Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN
Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN
Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 - SNN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de steden de plaatsen waar een relatief groot deel van de<br />
kennis en bedrijvigheid in de eerder genoemde sleutelgebieden<br />
en speerpuntsectoren gevestigd is. Om het<br />
regionale innovatievermogen in geheel <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong><br />
te kunnen stimuleren en daarmee de concurrentiekracht<br />
te vergroten, zijn aantrekkelijke steden een noodzakelijke<br />
voorwaarde; zowel in hun functie als werklocatie als in hun<br />
functie van woonplaats.<br />
Onder de prioriteit ‘attractieve steden’ moeten de juiste<br />
randvoorwaarden worden gecreëerd, waarbinnen het<br />
innovatieve vermogen van steden tot bloei kan komen.<br />
Anders gezegd: de kenniseconomie gedijt alleen in een<br />
aantrekkelijk ondernemingsklimaat. De kwaliteit van de<br />
omgeving is daarbij een belangrijke factor. De inzet van<br />
de Europese structuurfondsen moet daarom ook gebruikt<br />
worden voor investeringen in een aantrekkelijk woon- en<br />
werkklimaat, om bij te dragen aan economische groei,<br />
innovatie en werkgelegenheid. Indien mogelijk en wenselijk<br />
streeft het <strong>Noord</strong>en daarbij naar de inzet van aanvullende<br />
Europese financiering, naast de EFRO-middelen.<br />
Met name wordt gedacht aan middelen uit het JESSICAprogramma<br />
van de EIB, dat mogelijk naast middelen uit<br />
het OP ingezet kan worden en specifiek bestemd is voor<br />
financiering van stedelijke ontwikkeling. Onzeker is echter<br />
of dit instrument meerwaarde heeft ten opzichte van de<br />
bestaande middelen die in <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> voorhanden<br />
zijn. Deze meerwaarde zal evenals de precieze mogelijkheden<br />
nader moeten worden onderzocht.<br />
De prioriteit ‘Attractieve steden’ bestaat uit twee actielijnen:<br />
3.A Opwaardering stedelijk voorzieningenniveau<br />
3.B Locaties voor kennisgeoriënteerde bedrijvigheid<br />
Integrale benadering van stedelijke ontwikkeling<br />
Deze prioriteit is gericht op de vier grote steden en legt<br />
het accent op verbetering van het stedelijk voorzieningenniveau.<br />
Daarnaast wordt geïnvesteerd in locaties waar<br />
kennisgeoriënteerde bedrijven kunnen gedijen. Deze<br />
activiteiten staan binnen de vier grote steden echter niet<br />
op zichzelf. Het OP concentreert zich weliswaar op een<br />
aantal speerpunten van stedelijke ontwikkeling, maar is<br />
binnen de steden op haar beurt onderdeel van een bredere,<br />
integrale visie. Meer dan op andere plaatsen is binnen<br />
de steden sprake van een sterke samenhang van fysieke,<br />
economische, sociaal-maatschappelijke en milieugerichte<br />
kenmerken. Om kansen op verschillende onderdelen te<br />
kunnen benutten en problemen te bestrijden, moeten<br />
initiatieven in samenhang worden beschouwd en op elkaar<br />
worden afgestemd. Alleen op die wijze kan een duurzame<br />
ontwikkeling van de steden worden gerealiseerd. Dit<br />
sluit aan op de beleidsvisie zoals die bijvoorbeeld is<br />
gedefinieerd in het kader van het Grotestedenbeleid van<br />
het Rijk of in het kader van het nationaal stedelijk netwerk<br />
Groningen-Assen, Leeuwarden.<br />
Het is de gezamenlijke keuze van de partners in <strong>Noord</strong>-<br />
<strong>Nederland</strong> om het OP in het bijzonder in te zetten ten<br />
behoeve van de gewenste transitie naar een kenniseconomie.<br />
Activiteiten die daarbinnen ontwikkeld worden,<br />
zullen zich in belangrijke mate afspelen op het stedelijke<br />
grondgebied. Overigens niet alleen binnen prioriteit 3<br />
die exclusief op de steden is gericht, maar ook binnen de<br />
andere prioriteiten. Vanuit die wetenschap is afstemming<br />
met andere initiatieven binnen de steden van groot belang.<br />
Deze initiatieven zullen zich soms buiten de kaders van<br />
het OP voltrekken onder verantwoordelijkheid van de<br />
steden zelf, maar vergroten binnen de genoemde integrale<br />
aanpak de effectiviteit van projecten binnen het OP.<br />
Afstemming van verschillende initiatieven die bijdragen<br />
aan duurzame stedelijke ontwikkeling is geborgd binnen<br />
de uitvoeringsstructuur van het OP. De vier grote<br />
steden zijn niet alleen vertegenwoordigd in het Comité<br />
van Toezicht (zie hoofdstuk 4), maar zijn ook direct en<br />
intensief betrokken bij het opstellen van het OP en het<br />
definiëren van de ontwikkelingsstrategie. Dit legt de basis<br />
voor een integrale aansturing van de ontwikkeling van<br />
het stedelijk grondgebied, zoals voorzien in artikel 8 van<br />
de EFRO-verordening (EG nr. 1080/2006) dat zich richt<br />
op duurzame stedelijke ontwikkeling. <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong><br />
is overigens niet voornemens om gebruik te maken van<br />
de extra ruimte die dit zelfde artikel biedt voor inzet van<br />
EFRO-financiering voor activiteiten die binnen de werkingssfeer<br />
van het ESF vallen.<br />
42 <strong>Operationeel</strong> <strong>Programma</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Nederland</strong> <strong>2007</strong>-<strong>2013</strong>