NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 1, februari 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lijker iets ontgaan. Ik bedoel dit: als extramurale neerlandici iets opmerken,<br />
beseffen ze eerder dat iets een verandering is; maar soms weten ze überhaupt<br />
niet dat iets <strong>voor</strong>komt. Kortom: een boek <strong>voor</strong> iedereen.<br />
Waar ik erg veel plezier aan beleefd heb, dat is Het groot gebarenboek der Lage<br />
Landen, van Herman Pieter de Boer, met tekeningen van Pat Andrea. Eigenlijk<br />
moet ik zeggen: weer veel plezier aan beleefd heb. Het Groot gebarenboek is<br />
namelijk een herziene en vermeerderde uitgave van het Nederlands gebarenboekje<br />
(1979) en het Nieuw Nederlands gebarenboekje (1982). Hier worden de gebaren<br />
beschreven, en getekend, die wij dagelijks in onze gesprekken maken, soms ter<br />
ondersteuning van wat we zeggen, soms in plaats van woorden. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
het gebaar <strong>voor</strong> ‘getikt’ (met wijsvinger tegen het <strong>voor</strong>hoofd), <strong>voor</strong> ‘koppie<br />
koppie’ (tikkend tegen zijkant van het hoofd), <strong>voor</strong> ‘achter de ellebogen’ (klop<br />
klop op de elleboog), <strong>voor</strong> ‘door de vingers zien’ (hand met gespreide vingers<br />
<strong>voor</strong> het gezicht). En zo nog vele, vele andere. Al bladerend besef je hoe veel van<br />
dergelijke gebaren er eigenlijk zijn. En hoe bekend en algemeen gangbaar ze<br />
zijn. Ik ken ze nagenoeg allemaal. Nee, met gebarentaal van doven heeft dit<br />
niets te maken. Dat is inderdaad een taal. De gebaren van Herman Pieter de<br />
Boer zijn losse gebaren, veelzeggend, niet zelden beledigend of komisch, maar<br />
ze vormen tezamen geen taal. Wel zijn ze conventioneel; en ze worden frequent<br />
gebruikt. Men kan feitelijk niet aan de taalgemeenschap deelnemen zonder<br />
althans de belangrijkste te kennen. Veel van die gebaren zijn internationaal,<br />
maar er zijn er ook die elders niet bestaan of een andere betekenis hebben.<br />
En nu ik me toch begeef op het raakvlak van taal en cultuur, vraag ik ook even<br />
aandacht <strong>voor</strong> de studie van Jeroen Blaak, Geletterde levens; dagelijks lezen en<br />
schrijven in de vroegmoderne tijd in Nederland 1624–1770. Over onze geleerden en<br />
grote schrijvers uit de 17de en 18de eeuw is dikwijls wel een en ander bekend;<br />
maar hoe stond het met het lezen en schrijven van de gewone man en de<br />
gewone vrouw? We weten dat een aanzienlijk deel van de bevolking inderdaad<br />
kon lezen en schrijven, maar wat lazen ze zoal? Hoe vaak schreven ze, en wat,<br />
en aan wie? Hadden de mensen zelf boeken, of leenden ze die? En van wie dan?<br />
Uit de dagboeken van enkele personen uit die tijd is daarover wel wat te leren;<br />
Jeroen Blaak heeft die gegevens in een uiterst boeiende studie samengebracht.<br />
Niet onvermeld mag blijven dat het Belgische tijdschrift Nederlands van Nu (dat<br />
lang geleden Nu Nog heette) vanaf zijn 51ste jaargang, d.i. met ingang van 2003,<br />
samengaat met het tijdschrift Neerlandia van het Algemeen Nederlands<br />
Verbond. De Combinatie heet Neerlandia/Nederlands van Nu. De redacties<br />
blijven gescheiden, en het is ook zichtbaar welke bladzijden van Neerlandia zijn<br />
en welke van Nederlands van Nu. Het redactieadres blijft: Peter Debrabandere,<br />
Lotenhullestraat 74, B-9881, België (peter.debrabandere5@yucom.be)<br />
En ten slotte kunnen weer enkele feestbundels genoemd worden. Eerst die <strong>voor</strong><br />
Geert Dibbets, die in Nijmegen doceerde: Bon jours Neef, ghoeden dagh Cozyn!,<br />
77