Toelichting - Gemeente Gorinchem
Toelichting - Gemeente Gorinchem
Toelichting - Gemeente Gorinchem
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.3.5.3 Watergangen<br />
Binnen het plangebied ligt een A-watergang. Binnen het plangebied ligt een beschermingszone<br />
van een A-watergang. Binnen het plangebied ligt een B-watergang of een<br />
beschermingszone van een B-watergang. Binnen het plangebied ligt een Cwatergang.<br />
Werkzaamheden in de watergang of de bijbehorende beschermingszone<br />
zijn vergunning -en of meldingsplichtig omdat deze invloed hebben op de water aan-<br />
en afvoer, de waterberging of het onderhoud. Een onderhoudsstrook is een obstakelvrije<br />
strook die als beschermingszone in de legger is aangewezen. Met deze zone<br />
wordt handmatig en/of machinaal onderhoud van de watergang vanaf de kant mogelijk<br />
gemaakt. Voor A-watergangen is die strook 4 meter breed (in de Alblasserwaard en<br />
Vijfheerenlanden en in het Land van Heusden en Altena geldt een breedte van 5 meter),<br />
gemeten uit de insteek. Voor B-watergangen is de strook 1 meter breed. Cwatergangen<br />
hebben geen beschermingszone.<br />
3.3.5.4 Verbeelding<br />
Op de Verbeelding van het bestemmingsplan worden A-watergangen opgenomen met<br />
de bestemming Water. De beschermingszone van de watergangen wordt niet bestemd.<br />
De boezemgebieden of het winterbed krijgt de dubbelbestemming Waterstaat -<br />
Waterberging.<br />
Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden aangetoond dat de waterhuishouding niet<br />
negatief wordt beïnvloed door de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. Dit is vastgelegd in<br />
het procesinstrument de watertoets. De watertoets is op digitale wijze doorlopen. De<br />
samenvatting hiervan is opgenomen in de bijlage.<br />
Conclusie<br />
Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van voorliggend<br />
plan.<br />
3.4 Flora en fauna<br />
3.4.1 Algemeen<br />
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met natuurwetgeving. Binnen<br />
de natuurwetgeving wordt onderscheid gemaakt in bescherming van soorten en<br />
bescherming van gebieden. Soorten en hun directe leefomgeving worden beschermd<br />
door de Flora- en faunawet. De Natuurbeschermingswet draagt zorg voor bescherming<br />
van de Natura 2000-gebieden, daarnaast is er het beschermingskader van de<br />
Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Indien de kans bestaat dat ruimtelijke ontwikkelingen<br />
negatieve effecten hebben op beschermde inheemse flora en fauna, Natura<br />
2000-gebieden of de EHS, dienen dergelijke plannen getoetst te worden aan de Flora-<br />
en faunawet, de Natuurbeschermingswet en het beleidskader voor de EHS.<br />
3.4.2 Situatie plangebied<br />
Ter plaatse van het plangebied worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk<br />
gemaakt, waarmee geen sprake kan zijn van negatieve effecten. In de nabijheid<br />
van het plangebied is geen Natura−2000 gebied gelegen. Het zuidoostelijk deel van<br />
het plangebied is ter plaatse van de Dalemsche Geul gelegen in de EHS.<br />
SAB 58