ŠkodaFabia - Media Portal - Škoda Auto
ŠkodaFabia - Media Portal - Škoda Auto
ŠkodaFabia - Media Portal - Škoda Auto
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet mogelijk is,<br />
mag de reis niet worden vervolgd. Laat de motor uitgeschakeld en roep de hulp<br />
in van een <strong>Škoda</strong>-dealer, omdat dit anders kan leiden tot zware motorschade.<br />
Als het controlelampje knippert niet verder rijden, ook al is de oliehoeveelheid in<br />
orde. Laat de motor ook niet stationair draaien. Roep de hulp van de dichtstbijzijnde<br />
<strong>Škoda</strong>-dealer in.<br />
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:<br />
STOP OIL PRESS. ENGINE OFF! OWNER'S MANUAL! (STOP OLIEDRUK<br />
MOTOR AF! HANDLEIDING)<br />
Het controlelampje brandt geel* (te weinig olie)<br />
Als het controlelampje geel brandt, is er waarschijnlijk te weinig olie. Controleer zo<br />
snel mogelijk het oliepeil, resp. vul olie bij ⇒ bladzijde 189.<br />
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een pieptoon.<br />
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:<br />
CHECK OIL LEVEL (OLIEPEIL CONTROLEREN)<br />
Als de motorkap langer dan 30 seconden open blijft staan, gaat het controlelampje<br />
uit. Als er geen motorolie wordt bijgevuld, gaat het controlelampje na ongeveer 100<br />
km weer branden.<br />
Het controlelampje knippert geel* (Motoroliepeilsensor defect)<br />
Als er een storing aan de motoroliepeilsensor optreedt, wordt dit na het inschakelen<br />
van het contact bovendien door een akoestisch signaal en het meerdere<br />
malen gaan branden van het controlelampje aangegeven.<br />
De motor direct door een <strong>Škoda</strong>-dealer laten controleren.<br />
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:<br />
OIL SENSOR WORKSHOP! (OLIESENSOR WERKPLAATS!)<br />
ATTENTIE!<br />
• Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de auto dan<br />
op een veilige afstand ten opzichte van het verkeer, zet de motor af en<br />
schakel de alarmlichten in ⇒ bladzijde 54.<br />
Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het<br />
rijden<br />
Raadgevingen voor het<br />
gebruik<br />
Instrumenten en controlelampjes 31<br />
ATTENTIE! Vervolg<br />
• Het rode oliedrukcontrolelampje werkt niet als oliepeilindicatie!<br />
Daarom moet het oliepeil regelmatig, bij voorkeur bij elke tankstop, worden<br />
gecontroleerd.<br />
• Let bij het openen van de motorkap en het controleren van het koelvloeistofpeil<br />
op de aanwijzingen ⇒ bladzijde 187, ’Werkzaamheden in de<br />
motorruimte’.<br />
Open portier* <br />
Het controlelampje gaat branden bij het openen van een of meerdere portieren,<br />
de motorkap of de achterklep.<br />
Dit controlelampje brandt ook bij uitgeschakeld contact. Als een of meerdere<br />
portieren, de motorkap of de achterklep/kofferklep openstaan, gaat het controlelampje<br />
5 minuten na het afzetten van het contact uit. Na het sluiten van alle<br />
portieren gaat het controlelampje uit.<br />
Ruitensproeiervloeistofpeil* <br />
Het controlelampje brandt bij ingeschakeld contact bij een te laag vloeistofpeil<br />
in het ruitensproeierreservoir. Ruitensproeiervloeistof bijvullen ⇒ bladzijde 198.<br />
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een pieptoon.<br />
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:<br />
REFILL WASHER LIQUID (RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN)<br />
Uitlaatgascontrolesysteem <br />
Het controlelampje gaat branden na het inschakelen van het contact.<br />
Als het controlelampje na het starten van de motor niet uitgaat of tijdens de rit<br />
brandt of knippert, is er sprake van een storing in een uitlaatgasrelevant compo-<br />
Raad en daad Technische gegevens