grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4 HOOFDSTUK I. CONCEPTUELE PROBLEMEN<br />
levensduur, net zoals een na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> individuen <strong>van</strong> een bevolking ons in staat stelt een<br />
veel betere uitspraak over hun individuele levensduur te doen dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>ze visie is <strong>de</strong><br />
quantummechanische beschrijving niet volledig: er zijn extra, tot op he<strong>de</strong>n ‘verborgen’ variabelen<br />
die iets zeggen over het individuele geval.<br />
Op dit probleem bestaat een standaard ‘Kopenhaags’ antwoord (<strong>de</strong> ‘Kopenhaagse interpretatie’<br />
duidt <strong>de</strong> door Bohr en me<strong>de</strong>stan<strong>de</strong>rs ontwikkel<strong>de</strong> visie aan). Dit antwoord zegt dat het i<strong>de</strong>e dat <strong>de</strong> individuele<br />
kernen een bepaal<strong>de</strong> levensduur hebben, onafhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarneming daar<strong>van</strong>, onjuist<br />
is. Van een individuele levensduur kan slechts gesproken wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> context <strong>van</strong> een experiment<br />
waarin <strong>de</strong>ze wordt vastgesteld. Een experiment betekent altijd een storing <strong>van</strong> het systeem. Uit<br />
<strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n levensduur volgt daarom geen conclusie over het ongestoor<strong>de</strong> systeem. Het is onjuist te<br />
spreken over <strong>de</strong> levensduur <strong>van</strong> een niet waargenomen kern. De statistische spreiding in <strong>de</strong> gemeten<br />
individuele levensduren hangt samen met het quantumkarakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> wisselwerking tussen object en<br />
meetapparaat. Wat er in <strong>de</strong>ze wisselwerking gebeurt kan in principe niet na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n beschreven.<br />
Dit maakt ie<strong>de</strong>re individuele meting tot een unieke gebeurtenis.<br />
Kenmerkend voor <strong>de</strong> Kopenhaagse interpetatie is ver<strong>de</strong>r dat men <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong> het systeem<br />
die mogelijk wordt in <strong>de</strong> context <strong>van</strong> een bepaald type experiment niet zon<strong>de</strong>r meer mag combineren<br />
met een beschrijving <strong>van</strong> het zelf<strong>de</strong> systeem die verkregen wordt bij een an<strong>de</strong>rsoortig experiment. Het<br />
bekendste voorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke elkaar uitsluiten<strong>de</strong> experimenten zijn plaats- en impulsmetingen.<br />
Volgens Bohr zijn beschrijvingen <strong>van</strong> een systeem met begrippen als ‘plaats’ of ‘impuls’ complementair:<br />
ze vullen elkaar aan maar kunnen nooit tot één beeld samengevoegd wor<strong>de</strong>n.<br />
Het uitgangspunt achter dit antwoord is het i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> <strong>de</strong> meetstoring. De <strong>quantummechanica</strong> on<strong>de</strong>rscheidt<br />
zich volgens <strong>de</strong>ze gedachtengang <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke natuurkun<strong>de</strong> in het gequantiseerd zijn<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> wisselwerking tussen systeem en meetapparaat. Ie<strong>de</strong>re waarneming impliceert een wisselwerking<br />
met, en dus een storing <strong>van</strong>, het waargenomen systeem. Deze storing kan niet willekeurig<br />
klein wor<strong>de</strong>n gemaakt ( ≠ 0). Men kan het waarnemingsresultaat dus niet i<strong>de</strong>ntificeren met een<br />
eigenschap die het systeem bezit onafhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarneming. Men kan slechts zinvol praten<br />
over het waarnemingsresultaat, dat pas door <strong>de</strong> meting geschapen wordt. De <strong>quantummechanica</strong>, in<br />
tegenstelling tot <strong>de</strong> klassieke fysica, han<strong>de</strong>lt niet over wat bestaat, maar over wat wordt waargenomen.<br />
Deze op het eerste gezicht plausibele re<strong>de</strong>nering is echter niet zon<strong>de</strong>r problemen. Kunnen we<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering volgen als het waargenomen systeem macroscopisch is? En wat is trouwens<br />
precies een waarneming? Is het essentieel dat iemand bewust <strong>van</strong> het resultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> waarneming<br />
kennis neemt, of is het voldoen<strong>de</strong> dat een apparaat <strong>de</strong> uitkomst registreert? Deze problemen komen<br />
naar voren in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en vier<strong>de</strong> voorbeeld hieron<strong>de</strong>r.<br />
(ii) Het volgend voorbeeld is afkomstig uit een brief <strong>van</strong> Einstein aan Born (1949) (zie Born,<br />
1971, blz. 169 e.v.). Beschouw een vrij <strong>de</strong>eltje beschreven door een golffunctie ψ. Volgens <strong>de</strong> quantummechanische<br />
beschrijving voldoet ψ aan een onzekerheidsrelatie: <strong>de</strong> statistische spreiding in <strong>de</strong><br />
plaats en impuls zijn niet allebei willekeurig klein te maken. Blijkbaar zijn <strong>de</strong> uitkomsten <strong>van</strong> plaatsen<br />
impulsmetingen aan een individueel <strong>de</strong>eltje niet allebei exact te voorspellen. Wat moet men zich<br />
hierbij voorstellen? Einstein on<strong>de</strong>rscheidt twee opvattingen:<br />
(a) Een individueel <strong>de</strong>eltje heeft in werkelijkheid een bepaal<strong>de</strong> plaats en impuls, hoewel<br />
die misschien niet tegelijk aan één en hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>eltje kunnen wor<strong>de</strong>n gemeten. Volgens<br />
<strong>de</strong>ze opvatting geeft ψ een onvolledige beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijke situatie. Men zou<br />
dan naar een vollediger beschrijving kunnen zoeken. Maar men treedt dan buiten <strong>de</strong>