Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen
Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen
Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ed Romein<br />
Quasi-causaliteit<br />
124 – 125<br />
1 Ik verwijs naar de series waaruit het boek is samengesteld: s 23 verwijst naar serie 23.<br />
existeren met de beweging. Anders dan lichamelijke dingen nemen ze geen<br />
plaats in en hebben ze geen heden, maar ze zijn er wel. ze persisteren aan<br />
het randje <strong>van</strong> het zijn, behept met de allerminste hoeveelheid aan zijn,<br />
zodat ze net niet over het randje kukelen in het lege niets. Waar de afbeeldingen<br />
het heden bezetten is er in de zwarte streepjes alleen plaats voor<br />
verleden en toekomst, voor wat er is gebeurd en wat er staat te gebeuren.<br />
ze staat aan de ene zijde uit naar de afbeelding die net is geweest en aan<br />
de andere zijde naar de afbeelding die gaat komen. In de Stoa voltrekt zich<br />
zo een fundamentele censuur in de conceptie <strong>van</strong> tijd. (deleuze 1969: s23) 1<br />
niet langer een verleden, heden en toekomst die op dezelfde lijn liggen,<br />
maar enerzijds een plaats die geheel wordt ingenomen door het heden, wat<br />
de Stoa Chronos noemt, en anderzijds een non-plaats <strong>van</strong> een gelijktijdigheid<br />
<strong>van</strong> verleden en toekomst dat altijd aan het heden ontglipt. de tijd in<br />
de afbeeldingen enerzijds en de tijd tussen de afbeeldingen, de tijd in de<br />
zwarte balkjes, anderzijds. deze gelijktijdigheid <strong>van</strong> verleden en toekomst<br />
zonder heden, waar alles gebeurt zowel in richting <strong>van</strong> het verleden als in<br />
richting <strong>van</strong> de toekomst, maar zich nooit laat vastpinnen op een moment<br />
<strong>van</strong> aanwezigheid in het heden, krijgt bij de Stoa de naam Aioon. Er is weinig<br />
fantasie voor nodig om te begrijpen dat het Aioon ontologisch wordt<br />
begrepen als het worden tegenover het zijn <strong>van</strong> de Chronos. Voor deleuze<br />
insisteert het worden in het zijn.<br />
Het onderscheid in lichamelijke en onlichamelijke dingen bij de Stoa heeft<br />
wonderlijke consequenties. Het luidt niets minder dan een filosofische<br />
oproer in tegen het platoonse onderscheid in een ondermaanse en bovenmaanse<br />
wereld en de dominantie <strong>van</strong> het beeld <strong>van</strong> het denken dat dit<br />
onderscheid voortbrengt, althans volgens deleuzes interpretatie (deleuze<br />
1969: s2). Met het onderscheid had de Stoa ook de moed om de causale relatie<br />
op te splitsen. (deleuze 1969: s24) In de wereld <strong>van</strong> de materiële lichamen<br />
zijn er enkel oorzaken die verwijzen naar andere oorzaken als oorzaak.<br />
Een verbond dat voor de Stoa uitmondt in het lot, het oorspronkelijke vuur<br />
waar alles uit voorkomt en naar terugkeert. de lichamelijke dingen vormen<br />
een domein <strong>van</strong> oorzaken, maar de effecten <strong>van</strong> hun oorzakelijkheid hebben<br />
hun plaats op een ander, apart niveau, schrijft Marc de kesel in het Deleuze<br />
Compendium. Het domein <strong>van</strong> de onlichamelijke dingen bevat enkel effecten<br />
en effecten die verwijzen naar andere effecten, een groot verbond <strong>van</strong><br />
effecten. Maar hoe is dit verbond waar effecten zich <strong>tot</strong> elkaar als effecten<br />
verhouden te denken als er geen plaats is voor causaliteit? Wat de verhouding<br />
tussen effecten ‘reguleert’ is niet een echte causaliteit, maar een on-