MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
MER bestemmingsplan buitengebied Lith - 2013 - Gemeente Oss
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>MER</strong> <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> <strong>Lith</strong>-<strong>2013</strong><br />
Melkrundveehouderij<br />
Dezelfde melkrundveehouderijen als bij VKA 0% groei stoppen. De bedrijven op de oeverwal met een<br />
omvang van meer dan 70% nge groeien met maximaal 50% of tot een maximaal bouwvlak van 1,5 hectare.<br />
In de <strong>Lith</strong>se Polder en in de Oijense Polder wordt verondersteld dat alle melkrundveebedrijven met een<br />
omvang tussen 40 en 70 nge blijven en dat deze bij een grotere omvang dan 70 nge groeien met maximaal<br />
100% of tot een bouwvlak van maximaal 2 hectare. Dit scenario gaat dus uit van een groei van de<br />
economische omvang van de melkveehouderij. Die groei is bij bovenstaande uitgangspunten meer dan<br />
25%.<br />
In totaliteit groeit de economische omvang van de veehouderij (intensieve veehouderij en melkrundvee)<br />
volgens bovenstaande uitgangspunten met ongeveer 25%.<br />
5.2.3 MAXIMAAL SCENARIO<br />
In het maximaal scenario wordt de volledige ruimte die het voorontwerp <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong><br />
<strong>Lith</strong> – <strong>2013</strong> maximaal mogelijk maakt door de veehouderij benut. Dus alle IV‐bedrijven groeien tot een<br />
omvang zoals in Tabel 8 is samengevat, mits hiervoor voldoende milieuruimte (geur) aanwezig is. Voor de<br />
melkrundveehouderij geldt dat deze groeit tot 1,5 hectare (overwal) of 2 hectare (polders). Er zijn in dit<br />
scenario geen stoppers.<br />
In het maximaal scenario is ook rekening gehouden met de mogelijkheden voor omschakeling. Omdat er<br />
echter weinig agrarische bouwblokken zijn waarbij er sprake kan zijn van omschakeling van een niet‐<br />
veehouderij naar een veehouderij, zijn de effecten daarvan beperkt. Daarnaast kan er ook sprake zijn van<br />
omschakeling van intensieve veehouderij naar grondgeboden veehouderij of andersom, van<br />
grondgebonden naar intensieve veehouderij (alleen op duurzame locaties). In de berekening is hierbij<br />
gemaximaliseerd en is uitgegaan van het bestaande type, omdat hiermee de effecten op gebied van<br />
ammoniak (i.v.m. een toetsing aan de Natuurbeschermingswet) maximaal in beeld worden gebracht.<br />
Melkveebedrijven hebben meer planologische ruimte voor groei en er zijn voor deze bedrijven minder<br />
technieken (zoals luchtwassers) beschikbaar om de ammoniakemissie te beperken.<br />
5.2.4 BEST CASE SCENARIO<br />
Een belangrijke voorwaarde voor het <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> is dat dit uitvoerbaar is in het kader<br />
van de Natuurbeschermingswet. Daarvoor is van belang dat wordt aangetoond dat er een scenario is<br />
waarbij de instandhoudingsdoelstellingen niet significant worden aangetast. Met andere woorden, dat de<br />
gemeente ervoor kan zorgen dat de stikstofdepositie op Natura 2000 niet toeneemt. Om die reden is een<br />
best case scenario ontwikkeld, waarbij als eerste het VKA 0% groei de basis vormt en vervolgens de stallen<br />
worden uitgevoerd conform de best beschikbare technieken.<br />
5.2.5 UITGANGSPUNTEN BEREKENINGEN<br />
In dit <strong>MER</strong> is het verschil tussen het vergund aantal dierplaatsen en de opgave van de veebezetting uit de<br />
CBS‐tellingen, op basis van cijfers op gemeenteniveau, inzichtelijk gemaakt. Dat is een benadering om de<br />
latent vergunde uitbreidingsruimte aan te duiden, dus geen aanpak die specifiek geldt voor het<br />
plangebied van het <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>buitengebied</strong> <strong>Lith</strong> ‐ <strong>2013</strong>.<br />
De effecten van de alternatieven zijn in het <strong>MER</strong> voor de aspecten ammoniak en geur kwantitatief<br />
onderzocht en onderling vergeleken. Voor de andere aspecten zijn de effecten vooral kwalitatief in beeld<br />
gebracht.<br />
56 ARCADIS 076788411:0.1 - Definitief