Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.1 Mestproductie<br />
2.1.1 Dierlijke mestproductie in 2009<br />
2.1.1.1 Aantal dieren<br />
In 2009 werden ongeveer 33,36 miljoen dieren geregistreerd in<br />
Vlaanderen, waarvan 25,77 miljoen stuks pluimvee, 6,06 miljoen<br />
varkens, 1,33 miljoen runderen en 196.000 andere dieren (voornamelijk<br />
schapen, paarden en nertsen). West-Vlaanderen telt nog<br />
steeds de meeste dieren (13,33 miljoen), gevolgd door Antwerpen<br />
(9,08 miljoen) en Oost-Vlaanderen (6,08 miljoen) (Tabel 129 als bijlage).<br />
Figuur 5 geeft de evolutie weer van het aantal dieren per diersoort<br />
sinds 2002. Het aantal runderen blijft voor het derde jaar op rij stabiel<br />
op ongeveer 1,33 miljoen stuks. Daartegenover wordt voor de<br />
andere diersoorten een stijging vastgesteld in 2009 ten opzichte<br />
van 2008. De toename van de varkens- en pluimveestapel is voornamelijk<br />
toe te schrijven aan de mogelijkheid om uit te breiden na<br />
bewezen mestverwerking (zie 2.1.2.4 voor meer informatie over de<br />
uitbreiding na bewezen mestverwerking).<br />
Zo piekt het aantal varkens voor het eerst sinds 2002 opnieuw boven<br />
de 6 miljoen stuks uit. In totaal zijn er 76.000 varkens meer in<br />
2009 dan in 2008, wat een procentuele verhoging van 1,3% vertegenwoordigt.<br />
Ook in 2008 werd reeds een (beperktere) toename van het<br />
aantal varkens vastgesteld van ongeveer 25.000 stuks ten opzichte<br />
van 2007. De toename van het aantal varkens wordt voornamelijk<br />
vastgesteld bij de categorie andere varkens driefasig (+ 53.000 stuks<br />
in 2009 ten opzichte van 2008) en biggen (+ 31.000 stuks in 2009 ten<br />
opzichte van 2008). Bij de andere varkenscategorieën wordt een heel<br />
beperkte afname vastgesteld tussen 2008 en 2009.<br />
In 2009 werd voor het eerst opnieuw een toename vastgesteld van de<br />
pluimveestapel. Het aantal stuks pluimvee is in 2009 gestegen met<br />
ongeveer 1,15 miljoen stuks ten opzichte van 2008, goed voor een<br />
procentuele verhoging van maar liefst 4,7%. Deze toename is toe te<br />
schrijven aan de slachtkuikens (+ 724.000 in 2009 ten opzichte van<br />
2008), de legkippen (+ 202.000 in 2009 ten opzichte van 2008) en opfokpoeljen<br />
van legkippen (+ 137.000 in 2009 ten opzichte van 2008).<br />
Ook bij de slachtkuiken ouderdieren en hun opfokpoeljen werd een<br />
beperktere toename van telkens zo’n 60.000 stuks genoteerd in<br />
2009. Voor ander pluimvee werd dan weer een beperkte afname van<br />
ongeveer 32.000 stuks vastgesteld ten opzichte van 2008.<br />
Het aantal andere dieren is in 2009 groter dan in 2008, met ongeveer<br />
17.000 stuks, wat voornamelijk te wijten is aan een toename van het<br />
aantal nertsen.<br />
2.1.1.2 Brutostikstof- en fosfaatproductie<br />
De Mestbank berekent elk jaar de bruto-dierlijke mestproductie,<br />
vertrekkende van het aantal dieren en de forfaitaire uitscheidingsnormen<br />
(dit zijn normen vastgelegd in het Mestdecreet, op basis van<br />
een gangbare mestproductie en -samenstelling).<br />
Voor de berekening van de dierlijke mestproductie heeft elke landbouwer<br />
de keuze tussen het forfaitaire stelsel of een nutriëntenbalansstelsel,<br />
waarbij hij niet de forfaitaire maar reële uitscheidingscijfers<br />
in rekening brengt. Een vergelijking tussen de bruto- en reële<br />
mestproductie laat dus toe om het effect van het nutriëntenbalansstelsel<br />
op de mestproductie in Vlaanderen te beoordelen. In 2.1.1.3<br />
wordt daar verder op ingegaan.<br />
In 2009 bedroeg de brutostikstof- en fosfaatproductie in Vlaanderen<br />
respectievelijk 165,3 miljoen kg N en 67,2 miljoen kg P 2 O 5 (Tabel 132<br />
als bijlage). Een vergelijking met de brutomestproductie in 2008,<br />
zoals vermeld in het vorige <strong>Voortgangsrapport</strong>, moet genuanceerd<br />
worden aangezien de forfaitaire uitscheidingsnormen voor varkens<br />
gewijzigd zijn in 2009. De forfaitaire uitscheidingscijfers voor stikstof<br />
voor de meeste varkenscategorieën waren immers te laag. Hierdoor<br />
gelden er vanaf productiejaar 2009 nieuwe, beter onderbouwde forfaitaire<br />
uitscheidingscijfers voor de varkenscategorieën andere varkens,<br />
beren en zeugen inclusief biggen van minder dan 7 kg.<br />
In 2008 bedroeg de brutostikstof- en fosfaatproductie in Vlaanderen,<br />
berekend op basis van de toen geldende forfaitaire uitscheidingsnormen<br />
voor varkens, nog 156 miljoen kg N en 65 miljoen kg P 2 O 5 ,<br />
wat ongeveer 9,2 miljoen kg N en 2,2 miljoen kg P 2 O 5 “lager” was<br />
dan in 2009. De wijziging van de forfaitaire uitscheidingsnormen voor<br />
varkens in 2009 alleen al verklaart echter een toename van de brutoproductie<br />
van 7,4 miljoen kg N en 1,4 miljoen kg P 2 O 5 . Als het effect<br />
van deze wijziging uitgefilterd wordt, dan wordt een toename van de<br />
2 vlaamse mestbalans<br />
23