13.09.2013 Views

maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis

maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis

maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hun kin<strong>de</strong>ren al zeer lang buiten hun<br />

toedoen geen gezinsleven hebben<br />

kunnen uitoefenen. Die perio<strong>de</strong> is zo<br />

lang dat <strong>de</strong> zoon <strong>van</strong> betrokkenen<br />

zijn va<strong>de</strong>r niet zal kennen. On<strong>de</strong>r die<br />

omstandighe<strong>de</strong>n is <strong>het</strong> onaanvaardbaar<br />

dat hereniging langer uitblijft.<br />

De bestre<strong>de</strong>n beslissing is in strijd<br />

met art. 8 EVRM, een mvv moet alsnog<br />

wor<strong>de</strong>n verstrekt.<br />

Nr. 1309 (RN-kort)<br />

Presi<strong>de</strong>nt Rechtbank 's-Gravenhage<br />

zp Haarlem<br />

11 augustus 2000<br />

Nr. AWB 00/5210 VRWET, JV 2000,<br />

232<br />

Mr. Greeuw<br />

A., verzoekster, gemachtig<strong>de</strong> mr. Kuit,<br />

tegen <strong>de</strong> staatssecretaris <strong>van</strong> Justitie,<br />

verweer<strong>de</strong>r<br />

Mvv; hardheidsclausule; art. 3 en 8<br />

EVRM; scheiding reguliere en asielaanvragen<br />

Art. 3 en 8 EVRM, art. 16a Vw<br />

Aanvraag voor verblijf bij partner<br />

door Srilankaanse vrouw, me<strong>de</strong> ten<br />

behoeve <strong>van</strong> haar zeer jonge kind,<br />

waarbij zij stelt dat <strong>het</strong> ontbreken<br />

<strong>van</strong> een mvv haar niet kan wor<strong>de</strong>n<br />

tegengeworpen. Zij beroept zich op<br />

<strong>de</strong> hardheidsclausule en stelt dat terugkeer<br />

naar Sri Lanka in strijd is<br />

met art. 3 en 8 EVRM. De presi<strong>de</strong>nt<br />

overweegt dat <strong>de</strong> door verweer<strong>de</strong>r<br />

gehanteer<strong>de</strong> strikte scheiding tussen<br />

asiel(gerelateer<strong>de</strong>) aanvragen en reguliere<br />

aanvragen voor verbh'jf niet<br />

kennelijk onre<strong>de</strong>lijk is. Wel moet<br />

verweer<strong>de</strong>r, indien zoals in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavig<br />

geval <strong>van</strong> meet af aan dui<strong>de</strong>lijk<br />

is dat <strong>de</strong> reguliere aanvraag<br />

asielgerelateer<strong>de</strong> aspecten in zich<br />

draagt, alvorens te beslissen op <strong>de</strong><br />

reguliere aanvraag, <strong>de</strong> aanvrager<br />

wijzen op <strong>de</strong> noodzaak een asielaanvraag<br />

in te dienen tenein<strong>de</strong> zijn aanvraag<br />

aan art. 3 EVRM getoetst te<br />

zien. De situatie zoals nu ontstaan,<br />

waarin door verweer<strong>de</strong>r niet is getoetst<br />

of <strong>de</strong> buitenbehan<strong>de</strong>ling-stelling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag in strijd is met<br />

art. 3 EVRM, is onaanvaardbaar,<br />

gelet op <strong>de</strong> eigen, uit <strong>het</strong> EVRM<br />

voortvloeien<strong>de</strong>, verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

<strong>van</strong> verweer<strong>de</strong>r. Voorts vermag<br />

<strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt niet in te zien waarom<br />

<strong>de</strong> algemene situatie in <strong>het</strong> land <strong>van</strong><br />

herkomst geen enkele rol kan spelen<br />

bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling of <strong>de</strong> hardheidsclausule<br />

moet wor<strong>de</strong>n toegepast.<br />

Daarbij speelt met name een rol of<br />

RECHTSPRAAK<br />

<strong>van</strong> verzoekster, gegeven <strong>het</strong> feit dat<br />

zij met een zeer jong kind zal moeten<br />

reizen, verlangd kan wor<strong>de</strong>n dat zij<br />

wordt blootgesteld aan <strong>de</strong> aanmerkelijke<br />

kans om bij terugkeer (regelmatig)<br />

aangehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n en<br />

(kortdurend) ge<strong>de</strong>tineerd te wor<strong>de</strong>n.<br />

Naar <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt ambtshalve bekend<br />

is, kan aanvraag <strong>van</strong> een mvv<br />

in <strong>het</strong> land <strong>van</strong> herkomst een langdurige<br />

scheiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> partner met<br />

zich meebrengen. Verweer<strong>de</strong>r zal<br />

moeten bezien of een <strong>de</strong>rmate langdurige<br />

scheiding, gelet op alle rele<strong>van</strong>te<br />

feiten en omstandighe<strong>de</strong>n,<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> een<br />

zeer jong kind, zich verdraagt met<br />

art. 8 EVRM.<br />

Koppelingswet<br />

Nr. 1310<br />

Burgemeester en Wethou<strong>de</strong>rs Amsterdam<br />

(herziene beschikking op<br />

bezwaar)<br />

23 februari 2000<br />

Nr. MEC 200000173 (10305766)A<br />

M., eiseres, tegen college <strong>van</strong> burgemeester<br />

en wethou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />

Amsterdam<br />

Abw; Ne<strong>de</strong>rlands kind; moe<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>r<br />

geldige verblijfstitel<br />

Art. 11 lid 1 en 13 lid 1 Abw<br />

M. is <strong>van</strong> Marokkaanse nationaliteit.<br />

Ingevolge <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Koppelingswet heeft zij geen<br />

recht meer op bijstandverstrekking.<br />

Daarvoor ontving zij een eenou<strong>de</strong>rgezin-uitkering<br />

ten behoeve <strong>van</strong><br />

haar en haar min<strong>de</strong>rjarige zoontje<br />

N. Sinds 1 <strong>de</strong>cember 1998 heeft zij<br />

een Rvb-uitkering. Deze is echter alleen<br />

bedoeld voor M., gezien <strong>het</strong> feit<br />

dat N. <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse nationaliteit<br />

heeft. De va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> N. is al jaren<br />

spoorloos. Haar bezwaar tegen <strong>de</strong> afwijzing<br />

<strong>van</strong> haar aanvraag om een<br />

bijstandsuitkering ten behoeve <strong>van</strong><br />

N. wordt gegrond verklaard. Met ingang<br />

<strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1998 wordt<br />

alsnog een bijstandsuitkering toegekend<br />

ten behoeve <strong>van</strong> N. ter hoogte<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> verschil tussen <strong>de</strong> norm voor<br />

een alleenstaan<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> norm<br />

voor een alleenstaan<strong>de</strong>, dat wil zeggen<br />

twintig procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijstandsnorm<br />

voor gehuw<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>r dan 21<br />

jaar on<strong>de</strong>r verrekening <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrag<br />

waarmee M.'s inkomsten <strong>de</strong><br />

norm voor een alleenstaan<strong>de</strong> <strong>van</strong> 21<br />

jaar en ou<strong>de</strong>r overschrijdt.<br />

Herziene beschikking op <strong>het</strong> bezwaar<br />

ingevolge <strong>de</strong> Algemene wet bestuursrecht<br />

naar aanleiding <strong>van</strong> een beschikking<br />

ingevolge <strong>de</strong> Algemene bijstandswet<br />

C)<br />

Door u is beroep ingesteld bij <strong>de</strong> Arrondissementsrechtbank<br />

naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beschikking op bezwaarschrift<br />

<strong>van</strong> 5 <strong>maart</strong> 1999, verzenddatum<br />

10 <strong>maart</strong> 1999.<br />

Heroverweging <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze zaak geeft<br />

ons aanleiding ons standpunt te wijzigen.<br />

Voor <strong>de</strong> feiten, die betrekking hebben<br />

op <strong>de</strong>ze aangelegenheid, wordt verwezen<br />

naar <strong>de</strong> beschikking op bezwaarschrift<br />

<strong>van</strong> 5 <strong>maart</strong> 1999.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> overige rele<strong>van</strong>te<br />

feiten is ons nog <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> gebleken.<br />

Ingaan<strong>de</strong> 1 <strong>de</strong>cember 1998 ont<strong>van</strong>gt<br />

u een toelage c.q. <strong>de</strong>kking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kosten <strong>van</strong> medische verstrekkingen op<br />

grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regeling verstrekkingen<br />

aan bepaal<strong>de</strong> categorieën vreem<strong>de</strong>lingen<br />

(Rvb). De toelage bedroeg <strong>van</strong>af<br />

<strong>de</strong> maand <strong>de</strong>cember 1998 ƒ 1.488,43<br />

per maand.<br />

Met betrekking tot uw bezwaren tegen<br />

<strong>het</strong> besluit <strong>van</strong> 24 november 1998 hebben<br />

wij <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> overwogen.<br />

Op grond <strong>van</strong> artikel 11, eerste lid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Abw kunnen burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs<br />

aan een persoon die geen recht<br />

op bijstand heeft, gelet op alle omstandighe<strong>de</strong>n,<br />

in afwijking <strong>van</strong> paragraaf 1<br />

bijstand verlenen indien zeer dringen<strong>de</strong><br />

re<strong>de</strong>nen daartoe noodzaken. Ingevolge<br />

<strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 13, eerste lid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Abw stemmen burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong> bijstand en <strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n<br />

verplichtingen af op omstandighe<strong>de</strong>n,<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n en mid<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken persoon.<br />

De voorgeschreven werkwijze ten aanzien<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> 'overgangsgevallen'<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Koppelingswet schrijft<br />

voor dat er een gesprek met <strong>de</strong> betrokken<br />

cliënt moet wor<strong>de</strong>n gevoerd. De<br />

cliënt, die nog niet (of niet meer) een<br />

geldige verblijfstitel heeft, krijgt recht<br />

op nog twee weken bijstand na <strong>de</strong> datum<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> gesprek. In <strong>het</strong> geval dat er<br />

min<strong>de</strong>rjarige kin<strong>de</strong>ren betrokken zijn<br />

kan wor<strong>de</strong>n besloten dat <strong>het</strong> recht op<br />

bijstand zal bestaan nog geduren<strong>de</strong> vier<br />

weken. Volgens <strong>de</strong> werkvoorschriften<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Sociale Dienst Amsterdam is in<br />

<strong>de</strong> situatie wanneer een on<strong>de</strong>rhoudsplichtige<br />

ou<strong>de</strong>r die zelf geen recht op<br />

bijstand heeft bijstandverstrekking ten<br />

behoeve <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind wel mogelijk. Er<br />

moet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht of er een an<strong>de</strong>re<br />

ou<strong>de</strong>r is op wie een beroep kan<br />

NEMESIS <strong>2001</strong> nr. 2 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!