maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
I ARTIKEL<br />
MIES MONSTER<br />
Universitair docent Katholieke Universiteit Nijmegen<br />
Discussie vervolgd Moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie<br />
en <strong>het</strong><br />
HvJEG: een reactie<br />
In <strong>Nemesis</strong> 2000, nr. 2 verscheen<br />
<strong>het</strong> artikel 'Moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologieën<br />
in <strong>het</strong><br />
Europese gelijke-behan<strong>de</strong>lingsrecht',<br />
<strong>van</strong> Clare<br />
McGlynn. Zij stelt hierin<br />
dat <strong>de</strong> gelijke-behan<strong>de</strong>lingsjurispru<strong>de</strong>ntie<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof<br />
<strong>van</strong> Justitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> EG gebaseerd<br />
is op een on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />
traditionele moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie.<br />
Mies Monster bestrijdt <strong>de</strong>ze<br />
interpretatie. Het Hof heeft<br />
juist in een aantal zaken <strong>de</strong><br />
traditionele moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie<br />
achter zich gelaten<br />
en voor vrouwen zelf wordt<br />
<strong>de</strong> ruimte om aan een moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie<br />
toe te<br />
geven ingekrompen.<br />
In een reactie hierop beargumenteert<br />
McGlynn dat die<br />
on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologie er<br />
wel <strong>de</strong>gelijk nog is en dat <strong>de</strong>ze<br />
radicaal moet wor<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>rd<br />
om plaats te maken<br />
voor een 'equalparenting'<br />
bena<strong>de</strong>ring. Een bena<strong>de</strong>ring<br />
die vrouwen niet alleen<br />
versterkt in hun zorgen<strong>de</strong><br />
taken maar ook in hun<br />
beroepsleven.<br />
Met belangstelling las ik in <strong>Nemesis</strong> 2000 nr. 2 <strong>het</strong> artikel <strong>van</strong> Clare McGlynn<br />
over <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof <strong>van</strong> Justitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> EG (HvJEG). Interessant<br />
waren <strong>de</strong> uiteenzettingen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>het</strong> concept moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie.<br />
Naar mijn mening zijn er echter vraagtekens te zetten bij <strong>de</strong> totale<br />
strekking <strong>van</strong> haar betoog, namelijk dat <strong>de</strong> rechtspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof doortrokken<br />
is <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie. Weliswaar <strong>de</strong>el ik in beginsel haar zorgen<br />
over <strong>de</strong> rechtspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof op <strong>het</strong> door haar behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> terrein. Die jurispru<strong>de</strong>ntie<br />
is onbevredigend en niet consistent. 1 Maar ik betwijfel of dat nu wordt<br />
veroorzaakt door een moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie. Deze twijfel licht ik graag toe aan<br />
<strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrippen 'bescherming' en 'moe<strong>de</strong>rschap', oorsprong en strekking<br />
<strong>van</strong> art. 2 lid 3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> gelijke-behan<strong>de</strong>lingsrichtlijn (76/207) <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
EG, en <strong>de</strong> door McGlynn behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie <strong>van</strong> <strong>het</strong> HvJEG.<br />
De kern <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> McGlynn vormt, in haar woor<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> 'beschermingsprincipe',<br />
zoals dat is uitgedrukt in art. 2 lid 3 <strong>van</strong> richtlijn 76/207<br />
met <strong>de</strong> tekst: '<strong>de</strong>ze richtlijn doet geen afbreuk aan <strong>de</strong> bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrouw, met name voor wat zwangerschap en moe<strong>de</strong>rschap<br />
betreft'.<br />
Dit is natuurlijk een bijzon<strong>de</strong>r ongelukkige formulering. Leest men <strong>de</strong> bepaling<br />
onbe<strong>van</strong>gen dan staat er dat èn vrouwen, èn zwangerschap èn moe<strong>de</strong>rschap mogen<br />
wor<strong>de</strong>n beschermd. Daar zit veel overlap in en in essentie zou <strong>de</strong> bepaling<br />
er op neerkomen dat alle vrouwen altijd beschermd mogen wor<strong>de</strong>n. Alle vrouwen<br />
zijn immers potentiële moe<strong>de</strong>rs en als men eenmaal moe<strong>de</strong>r is dan is men<br />
dat <strong>het</strong> hele leven. Ie<strong>de</strong>reen die <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrouwenarbeid ook<br />
maar enigszins op <strong>de</strong> hoogte is weet dat men waakzaam moet zijn als bescherming<br />
<strong>van</strong> vrouwen bij <strong>de</strong> arbeid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is. Want om vrouwen te beschermen<br />
wer<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n arbeidsverbo<strong>de</strong>n voor vrouwen ingevoerd, zoals een verbod<br />
op nachtarbeid, overwerk en zondagsarbeid. Afgezien <strong>van</strong> medische, sociale<br />
en economische re<strong>de</strong>nen lag hier in<strong>de</strong>rdaad me<strong>de</strong> een zekere moe<strong>de</strong>rschapsi<strong>de</strong>ologie<br />
aan ten grondslag. Die had geen betrekking op <strong>de</strong> zorg voor <strong>de</strong><br />
immateriële belangen <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind, gebaseerd op bijvoorbeeld <strong>de</strong> hechtingstheorieën<br />
<strong>van</strong> Bowlby; daar had men toen nog nooit <strong>van</strong> gehoord. Veeleer wer<strong>de</strong>n<br />
die arbeidsverbo<strong>de</strong>n ingesteld met <strong>het</strong> oog op <strong>de</strong> materiële belangen <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren:<br />
aan <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was in bijna alle westerse<br />
industrialiseren<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n sprake <strong>van</strong> grote zuigelingen- en kin<strong>de</strong>rsterfte. Maar<br />
ook toen al is in <strong>de</strong> vrouwenbeweging(en) heftig gediscussieerd over <strong>de</strong> wenselijkheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke verbo<strong>de</strong>n. Deze 'bescherming' beteken<strong>de</strong> min<strong>de</strong>r werkgelegenheid<br />
voor vrouwen en verlies <strong>van</strong> hun concurrentiepositie ten opzichte<br />
<strong>van</strong> mannen.<br />
Uit <strong>de</strong> historie is dus af te lei<strong>de</strong>n dat <strong>het</strong> terecht is principiële vraagtekens te<br />
plaatsen bij <strong>de</strong> 'bescherming' <strong>van</strong> art. 2 lid 3 <strong>van</strong> richtlijn 76/207. Vooropgesteld<br />
zij evenwel dat art. 2 lid 3 niet <strong>de</strong> enige bepaling is in richtlijn 76/207 die <strong>het</strong><br />
1. Zie alleen al <strong>de</strong> zaken HvJEG 29 mei 1997, zaak C-400/95, Jur. I, p. 2757 (Larsson) en HvJEG<br />
30 juni 1998, zaak C-394/96, Jur. I, p. 2011 (Brown).<br />
NEMESIS <strong>2001</strong> nr. 2 47