MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Mitigerende en compenserende maatregelen<br />
<strong>MER</strong> <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> <strong>Lith</strong>-<strong>2013</strong><br />
Een actief gemeentelijk beleid gericht op het intrekken van onbenutte vergunningsruimte van<br />
veehouderijen kan helpen de kans op het invullen van de latente ruimte (verschil tussen feitelijke<br />
bezetting en vergunde dierplaatsen) en daarmee een toename van de feitelijke geurhinder beperken.<br />
Daarnaast kan de gemeente in planologische procedures ook het voldoen aan de voorgrondnormen als<br />
criterium meenemen. Dit beperkt het opvullen van eerder verleende emissies in een bestaande overbelaste<br />
situatie. Deze problematiek speelt in het plangebied beperkt.<br />
De gemeente maakt al gebruik van haar bevoegdheid om met gebiedsgerichte normen en een toets op de<br />
achtergrondbelasting een ongewenste toename van de geurbelasting te voorkomen.<br />
Leemten in kennis en informatie<br />
Er zijn geen leemten in kennis en informatie geconstateerd die van invloed zijn op de<br />
oordeel‐ en besluitvorming.<br />
6.5.3 FIJN STOF<br />
Methodiek<br />
Voor emissies van fijn stof zijn onderscheidend het type bedrijf en de verkeersbewegingen die daarbij een<br />
rol spelen.<br />
Daarom is luchtkwaliteit beoordeeld op de volgende criteria:<br />
Bedrijfsvoering: fijn stof (PM10).<br />
Verkeer: fijn stof (PM10).<br />
Voor wat betreft de invloed op fijn stof is de veehouderij relevant. In de scenario’s kan er een toename<br />
ontstaan aan (vracht)verkeer. Daarnaast kan een concentratie aan veehouderijen de concentratie aan fijn<br />
stof verhogen. In de achtergrondconcentraties zijn de bijdrages van de bestaande veehouderijen al<br />
inbegrepen. Nieuwe overschrijdingen van de wettelijke normen in de toekomst kunnen bij een adequate<br />
vergunningverlening in principe niet plaatsvinden, tenzij de normen worden bijgesteld op basis van<br />
nieuwe inzichten bijvoorbeeld de dosis‐effectrelatie.<br />
Huidige situatie en autonome ontwikkeling<br />
In paragraaf 4.3 is ingegaan op de fijn stof situatie in <strong>Lith</strong>. Er kan gesteld worden dat in de gemeente de<br />
normen voor fijn stof niet worden overschreden, althans op globaal niveau. Fijn stof is voor veehouderijen<br />
in <strong>Lith</strong> geen bepalend of beperkend criterium voor wat betreft de milieugebruiksruimte voor alle<br />
veehouderijen, maar lokaal kunnen er wel knelpunten zijn of ontstaan door een relatief hoge concentratie.<br />
Vooral pluimveebedrijven stoten fijn stof uit. Het invloedsgebied van dergelijke lokale bronnen is relatief<br />
beperkt. In het plangebied liggen twee pluimveebedrijven (zie Afbeelding 6).<br />
Effecten en effectbeoordeling<br />
Bedrijfsvoering<br />
Vanwege de wettelijke regels zullen er in de alternatieven geen overschrijdingen van de wettelijke fijn<br />
stof‐norm mogen ontstaan voor wat betreft de luchtkwaliteit. De relevante verschillen die optreden zijn<br />
beperkt tot een gebied op relatief korte afstand van de veehouderijen (met name de pluimveebedrijven).<br />
Omdat de milieuruimte voor met name geur beperkt is, dwingt dit al snel tot technieken die minstens tot<br />
stabilisatie, maar mogelijk zelfs tot een daling van de emissie van fijn stof leiden. Alle alternatieven zijn<br />
derhalve op het criterium bedrijfsvoering (fijn stof) beoordeeld als neutraal (0) ten opzichte van de<br />
referentiesituatie.<br />
076788411:0.1 - Definitief ARCADIS 77