26.09.2013 Views

NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

T. van Deel<br />

Het lange gedicht en de lange, samenhangende reeks gedichten zijn in. Tot die<br />

conclusie moet je wel komen als je de bundels van de afgelopen tijd bekijkt. Die<br />

worden niet alleen almaar dikker, ook de gedichten die erin staan hebben de<br />

neiging uit te dijen. Het hoeft niet meteen een spraakwaterval te betekenen,<br />

maar de hedendaagse dichter trekt de teugels van de taal onmiskenbaar wat<br />

minder strak aan. Dat verlengen van het gedicht is trouwens al veel eerder<br />

begonnen, met Bezoek aan het vrachtschip van Ed Leeflang in 1985, Pornschlegel<br />

van Dirk van Bastelaere in 1988, Charme van Huub Beurskens in datzelfde jaar<br />

en Goede manieren van Robert Anker in 1989. De trend werd in 1994 <strong>voor</strong>tgezet<br />

door Benno Barnard met De schipbreukeling. Misschien kan Leo Vroman gelden<br />

als de <strong>voor</strong>loper in deze poëtische marathon, hij publiceerde immers in 1981<br />

zijn indrukwekkende Liefde, sterk vergroot. Als we de lengte van het gedicht als<br />

maatstaf nemen, wint Pieter Boskma de wedstrijd met gemak, want zijn<br />

‘roman-gedicht’ De aardse komedie uit 2002 telt liefst meer dan tweehonderdvijftig<br />

bladzijden.<br />

Al deze dichters moeten zich bewust zijn geweest van de beperkingen die het<br />

gebruikelijke, betrekkelijk korte gedicht met zich meebrengt. Ze willen, of<br />

wilden althans <strong>voor</strong> één keer, meer armslag hebben en doorbraken de conventie<br />

dat het gedicht in gesloten afzondering verschijnt op de witte bladzijde. Ook<br />

hun strofen en versregels konden uitgroeien, zonder dat ze het gevaar liepen in<br />

proza te vervallen. Het poëtische principe van de verdichting, dat tot zoveel<br />

korte, hecht gestructureerde gedichten heeft geleid, leek hier overboord gegooid,<br />

maar dat was schijn. In werkelijkheid werden allerlei middelen te baat genomen<br />

om ook het episodische, vertellende gedicht op spanning te houden. Nijhoffs<br />

‘Awater’ of ‘Het uur U’ klinken niet zelden mee, klassieke <strong>voor</strong>beelden van het<br />

lange gedicht als ze zijn.<br />

De andere manier waarop het gedicht verlengd kan worden, is er een reeks of<br />

cyclus van maken. Weliswaar bestaat een reeks of cyclus uit afzonderlijke<br />

gedichten, maar de opbouw en de betekenis van het geheel is door hun volgorde<br />

bepaald. Het verhalende element behoeft niet te overheersen, het episodische<br />

kan zich ook uitdrukken in de herneming en variëring van een thema, of zelfs<br />

van een vorm. Echte reeksdichters zijn bij<strong>voor</strong>beeld Christine D’haen, Hugo<br />

Claus, H.C. ten Berge, Huub Beurskens, Hans Tentije. Op het ogenblik zijn er,<br />

66<br />

Over de bloei van het lange gedicht<br />

Kroniek van de poëzie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!