22.08.2013 Views

Welstandsnota gemeente Deventer

Welstandsnota gemeente Deventer

Welstandsnota gemeente Deventer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Landgoederen in het oude cultuurlandschap<br />

In het navolgende zijn de belangrijkste kenmerken van de<br />

landgoederen omschreven. Voor een uitgebreidere omschrijving van<br />

de ruimtelijke karakteristiek en de kwaliteiten van de afzonderlijke<br />

landgoederen moet de notitie “De <strong>Deventer</strong> Landgoederen,<br />

beschrijving en waardering” geraadpleegd worden.<br />

Havezaten en spiekers<br />

De landgoederen in <strong>Deventer</strong> zijn op verschillende manieren<br />

ontstaan. Sommige gaan terug op oude middeleeuwse huizen<br />

van adellijke families, zogenaamde havezaten, een omgracht<br />

stenen huis. In de <strong>gemeente</strong> lagen vijf havezaten: Rande, Borgele,<br />

Vrieswijk, Hof te Dorth en Blankena. Vanaf de zeventiende<br />

eeuw gingen ook andere welgestelde burgers investeren in<br />

het platteland. Deze mensen kochten boerderijen of stukken<br />

heidegrond en gingen zich met de inrichting van hun landerijen<br />

bemoeien. Een stap verder ging men door het bouwen van een<br />

spieker of spijker op het erf van de boerderij. Zo’n spieker was een<br />

tamelijk eenvoudige optrek, bestaande uit een begane grond met<br />

enkele vertrekken en een zolder. Als men meer geld te besteden<br />

had, of als de familie zich permanent op het platteland wilde<br />

vestigen, werd er een representatief landhuis gebouwd. Vaak<br />

kochten landheren boerderijen of woeste grond om hun bezit te<br />

vergroten.<br />

Tuinhistorie<br />

Rondom het landhuis of de boerderij met de lanterskamer werd het<br />

landschap ingericht om ervan te genieten en ermee te pronken.<br />

Wie veel bos had, was rijk en een mooi aangelegd bos was een<br />

statussymbool. Uitgebreide lanen met opgaande bomen gaven<br />

structuur aan het landschap en vielen op te midden van<br />

landbouwgronden en hakhoutbossen. De lanen liepen door de wei-<br />

en bouwlanden of zij vormden met elkaar patronen. Bijzondere<br />

elementen van de geometrische aanleg, die tot omstreeks 1770<br />

in zwang was, zijn de sterrenbossen, vierkante bospercelen die<br />

worden doorsneden door vier lanen die elkaar in het centrum<br />

snijden. Omstreeks 1770 deed de landschapsstijl zijn intrede. Veel<br />

geometrisch ingerichte parken werden omgevormd volgens de<br />

nieuwe mode. De strakke inrichting van de parken werd veranderd<br />

in natuurlijk ogende waterpartijen, gazons met boomgroepen en<br />

slingerende paden. In verschillende parken zijn kleine heuveltjes<br />

aangelegd op plaatsen waar men uitzicht had over weilanden.<br />

60 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>gemeente</strong> <strong>Deventer</strong> - 10 mei 2011<br />

Dergelijke heuvels worden ook wel ‘kiekenbelt’ genoemd.<br />

Erfinrichting van landgoederen<br />

Grote delen van het landschap danken hun verschijningsvorm<br />

aan de aanwezigheid van landgoederen door de vele bossen en<br />

bospercelen die hiertoe behoren. De landgoederen creëren een<br />

kleinschalig tot besloten landschap. Veel landgoederen hebben<br />

een rijke historie, die terug kan gaan tot in de middeleeuwen.<br />

De bouwwerken bestaan meestal uit een hoofdgebouw met<br />

verscheidene bijgebouwen. Landgoederen zijn zeer robuuste<br />

structuurdragers gebleken, doordat er weinig veranderingen<br />

hebben plaatsgevonden. Grote aaneengesloten bospercelen<br />

zijn intact gebleven, waarbij veranderingen veelal beperkt zijn<br />

gebleven tot de bouwkavel. Tegenwoordig kunnen diverse functies<br />

gehuisvest zijn in het hoofdgebouw of de bijgebouwen, zoals bed &<br />

breakfast, workshops, adviesbureaus en stalruimte. Ontwikkelingen<br />

op bestaande landgoederen zijn veelal beperkt tot kleine<br />

veranderingen op de bouwkavel. Voor deze ontwikkelingen worden<br />

in deze paragraaf geen richtlijnen opgenomen. In paragraaf 4.3.3<br />

zijn welstandscriteria (eisen) opgenomen die gelden indien er een<br />

ontwikkeling speelt op een bestaand landgoed.<br />

Nieuwe landgoederen/Buitengoederen<br />

Rijk en provincie bieden ruimte voor de ontwikkeling van ‘nieuwe<br />

landgoederen’. De opvatting van het begrip landgoed is van oudsher<br />

‘een verzameling onroerend goed (terreinen, opstallen), waarbij de<br />

grondexploitatie uitgangspunt is. Het begrip ‘nieuwe landgoederen’<br />

staat voor iets anders. Daarom sluiten wij aan op de benaming uit<br />

de notitie Buitengoederen. Een buitengoed (nieuw landgoed) is<br />

een nieuw fenomeen van buiten wonen zonder inkomsten uit de<br />

grondexploitatie en zonder het aspect van ‘tweede’ woning (zoals<br />

bij een buitenplaats). Een buitengoed ligt in het buitengebied en<br />

bestaat uit een ensemble van huis, tuin en omringende gronden,<br />

soms met landbouw- en vaak met natuurbestemming. Omdat<br />

de realisatie van een buitengoed een aanzienlijke impact heeft<br />

op de omgeving, worden naast criteria (zie paragraaf 4.3.3) ook<br />

richtlijnen meegegeven. De omvang van een buitengoed kan al snel<br />

10 hectare bedragen, hetgeen vraagt om maatwerk. De in deze<br />

paragraaf beschreven richtlijnen dienen als hulpmiddel bij het<br />

ontwikkelen en toetsen van een bouwplan.<br />

Richtlijnen voor buitengoederen<br />

1917<br />

1953<br />

1991

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!