22.09.2013 Views

Voederbomen: een verrijking voor het rantsoen? - Praktijknetwerk ...

Voederbomen: een verrijking voor het rantsoen? - Praktijknetwerk ...

Voederbomen: een verrijking voor het rantsoen? - Praktijknetwerk ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

drogen in de zon <strong>voor</strong> 24 en 48 h, had g<strong>een</strong> effect op de activiteit van tannine. Bij cassave<br />

bladeren had drogen op 90◦C <strong>voor</strong> 24 uur wel <strong>een</strong> negatieve invloed op <strong>het</strong> tanninegehalte. Dit<br />

verschil wordt mogelijk veroorzaakt door verschil in vocht gehalte, deze was bij cassave bladeren<br />

15% hoger dan bij bladeren van de eik. De witrot schimmel verhoogd de verteerbaarheid van<br />

bladeren met 20 tot 60% en is daarnaast in staat om lignine af te breken (Makkar, 2003). As van<br />

hout met alkali kan gebruikt worden om de binding capaciteit van tannine te verlagen met 66 tot<br />

80%, bij gebruik van <strong>een</strong> 10 % oplossing (Makkar, 2003).<br />

4.5 Conclusie<br />

4.5.1 Invloed van tannine op <strong>het</strong> verteringstelsel<br />

Tannine is onder te verdelen in 2 hoofdgroepen CT en HT, waarbij <strong>voor</strong>al CT van invloed is op<br />

de vertering en HT giftig is. CT beïnvloedt de vertering door aan planteneiwitten,<br />

speekseleiwitten, endogene eiwitten van <strong>het</strong> darmslijmvlies, koolhydraten, mineralen en microben<br />

te binden, waarbij CT grote affiniteit heeft om met eiwit te binden van dezelfde plant.<br />

De binding van CT aan eiwitten, beschermt eiwitten tegen afbraak in de pens. Daarnaast wordt<br />

de microbiële afbraak indirect beïnvloed door, doordat CT bepaalde microben in de pens aantast.<br />

Door deze aantasting verbruiken de microben minder voedingstoffen in de pens, maar kunnen zij<br />

ook slijm gaan produceren wat <strong>het</strong> absorptievermogen van <strong>het</strong> verteringstelsel belemmert. CT<br />

zorgt er<strong>voor</strong> dat afbraak producten tegelijkertijd vrijkomen, waardoor de microbiële eiwitsynthese<br />

efficiënter verloopt en minder N verloren gaat in urine en minder methaan gevormd wordt en<br />

uitgescheden. In de zure omgeving van de darmen komt <strong>een</strong> deel van de CT gebonden eiwitten<br />

en koolhydraten vrij <strong>voor</strong> de vertering. CT tast <strong>het</strong> verteringstelsel aan waardoor <strong>het</strong> absorptie<br />

vermogen van de darmwand verlaagt, anderzijds gaat CT parasieten tegen.<br />

4.5.2 Effect van tannine op <strong>het</strong> <strong>rantsoen</strong><br />

Bij <strong>een</strong> hoge concentratie aan CT (70 - 106 g/kg ds) wegen de <strong>voor</strong>delen van CT niet op tegen de<br />

nadelen van CT. Een medium concentratie (30 g/kg ds) kan wel <strong>voor</strong> <strong>een</strong> positief effect zorgen<br />

op de vertering, <strong>voor</strong>deel wordt <strong>voor</strong>al gehaald op efficiëntere eiwitsynthese en bescherming van<br />

eiwitten in de pens tegen afbraak. Het <strong>rantsoen</strong> moet dan wel voldoende CT bevatten. CT heeft<br />

waarschijnlijk <strong>een</strong> minimum concentratie van 5 g/kg ds nodig om invloed te kunnen uitoefen op<br />

<strong>het</strong> <strong>rantsoen</strong>. De structuur, chemische aard, grote, afkomst, concentratie van de CT bepaalt de<br />

invloed die CT heeft op de vertering. In vitro methoden zijn niet geschikt om de nutritionele<br />

waarde van houtachtige planten vast te stellen.<br />

4.5.3 Tannine bij geiten en koeien<br />

Geiten kunnen grotere hoeveelheden tannines en andere secundaire verbindingen onschadelijk<br />

maken dan koeien, onder andere door de aanwezigheid van Streptococcus caprins in de pens.<br />

Daarnaast zijn speekseleiwitten bij geiten instaat om aan grotere hoeveelheden CT te hechten dan<br />

bij koeien, doordat geiten andere speekseleiwitten hebben. Bij geiten die <strong>een</strong> <strong>rantsoen</strong> kregen met<br />

9% tannine zijn g<strong>een</strong> toxicologische reactie gevonden, <strong>het</strong>zelfde geldt bij koeien met 5% tannine<br />

in <strong>het</strong> <strong>rantsoen</strong>. Aanpassing aan houtachtige <strong>rantsoen</strong>en wordt bij geiten niet genetisch bepaald,<br />

dit wordt door omgevingsfactoren beïnvloed.<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!