Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 1. Wat wordt verstaan onder de verschillende tijdsbegrippen?<br />
‘De natuur en de kringloop, waarin zij alle levende dingen bant, kennen geboorte<br />
noch dood zoals wij die verstaan. De geboorte en de dood van menselijke wezens zijn<br />
niet simpelweg natuurlijke gebeurtenissen, maar hebben hun plaats in de wereld<br />
waarin enkelingen, unieke, onverwisselbare, en onherhaalbare levende wezens,<br />
verschijnen en waaruit zij weer verdwijnen. Geboorte en dood veronderstellen een<br />
wereld die niet voortdurend in beweging is, maar waarvan de duur en de betrekkelijke<br />
bestendigheid het mogelijk maken er in te verschijnen en uit te verdwijnen; een wereld<br />
die er was voordat de enkeling er binnentreedt, en die er zal zijn wanneer hij haar<br />
tenslotte weer verlaat’ (Arendt, 1994, 100).<br />
Hannah Arendt drukt hier prachtig de tegenstelling uit hoe alles wat leeft voort gaat in een<br />
voortdurende kringloop, terwijl de moderne mens zichzelf beschouwt als wezen met op de<br />
eerste plaats een begin en een einde. Arendt wijst hier op een gemis; wat voor mij aanleiding<br />
was om dit verder uit te werken in deze scriptie.<br />
Verschillende tijdsbegrippen<br />
Om welke vormen van tijdsbesef gaat het in dit onderzoek?<br />
In de filosofische literatuur over tijd worden door verschillende auteurs diverse vormen van<br />
tijdsbesef beschreven, waarbij de schrijver meestal een of meerdere tegenstellingen hanteert.<br />
Een paar voorbeelden: de tegenstellingen tussen enerzijds uiterlijke tijd en innerlijke<br />
tijdsbeleving (Hermsen, 2009; Coeterier, 2001); kloktijd versus ervaringstijd (Elias, 1982;<br />
Hermsen, 2009); cyclische tijd versus lineaire tijd (Coeterier, 2001; Elias, 1982; v. Tongeren,<br />
2007); planmatig denken versus opgaan in de stroom, of betekenisvolle tijd versus lege tijd<br />
(Achterhuis 2003). In de filosofische beschouwingen over de betekenis van tijd betreft het<br />
steeds meerdere tegenstellingen en meerdere tijdsopvattingen naast elkaar en dooreenlopend.<br />
Blijkbaar ligt dit niet zo eenvoudig en eenduidig. Ook in ons dagelijks leven lopen<br />
verschillende tijdsopvattingen ongemerkt voortdurend door elkaar heen: we kijken op de klok<br />
om op tijd bij de trein te zijn (externe tijd; kloktijd) en ervaren op de fiets naar het station dat<br />
de lucht anders aanvoelt en zien dat de bladeren al verkleuren (ervaringstijd, cyclische tijd).<br />
In dit hoofdstuk worden twee begrippenparen over tijdsopvattingen nader uitgelegd. Lineaire<br />
tijd versus cyclische tijd, en natuurkundige tijd versus ervaringstijd. Tevens zal ik laten zien<br />
hoe vanzelfsprekend de lineaire tijd voor ons lijkt.<br />
1.1. Cyclische tijd en lineaire tijd<br />
Een bondige en direct herkenbare, beeldende samenvatting van de begrippen lineaire tijd en<br />
cyclische tijd wordt gegeven door Rhebergen:<br />
‘We kunnen onderscheid maken tussen een cyclische tijdsopvatting en een lineaire<br />
tijdsopvatting. De cyclische is de oudste. Hierbij gaat men uit van de kringlopen van de<br />
natuur, van de stand van zon, maan en sterren, van de herhaling en eeuwige wederkeer<br />
van de dingen. Het zichtbare en het onzichtbare vormen één groot raderwerk, waar alles<br />
wat is, reeds eerder was en ook altijd zal zijn. Alles komt zoals het in de loop van de<br />
dingen besloten ligt, en alles zal ook weer verdwijnen als de tijd daarvoor gekomen is.<br />
(…. )<br />
De lineaire tijdsopvatting daarentegen plaatst de gebeurtenissen op een doorgaande lijn.<br />
Elk moment heeft op deze lijn zijn eigen plaats en kan niet verward worden met andere<br />
momenten. Deze opeenvolgende momenten vormen tezamen de geschiedenis van de<br />
8