09.09.2013 Views

ARGUS fotoJAARboek 2012

ARGUS fotoJAARboek 2012

ARGUS fotoJAARboek 2012

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De mens beschikt over vijf zintuigen, maar in het dierenrijk loopt het aantal zintuigen op tot acht. Bovendien is er heel wat dat wij niet kunnen<br />

horen, zien of ruiken en andere dieren wel. Een korte verkenning van de wereld van de zintuigen, geïnspireerd door de interactieve tentoonstelling<br />

Prikkels! in het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel.<br />

Via onze zintuigen vormen we ons een beeld van de wereld. Onze vijf zintuigen – gehoor, tastzin, zicht, geur, smaak – bezorgen ons allerlei<br />

vormen van informatie en waarschuwen ons voor gevaar: het lawaai van een naderende auto, de hitte van vuur, het rode stoplicht, de geur van<br />

gas, de smaak van verrotting. Dieren hebben soms een heel ander beeld van de werkelijkheid dan de mens, omdat ze over andere, meer of<br />

minder gesofisticeerde zintuigen beschikken. Het zijn evolutionaire aanpassingen die hen een voordeel bieden om te overleven in hun habitat.<br />

Zo kunnen vissen als piranha’s en kroeskarpers infrarood licht onderscheiden, het enige licht dat doordringt in de troebele wateren waarin ze<br />

leven. Dieren die in het donker jagen, zoals katten, beschikken vaak over gevoelige snorharen. De snorharen van de kat zijn twee maal zo dik als<br />

haar andere haren en zitten drie maal dieper in de huid genesteld, waar ze in contact staan met gevoelige zenuwuiteinden. Snorharen helpen<br />

katten om zich te oriënteren of om bij de jacht hun prooi in het donker te lokaliseren.<br />

Omgekeerd wordt redundante informatie weggefilterd door de evolutie. Katten kunnen geen zoete smaken proeven: ze eten vooral vlees en<br />

daar zit geen suiker in. De ogen van mollen zijn onderontwikkeld omdat hun oogleden praktisch altijd gesloten zijn. Toch kunnen ze nog altijd<br />

het onderscheid zien tussen dag en nacht. Dat in tegenstelling tot grotvissen, die al miljoenen generaties in absolute duisternis leven en voor<br />

wie zicht geen belang heeft.<br />

Heel wat dierengeluid gaat aan de mens ongemerkt voorbij, omdat de tonen voor ons te hoog (ultrageluid) of te laag (infrageluid) zijn. Met<br />

ultrageluid kan de grondeekhoorn onhoorbaar voor zijn belagers zijn soortgenoten waarschuwen voor een vijand. Dolfijnen en vleermuizen<br />

lokaliseren obstakels en prooien met de echo van ultrageluid. Infrageluid stelt dieren als olifanten en walvissen in staat om over lange afstanden<br />

met elkaar te communiceren. Het infrageluid dat walvissen produceren, kan wel duizend kilometer door de zee reizen. Handig daarbij is dat<br />

geluid zich vier keer sneller door water verplaatst dan door de lucht. Computeranalyse van de zogenaamde walvisgezangen van bultruggen lijkt<br />

er op te wijzen dat de dieren zich bedienen van een complexe hiërarchische taal.<br />

Jagen met de sonar<br />

Dankzij echolocatie kunnen vleermuizen als het ware zien in het donker. Vleermuizen produceren heel hoge geluiden, zo hoog dat mensen ze<br />

niet kunnen horen. Het ultrageluid weerkaatst en aan de hand van de echo horen vleermuizen hoe hun omgeving eruit ziet. Echolocatie werkt<br />

zo nauwkeurig dat vleermuizen in totale duisternis zonder moeite een mot kunnen vangen. Die ultrasone geluiden produceren vleermuizen<br />

met hun stembanden, waarna ze worden uitgestoten via hun geopende bek. Een aantal andere soorten, zoals de hoefijzervleermuis, stoot<br />

de geluiden uit via de neus. De geluidsgolven bewegen zich door de omgeving voort en wanneer het geluid een obstakel ontmoet, kaatst het<br />

terug naar de vleermuis. Deze echo bezorgt de vleermuis gedetailleerde informatie over de omgeving en zijn prooi, zoals de grootte ervan, de<br />

snelheid waarmee ze zich voortbeweegt, de richting waarin en de afstand tot de vleermuis. Door de hoge frequenties kunnen kleine prooien<br />

met een grote precisie gelokaliseerd worden, maar het bereik van het signaal is dan vrij beperkt. Een lagere frequentie is minder precies, maar<br />

draagt verder. Natuurlijke selectie in functie van de typische leefomgeving heeft ervoor gezorgd dat bij de ene vleermuissoort precisie dominant<br />

11 |

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!