Endocrinologie Metabolisme en Diversen - NVKC
Endocrinologie Metabolisme en Diversen - NVKC
Endocrinologie Metabolisme en Diversen - NVKC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- mannelijk <strong>en</strong> vrouwelijk pseudohermafroditisme (bron: Basic & Clinical Endocrinology; Gre<strong>en</strong>span):<br />
• bij mannelijk pseudohermafroditisme zijn de testikels aanwezig; de “g<strong>en</strong>ital ducts” <strong>en</strong> externe<br />
g<strong>en</strong>italia zijn echter onvoldo<strong>en</strong>de vermannelijkt. Mannelijk pseudohermafroditisme kan het gevolg<br />
zijn van i) onvoldo<strong>en</strong>de ontwikkeling van de testis, ii) onvoldo<strong>en</strong>de secretie van testosteron of<br />
“anti-mullerian hormone”, iii) fal<strong>en</strong>de weefselrespons op testosteron, “anti-mullerian hormone” of<br />
dihydrotestosteron of iv) fal<strong>en</strong>de conversie van testosteron naar dihydrotestosteron (zie ook:<br />
adr<strong>en</strong>og<strong>en</strong>itaalsyndroom).<br />
• bij vrouwelijk pseudohermafroditisme zijn de ovaria aanwezig, maar is de g<strong>en</strong>itale ontwikkeling<br />
mannelijk of twijfelachtig. De vermannelijking is afhankelijk van het tijdstip waarop de foet aan<br />
androg<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt blootgesteld; na de 12 de ontwikkelingsweek zal er alle<strong>en</strong> sprake zijn van clitoris<br />
hypertrofie (zie ook: adr<strong>en</strong>og<strong>en</strong>itaalsyndroom).<br />
- ulcus duod<strong>en</strong>i, gastrinoom, carcinoïd tumor<strong>en</strong>, apudoma's, MEN-syndrom<strong>en</strong> (bron: Clinical<br />
Chemistry; Tietz)<br />
a) ulcus duod<strong>en</strong>i: wordt gek<strong>en</strong>merkt door bov<strong>en</strong>buiksklacht<strong>en</strong> die 2 uur na e<strong>en</strong> maaltijd optred<strong>en</strong><br />
(“hongerpijn”). De zuurproductie van de maag wordt gestimuleerd door zowel neurocri<strong>en</strong>e<br />
(acetylcholine), paracri<strong>en</strong>e (histamine) als <strong>en</strong>docri<strong>en</strong>e (gastrine) stimulatie van de pariëtale cell<strong>en</strong>.<br />
Naast de morbiditeit door de ziekte zelf, kan de ziekte gecompliceerd verlop<strong>en</strong> door: i)<br />
bloeding<strong>en</strong>, ii) perforaties (peritonitis), iii) p<strong>en</strong>etratie (in lever, pancreas e.d.) <strong>en</strong> iv) obstructie<br />
door littek<strong>en</strong>weefsel. Therapie bestaat uit antacida <strong>en</strong> histamine H2-receptor blokkers (Zantac ® ) <strong>en</strong><br />
/ of operatie. Er is e<strong>en</strong> relatie met Helicobacter pylori <strong>en</strong> MEN-type I.<br />
b) gastrinoom (<strong>en</strong>topisch; lokalisatie op histologisch juiste plaats) <strong>en</strong> Zollinger-Ellison syndroom<br />
(ectopisch): wordt gek<strong>en</strong>merkt door ulcus pepticum, hypersecretie van de maag <strong>en</strong> tumor<strong>en</strong> in<br />
maag (<strong>en</strong>topisch) of het pancreas (ectopisch). Indi<strong>en</strong> het ulcus in het laatste deel van het<br />
duod<strong>en</strong>um of in het jejunum is gelokaliseerd, is dit zeer suggestief voor e<strong>en</strong> gastrinoom. Gastrineconc<strong>en</strong>traties<br />
hoger dan 1000 ng/l zijn vrijwel bewijz<strong>en</strong>d voor de diagnose; in andere gevall<strong>en</strong> zijn<br />
functietests noodzakelijk. Met de secretine-functietest wordt het gastrinoom aangezet tot e<strong>en</strong><br />
sterke gastrine productie. Ofschoon e<strong>en</strong> standaard maaltijd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot gastrine-secretie leidt, is<br />
e<strong>en</strong> goed onderscheid met andere maagaando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> echter moeilijk. Er is e<strong>en</strong> relatie met MENtype<br />
I.<br />
c) carcinoïd tumor<strong>en</strong>: gev<strong>en</strong> in 10% van de gevall<strong>en</strong> aanleiding tot cutane flushes, buikkramp<strong>en</strong>,<br />
diarree, oedeem <strong>en</strong> pellagroïde huidverschijnsel<strong>en</strong>. Carcinoïd<strong>en</strong>, afkomstig van arg<strong>en</strong>tofiele cell<strong>en</strong><br />
(app<strong>en</strong>dix, jejunum <strong>en</strong> ileum), zett<strong>en</strong> 60% van het tryptofaan om tot serotonine <strong>en</strong> 5-HIAA (onder<br />
normale omstandighed<strong>en</strong> is dit slechts 1% van het tryptofaan). De 5-HIAA-bepaling is zeer<br />
specifiek, maar weinig s<strong>en</strong>sitief. Carcinoïd<strong>en</strong> in bronchi, maag, duod<strong>en</strong>um <strong>en</strong> pancreas producer<strong>en</strong><br />
met name 5-hydroxytryptofaan (5HTrp). Er is e<strong>en</strong> relatie met MEN-type I.<br />
d) APUDoma’s: groep embryologisch gerelateerde <strong>en</strong>docri<strong>en</strong>e tumor<strong>en</strong> van ectodermale oorsprong.<br />
APUD staat voor “amine precursor uptake and decarboxylase” <strong>en</strong> betreft zowel bioactive amin<strong>en</strong><br />
als polypeptide hormon<strong>en</strong>. APUDoma’s zijn <strong>en</strong>topisch (cell<strong>en</strong> op de histologisch juiste plaats) of<br />
ectopisch. Tot de <strong>en</strong>topische APUDoma’s rek<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> o.a. het carcinoïd, het insulinoom, het<br />
gastrinoom, de ziekte van Cushing, acromegalie, medullair schildkliercarcinoom <strong>en</strong> het<br />
feochromocytoom. Tot de ectopische APUDoma’s word<strong>en</strong> het syndroom van Cushing, het<br />
syndroom van Zollinger Ellison <strong>en</strong> de VIPoma’s gerek<strong>en</strong>d.<br />
e) MEN-syndrom<strong>en</strong>: multipele <strong>en</strong>docri<strong>en</strong>e neoplasieën die hun oorsprong vind<strong>en</strong> in APUDoma’s. MENsyndrom<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> veelal op autosomaal dominante wijze overgeërfd. M<strong>en</strong> maakt onderscheid in<br />
MEN-type I, MEN-type IIa <strong>en</strong> MEN-type IIb.<br />
• MEN-type I: syndroom vertoont het klinisch beeld van hyperparathyreoïdie (bijschildklierhyperplasie<br />
of ad<strong>en</strong>oom bij 90%) of recidiver<strong>en</strong>d ulcus pepticum. Familie-onderzoek is voor<br />
de behandeling niet van nut.<br />
• MEN-type IIa: medullair schildkliercarcinoom bij 100%; feochromocytoom bij 50%. Ook bij<br />
50% secundaire hyperparathyreoïdie. Patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> medullair schildkliercarcinoom<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht op aanwezigheid van e<strong>en</strong> feochromocytoom <strong>en</strong> omgekeerd.<br />
Familie-onderzoek is noodzakelijk i.v.m. tijdige behandeling.<br />
• MEN-type IIb: ganglioneurom<strong>en</strong> bij 95%; voor het overige is het e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gbeeld van MEN-type<br />
I <strong>en</strong> MEN-type Iia.<br />
- nefrog<strong>en</strong>e <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale diabetes insipidus, psychog<strong>en</strong>e polydipsie (bron: Clinical Chemistry; Tietz)<br />
• nefrog<strong>en</strong>e diabetes insipidus: vindt zijn oorzaak in het fal<strong>en</strong> van de nier te reager<strong>en</strong> op normale of<br />
zelfs verhoogde ADH-spiegels. Bij het mer<strong>en</strong>deel van de gevall<strong>en</strong> wordt ge<strong>en</strong> cAMP geproduceerd.<br />
28