Store Front Project, 1964, 122*160*13cm. Pencil, Wood, Plexiglas, plastiek, verf, papier, kalk en electrische lampen. Museum van Moderne kunst, New York, gift van Agnes Gund, 1986. Foto: Eeva Inkeri.
Zo <strong>be</strong>landde hij in Venetië en in Düsseldorf, waar hij een Fluxus-event bijwoonde. Gedurende zijn tentoonstelling in de galerie van Schelma ontmoet hij Wilp, een fotograaf die ook zeer nauwe banden had met Klein. Deze spoort hem aan een naakte vrouw te verpakken. Het hele werk diende te worden <strong>be</strong>schouwd als een sculptuur, en niet als een performance, ook al bleef het maar enkele uren <strong>be</strong>staan. De invloed van Kleins ‘Antropometriën’ is opmerkelijk groot. Terug in Parijs werkt hij als een <strong>be</strong>zetene aan de nieuwste uitgave van KWY, een kunstgroepering waar hij lid van is. Hierna vertrekt het koppel onmiddellijk weer naar Londen en Milaan, waar Wilp een filmopname maakt van ‘Wrapping Nude’. Vele reizen blijven volgen, en <strong>be</strong>halve objecten <strong>be</strong>gint <strong>Christo</strong> ook schilderijen, stand<strong>be</strong>elden, magazines en organisch materiaal te verpakken. Het is in deze periode dat zijn werken vlot <strong>be</strong>ginnen te verkopen. Na een jaar heb<strong>be</strong>n ze genoeg werk verkocht om de overtocht naar het lonkende New York te <strong>be</strong>talen. 6.3 Vitrines en Winkelgevels Vlak voor hun verhuis naar Amerika <strong>be</strong>gon <strong>Christo</strong>’s werk zeer radicale wendingen aan te nemen. Deze nieuwe pogingen leidden tot een reeks tekeningen en lage reliëfconstructies, studies voor levensgrote projecten die hij de titel ‘Store Fronts’ gaf. Hun oorsprong is volgens mij al voelbaar in zijn ‘Showcases’ uit 1963, een reeks vitrines met een nietszeggende of verborgen uitstraling. Vaak <strong>be</strong>trof het gewoon vierkante kistjes, medicijnenkastjes, of andere voorwerpen met een glazen wand, met bruin inpakpapier of plastiek <strong>be</strong>vestigd langs de binnenzijde van het glas. Soms plaatste <strong>Christo</strong> in deze werken ook een neonlamp, zodat de toeschouwer zijn aandacht op de inhoud ervan zou gaan vestigen. Net zoals bij zijn pakjes de normale visuele toegankelijkheid tot de inhoud ervan verhinderd werd, zijn ook zijn niet-functionele vitrines, verlichte winkelinterieurs en etalagegeveltjes gemaakt om de toeschouwer te prikkelen door de normale toegang er toe te ‘barricaderen’. In principe waren zijn pakjes en winkelvitrines niet minder dan een extreem ‘visueel statement’, net als ‘The Void’ van Klein en ‘The Fullness’ van Armand. Naar de reden voor <strong>Christo</strong>’s fascinatie voor winkeletalages is weinig geweten, aangezien de kunstenaar het prefereerde zeer vaag en geheimzinnig te doen over het doel van zijn kunst. Hij genoot er als het ware van de mensen te laten speculeren. Wat hij wel heeft verklaard over zijn <strong>be</strong>langstelling voor ‘the glass and facade structure’ is zijn voorliefde voor de mogelijkheid ervan: ‘To block the view of the interior space’. Ik vind de ‘Store Fronts’ de meest interessante werken van <strong>Christo</strong>, omdat ze zozeer verschillen van zijn ‘Wrapped Objects’ en zijn pakjes. De reden daarvoor is denk ik dat hetgene dat hij nu ver<strong>be</strong>rgt of van het zicht ontneemt gewoon niets is, leegte. Achter de plastiek of de papieren in de etalages zit eenvoudigweg niets dan lucht, terwijl zijn pakketjes altijd iets <strong>be</strong>vatten dat door het omhulsel gedeeltelijk of geheel aan het zicht werd onttrokken. Ik denk dat <strong>Christo</strong> op dit moment het dichtst stond bij wat hij met zijn kunst wilde <strong>be</strong>reiken: het <strong>be</strong>grenzen van de werkelijkheid, om deze zo te <strong>be</strong>vrijden van zichzelf. <strong>Christo</strong>: ‘In each case, the act of concealment or a hint of unspecified contents could evoke mystery, suspense, peelings of alienation, separation, emptiness, or territorial consiousness.’* (*Chernow B., <strong>Christo</strong> and <strong>Jeanne</strong>-<strong>Claude</strong>:An Authorized Biography, 2000, pg. 131) De kunstenaar zal later naar de ‘Showcases’ verwijzen als ‘pedestal-pieces’, waaruit blijkt dat hij ze niet echt <strong>be</strong>vredigend vindt, ze zijn voor hem te klein, en slechts een schim, een verwijzing, naar wat hij echt wilde <strong>be</strong>reiken: de Store Fronts. Daarom <strong>be</strong>gint hij in 1963 aan de plannen om deze ‘replica’s’ te verwezenlijken, maar dan op een architecturale, ‘levensechte’ schaal, opdat dit hem zou toelaten om er andere, functionele ‘omgevingselementen’ bij te <strong>be</strong>trekken. 29