Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ze vlak, want elke clan heeft haar eigen voorouders, waarmee de<br />
leden zich door tussenkomst van hun hoofd verbonden voelen.<br />
Vandaar zullen ze zo mogelijk gemeenschappelijk aan de begrafenisriten<br />
deelnemen. Het manisme, de vooroudercultus, is<br />
de grondslag van de clan-eenheid en daardoor van het maatschappelijk<br />
leven. In zijn artikel over 'L'aspect social du manisme<br />
bantou' 82a komt Herm. Hochegger tot de volgende conclusie:<br />
'Vanaf zijn kindsheid plant men in elk lid van de clan de traditionele<br />
geloofsovertuiging en het begrip voor zijn collectieve en<br />
individuele bestemming. Door deel te nemen aan de familieplechtigheden<br />
voor de gestorvenen en aan de jaarlijkse publieke<br />
feesten ter ere van de grote voorouders van de clan leert de<br />
jeugd het belang en de omvang van de verwantschap die de<br />
grenzen van de zichtbare gemeenschap overschrijdt. Vandaar<br />
ontstaat bovendien het begrip voor eenheid en solidariteit en<br />
als de jongens op de leeftijd van de puberteit hun initiatie-riten<br />
hebben meegemaakt, hebben ze reeds onbewust de grondslag<br />
van de hiërarchische structuur van de clan in zich opgenomen.<br />
Daarin vinden ze hun plaats, ieder volgens de rangorde van zijn<br />
leeftijd. Ze weten dat deze hiërarchie een piramide vormt,<br />
waarvan de top uitloopt in de onzichtbare wereld van de voorouders.<br />
Alleen door de plaats in te nemen die iedereen hierin<br />
toekomt, zal men in het leven slagen. Men ondervindt de gunstige<br />
invloed van de voorouders slechts door het traditionele<br />
gewoonterecht te onderhouden. Men kan zich het leven slechts<br />
voorstellen in de schoot van de gemeenschap, waarin de mens<br />
geboren, opgegroeid en krachtig is geworden en waarin hij<br />
ook alleen zich kan voortplanten. Die geen plaats vindt in deze<br />
gemeenschap (van de clan: P. Greg.), kan niet verder leven.<br />
Men is immers vast overtuigd van een leven na de dood. Vanuit<br />
dit gezichtspunt, waarop geen uitzonderingen zijn, kan het leven<br />
na de dood ook alleen zich realiseren door voortdurende<br />
deelname aan de gemeenschap van de levenden. Daaruit ontspruit<br />
de gedachte en het hevig verlangen om zich zo diep mogelijk<br />
in deze gemeenschap van de levenden te wortelen door<br />
een talrijke nakomelingschap die de naam (d.i. een deel van zijn<br />
wezen) zal dragen van degene die hen heeft voortgebracht. De<br />
consequenties die hieruit voortvloeien voor de sociale verhoudingen,<br />
zijn belangrijk en het lijkt ons dat de voorouderverering<br />
ten grondslag ligt aan het begrijpen van de maatschappelijke<br />
functies van deze volken.' Zonder clan-begrip is geen voor-<br />
62