VO-magazine-5-2015-2016_LR
VO-magazine-5-2015-2016_LR
VO-magazine-5-2015-2016_LR
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GOVERNANCE<br />
‘GOED BESTUUR <strong>VO</strong>OR<br />
WAARDE <strong>VO</strong>OR GOED<br />
ONDER WIJS’<br />
Vanaf 1 augustus <strong>2015</strong> geldt een nieuwe code voor goed bestuur in het<br />
voortgezet onderwijs. Op 1 januari <strong>2016</strong> is een commis sie aangesteld<br />
die de na leving van de code gaat monitoren. Ook heeft de commissie de<br />
opdracht de stand van zaken van de werking en toepassing van de code<br />
in beeld te brengen en voorstellen voor verbetering aan te dragen.<br />
Tekst: Jacq Zinken / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />
“Wij zijn van mening dat goed bestuur en toezicht in<br />
wisselwerking tot heel goed onderwijs moeten leiden.<br />
Dat is trouwens ook in het belang van de continuïteit<br />
van je organisatie.” Het klinkt als een soort mission<br />
statement, waarmee de twee ‘buitenleden’ van de<br />
Monitoringscommissie zich op een tussen winter en<br />
voorjaar aarzelende dag presenteren.<br />
In die commissie wilde de <strong>VO</strong>-raad naast vijf mensen<br />
uit de praktijk graag twee leden van buitenaf, een met<br />
een bestuurlijk profiel en een met een wetenschappelijk<br />
profiel. Geri Bonhof, die in september <strong>2015</strong> afscheid<br />
nam als voorzitter van het College van Bestuur van de<br />
Hogeschool Utrecht, lijkt als voorzitter een logische<br />
keuze: “Als bestuurder in het vo heb ik de ontwikkeling<br />
meegemaakt van de scheiding van bestuur en toezicht.<br />
Vanuit dat perspectief ben ik altijd geïnteresseerd<br />
geweest in de dynamiek tussen toezichthouder en<br />
bestuurder: wat is een goede toezichthouder, wat is een<br />
goede bestuurder en hoe gaan die twee met elkaar om?”<br />
‘De steekproef is niet bedoeld om te<br />
kijken wie het wel of niet goed doet’<br />
Wetenschapper Berit Lindemann is in de commissie<br />
de governance-expert. Zij doet onderzoek naar goed<br />
bestuur en de creatie van publieke waarde en is ook<br />
gepromo veerd op dit onderwerp. “Door mijn wetenschappelijke<br />
en onderzoeksachtergrond hanteer ik een<br />
ander perspec tief dan mensen die zelf bestuurder zijn”,<br />
zegt ze. Bonhof vult aan: “Als je een commissie hebt<br />
met twee toezicht houders en drie bestuurders krijg je<br />
wel een breed scala aan ervaring binnen, maar mis je<br />
de blik van buiten.”<br />
Steekproef<br />
De commissie is ingesteld voor drie jaar en heeft het<br />
werkprogramma voor de eerste anderhalf jaar zojuist<br />
vastgesteld. Om zicht te krijgen op de naleving van de<br />
code voor goed bestuur voert de commissie zo’n 120<br />
steekproeven uit over de jaarverslagen van <strong>2015</strong>; dat is<br />
bij één op drie instellingen voor voortgezet onderwijs.<br />
Daarbij wordt rekening gehouden met bestuursvorm,<br />
aantal leerlingen, spreiding over het land en spreiding<br />
over de denominaties. Uiteraard wordt ook rekening<br />
gehouden met het feit dat bestuurders de ruimte hebben<br />
om de code toepasbaar te maken op hun eigen situatie,<br />
zodat een cultuur ontstaat die stimulerend is voor het<br />
onderwijs. De voorzitter: “Belangrijk is dat we een beeld<br />
krijgen hoe de stand van zaken is. De steekproef is niet<br />
bedoeld om te kijken wie het wel of niet goed doet.<br />
Maar als blijkt dat een school ergens iets mist, kan een<br />
terugkoppeling op individueel niveau het bestuur en de<br />
raad van toezicht helpen.” In januari/februari 2017 volgt<br />
een advies over een specifiek onderdeel van goed bestuur:<br />
de invloed en medezeggenschap van ouders en leerlingen.<br />
Dialoog<br />
In de nabije toekomst gaat de commissie vooral focussen<br />
op de horizontale dialoog. Lindemann: “Uit eigen onderzoek<br />
blijkt dat scholen soms het gevoel hebben dat ze<br />
heel erg goed samenwerken, maar de mensen met wie ze<br />
dan zouden samenwerken, herkennen dat vaak niet. Dat<br />
heeft bijvoorbeeld te maken met de manier waarop je ze<br />
betrekt: is dat cocreatie, is dat consultatie, of is dat alleen<br />
maar informeren? En waar mogen ze over meepraten?”<br />
Bonhof: “De invulling van een goede horizontale dialoog<br />
met je leerlingen en met de ouders is nooit af. Je moet<br />
iets creëren waardoor mensen gaan participeren, waardoor<br />
het beter wordt en ze zelf ook zien dat het beter<br />
wordt. Daar zit voor mij wel een drijfveer: hoe krijg je<br />
voor elkaar dat mensen zich ook betrokken voelen?”<br />
40 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 5 / April <strong>2016</strong>