04.09.2013 Views

Download het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur

Download het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur

Download het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

74<br />

Zoals hierboven al aangegeven reageren dieren verschillend op kunstmatig licht. Sommige soorten<br />

worden aangetrokken door de verlichting en andere zullen net weg blijven van zones die verlicht zijn.<br />

De paringstijd, de winterslaap en de trek kan beïnvloed worden door verlichting. De kans bestaat<br />

dat bepaalde lichtgevoelige diersoorten gebieden met verlichting gaan mijden. Zelfs binnen eenzelfde<br />

soortengroep kunnen grote verschillen optreden. Een typisch voorbeeld hiervan zijn vleermuizen,<br />

waarvan sommige soorten een strikte bescherming genieten (zie 5.3.4).<br />

Er werden zowel negatieve, verstorende effecten van licht op <strong>het</strong> foerageergedrag als op <strong>het</strong> vliegpatroon<br />

van de Meervleermuis waargenomen. Deze verstorende effecten traden al op bij lage waarden<br />

van lichtintensiteit die slechts iets boven natuurlijke waarden van lichtintensiteit ’s nachts lagen. Dit<br />

suggereert dat Meervleermuizen erg gevoelig zijn voor verhoogde waarden van lichtintensiteit. Ook<br />

van echte bossoorten zoals de Ruige dwergvleermuis en de Grootoorvleermuis is geweten dat zij zich<br />

zeer lichtschuw gedragen. Eveneens Watervleermuizen lijken verlichting systematisch te mijden.<br />

Daarnaast heeft verlichting ook een indirect effect op vleermuizen. Kunstlicht trekt insecten aan, wat<br />

leidt tot een lokale verhoging van <strong>het</strong> voedselaanbod rondom verlichting. Een aantal vleermuissoorten<br />

profiteren hiervan en worden jagend rondom verlichting waargenomen: o.a. Laatvlieger, Rosse vleermuis<br />

en Bosvleermuis. Voor lichtschuwe vleermuissoorten nemen we hierdoor een negatief indirect<br />

effect waar, aangezien <strong>het</strong> prooiaanbod voor deze soorten in de donkere zones afneemt.<br />

Nachtactieve roofdiersoorten zoals bunzing, hermelijn en vos, worden door verlichting aangetrokken.<br />

Van amfibieën, in <strong>het</strong> bijzonder van padden, is bekend dat aantrekking optreedt bij geringe lichtintensiteiten.<br />

Het blijkt dat padden op minstens 200 m van een normale straatlantaarn al worden aangetrokken.<br />

Ter hoogte van de straatlantaarns kan dit een verhoogd risico om aan <strong>het</strong> verkeer ten slachtoffer<br />

te vallen tot gevolg hebben.<br />

Wat nachtactieve vogelsoorten, zoals uilen, betreft, is <strong>het</strong> te verwachten dat zij beïnvloed worden door<br />

verlichting. Het effect van wegverlichting op andere vogels of vogelgroepen blijft een leemte in de kennis,<br />

maar hierbij dient wel aangehaald te worden dat <strong>het</strong> vermijden van verlichting nog steeds de beste<br />

keuze is om effecten op vogels en fauna in <strong>het</strong> algemeen te voorkomen.<br />

Voor de verschillende diersoorten zijn er aangepaste lampen op de markt, waarmee de schadelijke<br />

effecten geminimaliseerd worden. Elke faunagroep stelt echter wel zijn eigen eisen. Amberkleurige<br />

verlichting heeft zo <strong>het</strong> voordeel dat <strong>het</strong> voldoende resolutie en contrast levert voor <strong>het</strong> menselijk oog<br />

(gevoeligheid menselijk oog voor de golflengte is voldoende groot) en tegelijk door vleermuizen veel<br />

minder goed wordt waargenomen (gevoeligheid vleermuisoog voor de golflengte is laag). Maar dergelijke<br />

verlichting is dan weer niet aangepast aan nachtvogels en omgekeerd. Er zal dus altijd iets of<br />

iemand benadeeld worden. Is <strong>het</strong> niet de mens, dan zijn <strong>het</strong> wel één of meerdere faunagroepen. Het<br />

komt er dus op aan om per gebied de verschillende doelgroepen te bekijken en op basis daarvan <strong>het</strong><br />

type verlichting te kiezen. Maar stel eerst de vraag of verlichting wel nodig is.<br />

Op planten is de invloed van kunstlicht waarschijnlijk zeer beperkt vanwege <strong>het</strong> grote verschil tussen<br />

de verlichtingssterkte overdag – 100.000 lux in volle zon - en bij kunstlicht – max. 40 lux (en 0,25 lux<br />

bij volle maan).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!