05.05.2013 Views

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

verankerd moeten worden. ze is in letterlijke zin een werking. dit wordt<br />

systematisch vergeten wanneer men volhardt in het wereldbeeld dat zegt<br />

dat ‘de lucht blauw is’. dit gebeuren is <strong>van</strong> de orde <strong>van</strong> de onlichamelijke<br />

effecten waardoor het geheel <strong>van</strong> gebeuren met elkaar communiceert in<br />

een quasi causaliteit. dit gebeuren <strong>van</strong> al het gebeuren, een puur gebeuren,<br />

het Eventum tantum noemt deleuze het ook wel, is niets minder dan het zijn<br />

<strong>van</strong> de zijnde. (deleuze 1969: s25) Het zijn <strong>van</strong> het zijnde als het gebeuren<br />

waar al het verschillende gebeuren met elkaar communiceert is niets anders<br />

dan het worden dat insisteert.<br />

Het begrip quasi-causaliteit speelt ogenschijnlijk geen belangrijke rol in<br />

het in het vocabulaire <strong>van</strong> Henk Oosterling. Althans, ik heb het hem nog<br />

nooit systematisch horen bezigen. Maar het had er evengoed wel onderdeel<br />

<strong>van</strong> kunnen zijn. de titel <strong>van</strong> zijn proefschrift, Door schijn bewogen,<br />

getuigt in ieder geval <strong>van</strong> een grote sensibiliteit voor de notie <strong>van</strong> quasicausaliteit.<br />

Hoe beter kan men een spookachtige soort oorzakelijkheid in<br />

affirmatieve zin beschrijven? Beroerd en geroerd te raken door iets dat er<br />

eigenlijk niet kan zijn, maar er desondanks wel is. Bewogen te worden door<br />

iets dat niet existeert, maar wel insisteert. daarover merkt Oosterling op,<br />

verborgen in een voetnoot, dat insisteren een bestaanswijze betreft die niet<br />

fysiek is en waarin de problematiek <strong>van</strong> de schijn anders wordt verwoord.<br />

(Oosterling 1996a: 431; n281)<br />

Wat Door schijn bewogen in andere woorden verwoordt, is een ontlading<br />

<strong>van</strong> het potentiaalverschil tussen nietzsche en Hegel die als een<br />

bliksemschicht door het werk <strong>van</strong> Franse denkers als Michel Foucault, Jacques<br />

derrida en gilles deleuze trekt. En waar Oosterling de voorloper <strong>van</strong><br />

deze ontlading historisch en systematisch voor ons uittekent. Wat Door<br />

schijn bewogen dan beweegt is de wil om te tonen dat het ondergraven <strong>van</strong><br />

de identificerende en <strong>tot</strong>aliserende werking <strong>van</strong> het westerse denken geen<br />

einde betekent voor ons individuele en collectieve handelen. Ook al graaft<br />

deze kritischer dan kritische inzet, een hypokritiek in Oosterlings woorden,<br />

de grond onder de eigen voeten weg en ‘maken ze de weg vrij voor een vrije<br />

val’ (Oosterling 1996a: 12). de filosofie kan ook niets anders dan tegen<br />

zichzelf in denken ‘zolang zij zichzelf nog bij uitstek als een discursieve<br />

activiteit opvat’ (Oosterling 1996a: 6). de identificerende en <strong>tot</strong>aliserende<br />

werking <strong>van</strong> het westerse denken vindt haar ‘meest uitputtende, maar ook<br />

uitgeputte gestalte’ in het denken <strong>van</strong> Hegel. (Oosterling 1996a: 8) Hier<br />

begint een herwaardering <strong>van</strong> de schijn-zijn oppositie met nietzscheaanse<br />

mokerslagen haar eigen fundament onder de voeten weg te hakken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!