De weg van de Boeddha– Bhupendra R. VoraIn wezen is boeddhisme eenlevenswijze, gebaseerd op deler<strong>in</strong>gen van de stichter ervan engedemonstreerd door zijn voorbeeld.Bhupendra R. Vora islangjarig lid en voormaligvoorzitter van deTheosophical Society(TS) <strong>in</strong> Oost en CentraalAfrika.Er zijn prachtige legenden ontstaanrond de geboorte, de jeugd en de adolescentievan Siddhartha Gautama.Hier<strong>in</strong> wordt verhaald hoe hij, ondankszijn gelukkige en beschermde levenb<strong>in</strong>nen de paleismuren, ontdekte datverdriet, ziekte en dood universeelzijn; hoe hij op 29-jarige leeftijd zijnwon<strong>in</strong>g, vrouw en pasgeboren zoonverliet en <strong>in</strong> zijn eentje het woud <strong>in</strong>g<strong>in</strong>gom te ontdekken hoe er een e<strong>in</strong>dgemaakt kon worden aan het lijden vande mensheid. In de zes jaar als kluizenaardie daarop volgden, experimenteerdehij met uiterste zelfkastijd<strong>in</strong>g,waaronder uithonger<strong>in</strong>g, maar omdathij geen antwoord kreeg op zijn vraag,gaf hij die weg op en begon hij weerwat te eten om zijn verzwakte lichaamte doen aansterken. Toen hij <strong>in</strong> meditatieverzonken zat op de dag van de vollemaan <strong>in</strong> mei (wesak of vaisakha),vond hij het antwoord en werd hij eenSammâsamboeddha – de alwetende,ontwaakte, of verlichte mens. Daaropvolgden 45 jaar actief leraarschap,waar<strong>in</strong> hij door het land trok en demensen liet zien hoe zij een e<strong>in</strong>d kondenmaken aan alle ziektes, disharmonieen lijden, en hoe zij dezelfde onver-102 www.theosofie.nl Theosofia <strong>112</strong> / nr 3 - augustus 2011
stoorbare vreugde konden v<strong>in</strong>den diehijzelf bereikt had.Er zijn heel wat vertelsels <strong>in</strong> deJatakaverhalen over de vorige levensvan de Boeddha die aantonen dat hijleven na leven trachtte deugden teontwikkelen en zichzelf geleidelijk tevervolmaken. Elk van deze verhalenheeft een moraal en leert ons iets overhet pad van de bodhisattva.Toen de Heer Boeddha de laatstevan vele geboorten aanvaardde alsGautama, leek hij aanvankelijk nietvan plan geweest te zijn om een nieuwereligie te stichten. Hij leek eenvoudigeen hervormer van het h<strong>in</strong>doeïsme tezijn – een geloof dat al een aanzienlijkeouderdom bezat en daardoorsterk was afgeweken van zijn oorspronkelijkevorm, zoals alle religies na verloopvan tijd plegen te doen. Het geloofhad zich op veel manieren verharden was star geworden met betrekk<strong>in</strong>gtot vormen en ceremonies. Bij ritualenwerden dieren geofferd. Toen kwam deheer Gautama en door zijn ler<strong>in</strong>gengooide hij de poorten van de zoete wetvan gerechtigheid wijd open. Hij leerdede mensen de religie van mededogenen liefde, van de middenweg, en datgaf de massa’s hoop dat er een hogerleven mogelijk is, zelfs voor hen dienog <strong>in</strong> de wereld zijn. Hij verklaardedat de twee uitersten van enerzijds eenleven van plezier en comfort en anderzijdseen leven van ascetisme, irrationeelzijn; dat mensen, als ze maar demetafysica en haarklovende argumentenzouden vermijden, de grote waarhedenvan het leven als leidraad zoudenkunnen bevatten.Eén van de mooiste boeken over hetleven van Gautama de Boeddha, Hetlicht van Azië, toont ons de geest vanzijn tijd en zijn wonderbaarlijke levensloop.Zijn triomfantelijke woorden bijhet bereiken van verlicht<strong>in</strong>g luidden alsvolgt:Door e<strong>in</strong>dloos leven schreed Ik,zwervend door veel vormen van bestaan,Zoekende hem, die v<strong>in</strong>g het bouwen aan.Elke geboorte was vol van leed.Maar nu,Bouwer van het huis, ontdekte ik u.Gij zult het niet optrekken wederom,De wanden van smart rondomMet de nok van bedrog en geenNieuwe balken plaatsen op leem;Het huis is verbroken, de vorstbalkgekraakt;Begooch’l<strong>in</strong>g had het gemaakt.Veilig trek ik van hier naar bevrijd<strong>in</strong>gheen.’ 1In Het licht van Azië luiden de viernobele waarheden die de Boeddhauitsprak, als volgt:De eerste spreekt van ’t lijden. ’t Leven,datGij prijst is lange doodstrijd. Enkel blijftHet leed. Zijn vreugde zijn als voog’lenschuw,Die snelle schrik verdrijft.De tweede waarheid meldt hoe ’t lijdenkomt.Welk Leed uit zich, en niet uit lustenspruit?…Aldus brandt Trishna, lust en dorst naard<strong>in</strong>gen.Waar gij naar haakt, slechts dromen,schimmen zijn. …De derde spreekt van ’s lijdens e<strong>in</strong>d. ’tBrengt vreeZelfzucht te delgen en des levens lust.Begeerte scheurende uit haar borst, zobrengtDe ziel haar strijd tot rust.De vierde waarheid is de Weg, die wijdEn vlak, nabij voor allen openstaat,’t Achtvoudig edel Pad, dat recht naarvredeEn veil’ge toevlucht gaat.Theosofia <strong>112</strong> / nr 3 - augustus 2011 www.theosofie.nl 103