Download het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur

More documents

Recommendations

Info

4.6.8 Bruggen en tunnels Zie ook het Technisch Vademecum Paden en verhardingen (ANB), alsook het Vademecum Integrale toegankelijkheid (ANB). In groengebieden zijn bruggen en tunnels soms nodig om verbindingen te creëren en het gebied toegankelijk te maken. Vaak moeten waterpartijen (waterloop of vijver) of infrastructuur (spoorweg of verkeersweg) overbrugd of ondertunneld worden. De bruggen en tunnels kunnen daar ook specifiek een functie voor faunamigratie vervullen (ecologische ontsnippering). Volgende factoren spelen een rol bij het ontwerp van een brug of tunnel: • de te overbruggen hoogteverschillen, rekening houdend met noodzakelijk te behouden vrije hoogte. Onder een brug over een verkeersweg bedraagt deze minimaal 4,5 m en boven een waterloop is dit afhankelijk van de aanwezigheid en aard van eventueel waterverkeer. • de landschappelijke impact; • de sociale veiligheid; • de kosten. Houten en gedeeltelijk hangende voetgangersbrug (Berges de la Marque, Lille (Fr)) Foto: VLM Tunnel met meervoudig gebruik (Zoniënwoud, Hoeilaart) Drijvende of pontonbrug (Oude Leiearm, Sint-Baafs- Vijve) Foto: VLM De hellingspercentages van deze recreatieve tunnel voldoen niet aan de gangbare hellingsvereisten. Fietsers moeten afstappen en met hun fiets aan de hand een steile trap afdalen tot in de tunnelkoker (Zoniënwoud, Hoeilaart). Ontwerp van infrastructuurelementen 195
196 Maatvoering Lengte De lengte van een brug of tunnel is afhankelijk van de minimale te overspannen of ondergraven lengte. In het geval van een waterloop is dit dus de breedte van de bedding en de helling van de oevers. Vaak wordt de lengte aanzienlijk beïnvloed door de wenselijke hellingsgraad (zie verder). Breedte De breedte is afhankelijk van het gebruikerstype. Recreatietunnels kennen vaak een meervoudig gebruik, in die zin dat naast recreanten ook vaak beheerverkeer gebruik maakt van de tunnel. In dat geval zijn de dimensies sowieso voldoende om doorgang te bieden aan fietsers en wandelaars. Wanneer de tunnel enkel bruikbaar is voor recreanten, moet er met minimale dimensies rekening gehouden worden. Voor tunnels staat de breedte in verhouding tot de minimale vrije hoogte. De breedte dient minstens gelijk te zijn aan 1,5 x de vrije hoogte. De minimale vrije hoogte bedraagt 2,3 m voor wandelaars en 2,5 m voor fietsers indien de helling niet doorloopt in de tunnel. Anders geldt bij de ingang een vrije hoogte van 2,9 m. Voor ruiters moet een vrije hoogte van 3 m aangehouden worden. Om een brug integraal toegankelijk te maken is een breedte van minimaal 1,2 m noodzakelijk. In druk bezochte parken is deze maat onvoldoende en wordt gekozen voor een bredere brug. In principe gaat de voorkeur uit naar het doortrekken van de breedte van het pad dat op de brug aansluit om de doorstroming vlot te laten verlopen. Voor een multifunctioneel gebruik volstaat een breedte van 4 m. Deze breedte stemt overeen met een comfortabele fietspadbreedte voor dubbelrichtingsgebruik, inclusief de nodige schrikafstanden van zijdelingse obstakels (relingen, borstweringen). Helling De hellingsgraad van bruggen en tunnels is vaak te groot om ook voor rolstoelgebruikers bruikbaar te zijn. In het geval van bruggen worden deze, wanneer mogelijk, vlak aangelegd omwille van integrale toegankelijkheid. Vaak moet er toch een helling voorzien worden om de constructie technisch mogelijk te maken. Voor de meest gewenste hellingsgraad geldt een verhouding van 1/(20 x h) (h = het niveauverschil in meters). Onder ‘normale’ omstandigheden wordt 1/(10 x h) redelijk geacht. In situaties waar een betere oplossing absoluut onmogelijk is, wordt als grenswaarde 1/(5 x h) genoemd. Voorbeeld: om een niveauverschil van 5 meter te overbruggen is een hellingsgraad van 1% optimaal, 2% (1/50) geldt als redelijk en 4% (1/25) geldt als uiterste grenswaarde. Doordat de lengte van de helling proportioneel toeneemt met het kwadraat van de hoogte, impliceert de toepassing van deze richtlijn vrij lange hellingen. Zo vereist een niveauverschil van 5 meter volgens de norm 1:10 x h een hellingslengte van 500 meter. Deze norm wordt in veel tunnels dan ook niet toegepast, meestal wegens plaatsgebrek. Wanneer het te overbruggen hoogteverschil bij een stijgende helling meer dan 5 m bedraagt, wordt de helling best onderbroken door een horizontaal gedeelte. Andere Ook de aansluiting van een brug op het pad is van groot belang voor de toegankelijkheid. De constructie moet op één niveau op het maaiveld aansluiten bij het pad. Als dit niet haalbaar is en het niveauverschil met het naastliggend maaiveld meer dan 10 cm bedraagt, moeten er stootranden voorzien zijn op een hoogte van 5 cm. Deze stootranden lopen best niet door tot op het brugdek zodat opstapeling van bladeren bij bladval wordt vermeden. De maatvoering en uitwerking van een reling is omschreven onder 4.5.6.
Page 1 and 2:
Technisch Vademecum Recreatieve inf
Page 3 and 4:
2 Colofon Een uitgave van Agentscha
Page 5 and 6:
4 3.3.9 Veiligheid ................
Page 7 and 8:
6 5 Juridische en beleidsmatige con
Page 9 and 10:
Andere vademecums in deze reeks Tec
Page 11 and 12:
1 Inleiding 1.1 Het Technisch Vadem
Page 13 and 14:
infrastructuurelementen. We beschou
Page 15 and 16:
Deel 2 + + + + + + + + + + + + Alge
Page 17 and 18:
14 Kunst in groene expositieruimtes
Page 19 and 20:
16 2.2.1 Motivatie De eigen unieke
Page 21 and 22:
18 Kleur Kleuren spreken een eigen
Page 23 and 24:
20 Beton Beton is een kunstmatig st
Page 25 and 26:
22 2.4.2 Constructie Behalve een go
Page 27 and 28:
24 2.5.2 Beïnvloedende factoren op
Page 29 and 30:
26 Bij het ontwerp moet er ook reke
Page 31 and 32:
28 Anderzijds wordt er ook recreati
Page 33 and 34:
3 Ontwerp en beheer van recreatieve
Page 35 and 36:
3.1.3 Gebruiker specifieke voorzien
Page 37 and 38:
De provincie Limburg heeft voor de
Page 39 and 40:
Bescheiden onthaalzone in de stad b
Page 41 and 42:
Zitgelegenheid Naar gelang de groot
Page 43 and 44:
3.3 Speelzone Spelen is van fundame
Page 45 and 46:
• Een andere reden om een fysieke
Page 47 and 48:
Een speelzone in een groengebied me
Page 49 and 50:
Beplantingen Beplanting (bomen, str
Page 51 and 52:
3.3.9 Veiligheid Spelen kan niet zo
Page 53 and 54:
3.3.10.2 Ravotterrein Een ravotterr
Page 55 and 56:
Een speelweefsel kent meerdere toep
Page 57 and 58:
Omnisportveld op kunstgras (nabij d
Page 59 and 60:
3.5 Ligweide Een lig- of zonneweide
Page 61 and 62:
3.5.4 Overzicht van infrastructuure
Page 63 and 64:
Hondenzone (Het Broek, Willebroek)
Page 65 and 66:
3.7 Barbecuezone en vuurplaats Omda
Page 67 and 68:
Afspraken en reglementering Barbecu
Page 69 and 70:
Bivakzone (Hoge Vijvers, Arendonk)
Page 71 and 72:
3.8.3 Veiligheid Rust en ruimte sta
Page 73 and 74:
3.9.1 Demonstratieplaats compostere
Page 75 and 76:
Compostvat of compostsilo Deze syst
Page 77 and 78:
3.10 Verlichting 3.10.1 Pro en cont
Page 79 and 80:
Lichtvervuiling Naast de gekende ne
Page 81:
3.10.4.2 Hybride verlichting Deze v
Page 84 and 85:
4 Ontwerp van infrastructuurelement
Page 86 and 87:
4.1.1.3 Inhoud Bakens en naamborden
Page 88 and 89:
De toegankelijkheidsregeling beschr
Page 90 and 91:
Werfinformatie, exploitatie, snoeiw
Page 92 and 93:
Metaal Verschillende metaalsoorten
Page 94 and 95:
Vermijd het gebruik van enkel hoofd
Page 96 and 97:
Combinaties met meubilair Er zijn t
Page 98 and 99:
Bewegwijzering van een ruiterpad (N
Page 100 and 101:
Hout Een gangbare diameter voor een
Page 102 and 103:
Er bestaan standaard informatiekios
Page 104 and 105:
Registratie met behulp van bluetoot
Page 106 and 107:
4.2 Parking 4.2.1 Fietsparking Om h
Page 108 and 109:
4.2.1.5 Materiaal Hout Globaal best
Page 110 and 111:
Fietsstandaarden moeten op een bepa
Page 112 and 113:
4.2.2 Autoparking Zie ook het Techn
Page 114 and 115:
Daarin zijn de belangrijkste aandac
Page 116 and 117:
4.2.3.3 Infrastructuurelementen Par
Page 118 and 119:
De dwarsbalk wordt bij voorkeur op
Page 120 and 121:
Schuilhok Op locaties waar paarden
Page 122 and 123:
Speeltoestel met valondergrond in z
Page 124 and 125:
4.3.2 Water Een waterspeelplaats ho
Page 126 and 127:
4.3.3 Groen 4.3.3.1 Levende beplant
Page 128 and 129:
4.3.4 Speelpaden Speelpaden zijn pa
Page 130 and 131:
Valondergrond bestaande uit ondiep
Page 132 and 133:
4.4 Meubilair Specifiek voor meubil
Page 134 and 135:
Zitbank met gedeeltelijke rugleunin
Page 136 and 137:
Balk, blok en muurtje Met deze elem
Page 138 and 139:
Natuursteen Ook natuursteen is zeer
Page 140 and 141:
4.4.2.1 Locatie Picknicktafels word
Page 142 and 143:
4.4.2.3 Materialen Zie overzicht va
Page 144 and 145:
Gescheiden afvalinzameling in conta
Page 146 and 147:
4.4.3.5 Bewustwording Het is aangew
Page 148 and 149:
Materialen Een barbecuestel kan uit
Page 150 and 151: Post and rail omheining De post and
Page 152 and 153: Takkenril Een takkenril is een begr
Page 154 and 155: Deze hagen kunnen bestaan uit één
Page 156 and 157: Verse wilgenmatten Verse wilgenmatt
Page 158 and 159: Materialen Barelen kunnen uitgevoer
Page 160 and 161: Bovenaanzicht van een draaimolen 4.
Page 162 and 163: Bij voorkeur wordt bij een ruime ki
Page 164 and 165: Maatvoering en inplanting van een d
Page 166 and 167: 4.5.4.1 Palen Palen, ook wel (afzet
Page 168 and 169: Afmetingen Paaltjes moeten bij voor
Page 170 and 171: Andere types zijn constructies in h
Page 172 and 173: 4.5.4.3 Overstapje Een overstapje i
Page 174 and 175: 4.5.4.4 Barrières voor voertuigen
Page 176 and 177: 4.5.5.1 Triprail of plantsoenafrast
Page 178 and 179: 4.5.5.3 Schanskorven Schanskorven,
Page 180 and 181: Om begroeiing van schanskorven (of
Page 182 and 183: Maatvoering Een reling is opgebouwd
Page 184 and 185: De meest eenvoudige schuilhut besta
Page 186 and 187: Constructie en voorzieningen De con
Page 188 and 189: Andere voorzieningen Een simpele ha
Page 190 and 191: Er zijn verschillende types uitkijk
Page 192 and 193: Een verhoogde wandelconstructie is
Page 194 and 195: 4.6.5 Steigers Een steiger is een c
Page 196 and 197: Maatvoering van een hengelsteiger d
Page 198 and 199: 4.6.7 Trappen Bij het ontwerp van e
Page 202 and 203: Voor bruggen volstaat in principe e
Page 204 and 205: Pergola en loofgang Pergola’s zij
Page 206 and 207: 4.7.2 Sanitair voor honden Ondersta
Page 208 and 209: Een verlichtingsmast is vaak erg
Page 210 and 211: Deel 5 + + + + + + + + + + + + Juri
Page 212 and 213: 206 5.2.2 Landschapsdecreet Decreet
Page 214 and 215: 208 Art. 13 biedt de rechtsgrond vo
Page 216 and 217: 210 5.4.3 Het besluit inzake het ge
Page 218 and 219: 212 5.7 Wetgeving toegankelijkheid
Page 220 and 221: 6 Lijsten 6.1 Publicaties Administr
Page 222 and 223: Gepolierd beton Gepolierd beton is
show all

Download het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?