Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 60<br />
Aantal bedrijven die bijkomend moeten verwerken in 2008 ten gevolge van de toekenning van NER-MVW in het kader van een uitbreiding na<br />
bewezen mestverwerking in 2009, samen met de te verwerken hoeveelheid stikstof (kg N), per provincie<br />
Provincie Aantal bedrijven Te verwerken hoeveelheid (kg N) in 2008<br />
Antwerpen 80 179.784<br />
Limburg 11 16.427<br />
Oost-Vlaanderen 67 95.795<br />
Vlaams-Brabant 7 11.358<br />
West-Vlaanderen 303 441.350<br />
Totaal 468 744.714<br />
Tabel 60 geeft voor elke provincie een overzicht van het aantal bedrijven<br />
die bijkomend moet verwerken in 2008 ten gevolge van de<br />
toekenning van NER-MVW in het kader van uitbreiding na bewezen<br />
mestverwerking in 2009, samen met de te verwerken hoeveelheid<br />
stikstof. De bedrijven die bijkomend moeten verwerken zijn voornamelijk<br />
gesitueerd in West-Vlaanderen (59%), gevolgd door Antwerpen<br />
(24%).<br />
2.2.4 Mesttransporten<br />
2.2.4.1 Administratieve opvolging van de mesttransporten<br />
Om het transport van mest in goede banen te leiden en te kunnen<br />
opvolgen, zijn een aantal regels van toepassing. De basisregel hierbij<br />
is dat mest vervoerd wordt door een erkende mestvoerder met<br />
een mestafzetdocument (MAD). Mestvoerders krijgen een erkenning<br />
via een aanvraag bij de Mestbank. Afhankelijk van de klasse waarin<br />
de mestvoerder erkend is, kunnen bepaalde mesttransporten uitgevoerd<br />
worden. Aan bepaalde klassen zijn bijkomende voorwaarden<br />
gekoppeld, zoals bijvoorbeeld de AGR-GPS-verplichting (Automatische<br />
Gegevens Registratie - Global Positioning System) voor erkende<br />
mestvoerders klasse B en C. Voor meer informatie over de<br />
verschillende types mesttransporten die mogen uitgevoerd worden<br />
door verschillende klassen erkende mestvoerders wordt verwezen<br />
naar het <strong>Voortgangsrapport</strong> 2008.<br />
Een aantal soorten mesttransporten hoeven niet door een erkende<br />
mestvoerder uitgevoerd te worden. Het gaat hier onder meer over<br />
(1) bepaalde mesttransporten in het kader van een burenregeling,<br />
(2) het transport van mest van het type “eigen mest naar eigen<br />
grond”, en (3) het transport van gehygiëniseerde eindproducten uit<br />
verwerkingsinstallaties (Europese Verordening 1774/2002) en van<br />
schuimaarde uit de suikerfabrieken (de zogenaamde “geregistreerde<br />
verzenders”).<br />
Het transport van mest en mestproducten tussen Europese lidstaten,<br />
is geregeld door twee Europese verordeningen. Enerzijds is<br />
de Verordening (EG) nr. 1774/2002 betreffende de vaststelling van<br />
gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie<br />
bestemde dierlijke bijproducten van toepassing. Anderzijds geldt<br />
de Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van<br />
afvalstoffen.<br />
Elk transport door een erkende mestvoerder, een geregistreerde<br />
verzender of in het kader van een burenregeling moet vooraf gemeld<br />
worden bij de Mestbank. Daarnaast moeten deze transporten vergezeld<br />
zijn van een transportdocument, waarop onder meer vermeld<br />
wordt wie de aanbieder en de afnemer van de mest is en hoeveel<br />
mest er vervoerd wordt. Afhankelijk van het type transport, zijn er<br />
een aantal verschilpunten betreffende de te volgen procedure. Voor<br />
meer informatie over de procedure bij verschillende types mesttransporten<br />
wordt verwezen naar het <strong>Voortgangsrapport</strong> 2008.<br />
82<br />
2 vlaamse mestbalans