Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
mens is als enige van de levende organismen tegelijkertijd buitenstaander van zichzelf: hij<br />
heeft een lichaam en hij is een lichaam (idem, 119).<br />
Interessant is dan dat in dezelfde periode (rond 1940) Gehlen een andere hermeneutische<br />
natuurfilosofie heeft over de kwetsbaarheid van de mens, namelijk dat de mens überhaupt niet<br />
in staat is om te overleven zonder aanpassingen (geen vacht etc.). Ofwel: de mens zal zich op<br />
vele manieren moeten aanpassen om te kunnen overleven (idem, 93; Roothaan, 2005). Het<br />
verschil tussen Plessner en Gehlen is dat Gehlen de activiteit van de mens ziet als existentiële<br />
voorwaarde, terwijl Plessner van diezelfde activiteit vindt dat het dient om een existentieel<br />
gemis te compenseren.<br />
Bij Plessner speelt de kwetsbaarheid van de mens eveneens een belangrijke rol, maar een<br />
andere dan bij Gehlen. Volgens Plessner betekent het belichaamd zijn van de mens dat de<br />
mens beperkt en bepaald wordt door de lichamelijke kwetsbaarheid: de mens is onderworpen<br />
aan geboorte, afstamming, groei, dood, ziekte, zwaartekracht. Net zoals alle andere levende<br />
schepselen zoals planten en dieren. Hij kan er de strijd mee aanbinden, maar kan er geen<br />
macht over hebben (idem, 98). ‘Wat alle levensvormen verbindt, is de kwetsbaarheid van hun<br />
incarnatie.’ (idem, 123).<br />
Daarom zou ‘ieder filosoferen zijn vertrekpunt moeten nemen in de ervaring van het lijden,<br />
van de kwetsbaarheid en wondbaarheid van het vleselijk bestaan, en niet, zoals gebruikelijk<br />
is, in een cerebraal zelfverstaan het eigen ik tot spil van de wereld maken’(idem, 125 8 ).<br />
In de opvatting van Plessner dat planten een enkelvoudige afstemming hebben, dieren een<br />
tweevoudige, en de mens een drievoudige, hoort ook een andere tijdsafstemming: die van de<br />
plantenwereld in de cyclische tijdsafstemming en die van de mens in de lineaire: “‘Planten<br />
voegen zich in het tijdsritme van hemellichamen en seizoenen, (….). Mensen handelen en<br />
stofferen hun levensplan met het oog op de toekomst.’ (idem, 85). Plannen maken vraagt een<br />
lineaire tijdsafstemming. De verbondenheid de cyclische tijdsafstemming is in de gewenning<br />
aan de ratio-empirische afstemming naar de achtergrond verschoven. Daardoor zijn we<br />
allerlei vormen van waarneming verloren of aan het verliezen, zoals het ervaren van de<br />
veranderingen in de natuur ervaren met de seizoenen, of het ervaren van ademen tijdens het<br />
lopen. In plaats daarvan is men meer bezig zijn met de eigen gedachten en zorgen (idem,<br />
122).<br />
3.3. Taylor: zo eenduidig en rechtlijnig is de geschiedenis niet<br />
Taylor schetst in Een seculiere tijd, zijn onderzoek naar de overgang van een religieuze naar<br />
een seculiere levensinstelling, de lange opeenvolging van veranderingen die voor het ontstaan<br />
van de moderne wetenschap gaande was (Taylor, 2010, 71). Deze veranderingen hadden<br />
ingrijpende gevolgen voor onze overtuigingen en uitleg van onze levenservaringen. Volgens<br />
Charles Taylor is de weg van betekenisvolle verbondenheid met de cyclische natuur naar een<br />
rationeler en natuur-wetenschappelijker visie niet zo eenvoudig en rechtlijnig toe te schrijven<br />
aan veranderingen die ontstaan zijn na de visie van Descartes en de opkomst van de<br />
natuurwetenschappen (Taylor, 2010). Ik ga uitgebreid op Taylor in, omdat daarmee duidelijk<br />
wordt waarom het lineaire zo belangrijk is geworden. Taylor is niet op zoek naar de<br />
betekenisvolle verbondenheid met de natuur zoals Roothaan en Kockelkoren, maar enkele van<br />
de veranderingen die Taylor schetst zijn verhelderend voor het antwoord op de vraag van dit<br />
hoofdstuk.<br />
26