a: ‘Mein Kölner Dom, Wrapped’ project voor Cologne, Duitsland, lithografie en collage, 1980. b: Lower Manhattan Wrapped Buildings, Project for New York City, collage 1964- 1966, foto: <strong>Jeanne</strong>-<strong>Claude</strong>. c: Kassel, 1968, Final Installation Air Package. K.Baum.
Omdat de uiteindelijke werken ook meestal slechts tijdelijk zijn, heb<strong>be</strong>n de studies en collages ook een zeer hoog documentatiegehalte. Behalve het fotomateriaal dat wordt gemaakt, onder streng toezicht van de artiesten, zijn de tekeningen het enige tastbare materiaal van de projecten dat zal blijven <strong>be</strong>staan. Het idee van het ‘immateriële’, het niets, zoals toegepast in ‘Store Fronts’ blijft de kunstenaar inspireren. Het grote verschil tussen de ‘Store Fronts’ en de ‘Pakjes’ was dat de pakjes een inhoud her<strong>be</strong>rgden, ‘iets’, en de winkelvitrines ‘niets’ <strong>be</strong>vatten. Het aftasten van de <strong>be</strong>grenzing tussen het materiële en het immateriële was een gegeven dat <strong>Christo</strong> had <strong>be</strong>ziggehouden sinds zijn ontmoeting met Yves Klein. De ‘Store Fronts’ hadden zijn werk een welkome wending gegeven, maar werden te strak en te puur naar de smaak van de kunstenaar. Hij zocht een manier om het ideeëngoed hierachter opnieuw te reflecteren op zijn ‘Wrapped Objects’, om zijn liefde voor het inpakken opnieuw leven in te blazen. De oplossing: ‘Air Packages: Wrapping of the Immaterial’, drie projecten om het ‘niets’ te gaan <strong>be</strong>grenzen. In 1966 <strong>be</strong>gonnen <strong>Jeanne</strong>-<strong>Claude</strong> en <strong>Christo</strong> aan hun eerste ‘Air Package’, een grote ballon van rub<strong>be</strong>rdoek verpakt in plastiek lagen en koord, die met staalka<strong>be</strong>ls in de grond verankerd werd voor het Van Ab<strong>be</strong>museum in Eindhoven, waar <strong>Christo</strong> een tijdelijke tentoonstelling hield. De ballon was statisch, omdat <strong>Christo</strong> van mening was dat, net zoals bij zijn ‘Packages’, de functie van de objecten moest worden verhinderd, zodat er nieuwe visies konden ontstaan. Er werden in totaal drie ‘Air Packages’ gecreëerd, het <strong>be</strong>kendste werk is de lange smalle ballon ‘5,600 Cubic Meter Package’ voor de Documenta 4 te Kassel in 1968, een project waar een jaar lang voor<strong>be</strong>reidingen voor werden getroffen. De derde verpakking was deze voor de Minneapolis School of Art, de ballon omvatte 1186 kubieke meter lucht. Het ideeëngoed achter ‘Store Fronts’ liet zich ook gelden op een ander domein: de schaal van de projecten, en door de verplaatsing van de interesse van ‘huishoudelijke objecten’ naar objecten van ‘architecturale omvang’ zoals bomen, wegen, bruggen, gebouwen, tot zelfs hele gebieden. Ondanks deze overgang blijft <strong>Christo</strong> steeds industriële materialen gebruiken om zijn ‘projecten’ te verpakken, te omhullen of te verhullen. Dit zal leidden tot de projecten: ‘Wrapped Buildings: Monumental Packages for Urban Spaces’, die alleen als schetsen zullen overleven. Door het werken op grotere schaal, ontstond ook de derde <strong>be</strong>langrijke ommekeer in <strong>Christo</strong>’s werk: de overgang van ‘blijvende’ kunst naar ‘tijdelijke’ werken. De term ‘temporary monuments’ zal een vaste standaard worden bij de toekomstige kunstprojecten. Dit is vrij vanzelfsprekend, aangezien het vaak niet mogelijk was de ‘interventies’ te blijven <strong>be</strong>houden: de bomen van ‘Wrapped Trees’ zouden sterven door gebrek aan zuurstof, evenals de ‘Wrapped Nudes’. Ook het eerste omvangrijke project ‘Iron Curtain- The Wall’ in Parijs, dat de straat blokkeerde, was maar van korte duur. <strong>Christo</strong> <strong>be</strong>schouwt zijn werken ook als ruimtelijke experimenten, waarvan de interventie met de werkelijkheid zo <strong>be</strong>vredigend en allesomvattend is, dat het effect ervan een hypnotiserende eeuwigheidswaarde veroorzaakt. Bij de gebouwen speelt nog een andere factor mee, namelijk het feit dat deze werken al kunstwerken zijn, van de hand van een architect of ingenieur. De kunstprojecten van <strong>Christo</strong> en <strong>Jeanne</strong>-<strong>Claude</strong> moeten worden gezien als een soort co-operatie, waarbij door het ‘inpakken’ de gebouwen een soort ‘aura’ verkrijgen, volledig tegengesteld aan de oorspronkelijke functie gegeven door de makers van de bouwwerken. De artiesten willen enkel gebruik maken van andermans werk, om aan te tonen dat het mogelijk is iets artificieels aan een gebouw toe te voegen zonder dit van zijn originele functie te <strong>be</strong>roven. 33
- Page 1: Christo & Jeanne-Claude : Inpakkuns
- Page 4 and 5: Christo in zijn atelier te New York
- Page 7 and 8: 2. Index blz 05 blz 07 blz 09 blz 1
- Page 9 and 10: 3. Inleiding Mijn liefde voor Chris
- Page 11 and 12: Hierna zal ik de huidige werkwijze
- Page 13: 4. Biografie 1935: Christo (Christo
- Page 16 and 17: Christo in zijn appartement in Pari
- Page 18 and 19: a: Christo in zijn studio, Rue Sain
- Page 21 and 22: schaal, door scheidingen of grenzen
- Page 23: Restany: I tought it was natural fo
- Page 26 and 27: Parijs, 27 juni 1962. Christo en Je
- Page 28 and 29: Store Front Project, 1964, 122*160*
- Page 30 and 31: a: Museum of Contemporary Art, Wrap
- Page 34 and 35: a: ‘The gates, project for Centra
- Page 36 and 37: Running Fence, Sonoma and Marin Cou
- Page 39 and 40: werk van Christo en Jeanne-Claude:
- Page 41 and 42: “Once the work of art has been re
- Page 43 and 44: ‘Erosion Control Fabric’ zijn g
- Page 45: lassers ijzeren en metalen staven o
- Page 57 and 58: PG 52-53 1: Christo ‘The Gates, P
- Page 59: 8. Nawoord Ik denk dat ik, na het h