br />
Drents Plateau<br />
Postbus 117, 9400 AC Assen<br />
tel. 0592-305930<br />
www.drentsplateau.nl<br />
Overijssel<br />
Stichting Kunst en Cultuur Overijssel<br />
Postbus 1229, 8001 BE Zwolle<br />
tel.038-4225030<br />
www.kco.nl<br />
Het Oversticht<br />
Postbus 531, 8001 BE Zwolle<br />
tel. 038-4213257<br />
www.oversticht.nl<br />
ADRESSEN ONDERSTEUNENDE ORGANISATIES<br />
Gelderland<br />
Stichting Gelders Erfgoed<br />
Postbus 4040, 7200 BA Zutphen<br />
tel. 0575-511826<br />
www.gelderserfgoed.nl<br />
Flevoland<br />
Nieuw Land Erfgoedcentrum<br />
Postbus 73, 8200 AB Lelystad<br />
tel. 0320-260799<br />
www.nieuwlanderfgoedcentrum.nl<br />
Utrecht<br />
Erfgoedhuis Utrecht<br />
Herenstraat 28, 3512 KD Utrecht<br />
tel. 030-2343880<br />
www.erfgoed-utrecht.nl<br />
Noord-Holland<br />
Stichting Museaal en Historisch Perspectief<br />
Noord-Holland<br />
Postbus 205, 2000 AE Haarlem<br />
tel. 023-5531498<br />
www.mhp-nh.nl<br />
Zuid-Holland<br />
Erfgoedhuis Zuid-Holland<br />
Postbus 3092, 2601 DB Delft<br />
tel. 015-2154350<br />
www.erfgoedhuis-zh.nl<br />
Noord-Brabant<br />
Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening<br />
Postbus 1325, 5200 BJ ‘s-Hertogenbosch<br />
tel. 073-6156262<br />
www.erfgoedbrabant.nl<br />
Brabantse Museumstichting<br />
Postbus 1325, 5200 BJ ‘s-Hertogenbosch<br />
tel. 073-6156262<br />
www.erfgoedbrabant.nl<br />
Zeeland<br />
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland<br />
Postbus 49, 4330 AA Middelburg<br />
tel. 0118-670870<br />
www.scez.nl<br />
Limburg<br />
Huis voor de Kunsten Limburg<br />
Postbus 203, 6040 EA Roermond<br />
tel. 0475-399299<br />
www.hklimburg.nl<br />
Limburgs Museum<br />
Afd. Erfgoedprojecten & Ondersteuning<br />
Keulsepoort 5, 5911 BX Venlo<br />
tel. 077-3522112<br />
www.limburgsmuseum.nl<br />
www.cultuureducatielimburg.nl<br />
www.sam-limburg.nl
Ondersteuning cultuureducatie<br />
Cultuur en School<br />
Het project Cultuur en School <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> OCW<br />
heeft als doel om meer onderwijs mèt en over cultuur te<br />
realiseren. Om dit te stimuleren werkt het ministerie samen met<br />
gemeenten en provincies, culturele instellingen en onderwijs<br />
organisaties.<br />
www.cultuurbereik.nl geeft informatie over Cultuur en School<br />
en Actieplan Cultuurbereik.<br />
www.cultuurplein.nl is een landelijk (ondersteunend) informatiepunt<br />
over cultuur en onderwijs.<br />
Cultuurnetwerk Nederland<br />
Cultuurnetwerk Nederland is het landelijk expertisecentrum<br />
voor cultuureducatie dat tot taak heeft kennis en informatie<br />
over theorie, beleid en praktijk <strong>van</strong> cultuureducatie te verzamelen<br />
en door onderzoek uit te breiden.<br />
Postbus 61, 3500 AB Utrecht<br />
tel.: 030-2361200<br />
www.cultuurnetwerk.nl<br />
CJP<br />
CJP verspreidt in opdracht <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> OCW de CKV<br />
vouchers voor scholen en scholieren. Culturele instellingen<br />
kunnen bij het CJP een aanvraag indienen om CKV-acceptant te<br />
worden. Verder geeft CJP de CJP kortingspas uit, informeert docenten<br />
en verzamelt data over het gebruik <strong>van</strong> de CKV vouchers.<br />
Postbus 3572, 1001 AJ Amsterdam<br />
tel. 020-5210220<br />
www.cjp.nl<br />
Onderwijsbegeleidingsdiensten<br />
Er zijn circa veertig onderwijsbegeleidingsdiensten (OBD’s) in<br />
Nederland, verenigd in de landelijke organisatie EDventure.<br />
EDventure houdt zich bezig met integrale onderwijsadvisering<br />
en heeft betrekking op onderwijsontwikkeling, schoolontwikkeling,<br />
onderwijs aan kinderen met problemen, leermiddelenadvies<br />
en advies aan gemeenten en besturen.<br />
Parkstraat 83, 2514 JG Den Haag<br />
tel. 070-3538222<br />
www.edventure.nl<br />
Landelijke organisaties erfgoedveld<br />
Stichting Erfgoed Nederland (SEN)<br />
Herengracht 474, 1017 CA Amsterdam<br />
tel. 020-4270880<br />
Zie verder onder Stichting Erfgoed Actueel<br />
Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />
Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur is het landelijk instituut<br />
voor de cultuur <strong>van</strong> het dagelijks leven en het immaterieel<br />
erfgoed.<br />
Postbus 13113, 3507 LC Utrecht<br />
tel. 030-2760244<br />
www.volkscultuur.nl<br />
0<br />
<strong>Vereniging</strong> Digitiaal Erfgoed Nederland (DEN)<br />
Digitaal Erfgoed Nederland is het nationale kennisplatform voor<br />
ict en instellingen voor cultureel erfgoed. DEN bevordert door<br />
digitale ontsluiting de toegankelijkheid en educatief gebruik<br />
<strong>van</strong> erfgoed.<br />
Postbus 90407, 2509 LK Den Haag<br />
tel. 070-3140343<br />
www.den.nl; www.cultuurwijs.nl, www.cultuurwijzer.nl<br />
Museumvereniging<br />
De Museumvereniging heeft als doel de belangenbehartiging<br />
en de professionalisering <strong>van</strong> haar leden, evenals het bevorderen<br />
<strong>van</strong> het museumbezoek.<br />
Postbus 2975, 1000 CZ Amsterdam<br />
tel. 020-5512900<br />
www.museumvereniging.nl<br />
Instituut Collectie Nederland (ICN)<br />
Het Instituut Collectie Nederland is een kennisinstituut voor<br />
beheer en behoud <strong>van</strong> roerend cultureel erfgoed. Het ICN heeft<br />
vier kerntaken: het adviseren over beheer en behoud <strong>van</strong> collecties,<br />
het verrichten <strong>van</strong> onderzoek, het opleiden <strong>van</strong> restauratoren<br />
en het beheren <strong>van</strong> de ICN collectie.<br />
Postbus 76709, 1070 KA Amsterdam<br />
tel. 020-3054545<br />
www.icn.nl<br />
Nationaal Archief<br />
Het Nationaal Archief beheert de archieven <strong>van</strong> de landelijke<br />
overheid en <strong>van</strong> personen die <strong>van</strong> nationaal belang zijn geweest.<br />
Het NA fungeert als rijksdienst voor de gehele archiefsector<br />
Postbus 90520, 2509 LM Den Haag<br />
tel. 070-3315400<br />
www.nationaalarchief.nl<br />
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten<br />
(RACM)<br />
De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten<br />
is, in samenwerking met andere partijen, verantwoordelijk<br />
voor de zorg voor het <strong>Nederlandse</strong> erfgoed boven en onder<br />
de grond en onder water.<br />
Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort<br />
tel. 033-4217421<br />
www.racm.nl<br />
Federatie Industrieel Erfgoed Nederland (FIEN)<br />
Federatie Industrieel Erfgoed Nederland is een platform voor<br />
organisaties en vrijwilligers die zich bezighouden met industrieel<br />
erfgoed in de breedste zin.<br />
Zomervaart 206/F, 2033 DN Haarlem<br />
tel. 023 5353624<br />
www.industrieel-erfgoed.nl
Stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN)<br />
Musea en koepelorganisaties op het gebied <strong>van</strong> mobiel erfgoed<br />
hebben zich verenigd in de stichting Mobiele Collectie Nederland<br />
(MCN). MCN stelt zich tot doel bij te dragen aan behoud<br />
en presentatie <strong>van</strong> een evenwichtig samengestelde collectie<br />
mobiel erfgoed.<br />
Pelikaanweg 50, 8218 PG Lelystad<br />
tel. 0320-289840<br />
www.mobiel-erfgoed.nl<br />
Anno<br />
Anno heeft de opdracht het historisch besef in Nederland te<br />
vergroten. De organisatie doet dit door geschiedenis toegankelijk<br />
te maken voor een breed en nieuw publiek en het onderwijs,<br />
door inzet <strong>van</strong> evenementen - zoals de Week <strong>van</strong> de Geschiedenis<br />
- en media.<br />
Postbus 11641, 2502 AP Den Haag<br />
tel. 070-3154090<br />
www.anno.nl<br />
Overheid<br />
Ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)<br />
Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag<br />
tel. 070-4123456<br />
www.minocw.nl<br />
Interprovinciaal Overleg (IPO)<br />
Het Interprovinciaal Overleg is de koepelorganisatie <strong>van</strong> de<br />
twaalf provincies. IPO-C, de commissie cultuur, is het overlegorgaan<br />
voor culturele zaken.<br />
Postbus 16107, 2500 BC Den Haag<br />
tel. 070-8881212<br />
www.ipo.nl<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> (VNG)<br />
De <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> behartigt belangen,<br />
verleent diensten en heeft een platformfunctie voor alle<br />
gemeenten. Daarnaast voert de VNG, vaak samen met departementen<br />
of maatschappelijke organisaties, projecten uit die een<br />
gemeentelijk belang dienen.<br />
Postbus 30435, 2500 GK Den Haag<br />
tel. 070-3738393<br />
www.vng.nl<br />
Inspectie<br />
Erfgoedinspectie<br />
Landelijke inspectie <strong>van</strong> de erfgoedsector, exclusief gemeentearchieven.<br />
Postbus 16478 (IPC 3500) 2500 BL Den Haag<br />
www.erfgoedinspectie.nl<br />
Koepel <strong>van</strong> provinciale archiefinspecteurs t.b.v. de gemeentearchieven<br />
www.lopai.nl<br />
1<br />
Bijlage 3 FONDSEN<br />
Onderstaand een overzicht <strong>van</strong> landelijke fondsen die activiteiten<br />
ondersteunen op het gebied <strong>van</strong> cultuur(educatie).<br />
Meer informatie treft u op www.erfgoedactueel.nl Meest<br />
compleet is het Fondsenboek, uitgegeven door de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>van</strong> Fondsen in Nederland (FIN), in samenwerking met<br />
Walburg Pers.<br />
Cultuurfonds Bank <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong><br />
Het fonds ondersteunt activiteiten op het gebied <strong>van</strong> kunst en<br />
cultuur, die financieel door minimaal twee gemeenten mogelijk<br />
worden gemaakt en die <strong>van</strong> betekenis zijn voor het gemeentelijk<br />
beleid. Het stimuleren <strong>van</strong> jong talent is een speerpunt.<br />
Koninginnegracht 2, Den Haag<br />
Postbus 30305, 2500 GH Den Haag<br />
tel. 070 -3750523<br />
www.bng.nl<br />
Mondriaan Stichting<br />
De Mondriaan Stichting is het stimuleringsfonds voor beeldende<br />
kunst en vormgeving en cultureel erfgoed. Doel is de belangstelling<br />
voor en vraag naar hedendaagse beeldende kunst<br />
en vormgeving en cultureel erfgoed te vergroten. Instellingen,<br />
bedrijven en overheden kunnen onder meer aanvragen indienen<br />
voor publieksprojecten, cultureel erfgoed <strong>van</strong> minderheden<br />
en het zichtbaar maken <strong>van</strong> collecties.<br />
Jacob Obrechtstraat 56, 1017 KN Amsterdam<br />
tel. 020-6762032<br />
www.mondriaanfoundation.nl<br />
Prins Bernhard Cultuurfonds<br />
Dit fonds ondersteunt projecten op het gebied <strong>van</strong> cultuur en<br />
natuurbehoud met financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en<br />
beurzen. Het meedoen en laten meedoen aan alle facetten <strong>van</strong><br />
cultuurbeoefening is een <strong>van</strong> de onderdelen waarop het fonds<br />
ondersteuning geeft. Naast het landelijke bureau in Amsterdam<br />
heeft het fonds provinciale afdelingen.<br />
Herengracht 476, Amsterdam<br />
Postbus 19750, 1000 GT Amsterdam<br />
tel. 020-5206130<br />
www.cultuurfonds.nl<br />
Stichting DOEN<br />
De stichting ondersteunt onder meer cultuurprojecten, <strong>van</strong>uit het<br />
oogpunt dat deze een bijdrage kunnen leveren aan een betere<br />
samenleving. Bij de beoordeling voor ondersteuning hecht de<br />
stichting waarde aan: cultuurparticipatie, talentontwikkeling, marketing,<br />
cultuur & economie en maatschappelijke betrokkenheid.<br />
Postbus 75621, 1070 AP Amsterdam<br />
tel. 020- 5737333<br />
www.doen.nl<br />
VSBfonds<br />
Het VSB fonds ondersteunt projecten op het gebied <strong>van</strong> kunst<br />
en cultuur, gericht op cultuurparticipatie (culturele diversiteit,<br />
verrijking en vernieuwing) en cultuureducatie (educatieve methoden<br />
en intercultureel onderwijs).<br />
Postbus 16, 3500 AA Utrecht<br />
tel. 030- 2303300<br />
www.vsbfonds.nl
Bijlage 4<br />
Cultuur(educatie)<br />
www.minocw.nl/cultuur<br />
ministerie <strong>van</strong> OCW, cultuur algemeen<br />
HANDIGE WEBSITES<br />
www.belvedere.nu<br />
site <strong>van</strong> projectbureau Belvedere met informatie over cultuurhistorie<br />
en ruimtelijke ordening<br />
www.cultuurnetwerk.nl<br />
portaal over cultuureducatie met informatie over cultuur,<br />
erfgoed en kunst in relatie tot onderwijs en educatie<br />
www.cultuurplein.nl<br />
ondersteunt docent, manager en culturele instelling bij<br />
culturele activiteiten in de onderwijspraktijk<br />
www.cultuurbereik.nl<br />
informatie over het Actieplan Cultuurbereik en Cultuur en<br />
School, gericht op gemeenten en provincies<br />
wwww.cultuurwijzer.nl<br />
op deze site bieden monumenten, archeologische diensten,<br />
musea, bibliotheken en archieven samen hun informatie aan<br />
www.culturalgovernance.nl<br />
aanbevelingen voor goed bestuur in culturele instellingen<br />
Onderwijs<br />
www.kerndoelen.kennisnet.nl<br />
informatie over nieuwe kerndoelen primair onderwijs<br />
www.minocw.nl<br />
op zoekterm informatie over kerndoelen/leergebieden onderbouw<br />
en tweede fase voortgezet onderwijs<br />
www.minocw.nl/vmbo<br />
algemene informatie over het vmbo<br />
www.bredeschool.nl<br />
overheidssite over de Brede School<br />
www.kpcgroep.nl<br />
overzicht <strong>van</strong> cultuurprofielscholen<br />
www.cultuurwijs.nl<br />
portal voor collecties, tentoonstellingen en informatie <strong>van</strong><br />
musea en archieven, gericht op het onderwijs<br />
www.erfgoedactueel.nl<br />
site <strong>van</strong> de landelijke stichting met informatie over erfgoededucatie<br />
en projecten rond erfgoededucatie<br />
www.planjeeigenruimte.nl<br />
project <strong>van</strong> Erfgoed Actueel voor tweede fase havo/vwo over<br />
cultuurhistorie en ruimtelijke ordening<br />
www.sporen.nl<br />
netwerkproject <strong>van</strong> Erfgoed Actueel gericht op het vmbo<br />
www.slo.nl<br />
nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling<br />
Musea<br />
www.museum.nl<br />
actueel overzicht <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> musea en tentoonstellingen<br />
www.museumserver.nl<br />
platform <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong> musea op internet<br />
www.musip.nl<br />
site Museum Inventarisatie Project: zoeken naar collecties<br />
www.museumweekend.nl<br />
site <strong>van</strong> het jaarlijkse Museumweekend in april<br />
www.museumvereniging.nl<br />
het museumresgister is te vinden op deze site<br />
Archieven<br />
www.nationaalarchief.nl<br />
overzicht <strong>van</strong> de archieven <strong>van</strong> de landelijke overheid en<br />
belangrijke personen.<br />
www.archiefnet.nl<br />
zoekservice voor websites <strong>van</strong> archiefdiensten in binnen- en<br />
buitenland<br />
www.beeldbank.nationaalarchief.nl<br />
beeldbank met foto´s <strong>van</strong> gebeurtenissen uit de periode<br />
1880-1990<br />
www.archievendag.nl<br />
site <strong>van</strong> de jaarlijkse landelijke Archievendag in oktober<br />
www.k<strong>van</strong>.nl<br />
kring <strong>van</strong> Archivarissen in Nederland<br />
Archeologie<br />
www.archeologienet.nl<br />
site met veel informatie over archeologische monumenten,<br />
periodes en cultuurlandschappen<br />
www.archeos.nl<br />
onderwijssite; toont de geschiedenis <strong>van</strong> de prehistorie tot<br />
en met de Middeleeuwen aan de hand <strong>van</strong> archeologische<br />
opgravingen<br />
www.gemeente-archeologen.nl<br />
convent <strong>van</strong> gemeentelijke archeologen in Nederland
Monumenten<br />
www.openmonumentendag.nl<br />
site jaarlijkse Open Monumentendagen in september<br />
www.heemschut.nl<br />
site <strong>van</strong> de Bond Heemschut<br />
www.monumentenwacht.nl<br />
site Monumentenwacht<br />
www.hollandsewaterlinie.nl<br />
site over de voormalige militaire verdedigingslinie die zich<br />
uitstrekt <strong>van</strong> de voormalige Zuiderzee bij Muiden tot aan de<br />
Biesbosch<br />
www.limes.nl<br />
informatie over de <strong>Nederlandse</strong> Limes<br />
www.veroverjeeigenmonument.nl<br />
project dat jongeren interesseert voor monumenten. Krijgt<br />
uitbreiding naar ‘Verover je eigen omgeving’<br />
Immaterieel erfgoed<br />
www.volkscultuur.nl<br />
site <strong>van</strong> het Nederlands Centrum voor Volkscultuur met informatie<br />
over de cultuur <strong>van</strong> het dagelijks leven en het immaterieel<br />
erfgoed<br />
www.verhalenbank.nl<br />
zoekmachine voor historische en hedendaagse sprookjes,<br />
sagen, legenden e.d. inclusief onderwijsmateriaal<br />
Geschiedenis<br />
www.anno.nl<br />
organisatie die geschiedenis toegankelijk maakt voor een breed<br />
publiek en het onderwijs, d.m.v. evenementen en media<br />
www.week<strong>van</strong>degeschiedenis.nl<br />
jaarlijkse geschiedenisweek in oktober, georganiseerd door<br />
Anno<br />
www.entoen.nu<br />
site <strong>van</strong> Canon <strong>van</strong> Nederland<br />
www.geschiedenis.nl<br />
historisch nieuws, jaartallenlijst, informatie over historische<br />
figuren en gebeurtenissen en informatie voor het onderwijs<br />
www.historischhuis.nl<br />
site <strong>van</strong> het Historisch platform met o.a. links naar 3500 geschiedenis-websites<br />
en een wegwijzer naar alle historische organisaties<br />
in Nederland.<br />
www.geheugen<strong>van</strong>nederland.nl<br />
digitale verzameling <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> illustraties, foto’s, teksten,<br />
films en audiofragmenten. Heeft ook een onderwijsbeeldbank
Bijlage 5<br />
GERAADPLEEGDE LITERATUUR<br />
Baarle, Y. <strong>van</strong> (2004) Divers, cultuurbeleid in een<br />
multiculturele samenleving. Een handreiking aan<br />
gemeenten. Den Haag: VNG Uitgeverij<br />
Bureau Driesen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek<br />
[Kersten, O. Silfhout, W.J. <strong>van</strong>, Driessen, F.M.] (2006)<br />
Actieplan II, Nulanalyse en nulmeting. Utrecht<br />
Bureau Promotie Podiumkunsten (2005) Jong en Grijpbaar. Uitkomsten<br />
<strong>van</strong> experimenten met jongerenmarketing in de theatersector.<br />
Amsterdam<br />
Cultuurfonds Bank <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> en Kunstgebouw<br />
(2005) congresverslag Kunst, cultuur en gemeenschapszin. Den<br />
Haag/Rijswijk<br />
Cultuurnetwerk Nederland/Museumvereniging (2005)<br />
Blauwdruk. Vier musea en social inclusion. Amsterdam:<br />
Museumvereniging<br />
Cultuurnetwerk Nederland (2005) Zicht op…gemeentelijk<br />
en provinciaal cultuureducatiebeleid. Achtergronden,<br />
literatuur en websites. Utrecht<br />
Cultuurnetwerk Nederland, Erfgoed Actueel en Stichting<br />
Lezen (2005) Debatverslag De (nationale) culturele canon<br />
en het voortgezet onderwijs. Utrecht/Amsterdam<br />
Cultuurnetwerk Nederland (2005) <strong>Erfgoededucatie</strong> in<br />
onderwijsleersituaties Cultuur + Educatie 12. Utrecht<br />
Cachet, E.A./Kroes Willems, M./Richards, G. (2003) Culturele<br />
identiteit <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> gemeenten. Rotterdam: Erasmus<br />
Universiteit Rotterdam<br />
DOCA Bureaus [Muskens, G.] (2005) Immaterieel cultureel<br />
erfgoed in Nederland. Rapportage op basis <strong>van</strong> interviews<br />
met 33 deskundigen, in opdracht <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong><br />
OCW, Directie Cultureel Erfgoed<br />
Drenth,B.,Hansen, H., Munster, O. <strong>van</strong> (2002)<br />
Cultuurprofielen. Utrecht: Berenschot<br />
Drents Archief/Twynstra Gudde (2005), Verleiden met<br />
Verleden. Het archief op zoek naar nieuwe doelgroepen,<br />
(Marketingpilot Noordelijke Archieven). Assen/Amersfoort<br />
DSP-groep [Alters, H.J. Mier, P., Vercraeye. H] (2004) Erfgoed<br />
en toerisme, een spannend akkoord. Verkennend onderzoek in<br />
opdracht <strong>van</strong> Projectbureau Belvedere. Amsterdam<br />
DSP-groep [Lagendijk, E., Zoutman, R.] (2005) Pop met beleid,<br />
handreiking voor gemeenten. Amsterdam/Tilburg: POPNL<br />
Erfgoed Actueel (2005) symposiumverslag Erfgoed en<br />
integratie. Amsterdam<br />
Erfgoed Actueel (2005/2006) diverse uitgaven Oud<br />
Nieuws. Amsterdam<br />
Erfgoed Actueel (2006) Het Blauwe Boekje, online<br />
erfgoedinformatie voor educatieve toepassingen.<br />
Amsterdam<br />
Ginkel, E. <strong>van</strong>/Cruysheer, A. (2003) Archeologie Presenteren:<br />
ervaringen, voorbeelden, adviezen, kosten. Archeologie<br />
Leidraad 2. College voor de Archeologische kwaliteit<br />
Grever, M., Gerding, M., Strouken, I., Blokker jr, J. (2005) Zijn<br />
regionale canons wenselijk? In: Oud Nieuws 1. Amsterdam:<br />
Erfgoed Actueel<br />
Hoekstra, W.(2004) Laat de geschiedenis <strong>van</strong> uw omgeving<br />
zien! Handleiding voor het ontwikkelen <strong>van</strong> producten ter<br />
bevordering <strong>van</strong> het cultuurtoerisme. Utrecht: Nederlands<br />
Centrum voor Volkscultuur i.s.m. Stichting Kunst en<br />
Cultuur Overijssel<br />
Holthuis, P. (2004) artikel ‘Inspiratie voor erfgoededucatie op<br />
school’. Amsterdam: Erfgoed Actueel<br />
Interprovinciaal Overleg [Van Deyck-Hofmeester,<br />
C., Raijmakers, W.J. (2005) De provincies. Kiezen in<br />
Cultuurbeleid. Den Haag<br />
Jansen, I. (2004) Handreiking museumbeleid voor<br />
gemeenten. Amsterdam/Den Haag: Een gezamenlijke<br />
uitgave <strong>van</strong> de <strong>Nederlandse</strong> Museumvereniging, het<br />
Landelijk Contact <strong>van</strong> Museumconsulenten en de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong><br />
Kamp, M. <strong>van</strong> der/Otte<strong>van</strong>ger, D. (2003) Cultuureducatie<br />
en sociale cohesie. Een verkennend onderzoek. Cultuur +<br />
Educatie 6. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland<br />
Ministerie <strong>van</strong> OCW (2002) Cultuurbeleid in Nederland. Den<br />
Haag<br />
Ministerie <strong>van</strong> OCW (2003) brochure Culturele Planologie.<br />
Den Haag<br />
Ministerie <strong>van</strong> OCW (2005) Actieplan Cultuurbereik 2005-<br />
2008, Informatie voor gemeenten en provincies. Den Haag<br />
Ministerie <strong>van</strong> OCW (2005) Versterking Cultuureducatie<br />
in het primair onderwijs 2004-2007. Informatie voor<br />
gemeenten en provincies. Den Haag
Ministerie <strong>van</strong> OCW (2006) Voortgangsrapportage Cultuur<br />
en School. Den Haag<br />
NCM/SNA/NMV/DIVA/DEN (2003) Erfgoed voor toerisme,<br />
een visie <strong>van</strong> de gezamenlijke erfgoedkoepels op erfgoed en<br />
cultuurtoerisme. Amsterdam: Stichting Nationaal Contact<br />
Monumenten<br />
Oberon onderzoeksbureau (2005) Brede Scholen in Nederland,<br />
Jaarbericht 2005. Utrecht<br />
Raad voor Cultuur (april 2005) Het tekort <strong>van</strong> het teveel.<br />
Over de rijksverantwoordelijkheid voor cultureel erfgoed,<br />
deel I. Den Haag<br />
Raad voor Cultuur/Onderwijsraad (advies april 2006)<br />
Onderwijs in Cultuur. Versterking <strong>van</strong> cultuureducatie in<br />
primair en voortgezet onderwijs. Den Haag<br />
Ranshuysen, L. (2001) Onderzoek cultuurdeelname.<br />
Rotterdam: Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen<br />
Ranshuysen, L. (2005) Onzichtbare drempels, een analyse<br />
<strong>van</strong> het publiekspotentieel voor <strong>Nederlandse</strong> musea.<br />
Rotterdam: Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen<br />
Riessen, M. <strong>van</strong>/Manen, I. <strong>van</strong> (2006) Omgevingsonderwijs.<br />
Van project naar praktijk. Assen: <strong>van</strong> Gorcum<br />
Sociaal en Cultureel Planbureau [Broek, A. <strong>van</strong> den/Huysmans,<br />
F./De Haan, B.] (2005) Cultuurminnaars en cultuurmijders. Trends<br />
in de belangstelling voor kunsten en cultureel erfgoed. Den Haag<br />
Sociaal en Cultureel Planbureau [Wubs, H./ Huysmans, F.]<br />
(2006) Snuffelen en graven. Over doelgroepen en digitaal<br />
toegankelijke archieven. Den Haag<br />
Schatkamers voor Scholieren. Cultureel erfgoed en onderwijs<br />
(1999) Amsterdam/Enschede: Erfgoed Actueel en SLO<br />
Spapens, P. en Stads, J. (2005) Folklore is onvoltooid<br />
verleden tijd. Utrecht: Nederlands Centrum voor<br />
Volkscultuur, Utrecht<br />
Stads, J./Spapens, P./Doremalen, <strong>van</strong> H. (2003) Werken,<br />
werken, werken! De geschiedenis <strong>van</strong> de<br />
gastarbeiders in Tilburg en omstreken 1963-1975. Utrecht:<br />
Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Gemeenten</strong> [A.A.M.<br />
Horrevorts] (2006). Wil tot verschil: gemeenten in 2015.<br />
Den Haag<br />
Wijn, C. (2003) Gemeentelijk cultuurbeleid - een handleiding.<br />
Den Haag: VNG uitgeverij<br />
Zwaal, P. <strong>van</strong> der, Snyders, M.(red.) (2001) Van buiten<br />
leren, Ervaringen met het gebruik <strong>van</strong> cultureel erfgoed als<br />
externe leeromgeving in het voortgezet onderwijs Leuven/<br />
Apeldoorn: Garant<br />
Zwaal, P. <strong>van</strong> der (red.) (2003) Buitenkansen Cultureel<br />
erfgoed in de leerwegen VMBO-serie Wisselwerk.13<br />
Antwerpen/Apeldoorn: Garant
COLOFON<br />
Deze uitgave kwam tot stand met medewerking <strong>van</strong>:<br />
Informatie en/of tekstbijdragen:<br />
Peter <strong>van</strong> Beek hoofd afdeling Gemeentearchief, gemeente Ede<br />
Paula Colenbrander beleidsmedewerker Directie Cultureel Erfgoed, ministerie <strong>van</strong> OCW<br />
Maria Grever hoogleraar Theorie <strong>van</strong> geschiedenis en historiografie, Erasmus Universiteit Rotterdam<br />
Cees Hageman projectleider Erfgoed Actueel<br />
Lydia Jongmans sr. beleidsmedewerker cultuur en media VNG<br />
Jan Jaap Knol hoofd Cultuurbereik, projectleider Cultuur en School, ministerie <strong>van</strong> OCW<br />
Daniel Kruithof programmanager maatschappelijke op<strong>van</strong>g en civil society, VNG<br />
Joost Kuggeleijn beleidsmedewerker Cultuur en School, ministerie <strong>van</strong> OCW<br />
Huub Kurstjens toetsdeskundige geschiedenis en staatsinrichting, afd. VO-VMBO, CITO<br />
Andries Ponsteen directeur Erfgoedhuis Zuid-Holland; voorzitter OPEN<br />
Florielle Ruepert projectleider Erfgoed Actueel<br />
Ineke Stroucken directeur Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />
Herbert Teeselink docent vmbo, SG Reggesteyn, Nijverdal<br />
Liesbeth Tonckens consulent publiekstaken & erfgoededucatie, Stichting Gelders Erfgoed<br />
Jeroen <strong>van</strong> der Vliet beleidsmedewerker Stichting voor de <strong>Nederlandse</strong> Archeologie (SNA)<br />
Peter Wester voorzitter <strong>Vereniging</strong> <strong>van</strong> docenten in Geschiedenis en Staatsinrichting in Nederland (VGN)<br />
Peter <strong>van</strong> der Zwaal medewerker Cordys onderwijstrajecten<br />
Interviews praktijkvoorbeelden:<br />
Mieke <strong>van</strong> den Besselaar adviseur Marant Educatieve Dienst<br />
Piet de Boer Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />
Roeli Broekhuis directeur Museumhuis Groningen<br />
Alice Duiven projectleider Erfgoed Actueel<br />
Marian <strong>van</strong> Genne, Giny Jans docenten SG Van der Capellen<br />
Tom Hazenberg Hazenberg Archeologisch Advies-bureau<br />
Hiske Land beleidsmedewerker Erfgoedhuis Utrecht<br />
Thea de Langen hoofd afdeling erfgoededucatie Erfgoedhuis Zuid-Holland<br />
Theo <strong>van</strong> Oeffelt projectleider Verover je eigen monument<br />
Ronald Verspiek projectleider gemeente Oost Gelre<br />
Clemens Kerstholt afdeling Samenlevingszaken, gemeente Sint-Oedenrode<br />
Volkert Münzebrock beleidsmedewerker cultuur, gemeente Nieuwegein<br />
Eveline Scherpenzeel afdeling Maatschappelijke Voorzieningen en Projecten, gemeente Ede<br />
Redactiecommissie<br />
Theo Beker curriculum adviseur, SLO<br />
Cees Hageman projectleider Erfgoed Actueel / handreiking<br />
Lydia Jongmans sr. beleidsmedewerker cultuur en media VNG<br />
Andries Ponsteen directeur Erfgoedhuis Zuid-Holland; voorzitter OPEN<br />
Liesbeth Tonckens consulent publiekstaken & erfgoededucatie, Stichting Gelders Erfgoed<br />
Leescommissie<br />
Mieke <strong>van</strong> den Besselaar adviseur Marant Educatieve Dienst<br />
Karin Eetgerink beleidsmedewerker cultuur, gemeente Tiel<br />
Patrick Vlegels beleidsmedewerker cultuur, gemeente Haarlem<br />
Wim Hupperetz hoofd erfgoedprojecten en ondersteuning, Limburgs Musuem<br />
Riet de Leeuw beleidsmedewerker Directie Cultureel Erfgoed, ministerie <strong>van</strong> OCW
Auteur<br />
Marja <strong>van</strong> der Putten<br />
Fotografie<br />
Erfgoed Actueel<br />
Hazenberg Archeologisch Adviesbureau<br />
<strong>Gemeenten</strong> Ede, Groenlo, Nieuwegein en Sint-Oedenrode<br />
Museumhuis Groningen<br />
Erfgoedhuis Utrecht<br />
Erfgoedhuis Zuid-Holland<br />
Stichting voor de <strong>Nederlandse</strong> Archeologie<br />
Roald <strong>van</strong> der Meer<br />
Jean-Paul Mombers<br />
Vormgeving<br />
Made by Mombers, Jean-Paul Mombers<br />
Drukwerk<br />
Zwaan Printmedia<br />
Oplage<br />
2.250<br />
Amsterdam, oktober 2006 © Stichting Erfgoed Actueel<br />
Over de auteur<br />
Drs. Marja <strong>van</strong> der Putten (1956) schrijft als freelance journalist over wetenschap en cultuur (o.a. Het Parool, NWO Hypothese) en<br />
begeleidt projecten op dit terrein. Zij heeft haar sporen verdiend in de wetenschapscommunicatie met onder meer de organisatie<br />
<strong>van</strong> publieksevenementen, ontwerpwedstrijden en theatervoorstellingen. Voor Erfgoed Actueel was zij o.a. betrokken bij het<br />
erfgoedbrede onderwijsproject CKV-vouchers voor de onderbouw en de communicatie <strong>van</strong> Erfgoed à la Carte. In opdracht <strong>van</strong> het<br />
ministerie <strong>van</strong> OCW, IPO en VNG was zij enkele jaren communicatiemanager voor het Actieplan Cultuurbereik. Daarnaast is zij<br />
gespecialiseerd in het breed toegankelijk maken <strong>van</strong> (beleids)publicaties <strong>van</strong> overheid en non-profitorganisaties (Sduprijs 2001).