29.01.2015 Views

Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij

Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij

Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

naast werd 3,8 miljoen kg N uit ruwe pluimvee- en paardenmest<br />

geëxporteerd buiten Vlaanderen door landbouwers en verzamelpunten.<br />

Dat vertegenwoordigt een toename van de export van ruwe<br />

mest van ongeveer 0,8 miljoen kg N ten opzichte van 2008. In totaal<br />

werd in 2009 24,3 miljoen kg N en 14,7 miljoen kg P 2 O 5 uit <strong>Vlaamse</strong><br />

dierlijke mest verwerkt en geëxporteerd buiten Vlaanderen.<br />

Vervolgens wordt dieper ingegaan op de mesttransporten. In totaal<br />

werd ruim 93 miljoen kg N vervoerd in 2009 tussen verschillende<br />

types aanbieders en afnemers. De grootste fractie is afkomstig van<br />

landbouwers (68 %) en mestverwerkingsinstallaties (20 %). Van de<br />

bijna 64 miljoen kg N die vervoerd werd waarbij de aanbieder een<br />

landbouwer was, ging 55 % naar andere landbouwers en 32 % naar<br />

de mestverwerking. Bij de transporten met landbouwers als aanbieder<br />

treedt de grootste piek op in het voorjaar, gevolgd door een<br />

kleinere tweede piek in augustus.<br />

In het derde hoofdstuk worden alle elementen van de mestbalans<br />

samengebracht. In 2009 bedroeg het mestaanbod 99,7 miljoen kg N<br />

en 44,7 miljoen kg P 2 O 5 , wat vergelijkbaar is met 2008. Daartegenover<br />

kon 105 miljoen kg N en 48,5 miljoen kg P 2 O 5 afgezet worden op<br />

landbouwgrond. Op Vlaams niveau was de mestbalans in 2009 dus<br />

opnieuw in evenwicht.<br />

Concreet betekent<br />

dit dat elke landbouwer<br />

in staat<br />

is om zijn mestoverschot<br />

weg te<br />

werken, rekening<br />

houdend met de<br />

m o g e l i j k h e d e n<br />

door nutriëntenarme<br />

voeders, mestverwerking<br />

en export,<br />

en derogatie. Dit betekent<br />

evenwel niet dat het mestprobleem<br />

opgelost is. Een aantal<br />

bedrijven kampt immers nog<br />

steeds met balansproblemen. Ook<br />

de waterkwaliteit verbetert nog onvoldoende<br />

snel.<br />

Deel 3 Milieueffecten<br />

Een derde deel van het rapport handelt over de milieukwaliteit. In het<br />

MAP-meetnet oppervlaktewater werden tijdens het laatste winterjaar<br />

2009-<strong>2010</strong> opnieuw meer overschrijdingen van de nitraatnorm<br />

van 50 mg nitraat per liter vastgesteld dan tijdens het winterjaar<br />

2008-2009, maar waren de resultaten nog altijd beter dan tijdens de<br />

vorige vijf winterjaren. De slechtere resultaten in winterjaar 2009-<br />

<strong>2010</strong> zouden beïnvloed kunnen zijn door de klimatologische omstandigheden<br />

(droge zomer, gevolgd door een natte winter). Desondanks<br />

werd een gevoelige verbetering vastgesteld tijdens de laatste<br />

10 meetjaren. Het percentage meetpunten met een overschrijding<br />

van de nitraatnorm is op 10 jaar tijd ongeveer gehalveerd. De metingen<br />

in het grondwatermeetnet wijzen op onvoldoende verbetering.<br />

Er wordt een heel beperkte afname vastgesteld van de gemiddelde<br />

nitraatconcentratie in de bovenste filter van het meetnet. Maar het<br />

percentage meetpunten met een overschrijding van de nitraatnorm<br />

blijft schommelen rond 38 %.<br />

De uitzonderlijk droge zomer in 2009 lijkt zich ook te vertalen in een<br />

slechter nitraatresidu bij een aantal gewassen tijdens de staalnamecampagne<br />

van de Mestbank in 2009. De aanhoudende droogte<br />

in augustus en september heeft voor een aantal gewassen tot een<br />

groeistop geleid, hetgeen zich vertaald heeft in hogere nitraatresidu’s.<br />

Opvallend waren de hogere nitraatresidu’s bij gras ten opzichte<br />

van voorgaande jaren. De weerseffecten waren ook zichtbaar<br />

bij de nitraatresidumetingen in het kader van de beheerovereenkomst<br />

verminderde bemesting. Ook hier werden hogere nitraatresidu’s<br />

bij gras vastgesteld dan in de voorgaande jaren. De omvang<br />

van de weerseffecten is weliswaar veel kleiner en er werden nog<br />

steeds veel lagere nitraatresidu’s gehaald dan bij de metingen door<br />

de Mestbank.<br />

De ammoniakemissie is verder gedaald tot 41,7 kton NH 3 in 2008 en<br />

41,2 kton NH 3 in 2009. Dit is 3,8 kton onder het in <strong>2010</strong> te realiseren<br />

NEC-plafond van 45 kton NH 3 . De landbouw blijft de belangrijkste<br />

bron van ammoniakemissie in Vlaanderen. Volgens een prognose<br />

komt het NEC-plafond in <strong>2010</strong> niet in het gedrang door de potentiële<br />

bijkomende emissie als gevolg van uitbreiding na bewezen<br />

mestverwerking. Het aantal dieren vergund in emissiearme stallen<br />

blijft toenemen tot ongeveer 976.000 varkens en 1,72 miljoen stuks<br />

pluimvee. De ammoniakdepositie vertoont een trend van verbetering

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!