Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 19<br />
Evolutie van het aantal stuks pluimvee in de periode 2007-2009 bij bedrijven met uitbreiding na bewezen mestverwerking voor pluimvee,<br />
met onderscheid tussen bedrijven waarbij de uitbreiding gestart is in 2008, bedrijven waarbij de uitbreiding gestart is in 2009, en bedrijven<br />
met een eerste uitbreiding in 2008 en een tweede uitbreiding in 2009<br />
Uitbreiding<br />
2008<br />
Uitbreiding<br />
2009<br />
Uitbreiding<br />
2008+2009<br />
Aantal bedrijven 182 90 13 285<br />
Aantal pluimvee 2007 4.970.603 4.876.498 262.488 10.109.589<br />
Aantal pluimvee 2008 5.180.131 5.122.787 302.276 10.605.194<br />
Aantal pluimvee 2009 5.587.504 5.382.699 372.166 11.342.369<br />
Toename 2007-2008 + 209.528 + 246.289 + 39.788 + 495.605<br />
Toename 2008-2009 + 407.373 + 259.912 + 69.890 + 737.175<br />
Totale toename 2007-2009 + 616.901 + 506.201 + 109.678 + 1.232.780<br />
Totaal<br />
2.1.2.5 Invulling van NER<br />
2.1.2.5.1 Concept<br />
Landbouwers mogen op jaarbasis gemiddeld niet meer dieren houden<br />
op hun bedrijf dan toegelaten volgens hun NER, zijnde de aan<br />
hen toegekende NER-D, rekening houdend met eventuele overgelaten<br />
of overgenomen NER-D en met eventuele verworven NER-MVW.<br />
Op basis van het aantal dieren dat een landbouwer aangeeft bij de<br />
Mestbank en de omrekeningswaarden in het Mestdecreet, worden<br />
de gehouden dieren uitgedrukt in NER. De Mestbank controleert<br />
vervolgens voor elke landbouwer of hij in dat jaar niet te veel dieren<br />
heeft gehouden in vergelijking met de toegekende NER waarover hij<br />
beschikt. Omdat met bepaalde NER enkel dieren van bepaalde diersoorten<br />
kunnen gehouden worden, zoals bij bepaalde types overnames<br />
en bij NER-MVW, wordt eveneens rekening gehouden met de<br />
gehouden diersoorten.<br />
Op deze manier kan de NER-overschrijding in Vlaanderen in kaart<br />
gebracht worden. Naast de NER-overschrijding, wordt tevens een<br />
evaluatie uitgevoerd van het NER-overschot in Vlaanderen. Dit is<br />
de beschikbare hoeveelheid NER die niet gebruikt wordt om dieren<br />
mee te houden.<br />
Het grootste deel hiervan, met name 280,1 miljoen NER, werd gebruikt<br />
door 17.043 landbouwers met een mestproductie van minstens<br />
300 kg fosfaat. Daarnaast was 5,2 miljoen NER in handen van<br />
3.052 landbouwers met een mestproductie van minder dan 300 kg<br />
fosfaat en 5,7 miljoen NER in handen van 2.355 landbouwers die<br />
geen dieren gehouden hebben (Tabel 20). Bijna 11 miljoen NER is<br />
met andere woorden in handen van landbouwers die geen NER behoeven.<br />
Anderzijds zijn er 214 aangifteplichtige landbouwers die<br />
dieren gehouden hebben zonder dat ze beschikken over de nodige<br />
NER.<br />
Figuur 9 geeft de verdeling weer van het aantal landbouwers met<br />
een mestproductie van minstens 300 kg fosfaat over verschillende<br />
klassen van toegekende NER. De 17.043 landbouwers met een<br />
mestproductie van minstens 300 kg fosfaat beschikten gemiddeld<br />
over 17.706 NER. De helft van de landbouwers beschikte over<br />
minder dan 13.046 NER. 90% van de landbouwers had minder dan<br />
35.000 NER in zijn bezit.<br />
2.1.2.5.2 Invulling van NER in productiejaar 2008<br />
In 2008 was in totaal 291 miljoen NER beschikbaar in Vlaanderen.<br />
2 vlaamse mestbalans<br />
47