Welstandsnota gemeente Deventer
Welstandsnota gemeente Deventer
Welstandsnota gemeente Deventer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.4 Het jonge ontginningenlandschap<br />
In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van het gebied<br />
(paragraaf 4.4.1), wordt beschreven hoe bebouwing landschappelijk<br />
kan worden ingepast (paragraaf 4.4.2) en worden de criteria voor<br />
gebouwen benoemd (paragraaf 4.4.3).<br />
4.4.1 Gebiedsbeschrijving<br />
Ligging en ontstaan<br />
Het jonge ontginningenlandschap bestaat uit heide- en<br />
broekontginningen. Dit zijn de meest recente ontginningen in<br />
het buitengebied van <strong>Deventer</strong>. Veelal zijn deze ontginningen<br />
gelegen in de dekzandvlakte in het oosten van het buitengebied<br />
van <strong>Deventer</strong>. Incidenteel zijn er jonge ontginningen te vinden<br />
in de natte laagtes van het oude cultuurlandschap. Aangezien<br />
het buitengebied van <strong>Deventer</strong> bestaat uit een mozaïek van<br />
landschapstypen komen rondom de heide- en broekontginningen<br />
ook open enken voor. Natte laagtes komen hier amper voor<br />
aangezien het landschap vrij egaal is. Landgoederen zijn van een<br />
recentere datum in vergelijking met de landgoederen uit het oude<br />
cultuurlandschap. Deze hebben veelal een rationelere opzet.<br />
Landschapskenmerken<br />
In deze paragraaf staan enkel richtlijnen en (specifieke) criteria<br />
beschreven voor de heide- en broekontginningen. Voor de open<br />
enken en natte laagtes gelden de richtlijnen die beschreven staan<br />
onder het oude cultuurlandschap.<br />
64 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>gemeente</strong> <strong>Deventer</strong> - 10 mei 2011<br />
De erven<br />
De Sallandse erven hebben veelal een traditionele indeling<br />
in voor-, zij- en achterf. Hier geldt een heldere scheiding in<br />
gebouwen en gebruik van het voorerf (nutstuin, moestuin,<br />
siertuin en fruitgaard) en het achtererf (functionaliteit). In het<br />
jonge ontginningenlandschap is deze zonering van het erf goed<br />
waarneembaar door het rationele karakter. Veelal is de woonzone<br />
met daarbij behorende woonfuncties en recreatieve functies<br />
direct aan de weg gelegen (de ontginningsas), met daarachter de<br />
bedrijfskavel. Veelal is er sprake van gescheiden inritten: één inrit<br />
voor de woonkavel en één inrit voor de bedrijfskavel.<br />
Gebouwkenmerken<br />
De erven in dit deelgebied zijn gemiddeld vrij jong en zijn meer<br />
‘rechtlijnig’ van opzet en hebben veelal minder bijgebouwen dan<br />
oudere erven. Veelal worden de jongere erven begrensd door<br />
strakke singels en erfbossen, waardoor deze minder ‘rafelig’ ogen<br />
dan de oudere erven. Op deze erven komt veelal bebouwing voor<br />
met een rechthoekige vorm en een zadeldak. De dakbedekking<br />
bestaat meestal uit een pannen. Het erf heeft een strakke,<br />
functionele indeling, waarbij bijgebouwen veelal bestaan uit<br />
een enkele grote stal. Nieuwe burgerwoningen bevatten veelal<br />
stijlkenmerken van de streekeigen Sallandse boerderijtypen.<br />
Oudere erven zijn veelal rondom open enken gelegen en worden<br />
gekenmerkt door het hallehuis-boerderijtype of het T-huis/L-vorm<br />
boerderijtype (zie paragraaf 4.5.3). De bebouwingen op oudere<br />
erven hebben een kenmerkende kap, met vaak een wolfseind voor<br />
en een dakschild achter. De dakbedekking bestaat meestal uit<br />
pannen of riet, of een combinatie daarvan. De schoorsteen zit vaak<br />
in het linker dakvlak. Veelal komen gepleisterde gevels voor met de<br />
voordeur vaak links in de voorgevel. Bij het hallehuis-boerderijtype<br />
komen vaak kleinere bijgebouwen voor op het erf (waaronder<br />
hooibergen). Bij T-huizen is meestal sprake van een aangebouwde<br />
varkensschuur en zijn architectonische details veelal sober.