Welstandsnota gemeente Deventer
Welstandsnota gemeente Deventer
Welstandsnota gemeente Deventer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3 Het oude cultuurlandschap<br />
In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van het gebied<br />
(paragraaf 4.3.1), wordt beschreven hoe bebouwing landschappelijk<br />
kan worden ingepast (paragraaf 4.3.2) en worden de criteria voor<br />
gebouwen benoemd (paragraaf 4.3.3).<br />
4.3.1 Gebiedsbeschrijving<br />
Ligging en ontstaan<br />
Het oude cultuurlandschap wordt gevormd door dekzandruggen en<br />
natte laagtes. Van oudsher zijn hier de eerste nederzettingen te<br />
vinden. Het landschap heeft dan ook een hoge cultuurhistorische<br />
betekenis. Door de hoge, droge omstandigheden zijn hier<br />
veel landschapselementen te vinden en karakteristieke oude<br />
boerderijen.<br />
Landschapskenmerken<br />
Het oude cultuurlandschap is een mozaïek van landschapstypen.<br />
Elk landschapstype heeft zijn eigen kenmerken en kwaliteiten,<br />
deze staan verderop toegelicht. Het oude hoevenlandschap bepaalt<br />
grotendeels de uitstraling van het oude cultuurlandschap door de<br />
grote hoeveelheden landschapselementen (bosschages, houtsingels<br />
en dergelijke). Meer verspreid gelegen zijn de open enken, de<br />
natte laagtes en de landgoederen (met bospercelen). Deze gelden<br />
vooral als belangrijke structuurdragers voor het buitengebied<br />
van <strong>Deventer</strong>, aangezien deze niet alleen zijn gelegen rondom<br />
het oude hoevenlandschap, maar tevens in de jonge heide- en<br />
broekontginningen.<br />
52 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>gemeente</strong> <strong>Deventer</strong> - 10 mei 2011<br />
Per landschapstype gelden richtlijnen voor de erfinrichting.<br />
De erven<br />
De Sallandse erven hebben veelal een traditionele indeling in voor-,<br />
zij- en achterf. Hier geldt een heldere scheiding in gebouwen<br />
en gebruik van het voorerf (nutstuin, moestuin, siertuin en<br />
fruitgaard) en het achtererf (functionaliteit). Met name in het oude<br />
cultuurlandschap vindt men veel streekeigen erven.<br />
Gebouwkenmerken<br />
Het landelijk gebied van <strong>Deventer</strong> wordt gekenmerkt door Sallandse<br />
boerderijen. In het oude cultuurlandschap komen met name de<br />
volgende twee gebouwtypen voor: het hallehuis-boerderijtype en<br />
het T-huis/L-vorm boerderijtype. Het losgekoppelde woonhuis is<br />
veelal recenter toegevoegd en is vooral te vinden in de recenter<br />
ontgonnen natte laagtes (zie paragraaf 4.5.3).<br />
Binnen het oude cultuurlandschap komen geen wezenlijke<br />
verschillen voor in stijlkenmerken van de bebouwing op (agrarische)<br />
erven. De bebouwingen hebben een kenmerkende kap, met vaak<br />
een wolfseind voor en een dakschild achter. De dakbedekking<br />
bestaat meestal uit pannen of rietendak of een combinatie<br />
daarvan. De schoorsteen zit vaak in het linker dakvlak. Veelal<br />
komen gepleisterde gevels voor met de voordeur vaak links in de<br />
voorgevel. Bij het hallehuis-boerderijtype komen vaak kleinere<br />
bijgebouwen voor op het erf (waaronder hooibergen).<br />
Bij T-huizen is meestal sprake van een aangebouwde (varkens)<br />
schuur en zijn architectonische details veelal sober.<br />
Landschapstype: oude hoevenlandschap<br />
grillige verkaveling verspreide ligging<br />
van bebouwing<br />
kleinschalig karakter<br />
Het oude hoevenlandschap kenmerkt zich door zijn kleinschalige<br />
karakter. Dit heeft te maken met vele opgaande (lineaire)<br />
beplantingen, zoals bosschages, houtwallen, houtsingels, bomenrijen,<br />
struweelranden en bomenlanen. Binnen dit landschappelijke<br />
raamwerk van beplantingen zijn de erven gelegen. Doordat het<br />
opgaand groen onderling is verbonden, bestaat er een aangename<br />
samenhang tussen de bebouwing en het landschap. De erven<br />
worden opgenomen in het groen, in plaats van beeldbepalend te<br />
zijn. Het aanwezige reliëf zorgt ervoor dat de bebouwing zich heeft<br />
verspreid over het gebied. De wegen/lanen passen zich aan op het<br />
aanwezige reliëf en hebben een bochtig verloop. De afwisseling<br />
van hoger gelegen gronden en nattere laagtes is de basis voor<br />
de kenmerkende grillige verkaveling van de oude ontginningen.<br />
Het landschap is tevens van grote cultuurhistorische waarde. Op