MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> <strong>Lith</strong>-<strong>2013</strong><br />
Relevant zijn de wijzigingen van de geurnorm van de kleine kern ’t Wild en Teeffelen (van 2 naar 6 Ou) en<br />
de norm voor het LOG bij Oijen (van 20 naar 14 Ou). Voor de overige kernen in voormalig <strong>Lith</strong> is het<br />
voorstel de norm te handhaven op 2 Ou. Voor het extensiveringsgebied en het verwevingsgebied is het<br />
voorstel de norm te handhaven op 8 respectievelijk 14 Ou.<br />
Op basis van de bestaande en voorgestelde nieuwe normen is de milieuruimte voor wat betreft geur in de<br />
oeverwal (kernen, kernrandzones) beperkt. Voor een groot deel is dit gebied voor de intensieve<br />
veehouderijen aangeduid als extensiveringsgebied. Zowel in planologische zin als qua milieuruimte zijn<br />
er op de oeverwal dus weinig ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij.<br />
Gekoppeld aan de actualisatie van de geurverordening bevat het raadsvoorstel een beleidsregel die er op<br />
toeziet dat bij ruimtelijke procedures ook wordt getoetst aan de achtergrondbelasting (cumulatieve<br />
belasting). Die normen zijn vooral van belang voor de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve<br />
veehouderijen en dus ook voor de toepassing van de flexibiliteitsbepalingen (vergroting of vormwijziging<br />
van bouwblokken, omschakeling naar andere functies) in het nieuwe <strong>bestemmingsplan</strong>.<br />
De ontwerpverordening voorziet in een halvering van de vaste afstanden voor bedrijven met dieren zonder<br />
geuremissiefactor, zoals melkveebedrijven. Voor alle bedrijven met dieren zonder geuremissiefactor is in de<br />
ontwerpverordening een voorstel opgenomen voor de halvering van de vaste afstand (van 100 naar 50 meter<br />
voor de bebouwde kom, van 50 naar 25 meter voor het <strong>buitengebied</strong>), behoudens bedrijven met meer dan<br />
200 stuks melkrundvee (exclusief bijbehorend jongvee, maximaal 140 stuks). De halvering geldt dan voor het<br />
hele grondgebied van de gemeente <strong>Oss</strong>, dus ook voor het hele plangebied. Voor de melkveebedrijven zijn er<br />
weinig knelpunten ten aanzien van de milieuruimte qua geur, vanwege deze halvering van de vaste<br />
afstanden en gezien de ruimtelijke structuur / openheid in de <strong>Lith</strong>se polder en de Oijense polder.<br />
Fijn stof<br />
In het kader van vergunningverlening zal de gemeente <strong>Oss</strong> rekening houden met de wet‐ en regelgeving<br />
met betrekking tot fijn stof. Voor fijn stof gelden de volgende normen:<br />
Een jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m3 fijn stof in de buitenlucht.<br />
Een daggemiddelde concentratie van 50 μg/m3 welke maximaal 35 keer per jaar mag worden<br />
overschreden.<br />
Uit het landelijke verspreidingsmodel blijkt dat in 2010 de jaargemiddelde achtergrondconcentratie van<br />
fijn stof (PM10) in het <strong>buitengebied</strong> van <strong>Lith</strong> nergens hoger is dan 28 μg/m3 , wat ruim onder de maximaal<br />
toegestane jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m3 fijn stof in de buitenlucht ligt. De maximale<br />
concentratie van 28 μg/m3 , betekenen dat ook ten aanzien van de overschrijdingsdagen vanuit de<br />
achtergrondconcentratie geen problemen te verwachten zijn.<br />
Er kan dus gesteld worden dat er op het thema fijn stof geen belemmeringen (beperking<br />
milieugebruiksruimte door te hoge wettelijke concentratie en/of veel overschrijdingsdagen) zijn te<br />
verwachten.<br />
Alternatieven en scenario’s<br />
In het voorontwerp <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> <strong>Lith</strong> ‐ <strong>2013</strong> worden regels opgenomen met betrekking<br />
tot de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen, waaronder intensieve veehouderijen en<br />
grondgebonden veehouderijen. Deze mogelijkheden vormden de basis voor twee alternatieven en twee<br />
scenario’s.<br />
6 ARCADIS 076788411:0.1 - Definitief