Voortgangsrapport 2010 - Vlaamse Landmaatschappij

5.1.2.4.3 Evaluatie van de GPS-signalen in 2009
Bij de staalnamecampagne van 2009 werden voor de tweede maal
GPS-data-loggers ter beschikking gesteld aan de erkende laboratoria.
Op basis van de bevindingen bij de staalnamecampagne van
2008 werd de werkwijze geoptimaliseerd.
Bij iedere boring moet de staalnemer op een rode knop drukken op
het GPS-toestel. Dit genereert een zogenaamd “GPS(B)-signaal”.
In principe beschikt de VLM dan over minstens 15 verschillende
GPS(B)-signalen per 2 ha. De tussenliggende GPS-signalen worden
om de 10 seconden gegenereerd.
De VLM stelde een toepassing ter beschikking van de laboratoria die
ervoor moest zorgen dat de aangeleverde data van de verschillende
laboratoria uniform zijn.
Wekelijks worden de data overgemaakt aan VLM en ter beschikking
gesteld van zijn medewerkers om zo snel vragen van landbouwers
over tijdstip en plaats te kunnen verifiëren. Er werd een aanzet gegeven
om wekelijks de data te analyseren en terug te koppelen met
de betrokken laboratoria. Zo werden er een aantal vaststellingen
gedaan van ten onrechte bemonsterde percelen. Door de enorme
hoeveelheid aan data en het bijgevolg zeer arbeidsintensieve karakter
van deze wekelijkse opvolging kon dit niet volgehouden worden
tot het einde van de staalnamecampagne. Dit is een aandachtspunt
voor de staalnamecampagne van 2010.
Bij een evaluatie werden de GPS-signalen gekoppeld aan de percelenlaag
van 2009. Van alle te bemonsteren percelen in opdracht van
de Mestbank werd gecontroleerd of de GPS-signalen binnen het te
bemonsteren perceel vallen. Door een visuele ad random controle
werd verder nagegaan of het traject van de GPS-signalen volledig
binnen het te bemonsteren perceel valt en overeenkomt met een
correct bemonsteringspatroon.
Van de ongeveer 4.800 controlepercelen werden bij 19% geen
GPS(B)-signalen van het betreffende laboratorium vastgesteld. Van
deze controlepercelen is echter wel een nitraatresiduresultaat bekend
bij de Mestbank. Daarnaast werden bij 24% van de percelen
minder dan 15 GPS(B)-signalen vastgesteld. Van de percelen waarvoor
wel GPS-signalen werden vastgesteld, kan niet met zekerheid
worden gesteld dat de staalname correct gebeurde. Uit een visuele
ad random controle blijkt dat bijvoorbeeld in een aantal gevallen
er GPS-signalen gesitueerd kunnen zijn deels naast het perceel.
Verder is het mogelijk dat geen GPS-signalen teruggevonden worden
voor het volledige perceel, dat het bemonsteringstraject niet in
overeenstemming is met een correct bemonsteringspatroon, dat de
GPS-data-logger niet constant gewerkt heeft gedurende de staalname,
….
Algemeen kan worden gesteld dat er een grote vooruitgang is naar
bruikbaarheid van de data voor onder meer bezwaarbehandeling en
snelle antwoorden op telefonische vragen van landbouwers.
5.1.2.5 Controle mestverwerkingsinstallaties
5.1.2.5.1 Omschrijving van de controleactie
In 2009 startte de Mestbank een eerste specifiek op mestverwerking
toegespitste controleactie. Bepaalde verwerkingsinstallaties werden
samen gecontroleerd met de Afdeling Milieu Inspectie (AMI) van
het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE).
Bij de controle gebeurde een rondgang op de verwerkingsinstallaties
en werd een doorlichting uitgevoerd van de aan- en afvoerstromen
van de verwerkingsinstallaties. Dertien mestverwerkingsinstallaties
werden gecontroleerd.
Naar aanleiding van deze actie werden aanmaningen verstuurd. Om
correct te werken is het belangrijk dat de sector rekening houdt
met de regels uit het Mestdecreet, de VLAREM en de verordening
1774/2002. De Mestbank heeft de mestverwerkers daartoe gesensibiliseerd
en hen een nota overgemaakt met belangrijke aandachtspunten.
5.1.2.5.2 Aandachtspunten voor mestverwerkingsinstallaties
(1) Volledig bijhouden van het Mestbankregister
In eerste instantie wordt de aandacht gevestigd op het (volledig) bijhouden
van het Mestbankregister. De uitbater van de mestverwerkingsinstallatie
houdt in dit register nauwkeurig alle transporten en
verwerkte inrichtingseigen mest bij. Het register moet gedurende
vijf jaar ter inzage bijgehouden worden op de plaats van de uitba-
5 controle
175