Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij

30
25
: afzetruimte per provincie
Mestbalans per provincie in 2009 (in miljoen kg P 2 O 5 )
25,2 reële
productie
20
15
10
5
0
11,6 reële
productie
7,3
aanbod
-4,3
5,7 reële
productie
5,2
aanbod
-0,5
13,5 reële
productie
11,6
aanbod
3,3 reële
productie
Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
-1,9
5,1
aanbod
+1,8
15,5
aanbod
-9,7
Figuur 29 Mestbalans per provincie in 2009 (in miljoen kg P 2 O 5 )
2.3.3 Evolutie van het mestaanbod in
Vlaanderen
Figuur 30 en Figuur 31 geven de evolutie weer van het mestaanbod
in Vlaanderen sinds 2000. Bij een vergelijking van het mestaanbod
tussen de verschillende jaren dient rekening gehouden te worden
met de volgende wijzigingen in de loop der jaren:
• wijziging van de forfaitaire uitscheidingscijfers (grootste wijziging
in 2007 door het nieuwe Mestdecreet);
• wijziging van de emissieverliescijfers (tot en met 2006 berekend
als een 15% forfaitair verlies, vanaf 2007 volgens staltype);
• wijziging van nutriëntenbalansstelsels (laag fosfor- en eiwitvoeder,
regressie, andere voedertechnieken);
• gewijzigde berekening van de geëxporteerde en verwerkte
dierlijke mest (bijvoorbeeld het in rekening brengen van de
export via niet erkende mestvoerders en de berekening van
de productie van N 2 -gas bij biologieën).
Het mestaanbod wordt uitgezet tegenover de plandoelstellingen
van MINA3+, namelijk 108 miljoen kg N en 44 miljoen kg P 2 O 5 . Deze
hoeveelheden uit dierlijke mest mogen maximaal afgezet worden
op landbouwgrond in Vlaanderen volgens het huidige milieubeleidsplan.
102
2 vlaamse mestbalans