maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
maart/april 2001 de moederschapsideologie van het ... - Nemesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
om hem tot concessies te bewegen in<br />
<strong>de</strong> overige tussen hen bestaan<strong>de</strong> geschillen.<br />
Het verweer<br />
3.1 L. voert tegen <strong>het</strong> verzoek aan dat<br />
<strong>de</strong> verhouding tussen D. en K. slecht is,<br />
zodat <strong>het</strong> niet in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> D. is dat<br />
K. haar zou erkennen. Volgens L. heeft<br />
K. geen belangstelling voor D. en<br />
wenst hij vooral Z. te erkennen, nu <strong>het</strong><br />
hebben <strong>van</strong> een zoon in <strong>de</strong> Chinese cultuur,<br />
waaruit K. afkomstig is, <strong>van</strong> belang<br />
is.<br />
3.2 Voorts stelt L. dat K. haar on<strong>de</strong>r<br />
druk zet om tot een voor hem gunstige<br />
regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> financiële geschillen te<br />
komen.<br />
3.3 Een en an<strong>de</strong>r leidt er volgens L. toe<br />
dat <strong>de</strong> gewenste erkenning tweespalt in<br />
haar gezin zal veroorzaken. Zij verzoekt<br />
<strong>de</strong>rhalve <strong>het</strong> verzoek af te wijzen.<br />
Het standpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>r curator,<br />
<strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie en <strong>de</strong> Ambtenaar<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerlijke stand<br />
4.1 De bijzon<strong>de</strong>r curator heeft te kennen<br />
gegeven geen bezwaren tegen <strong>de</strong><br />
gewenste erkenning te zien, hoewel L.<br />
zich daartegen verzet.<br />
4.2 Officier <strong>van</strong> justitie conclu<strong>de</strong>ert dat<br />
<strong>het</strong> verzoek niet kan wor<strong>de</strong>n toegewezen,<br />
zolang niet vaststaat dat toewijzing<br />
in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren is en<br />
<strong>de</strong> ongestoor<strong>de</strong> verhouding met hun<br />
moe<strong>de</strong>r niet zal verstoren.<br />
4.3 De Ambtenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerlijke<br />
stand heeft te kennen gegeven dat <strong>het</strong><br />
belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong>ze voorop<br />
dient te staan.<br />
De beoor<strong>de</strong>ling<br />
5.1 Vooropgesteld wordt dat <strong>het</strong> in <strong>het</strong><br />
algemeen in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> een kind<br />
moet wor<strong>de</strong>n geacht dat zijn of haar afstamming<br />
komt vast te staan en er familierechtelijke<br />
ban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r<br />
ontstaan.<br />
5.2 Dit beginsel lijdt evenwel uitzon<strong>de</strong>ring<br />
in <strong>het</strong> geval wanneer, zoals hier,<br />
uit <strong>de</strong> stukken en uit <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge behan<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> verzoek <strong>de</strong> indruk<br />
naar voren komt dat partijen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />
procedure gebruiken om elkaar<br />
on<strong>de</strong>r druk te zetten ten ein<strong>de</strong> zakelijke<br />
geschillen in <strong>het</strong> eigen voor<strong>de</strong>el af te<br />
wikkelen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n<br />
komt <strong>het</strong> niet gera<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> burgerlijke<br />
staat <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren te wijzigen.<br />
5.3 Waar voorts <strong>de</strong> thans veertienjarige<br />
dochter <strong>van</strong> partijen te kennen heeft gegeven<br />
absoluut niet door K. erkend te<br />
willen wor<strong>de</strong>n, acht <strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> erkenning<br />
niet in haar belang.<br />
5.4 De rechtbank acht <strong>het</strong> evenmin in<br />
I RECHTSPRAAK<br />
<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> Z. dat K. alleen hem zal<br />
erkennen, aangezien dan een ongelijkwaardige<br />
verhouding tussen D. en Z.<br />
zal ontstaan.<br />
Beslissing<br />
De rechtbank wijst <strong>het</strong> verzoek af.<br />
Omgangsrecht<br />
Nr. 1292 (RN-kort)<br />
Rechtbank Utrecht<br />
1 februari 2000<br />
Nr. 110384/KG ZA, KG 2000, 94<br />
Mr. Breedveld-<strong>van</strong> Beeck Calkoen<br />
C, eiser, procureur mr. <strong>de</strong> Vries, advocaat<br />
mr. <strong>de</strong> Jong tegen K., gedaag<strong>de</strong>,<br />
procureur mr. Keulen, advocaat mr.<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>r Keur<br />
Omgangsregeling tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bevalling;<br />
informatieplicht<br />
Art. l:377hBW<br />
Eiser, <strong>de</strong> man, en gedaag<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />
vrouw, zijn gehuwd. De vrouw heeft<br />
een verzoek tot echtscheiding ingediend.<br />
Zij woont (weer) in Ne<strong>de</strong>rland;<br />
<strong>de</strong> man woont in New York. De<br />
vrouw is zwanger en <strong>de</strong> man is <strong>de</strong><br />
verwekker. Hij vor<strong>de</strong>rt in kort geding<br />
<strong>de</strong> vrouw te bevelen ervoor zorg<br />
te dragen dat hij tijdig voor <strong>de</strong> geboorte<br />
op <strong>de</strong> hoogte wordt gesteld<br />
<strong>van</strong> plaats, datum en tijdstip <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bevalling, haar te bevelen hem aanwezig<br />
te laten zijn bij <strong>de</strong> bevalling en<br />
<strong>de</strong> vrouw te bevelen in overleg te tre<strong>de</strong>n<br />
met hem omtrent <strong>de</strong> naamgeving<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind (zowel voor- als achternaam),<br />
dit alles op straffe <strong>van</strong> een<br />
dwangsom. Ter zitting wordt overeenstemming<br />
bereikt omtrent <strong>de</strong> namen.<br />
Ter zitting heeft <strong>de</strong> man zijn<br />
vor<strong>de</strong>ring om bij <strong>de</strong> bevalling aanwezig<br />
te zijn genuanceerd tot <strong>het</strong><br />
verzoek in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> gebouw waar <strong>de</strong><br />
vrouw zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bevalling bevindt<br />
aanwezig te zijn. De presi<strong>de</strong>nt<br />
vat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> man op als<br />
een verzoek om voorlopig een omgangsregeling<br />
als bedoeld in art.<br />
l:377h BW vast te stellen totdat <strong>de</strong><br />
rechtbank op <strong>het</strong> - na <strong>de</strong> geboorte in<br />
te dienen - verzoek dienaangaan<strong>de</strong><br />
heeft beslist.<br />
Hoewel <strong>de</strong> man - die na <strong>de</strong> geboorte<br />
me<strong>de</strong> <strong>het</strong> gezag over <strong>het</strong> kind zal<br />
hebben - recht heeft op omgang, zal<br />
zijn belang om direct na <strong>de</strong> geboorte<br />
dat recht te kunnen uitoefenen moeten<br />
wor<strong>de</strong>n afgewogen tegen <strong>het</strong><br />
recht <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrouw (en <strong>het</strong> kind) om<br />
NEMESIS <strong>2001</strong> nr. 2<br />
hem dat recht te ontzeggen. De presi<strong>de</strong>nt<br />
overweegt dat vooropgesteld<br />
moet wor<strong>de</strong>n dat een bevalling een<br />
ingrijpen<strong>de</strong> en stressvolle gebeurtenis<br />
is voor moe<strong>de</strong>r en kind. Hoewel<br />
op zichzelf genomen <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> man om met <strong>het</strong> kind een emotionele<br />
en persoonlijke binding aan te<br />
gaan <strong>van</strong>af <strong>de</strong> geboorte evi<strong>de</strong>nt aanwezig<br />
is, wordt aan <strong>het</strong> fysieke welzijn<br />
<strong>van</strong> zowel moe<strong>de</strong>r als kind voor,<br />
tij<strong>de</strong>ns en direct na <strong>de</strong> bevalling een<br />
zwaarwegen<strong>de</strong>r belang gehecht. Dat<br />
<strong>het</strong> kind veilig ter wereld komt, moet<br />
in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> partijen wor<strong>de</strong>n<br />
geacht. Het is voldoen<strong>de</strong> aannemelijk<br />
dat <strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong> gedachte dat<br />
<strong>de</strong> man in haar directe nabijheid<br />
verblijft tij<strong>de</strong>ns en direct na <strong>de</strong> bevalling<br />
als stressvol ervaart. Niet betwist<br />
wordt dat gevoelens <strong>van</strong> stress<br />
na<strong>de</strong>lig zijn voor <strong>de</strong> bevalling (op dit<br />
punt is tevens een verklaring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
verloskundige overgelegd). De vor<strong>de</strong>ring<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> man wordt afgewezen.<br />
De vor<strong>de</strong>ring om <strong>de</strong> vrouw te bevelen<br />
<strong>de</strong> man tijdig voor <strong>de</strong> geboorte op<br />
<strong>de</strong> hoogte te stellen <strong>van</strong> plaats, datum<br />
en tijdstip <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevalling<br />
komt er op neer dat <strong>de</strong> vrouw, zodra<br />
<strong>de</strong> eerste tekenen zich voordoen dat<br />
<strong>de</strong> bevalling zich aandient, <strong>de</strong> man<br />
moet inlichten. Daargelaten of zo'n<br />
vor<strong>de</strong>ring in rechte afdwingbaar is,<br />
is <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong>ze<br />
vor<strong>de</strong>ring, gelet op <strong>het</strong> belasten<strong>de</strong><br />
karakter er<strong>van</strong> voor <strong>de</strong> vrouw en <strong>het</strong><br />
belang <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong> afloop <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bevalling, niet voor toewijzing vatbaar<br />
is. Wel acht <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt <strong>het</strong> als<br />
een plicht <strong>van</strong> moraal en fatsoen dat<br />
<strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong> man zo spoedig mogelijk<br />
na <strong>de</strong> geboorte informeert over<br />
<strong>de</strong> geboorte <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind.<br />
Nr. 1293 (RN-kort)<br />
Rechtbank Leeuwar<strong>de</strong>n<br />
4 <strong>april</strong> 2000<br />
Nr. 38801/ KG ZA 00-52, KG 2000,<br />
173<br />
Mr. Bosch<br />
K., eiser, procureur mr. Both, tegen F.,<br />
gedaag<strong>de</strong>, procureur mr. Poort<br />
Omgang; on<strong>de</strong>rzoek Raad voor <strong>de</strong><br />
Kin<strong>de</strong>rbescherming<br />
Na echtscheiding heeft <strong>de</strong> rechtbank<br />
<strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming<br />
belast met een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>het</strong><br />
gezag en een - <strong>de</strong>finitieve - omgangsregeling.<br />
In <strong>de</strong>ze beschikking is geen<br />
voorlopige omgangsregeling vastgelegd.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> raadson<strong>de</strong>rzoek