30.01.2015 Views

Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN

Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN

Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en het organiserend vermogen van de arbeidsmarkt. Ook<br />

de overdracht van kennis en ervaring uit projecten en het<br />

stimuleren van een brede implementatie van best practices<br />

vallen hieronder.<br />

Binnen het OP wordt op voorhand geen inzet van EFROmiddelen<br />

voorzien voor maatregelen die binnen het<br />

toepassingsgebied van het ESF vallen, zoals mogelijk is op<br />

grond van artikel 34 in de Kaderverordening 1083/2006.<br />

Deze onderdelen van de aanpak van de arbeidsmarkt<br />

– met name scholings- en opleidingstrajecten – zijn wel<br />

degelijk van groot belang, maar moeten worden ingepast<br />

in het Doelstelling 2-ESF programma, dat op nationaal<br />

niveau wordt aangestuurd. <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> zou dit<br />

bij voorkeur vanuit een regionale invalshoek willen<br />

coördineren en stimuleren. Dit ESF programma is meer<br />

direct gericht op personen en deelnemergerichte projecten.<br />

Binnen dit ESF programma gaat het om directe bekostiging<br />

van reïntegratietrajecten en opleidingstrajecten van<br />

werkenden, verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod<br />

(methodiek, structuren) en verandering van het<br />

scholingsbeleid binnen individuele bedrijven. Wel wordt<br />

vanuit het OP uiteraard ondersteuning geboden aan goede<br />

initiatieven waarbinnen EFRO- en ESF-middelen worden<br />

gecombineerd. Binnen het OP wordt indicatief gedacht aan<br />

inzet van ongeveer 3% van de EFRO-middelen ten behoeve<br />

van projecten binnen actielijn 1.D, inclusief mogelijke<br />

bijdragen vanuit het OP aan initiatieven waarmee ook<br />

middelen vanuit het landelijke ESF-programma gemoeid<br />

zijn.<br />

Voorbeelden van projectcategorieën:<br />

• Ontwikkeling praktijkleercentra<br />

• Uitbreiding en modernisering opleidingsinfrastructuur<br />

(bovenreguliere infrastructuur)<br />

• Samenwerking onderwijsinstellingen – bedrijfsleven<br />

– overheid, bijvoorbeeld in de vorm van loketfuncties<br />

• Stimuleren sociale innovatie in bedrijfsleven (bijvoorbeeld<br />

professionalisering HRM beleid voor het MKB)<br />

Conclusies Strategische Milieubeoordeling:<br />

prioriteit 1<br />

Binnen de Strategische Milieubeoordeling van het OP<br />

<strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> is de verwachte milieu-impact van<br />

de verschillende prioriteiten onafhankelijk beoordeeld.<br />

Samenvattend wordt in dit rapport ten aanzien van<br />

prioriteit 1 de conclusie getrokken dat deze prioriteit<br />

naar verwachting positieve effecten op het milieu zal<br />

hebben. De impuls van vernieuwing en innovatie heeft<br />

verschillende kanten. Zo kan de groei aan werkgelegenheid<br />

leiden tot meer woon-werkverkeer, anderzijds zijn<br />

de maatregelen er ook op gericht om de werkgelegenheid<br />

dichter bij te brengen. Per saldo wordt een gunstig effect<br />

verwacht, ook in termen van luchtkwaliteit en uitstoot van<br />

broeikasgassen. Een substantieel deel van innovatie is<br />

bovendien gericht op verbeteren van productieprocessen<br />

en het verschuiven van activiteiten naar meer hoogwaardige<br />

bedrijvigheid. Ook daarvan wordt een gunstig effect<br />

op het milieu verwacht. Voorst is de verwachting dat door<br />

de beoogde welvaartsstijging meer middelen beschikbaar<br />

komen voor beheer en verbetering van natuur.<br />

Mogelijke negatieve milieugevolgen van maatregelen<br />

onder prioriteit 1 kunnen worden voorkomen of beperkt<br />

door een zorgvuldige en integrale aanpak van de plan- en<br />

besluitvorming. Daarbij speelt mee dat het zwaartepunt<br />

van de activiteiten binnen prioriteit 1 naar verwachting in<br />

reeds verstedelijkte gebieden zal liggen. Het gevolg is dat<br />

de prioriteit waarschijnlijk niet of nauwelijks zal leiden tot<br />

uitbreiding van voorzieningen en infrastructuur in fysieke<br />

zin. Milieueffecten die optreden bij het transformeren van<br />

(landelijk) gebied tot infrastructuur en die dus samenhangen<br />

met fysiek ruimtebeslag zullen zich nauwelijks<br />

voordoen.<br />

Prioriteit 2 Attractieve regio’s<br />

Een aantrekkelijk ondernemingsklimaat is een absolute<br />

voorwaarde om <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> concurrerend<br />

te houden. Naast de traditionele factoren als infrastructuur<br />

en bedrijfsruimte wordt ook een aantrekkelijke<br />

woonomgeving van steeds groter belang. Dit geldt niet<br />

alleen voor de steden (prioriteit 3), maar ook voor het<br />

omliggende landelijk gebied. Het landelijk gebied staat<br />

geografisch en functioneel in nauwe verbinding met het<br />

stedelijk gebied. Dat betekent dat het landelijk gebied een<br />

belangrijke functie heeft als het gaat om het concurrentievermogen<br />

van de regionale economie.<br />

<strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> zet met prioriteit 2 vooral in op haar<br />

economische kernzones, oftewel de gebieden rond de<br />

38 <strong>Operationeel</strong> <strong>Programma</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> <strong>2007</strong>-<strong>2013</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!