05.05.2013 Views

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

Voorstellen tot werkelijkheid - Sjoerd van Tuinen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

worden we onmiddellijk al onteigend. Wellicht is dit een goede beschrijving<br />

<strong>van</strong> het inter-esse dat de mantra <strong>van</strong> Oosterlings filosoferen is geworden<br />

en dat recentelijk in zijn voetspoor door Willem Schinkel is heropgenomen<br />

in zijn analyse <strong>van</strong> de xenofobe, ‘hypochondrische’ samenleving die het<br />

begin <strong>van</strong> de 21ste eeuw zou kenmerken. (Schinkel 2007) Wil deze samenleving<br />

niet aan de gevolgen <strong>van</strong> de zelfgenoegzaamheid: chaos en terreur, ten<br />

prooi vallen, dan zal ze haar eigen, fundamentele integratieve geweld serieus<br />

moeten nemen, zo stelt Schinkel. Inter-esse is geen pretje, maar het<br />

is het enige dat we hebben. We moeten, zo zou ik aanvullen − voor even de<br />

hyperkritische analyse verlatend en <strong>tot</strong> een normerend discours overgaand<br />

− onze dialectiek serieus nemen, we moeten onze dialectiek zijn en de ficties<br />

<strong>van</strong> de voor zichzelf aanwezige, in zichzelf rustende identiteit openbreken.<br />

de samenleving als transgressief evenement: alleen zo’n samenleving,<br />

die haar blinde vlek - topos waar transgressie en grens elkaar in evenwicht<br />

houden, zoals we gezien hebben - in zich toelaat en ‘uithoudt’, is een leefbare<br />

samenleving. 3 ‘Cultuur <strong>van</strong> de blinde vlek’, noemt Oosterling<br />

dat in navolging <strong>van</strong> Wolfgang Welsch. Hier wordt een<br />

cultuur geviseerd die de blinde vlek niet passief gedoogt als<br />

een vreemd element dat er mag zijn (‘ieder zijn waarheid en eigenheid’),<br />

maar zo weinig mogelijk aandacht mag krijgen; deze<br />

cultuur houdt de blinde vlek actief uit als een constante ‘bliksemflits<br />

in de nacht’: een dagelijkse praktijk <strong>van</strong> omgaan met<br />

het vreemde, ondenkbare, ‘asociale’, een dagelijkse performatie<br />

<strong>van</strong> het vormeloze, plaatsing <strong>van</strong> het onplaatsbare. Hoe is<br />

een blinde vlek te zien?, vraagt Oosterling. Wie kan deze nonplaats<br />

een plaats geven in de wijk, de stad, de samenleving, de<br />

wereld? Ik vermoed dat de zoektocht naar dit ‘wie?’ en ‘hoe?’<br />

Oosterling, meer dan een decennium later, heeft gebracht <strong>tot</strong><br />

zijn nieuwste, indrukwekkende ontwerp: <strong>tot</strong> de woorddaad en<br />

het daadwoord <strong>van</strong> Rotterdam Vakmanstad. Het gaat hem erom<br />

skills te ontwikkelen en uit te proberen, skills waarmee we de<br />

blinde vlek soms, in een flits, kunnen zien.<br />

zo heeft wat in Oosterlings proefschrift begon als een<br />

‘bliksemflits’ <strong>van</strong>uit Bataille en Foucault, in 2012 geleid <strong>tot</strong><br />

een donderende inslag. de daarop volgende brand vernietigt<br />

echter niets, maar ‘verlicht’ op een ‘beheerste’ manier de<br />

nacht die wij zijn - brandstof voor een andere, ‘vitale’ wereld.<br />

‘de transgressie verhoudt zich dus niet <strong>tot</strong> de grens als zwart<br />

<strong>tot</strong> wit, het verbodene <strong>tot</strong> het geoorloofde, buiten <strong>tot</strong> binnen,<br />

3<br />

Zie de meest zoekende, maar mijns inziens ook mooiste bladzijden <strong>van</strong> Door schijn bewogen (634-9),<br />

waarin Oosterling de kritiek op het tolerantiedenken en het Nederlandse gedoogmodel (die aan het<br />

einde <strong>van</strong> de jaren negentig plotseling de Europese welvaartsstaten opschudde) vóór is door te pleiten<br />

voor een ander model: de vreemdeling niet met passieve tolerantie bejegenen (die mij buiten schot laat),<br />

maar met een endurance non-passive . Deze term ontleent de auteur aan Derrida’s ‘Apories: Mourir −<br />

s’attendre aux limites de la vérité’ (1993). Hij zet haar in tegen een identiteitsrelativisme dat juist door<br />

te relativeren identiteiten ongemoeid laat: ‘Endurance’ houdt meer in dan louter negatief-kritisch eigen<br />

waarden en waarheden ter discussie stellen: het creatief-affirmatieve besef dat we vervolgens niets<br />

anders kunnen dan veranderen om onszelf te zijn […] wordt eraan toegevoegd’ (Oosterling 1996a: 639).<br />

Zie voor een nadere problematisering <strong>van</strong> het tolerantiebegrip tevens Ten Hooven 2002.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!