Running Fence, Sonoma and Marin Counties, California, 1972-1976 Foto: W.Volz.
lutie van een project, van de kleinste details, tot het oorspronkelijke idee volledig is uitgezuiverd. Deze werken slaan ook terug op ander voor<strong>be</strong>reidend werk zoals de opzoekingen in verband met de locatie van de werken, het vergaren van kennis omtrent de omgeving en zijn <strong>be</strong>woners, de technische aspecten van het kunstproject en de uiteindelijke structuur ervan, van schets tot uiteindelijke blauwdruk. Al de ‘Software’ van een kunstproject, en deze van vorige projecten, zal worden verkocht om het ‘Hardware’ gedeelte ervan te kunnen <strong>be</strong>talen. Soms stel ik mijzelf de vraag of veel van de ‘Software’ werken niet gewoon worden gemaakt om te worden verkocht, in plaats van bij te dragen aan het uiteindelijke werk... De ‘Hardware’ is het uiteindelijke kunstproject, de uitvoering hiervan, van de opbouw tot de volledige afbraak. <strong>Christo</strong> en <strong>Jeanne</strong>-<strong>Claude</strong> vinden het zeer <strong>be</strong>langrijk, zeker nu in tijden van ‘global warming’ te <strong>be</strong>nadrukken dat hun sites altijd weer worden hersteld in hun oorspronkelijk staat, en dat al de plastiek en de andere industriële materialen, gebruikt voor de vervaardiging van hun werken, achteraf worden gerecycleerd. Ook het fotomateriaal dat wordt genomen van het kunstwerk zelf wordt tot de ‘Hardware’ gerekend. Dit is het enige materiaal dat van het werk blijft <strong>be</strong>staan, op de ‘uitzonderlijke ervaring’ na, uiteraard. 6.5.2 Streven naar vrijheid Opvallend is dat de opvattingen van de artiesten over hun eigen werk sterk veranderen naarmate ze meer succes kennen. Zo zouden ze, net zoals ik in de inleiding reeds meldde nooit twee keer eenzelfde project maken, al heb<strong>be</strong>n ze wel drie maal een ‘Air Package’ gemaakt, een reeks ‘Wrapped Nudes’ gemaakt, ontzettend veel ‘Store Fronts’ en zeker een tiental gebouwen verpakt. Ook zouden ze enorm vrij zijn, en zich niet laten <strong>be</strong>ïnvloeden door wie dan ook, maar <strong>Christo</strong> stopte wel met het <strong>be</strong>schilderen van zijn pakjes op aanraden van Restany. Ook geld speelt geen rol, ze financieren alle projecten zelf, door de verkoop van vroeger werk, omdat ze vinden dat dit hun vrijheid anders zou <strong>be</strong>perken. Toch maken ze hun werken steeds op zeer <strong>be</strong>reikbare en enorm opportune plaatsen, tot grote <strong>be</strong>vrediging van de handelszaken aldaar. Alle geld wordt ook terug in de werken gestoken, en alle werknemers worden uit eigen portefeuille <strong>be</strong>taald, niemand verdient iets aan de werken, en ze aanvaarden geen geld van wie dan ook. Ook dit vind ik vrij absurd, jarenlang heb<strong>be</strong>n de artiesten in geldnood gezeten, en wanhopig werk verkocht om de huur en hun extravagante leventje te kunnen <strong>be</strong>talen. Aan museums en galerijen werd wanhopig gevraagd en gesmeekt te mogen tentoonstellen en connecties werden veelvuldig aangewend om een eigen positie te veroveren. Ook alleen om die reden trad <strong>Christo</strong>, zoals reeds eerder vermeld toe tot de Nouvéau Réalistes. Ook opvallend is dat in bijna alle recente boeken en werken, evenals op de persoonlijke webpagina’s van de twee, deze hele theorie over geld en vrijheid veelvuldig wordt herhaald en geaccentueerd, bijna tot vervelens toe. Eerst en vooral vind ik dat de artiesten het woord ‘vrijheid’ volledig uit z’n context halen, en dat het gepaster zou zijn over ‘onafhankelijkheid’ te spreken. Het is zeer verwarrend om de term vrijheid te <strong>be</strong>noemen als drijfveer achter de kunst, en eveneens als <strong>be</strong>langrijke factor of voorwaarde bij het creëren van de kunst omdat het om twee totaal verschillende zaken gaat. De ‘vrijheid’ die <strong>Christo</strong> <strong>be</strong>schouwt als drijfveer, moet worden gezien als een ruimtelijke term, als een vrije sensibiliteit, een vrije gewaarwording van de realiteit. Hij doelt hierbij op de <strong>be</strong>doeling van zijn kunst, namelijk, een object <strong>be</strong>vrijden van zijn eigen identiteit, door het te verpakken. Ook moet deze vrijheid, hetzij in een grotere artistieke context, worden gezien als het ontsnappen van... Door ons te ontdoen van vooroordelen krijgen we de ‘vrijheid’ een nieuw leven in de dingen of objecten te blazen. Zoals eerder vermeld is dit streven naar vrijheid of onafhankelijkheid volgens mij ook biografisch gelinkt. Dat brengt ons bij de tweede definitie van vrijheid in het 37
- Page 1: Christo & Jeanne-Claude : Inpakkuns
- Page 4 and 5: Christo in zijn atelier te New York
- Page 7 and 8: 2. Index blz 05 blz 07 blz 09 blz 1
- Page 9 and 10: 3. Inleiding Mijn liefde voor Chris
- Page 11 and 12: Hierna zal ik de huidige werkwijze
- Page 13: 4. Biografie 1935: Christo (Christo
- Page 16 and 17: Christo in zijn appartement in Pari
- Page 18 and 19: a: Christo in zijn studio, Rue Sain
- Page 21 and 22: schaal, door scheidingen of grenzen
- Page 23: Restany: I tought it was natural fo
- Page 26 and 27: Parijs, 27 juni 1962. Christo en Je
- Page 28 and 29: Store Front Project, 1964, 122*160*
- Page 30 and 31: a: Museum of Contemporary Art, Wrap
- Page 32 and 33: a: ‘Mein Kölner Dom, Wrapped’
- Page 34 and 35: a: ‘The gates, project for Centra
- Page 39 and 40: werk van Christo en Jeanne-Claude:
- Page 41 and 42: “Once the work of art has been re
- Page 43 and 44: ‘Erosion Control Fabric’ zijn g
- Page 45: lassers ijzeren en metalen staven o
- Page 57 and 58: PG 52-53 1: Christo ‘The Gates, P
- Page 59: 8. Nawoord Ik denk dat ik, na het h