grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
grondslagen van de quantummechanica - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
22 HOOFDSTUK II. HET FORMALISME<br />
Dat wil zeggen, f(A) heeft altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> eigenvectoren en eigenprojecties als A, en verschilt alleen<br />
<strong>van</strong> A in <strong>de</strong> toekenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigenwaar<strong>de</strong>n, namelijk f(a i ) in plaats <strong>van</strong> a i . Beschouw als voorbeeld<br />
<strong>de</strong> karakteristieke functie χ a <strong>van</strong> a ∈ C:<br />
{ 1 als x = a<br />
χ a : C → {0, 1} , x ↦→ χ a (x) :=<br />
0 el<strong>de</strong>rs<br />
. (II.61)<br />
Dan is<br />
χ ak (A) :=<br />
m∑<br />
χ ak (a i )P ai = P ak .<br />
i=1<br />
(II.62)<br />
De projectoren uit <strong>de</strong> spectrale ontbinding <strong>van</strong> A (II.52) zijn dus functies <strong>van</strong> A. We gebruiken <strong>de</strong><br />
spectrale ontbindingen in het bewijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stelling.<br />
STELLING: Als zelf-geadjungeer<strong>de</strong> operatoren A en B commuteren, dan is er een maximale,<br />
zelf-geadjungeer<strong>de</strong> operator C waar A en B bei<strong>de</strong> een functie <strong>van</strong> zijn.<br />
Bewijs. We formuleren eerst een nuttig<br />
LEMMA: Als [A, B] = 0, dan is er een basis |γ i 〉 waarop A en B tegelijk diagonaal zijn.<br />
Bewijs.<br />
Laat {|a i , j〉} een orthonormale eigenbasis <strong>van</strong> operator A zijn, waarbij j = 1, . . . , n i <strong>de</strong> ontaardingsgraad<br />
<strong>van</strong> eigenwaar<strong>de</strong> a i aangeeft. We hebben dus:<br />
〈a p , q|a i , j〉 = δ pi δ qj . (II.63)<br />
Laat analoog {|b k , l〉} een orthonormale basis voor grootheid B zijn. Uit [A, B] = 0 volgt<br />
A ( B|a i , j〉 ) = BA|a i , j〉 = a i B|a i , j〉 ,<br />
(II.64)<br />
zodat B|a i , j〉 blijkbaar een eigenvector <strong>van</strong> A is bij <strong>de</strong> eigenwaar<strong>de</strong> a i . D.w.z. B|a i , j〉 ligt in <strong>de</strong><br />
eigenruimte opgespannen door |a i , 1〉, . . . , |a i , n i 〉. Ofwel:<br />
∑n i<br />
B|a i , j〉 = Λ [i]<br />
j,k |a i, k〉 ,<br />
k=1<br />
(II.65)<br />
voor zekere getallen Λ [i]<br />
j,k ∈ C. Omdat B zelf-geadjungeerd is, moet <strong>de</strong> matrix Λ[i] hermitisch<br />
zijn; immers:<br />
dus<br />
〈a k , l|B |a i , j〉 = Λ [i]<br />
l,j δ ki ,<br />
〈a k , l|B |a i , j〉 ∗ = 〈a i , j|B † |a k , l〉 = Λ [i]<br />
i,k δ il ,<br />
( ) ∗<br />
Λ [i]<br />
[i]<br />
k,i = Λ<br />
i,k .<br />
(II.66)<br />
(II.67)<br />
(II.68)