grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8 HOOFDSTUK I. CONCEPTUELE PROBLEMEN<br />
moeten ver<strong>van</strong>gen door een mengsel <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke eigentoestan<strong>de</strong>n. In dat geval gaat <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering<br />
niet langer op.<br />
Het EPR-artikel zelf geeft een genuanceer<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nering die <strong>de</strong>ze tekortkoming niet kent. Het<br />
artikel wijkt op twee punten <strong>van</strong> het bovenstaan<strong>de</strong> af. In <strong>de</strong> eerste plaats wordt niet alleen <strong>de</strong> impuls,<br />
maar ook <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee <strong>de</strong>eltjes in <strong>de</strong> beschouwing betrokken. Ver<strong>de</strong>r formuleren EPR een<br />
precieze voldoen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> voor ‘onvolledigheid’. Dat gaat via <strong>de</strong> introductie <strong>van</strong> het begrip<br />
‘element <strong>van</strong> <strong>de</strong> fysische werkelijkheid’. In <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> EPR:<br />
EPR: “Als we, zon<strong>de</strong>r een fysisch systeem op enigerlei wijze te storen, <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />
een fysische grootheid met zekerheid kunnen voorspellen, dan is er een element in <strong>de</strong><br />
fysische werkelijkheid dat met <strong>de</strong>ze grootheid correspon<strong>de</strong>ert.”<br />
Hoe an<strong>de</strong>rs te verklaren dat we meetuitkomsten met zekerheid kunnen voorspellen? Een nodige (en<br />
zeker een voldoen<strong>de</strong>, zo zou men kunnen toevoegen) voorwaar<strong>de</strong> voor volledige fysische theorie is<br />
nu dat elk element <strong>van</strong> <strong>de</strong> fysische werkelijkheid een tegenhanger in <strong>de</strong> theorie heeft.<br />
VOL(T): Als een fysische theorie T volledig is, dan correspon<strong>de</strong>ert er met ie<strong>de</strong>r element<br />
in <strong>de</strong> fysische werkelijkheid een element in <strong>de</strong> theorie T .<br />
Het is mogelijk voor |ψ〉 een toestand te kiezen die zowel een eigentoestand is <strong>van</strong> P 1 + P 2 als<br />
<strong>van</strong> Q 1 − Q 2 . (Merk op dat <strong>de</strong>ze operatoren met elkaar commuteren.) Een <strong>de</strong>rgelijke toestand is in<br />
Dirac-notatie in <strong>de</strong> ‘p-taal’ en in <strong>de</strong> ‘q-taal’:<br />
∫<br />
∫<br />
|ψ〉 = |p 1 = p〉 ⊗ |p 2 = −p〉e −ilp/ dp = |q 1 = q〉 ⊗ |q 2 = q − l〉 dq , (I.2)<br />
R<br />
waarin <strong>de</strong> l <strong>de</strong> eigenwaar<strong>de</strong> is <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge afstand Q 1 − Q 2 en willekeurig groot gekozen kan<br />
wor<strong>de</strong>n. (We beschouwen hier slechts één ruimtelijke dimensie; <strong>de</strong> eerste factor in het direct product<br />
slaat op <strong>de</strong>eltje 1, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> op <strong>de</strong>eltje 2.) De ‘p-taal’ en <strong>de</strong> ‘q-taal’ zijn in elkaar te ‘vertalen’<br />
mid<strong>de</strong>ls een Fourier-transformatie. 1 Er geldt voor <strong>de</strong>ze toestand |ψ〉 dat ze een eigenstoestand is,<br />
met eigenwaar<strong>de</strong>n 0 respectievelijk l, <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale impuls P 1 + P 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee twee <strong>de</strong>eltjes en hun<br />
on<strong>de</strong>rlinge afstand Q 1 − Q 2 :<br />
(P 1 + P 2 )|ψ〉 = 0|ψ〉 en (Q 1 − Q 2 )|ψ〉 = l|ψ〉 . (I.5)<br />
Toch is |ψ〉 geen eigentoestand <strong>van</strong> een <strong>de</strong>r 1-<strong>de</strong>eltjesoperatoren P 1 , Q 1 , P 2 en Q 2 (eigenlijk P 1 ⊗ 11,<br />
etc.). Met <strong>de</strong> uitkomst <strong>van</strong> een meting <strong>van</strong> P 1 , zeg a, kunnen we echter wel met zekerheid voorspellen<br />
welk resultaat een meting <strong>van</strong> P 2 zou opleveren, namelijk −a. Net zo volgt uit een meting <strong>van</strong> Q 1 ,<br />
x zeg, met zekerheid het resultaat <strong>van</strong> een meting <strong>van</strong> Q 2 , te weten x − l. (Kanttekening: hoewel<br />
<strong>de</strong> vectoren |p〉, |q〉, e.d. wiskundig problematisch zijn in <strong>de</strong> Hilbert-ruimte, heeft David Bohm in<br />
1 Zon<strong>de</strong>r Dirac-notatie maar wel in termen <strong>van</strong> Dirac’s <strong>de</strong>lta-‘functies’ ziet <strong>de</strong> golffunctie er in <strong>de</strong> ‘p-taal’ en <strong>de</strong> ‘q-taal’<br />
resp. als volgt uit:<br />
ψ(p 1 , p 2 ) = e −ilp 1/ δ(p 1 + p 2 ) en (I.3)<br />
˜ψ(q 1, q 2) = δ(q 1 − q 2 + l) . (I.4)<br />
R