21.09.2013 Views

Maritiem Zaandam - Zaans Industrieel Erfgoed

Maritiem Zaandam - Zaans Industrieel Erfgoed

Maritiem Zaandam - Zaans Industrieel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

FLUITSCHIP 2/4<br />

HET MEEST GEBOUWDE SCHIP VAN DE GOUDEN EEUW<br />

(bron 4 en 5 tenzij expliciet anders aangegeven)<br />

Tekening fluitschip (bron 6)<br />

Peervorm en tol<br />

Kenmerkend waren een rond, versierd achterschip en een invallend bovenboord, dat het<br />

schip zijn peervorm gaf. Aanvankelijk verklaarde iedereen Liorne met zijn afwijkende schip<br />

voor gek. Maar al snel bleek het fluitschip een succes. Bij de bouw waren minder vaklieden<br />

nodig en door het makkelijke tuigage kon met een kleinere bemanning worden gezeild. Voor<br />

die vorm was een belangrijke economische reden: aan de Sont (Denenmarken) werd tol<br />

geheven. De hoogte van de Sonttol hing af van de breedte van het dek. Vandaar het smalle<br />

dek boven het brede ruim, waardoor een maximale lading tegen een minimale tol kon worden<br />

vervoerd. Deze manier om tol te berekenen bleef tot 1669 in gebruik. Schepen die daarna<br />

werden gebouwd kregen een breder dek.<br />

Eigenschappen<br />

De vaarkwaliteit was uitstekend, het schip was stabiel, snel en wendbaar.<br />

Meer lading kon worden vervoerd omdat de romp langer en boller was. Door de geringe<br />

diepgang kon het fluitschip bovendien op plaatsen komen die voor andere schepen<br />

ontoegankelijk waren. In 1671 noemde Nicolaes Witsen als lengte voor een gewone fluit 37<br />

meter en 35 meter voor een fluit die voor de Oostzeevaart diende. Cornelis van Yk gaf in 1697<br />

als maten op een lengte van 40 meter bij een breedte van 5,5 meter. De tuigage was gelijk<br />

aan die van andere driemasters: een fokkenmast en een grote mast met elk maximaal drie<br />

razeilen, een bezaanmast met een Latijnzeil en soms een kruiszeil. Bij de boegspriet werden<br />

nog één of twee blinden gevoerd. Door het smalle dek hoefden de matrozen minder te lopen<br />

en konden overal snel bij. Er waren daardoor minder mannen nodig en het schip kon<br />

goedkoper varen. "Een fluitschip kon gevaren worden met 10 man (max. 12 man) met een<br />

jongen." (bron 5a). Daardoor was het een efficiënte en goedkope vrachtvaarder. Voor de<br />

houttransporten hadden de schepen speciale luiken in het voor- en achterschip. De lange<br />

sparren konden dan gemakkelijk worden geladen.<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!