13.09.2013 Views

Documentatiebundel deel 2 - Contrast :::. Law Seminars

Documentatiebundel deel 2 - Contrast :::. Law Seminars

Documentatiebundel deel 2 - Contrast :::. Law Seminars

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

daadwerkelijk een beslissende invloed wordt uitgeoefend<br />

20 ) buiten het toepassingsgebied van de richtsnoeren<br />

vallen. 21 Evenmin verzet art. 101 VWEU zich tegen<br />

overeenkomsten tussen concurrenten waarvan geacht<br />

wordt dat zij niet belangrijk genoeg zijn om de mededinging<br />

te beperken: De minimis non curat praetor. 22<br />

Voor horizontale overeenkomsten geldt dat – voor zover<br />

niet wordt overgegaan tot prijsvaststelling, marktverdeling<br />

en outputbeperkingen – vermoed wordt dat<br />

zij de mededinging niet ongunstig kunnen beïnvloeden<br />

indien het gezamenlijke marktaan<strong>deel</strong> van de<br />

partijen bij de overeenkomst op geen van de relevante<br />

markten waarop de overeenkomst van invloed is, groter<br />

is dan 10%. 23<br />

De vijf samenwerkingsovereenkomsten zijn immers<br />

alle «horizontaal» van aard: het betre steeds overeenkomsten<br />

gesloten tussen daadwerkelijke of potentiële<br />

concurrenten. 24 «Verticale» overeenkomsten daarentegen<br />

worden gesloten tussen ondernemingen die<br />

werkzaam zijn in een verschillend stadium van de productie-<br />

of distributieketen. 25 Deze standaardde nities<br />

vergen wel enige nuance. Ook concurrerende ondernemingen<br />

gaan immers veelvuldig overeenkomsten aan<br />

die klassiek als «verticaal» worden beschouwd. Men<br />

denke bijvoorbeeld aan een distributieovereenkomst<br />

tussen concurrerende postbedelingsbedrijven. Het zou<br />

echter verkeerd zijn te denken dat dergelijke overeenkomsten<br />

exclusief moeten worden beoor<strong>deel</strong>d aan de<br />

hand van de verticale groepsvrijstellingsverordening<br />

en de verticale richtsnoeren. Het omgekeerde is haast<br />

waar: alleen wanneer concurrenten niet-wederkerige<br />

verticale overeenkomsten sluiten, bestaat de kans 26 dat<br />

20 In het bijzondere geval waarin een moedermaatschappij 100% van<br />

het kapitaal in handen hee van een dochteronderneming, kan deze<br />

moedermaatschappij een beslissende invloed uitoefenen op het gedrag<br />

van deze dochter en bestaat er een weerlegbaar vermoeden dat<br />

die moedermaatschappij dat ook e ectief doet (HvJ 14 september<br />

2010, Akzo Nobel NV e.a. t/ Commissie, zaak C-97/08 P, Jur. 2010, I,<br />

8237, rechtsoverweging 60).<br />

21 Horizontale Richtsnoeren 2010, punt 11. Wanneer een economische<br />

eenheid echter een dominante positie bekleedt in een bepaalde<br />

markt, wordt art. 102 VWEU relevant voor zover de dominante positie<br />

zou worden misbruikt.<br />

22 Zie: Bekendmaking van de Commissie inzake overeenkomsten van<br />

geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de<br />

zin van artikel 81, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese<br />

Gemeenschap (de de minimis-bekendmaking), Pb. 2001, C 368/13.<br />

23 Zie de de minimis-bekendmaking, punt 7, a) juncto punt 11, 1, a).<br />

24 Horizontale Richtsnoeren 2010, punt 1. Betre ende het begrip<br />

«potentiële» concurrent, zie punt 10 van de Richtsnoeren evenals<br />

punten 114 en 115 van de Richtsnoeren betre ende de toepassing van<br />

artikel 81, lid 3, van het EG-verdrag, Pb. 2004, C 101/114.<br />

25 Horizontale Richtsnoeren 2010, punt 12.<br />

26 Voor niet-toepassing van de Horizontale Richtsnoeren zijn er immers<br />

nog twee bijkomende (technische) voorwaarden (zie art. 2, vierde<br />

lid, van Verordening 330/2010; zie ook: Horizontale Richtsnoeren<br />

2010, punt 12).<br />

Rechtskundig Weekblad 2011-12 | nr. 10 | 5 november 2011<br />

een horizontale analyse achterwege kan worden gelaten.<br />

Opmerkelijk is ook de uitbreiding van het toepassingsgebied<br />

van de Richtsnoeren, die volgens het eerste<br />

punt van de richtsnoeren ook van toepassing zijn op<br />

samenwerkingsovereenkomsten tussen niet-concurrenten<br />

die weliswaar actief zijn in dezelfde productmarkt,<br />

maar niet in dezelfde geogra sche markt. Ten<br />

slotte wordt, zoals bekend, de oprichting door concurrerende<br />

ondernemingen van een zogenaamde «volwaardige»<br />

joint venture niet beheerst door de Richtsnoeren:<br />

deze vallen nog steeds onder het exclusieve<br />

toepassingsgebied van de Concentratieverordening. 27<br />

2° Relevante markt<br />

Het mag duidelijk zijn dat de vraag of een bepaalde<br />

samenwerkingsovereenkomst een algemeen positieve<br />

of negatieve invloed hee op de mededinging, slechts<br />

zinnig kan worden beantwoord als eerst vaststaat in<br />

welke markt de mededinging zou zijn verstoord of vervalst.<br />

28 Dit kan in bepaalde gevallen heel eenvoudig<br />

zijn: wanneer twee concurrerende producenten van<br />

uitsluitend sport etsen besluiten omwille van kostenbesparingen<br />

samen hun sport etsen te produceren,<br />

dan is de markt van de sport etsen de enige relevante<br />

markt. Heel wat langer is de lijst van de markten waar<br />

een standaardiseringsovereenkomst – soms in vier<br />

markten tegelijk – een invloed kan hebben. De hieronder<br />

weergegeven tabel gee een bondig overzicht van<br />

wat volgens de Commissie de relevante markten zijn<br />

waarin de vijf behandelde types overeenkomsten effecten<br />

(kunnen) sorteren. De relevante punten van de<br />

horizontale richtsnoeren zijn aangegeven tussen vierkante<br />

haakjes.<br />

27 Zie art. 1 (b) juncto art. 4 van Verordening 139/2004 van 20 januari<br />

2004 betre ende de controle op concentraties van ondernemingen,<br />

Pb. 2004, L 24, p. 1. De Commissie hee uiteengezet wanneer volgens<br />

haar sprake is van een «volwaardige» joint venture (zie punten 91 tot<br />

en met 109 van de geconsolideerde mededeling van de Commissie<br />

over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening nr. 139/2004<br />

betre ende de controle op concentraties van ondernemingen, Pb.<br />

2008, C 095, p. 1-48).<br />

28 Zie in het algemeen: de bekendmaking van de Commissie inzake<br />

de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijk mededingingsrecht,<br />

Pb. 1997, C 372/5.<br />

465

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!